Op 15 oktober hebben we een evaluatievergadering gehouden. Daarvoor waren evaluatiepunten ingediend door deelnemers. Het bestuur had zelf ook een aantal verbeterpunten opgeschreven. Alle indieners van suggesties hebben daarop inmiddels terugkoppeling ontvangen. We waarderen het positief kritisch meedenken bijzonder, zo kan het volgend jaar weer beter worden!
Op de prijsuitreiking kijken we altijd terug naar opzienbare zaken van de wedstrijd. Gelukkig hebben we dit jaar over het algemeen een uitmuntende, uitdagende race gehad, met prachtig weer en aangename temperaturen.
Vanwege de verwachting van weinig wind en verhinderingen verschenen er uiteindelijk weinig starters in Durgerdam. Er waren uiteindelijk 94 betaalde inschrijvers, 74 starters. Doordat er weinig uitvallers waren, hebben maar liefst 63 deelnemers de wedstrijd uitgezeild. Geduld werd beloond. Deelnemers die laat gestart zijn vanuit Durgerdam, of die bij weinig wind rust namen en alleen zeilden bij voldoende wind, werden beloond voor hun strategie. Banen 1 en 2 zijn over het algemeen populair vanwege de stroom die je mee krijgt, maar ze bleken dit jaar lang zo gunstig niet als eerdere jaren, omdat de windrichting leidde tot relatief veel kruisrakken.
Het was voor het eerst dat een stelletje deelnam met twee boten. Leuk detail is dat ze vervolgens achter elkaar in het klassement eindigden.
Mini’s zijn al veel vaker gestart in de 200 Myls ‘SOLO, maar het was dit jaar voor het eerst dat ze de wedstrijd hebben uitgezeild. Dat is een enorme presttaie, vanwege de lage rompsnelheid en het harde werk om steeds zoveel zeil te voeren. Eén van de Mini’s moest aanvullend ook steeds de kiel kantelen, de daggeboards gebruiken. Met Mini’s is het zwaar om je door de korte knobbelgolven van het IJsselmeer te vechten, net als enkele andere kleine schepen.
In de de logboeken en berichten van deelnemers vonden we de volgende leuke quotes:
Even een vraag van een Rookie:”Is nu de tijd van de boeg of hek langs de boei bepalend voor de tijd? Er kan namelijk 5 min tussen zitten.”
Er werd door een aantal deelnemers gesproken en geschreven over hun tracker en autopiloot alsof het dierbare bemanningsleden waren
Een deelnemer beschreef hoe één van zijn avonden vrolijk opgegesierd werd door een onbewuste striptease van een buurvrouw
“Baan vier echt voor solozeilers, je ziet geen hond”
“Een race van Les Sables-d’Olonne (FR) naar Spanje van 350 mijl en met 100 mini’s is een comfortabel tochtje vergeleken met de 200mijls!”
“In de 200 Myls moet je meer boeien ronden dan in de Ostar en de Round Britain bij elkaar!”
Verder schreven velen over vermoeidheid. Ook konden verschijnselen van vermoeidheid opgemerkt worden, omdat de laatste rusttijden vergeten werden in het logboek, de verkeerde getallen gebruikt werden in berekeningen, er rekenfouten in rusttijden zaten en dat boathandlingmanouevres de mist ingingen.
Kortom, het was wel weer een bijzondere 200 Myls ‘SOLO”!
Met een flinke groep deelnemers waren we bijeen gekomen om de uitstalgen, anekdotes en prijzen te bespreken
De volgende prijzen werd uitgereikt:
Prijswinnaars, gefeliciteerd!
Harmen de Jong – grootste zeilschade Sander Vogelenzang – Jan Luijendijk Trofee
Paul van den Ham, winnaar baan 4
Sander van Doorn, winnaar baan 2 Govert Ramselaar 3e plaats overall
Richard van Leeuwen, 2e plaats overall John van der Starre, weer de 1e plaats overall
Bart Desaunois, weer Line Honours Klaas Jan Kroon, snelste Dehler
Peter Knüppel, schonk en overhandigde de Dehlerprijs
Al een tijdje voor de 200myls ben ik bezig met de voorbereidingen. Zo haal ik de boot leeg, van ‘mens erger je niet’ tot coolbox en buiskap, alles verdwijnt in de auto. Het eindigt met een Contessa die binnen prettig hol klinkt. Tevens werk ik alle veiligheidspunten af. Via Marktplaats vind ik een mooi Fortress aluminium reserveanker bij iemand die, leuk toeval, de 200myls in de toekomst ook wil gaan varen en op de voet heeft gevolgd. Na enig zoeken is ook de spalkset aan boord en te elfder ure sta ik nog een noodhelmstok te zagen. Mijn vorige deelname is al weer enkele seizoenen geleden. Daaraan heb ik over gehouden meer werk te maken van de tactiek en van het op snelheid houden van de boot op alle koersen. Naast de gennaker die ik al had, heb ik nu tevens een spinnaker aan boord voor de diepere koersen. Leuk is dat mijn schoonzus Irma Vonk ook heeft ingeschreven met de Contest 35s van haar en mijn broer. We leven gezamenlijk naar het evenement toe. Het palaver is gezellig en het valt me weer op hoe goed de 200myls wordt georganiseerd. Op woensdag meld ik me pas om 9:45 uur bij Joost voor een rustperiode om lang de tijd te hebben om de wind af te wachten. Het wordt een gezellige dag met veel koffie en tijd om nog wat te rommelen aan de boot. In de loop van de middag steekt er een briesje op en komt een groot deel van de vloot in beweging. Ik zwaai Irma uit voor haar eerste solometers, direct al met de gennaker erop. Ik denk dat het ‘s-‐avonds beter zal waaien en blijf liggen, net als enkele andere boten. Tegen de schemering zie ik de resterende boten vertrekken. Het waait dan nog niet veel harder en ik besluit opnieuw om te blijven liggen. Tegelijkertijd voel ik me als het laatste vogeltje in de haven niet geheel zeker van mijn zaak. Dat zou beslist minder zijn geweest als ik zou hebben gezien dat buiten de haven John van der Starre ook nog op wind lag te wachten. Mijn gemoed klaart op als rond 23:00 uur aan het marifoonweerbericht van de Kustwacht een galewarning voor de omgeving van Texel vooraf gaat. Daar zal toch ook een staart wind in zitten voor het Markermeer denk ik. Wel heb ik zorg over de richting, omdat de wind tevens naar NNO zal ruimen. Ik ga slapen en steek om 2:00 uur mijn hoofd uit het luik, het waait overtuigend! Om 3:45 uur passeer ik de P9, heb een prima reachend rak onder gennaker naar het Paard van Marken, dan met een klein slagje naar Volendam, net bezeild naar Hoorn (gelukkig) en vervolgens onder spinnaker naar Lelystad. Alles mooi op snelheid en met een mooie sterrenhemel op de koop toe, top!
Als ik rond 8:45 uur de OVD3 nader, zet de wind aardig door. Het is even stoeien met het binnenhalen van de spinnaker. De wind is inmiddels NNO, maar heeft zich nog niet in oost genesteld, zoals voor de komende dagen wordt voorspeld. Irma stoomt de OVD3 voorbij en gaat route 1 doen. Ik ga route 3 varen. Vooraf had ik ook ideeën over route 1, maar met de oostenwind zie ik het kruisen op het wad niet zo zitten, tevens heb ik twijfels bij de eerste rakken daarna op het IJsselmeer. In route 3 zie ik juist gestrekte spinnaker-‐ en gennakerrakken en weinig kruisrakken.
Omdat de wind nog niet in het oosten zit, ga ik eerst ankeren. Ik wil eigenlijk wel even slapen, maar zie een andere deelnemer worstelen met een krabbend anker. In combinatie met de aanblik van de steenbestorting bij de nabije dijk durf ik mijn kooi niet in te kruipen en wordt het een tukje in slaapzak in de kuip. Rond 15:30 uur zit mijn ankerperiode erop en is de beloofde oostenwind daar. Kort na middernacht stop ik in Enkhuizen met 63,7 routemijlen op de teller.
Vrijdagochtend moet ik een beetje op gang komen, ik ga even douchen en naar de bakker. Rond 11:00 uur start ik weer. Het is mooi weer en de mijlen tikken redelijk door. Tegen middernacht tik ik af bij Oude Zeug en vaar naar thuishaven Medemblik, waar ook Irma ligt met de zoute lus van route 1 achter de rug.
Voor zaterdag is meer wind voorspeld, Contessa weer! Irma heeft nog gevoelig meer mijlen te gaan dan ik en neemt de moeilijke beslissing om te stoppen. Ze heeft een mooie tocht buitenom gemaakt, ik heb respect voor hoe ze zich in haar eerste 200myls heeft gestort.
Met oost 5-‐6 bft heeft de boot er zaterdag lekker de sokken in. Tijdens het niet bezeilde rak naar Urk zet de wind nog wat meer door. Na de sluis in Lelystad wissel ik de genua voor de werkfok en begin rond 20:00 uur aan de laatste rakken naar de finish. Aanvankelijk heb ik het idee dat ik te weinig zeil voer, maar snel daarna blijkt het voldoende te zijn. De boot gaat er met een mooie hekgolf doorheen. Na Volendam moet ik een stukje aan de wind. Ik geniet intens van de Contessa, die met een gangboord in het water en het nodige water over dek blijft doorlopen.
Precies om middernacht passeer ik de P9 en zit mijn 200myls erop. Ik merk dat ik behoorlijk gaar ben en spied in het rond of ik tussen de vele lichtjes van Amsterdam geen binnenvaartschip over het hoofd zie. Bij het aftuigen ben ik erg onhandig. Uiteindelijk vaar ik zonder landvasten en stootwillen de haven in, leg alleen even een touwtje om de kikker van een andere boot en laat de boel verder waaien. Eerst een biertje! Zondagochtend lever ik mijn logboek in en is het gezellig koffiedrinken bij Joost en Otje aan boord samen met andere deelnemers.
De prijsuitreiking was een gezellige afsluiting van een geweldig evenement. Dat ik op de 3e plaats ben geëindigd, is boven mijn verwachting en een stimulans voor volgende keren. Ik heb geprobeerd zo goed mogelijk te zeilen en heb het denk ik mede daardoor als een intensieve en ook mentale tocht ervaren. Bij mij bereikte dit een hoogtepunt toen ik me tijdens een ronding geroepen voelde me tegenover de boei te excuseren. Bij het daaraan voorafgaande rak had ik een minder goed gevoel, wat een uitweg vond in enige verwensingen aan zijn/haar adres.
Tegelijkertijd vind ik het enorm ontspannend om een paar dagen alleen met zeilen bezig te zijn. De 200myls is voor mij een prachtige mix van voorbereiding, het beste uit de omstandigheden proberen te halen, voor jezelf een grens te verleggen en, naar nu blijkt, nabeschouwing. In mijn bol ben ik nog volop bezig met de 200myls en vormt zich al een lijstje van dingen om aan te pakken aan boot én zeiler voor volgend jaar.
Ik heb genoten en wil iedereen die zich voor de 200myls heeft ingezet heel hartelijk bedanken!
Volg deze link en vind een mooie fotoserie van Eric ten Bos!
Woensdagochtend 07:00 is de start. Een tactische start van een zeilwedstrijd die voor mij geheel nieuw is. We blijven namelijk liggen en beginnen aan een eerste rust periode. Minimaal 6 uur maar de wind blijft veel langer weg en uit eindelijk start ik om 19:21 met 7 knopen wind. Na een rustig rondje Markermeer anker ik rond half 4 weer bij Durgerdam. Mijn keuze is duidelijk het wordt baan 1.
Donderdagochtend word ik wakker met 20 knopen wind. Raar want die kwam in geen één van mijn voorspellingen voor, helaas gaat het tij pas vanavond. In IJmuiden komen steeds meer deelnemers binnenlopen en het is leuk om bij de concurrentie te horen wat ze van plan zijn en hoe laat ze los gaan. Mijn plan is om bij voldoende wind in één keer door te gaan naar Kornwederzand. Ik start om 19:00 bij de Baloeran het ziet er mooi uit op zee.
Wind uit het noordoosten en het is eigenlijk meteen flink hoog. Met het invallen van de avond komen ook alle vissers tevoorschijn. En het zijn er veel, heel veel. Sommige met en sommige zonder ais. Ik hoef me in ieder geval niet te vervelen. Bij Den Helder gaat het hard met de stroom. Het is wel kruisen maar met 8/9 knoop is dat helemaal niet verkeerd en maak je mooie hoeken. Voor Oude Schild nog heel even getwijfeld om toch te stoppen maar het gaat lekker en met een heldere hemel en een mooi briesje is het geen straf om nog even door te knallen. Na Oude Schild gaat de snelheid wel omlaag maar ik heb tot Kornwerd stroom mee en kom om half 3 aan. Na de sluis slaap ik in Makkum.
De volgende ochtend is er weer weinig wind. Het wachten een beetje zat ga ik los om 15:17. Het is super lekker weer en er komt iets meer wind. Helaas shift de wind 30/40 graden waardoor ik halverwege het rak mijn spi wissel voor een fok. Daarna is het rak richting Hindelopen aan de wind maar wel bezeild. Halverwege dit rak shift de wind terug en ligt Hindelopen pal in de wind dus kruisen. Richting Hindelopen valt de wind verder weg en ik twijfel om toch te stoppen.
Maar het is nog zo`n mooie avond dat ik besluit door te gaan. Na 2 uur is de wind weer terug en die blijft de rest van de nacht ook lekker staan en neemt zelfs toe tot 15 knopen. Achteraf is mijn planning en baan 1 niet de meest gunstige optie geweest ik blijf kruisen en spinnakeren tijdens het kruisen de spi weer klaar maken, boom en schoten omleggen heerlijk actief zeilen dit. Na de EZ1 ga ik halve wind even de mist in en krijg ik mn spi niet meer naar beneden hij zit muur vast na een kwartiertje platliggen komt hij gelukkig alsnog met een knal los wel naast de boot helaas. Na het vissen loop ik om kwart voor vijf langs de Sport F. Weer twijfel ik om nog een rust periode te nemen. Het volgende rak richting Hoorn is weer spinnakeren kan die mooi even drogen ik besluit door te gaan. Goede keuze de wind trekt aan en ik loop met 8,5 richting Hoorn en 8 met het buitenschootje (:must:) naar Volendam nog een extra slag om langs het Paard te komen en door naar de Finish!
Het was Vet!
Inspirit zeilt voor vierde maal 200 Myls ‘SOLO’
Voor de vierde keer neemt Inspirit deel aan de 200 myls solo. De 200 Myls ‘SOLO’ is het jaarlijks solozeilevenement waar ik naar uitkijk. De start is vanuit Durgerdam op woensdag 25 september tussen 7.00 en 10.00 uur. Zeilers hebben de keuze uit vier banen van elk 200 mijl. De windkracht, -richting en het tij zijn daarbij doorslaggevend. Op de zondag daarop volgend moeten we voor 12.00 uur de finishlijn voor Durgerdam weer passeren. Onderweg dient iedere schipper in totaal minimaal 27 uur rusttijd te nemen, verdeeld over tenminste drie afzonderlijke periodes van minimaal 6 en maximaal 24 uur. De boten zijn tijdens de race met tracing & tracking te volgen wat het voor de thuisblijvers interessant maakt thuis, vanachter de PC kan iedereen de verrichtingen en standen volgen.
Op dinsdag voer ik over een compleet blak Markermeer op de motor naar Durgerdam. Super om alle deelnemers daar weer te treffen en elkaars verhalen en plannen aan te horen. Na een heldere briefing van het bestuur nam iedereen zijn tracker en logboek in ontvangst en was er tijd om nog even bij te kletsen, niet te lang want morgen staat de wekker vroeg. ( om te zien of er überhaupt wind zou zijn) Want er werd voor woensdag geen tot weinig wind voorspeld.
Om 6.45 bel ik Joost ter Velden om te melden dat zowel Moshulu als Inspirit beginnen met een rustperiode. En actie die door 95 % van de deelnemers werd gedaan. De deelnemers die wel zijn gestart waren na 6 uur drijven nog niet bij het Paard van Marken aangekomen! Om 16.00 uur wordt het onrustig in de haven, er wordt wind waargenomen. Harris Visser klimt zelfs in de mast om te zien of er buiten wind staat. En ja, tussen 16.00 en 17.00 uur worden veel boten losgemaakt en vertrekken. Om 17.15 passeer ik de P9 en begin aan mijn vierde 200 myls. Al reachend loop ik snel in op eerder gestarte boten. Maar bij het Paard aangekomen gaat de wind eruit en ligt het veld geparkeerd. In het kruisrak naar de MNGZ besluit ik als eerste een klap naar de wal te maken, dat pakt zeer goed uit en sluit bij de MNGZ aan bij de Swinde (Dehler 39) van Gert Jan en de Moshulu (X34) van Ronald. Beide boten wil ik toch echt wel voorblijven. Naar Hoorn loopt Gert Jan op mij uit maar Ronald kan ons niet volgen. In het voorde windse rak naar Lelystad haal ik in deze lichte weersomstandigheden de Swinde weer in. Later hoor ik dat Gert Jan in dat rak staat te koken en geniet van een heerlijke maaltijd. Helaas is dat voor mij niet mogelijk want zoals gezegd mijn stuurautomaat laat me in de steek. Het wordt nog even spannend als een vrachtvaarder door het veld wil varen. Zonder een meter uit te wijken vaart deze al toeterend en met fel licht schijnend dwars door het veld. Härta van schipper Klaas Hart moet zelfs even zijn motor starten om te maken dat hij weg komt. Voor Lelystad besluit ik om te gaan voor baan 3, de IJsselmeerbaan. Het besluit heb ik genomen vanwege mijn onbetrouwbare stuurautomaat en gezien de overwegend oosten wind kies ik voor bezeilde koersen ipv stroomvoordeel te pakken en meer te moeten kruisen. Ik denk achteraf gezien een juiste keuze.
In de sluis van Lelystad sluiten Gert Jan en ik aan bij de Batfish van Bart. Niet slecht want Bart is een kwartier voor mij gestart. Met zijn drieën zeilen we van de Sport F naar Urk. Prachtig zeilen zo in de nacht en een heerlijk windje. Ook in dit rak blijf ik de Swinde voor. Om 2.30 meren we af in de haven van Urk. ’s Morgens niet te vroeg op want ik wacht tot de wind naar het NO draait. Heerlijk gedouched en ontbeten en om 9.45 starten we samen met Gert Jan voor het vervolg. Bart is na de verplichte 6 uur rust gelijk weer vertrokken. Hij zeilt zeker voor Line Honours. Met wind tussen 12 en 18 knp zeilen ik de hele donderdag achter Gert Jan aan. Het is duidelijk te zien dat de Swinde met meer wind beduidend sneller is dan mijn kleinere Dehler 34. De gehele donderdag vaar ik achter de Swinde aan. Bij een boeironding van Gert Jan bekijk ik telkens wat mijn achterstand bedraagt. Die blijft redelijk constant. Echter op het rak naar de Sport B loopt Swinde echt bij me weg. Gelukkig kan ik wat goed maken in de twee ruime en voorde windse rakken. Als ik voor de tweede keer van Urk naar Oude Zeug vaar, het is inmiddels nacht geworden, kost het mij veel moeite om de spi te zetten. Telkens als ik denk dat mijn stuurautomaat de koers vasthoud blijkt deze zijn eigen koers te willen bepalen. En zet ik de spi in etappes. Eerst de spi naar voren, vervolgens aanslaan, de loefschoot, de lij schoot etc. en tussendoor telkens de boot weer even op koers leggen. Ik ben kapot maar blij als de boel staat. Er af is van later zorg….. eerst wordt de achtervolging op de Swinde ingezet. Ik zie gelukkig het toplichtje van deSwinde helderder worden, dat is een goed teken. Als ik zie dat Gert Jan een rust periode bij de Oude Zeug neemt wordt ik helemaal blij. Het rak naar Makkum is bezeild en Ik vaar met 7,5 knp naar de VF 7. Om 3.30 laat ik het anker vallen voor Makkum. Lekker slapen.
Vrijdag morgen om 9.00 uur nog geen wind….. even later kan ik toch vertrekken. Nog 60 mijl te gaan. Reachend zet ik koers naar het zuiden. Naar de EZ 1 is hoog aan de wind en haal ik net niet. Een klapje van 1,5 mijl is nodig om de boei te ronden. Dit is het enige stukje kruisen geweest. Ik begin te realiseren dat ik vrijdagavond kan finishen! Motivatie genoeg om scherp te blijven zeilen.
De herstart bij de OVD wordt goed voorbereid. Ik wacht zelf even op de passage van een binnenvaartschip zodat Inspirit onder spi kan starten. Goed bedacht maar net voordat ik bij de OVD 3 kom een windshift van 40 graden. Het is plotsklaps binnen de wind geworden en al stuntelend met een spi over de verkeerde boeg start ik voor het laatste deel. Fijn dat de wind ook weer terug draait en ik zeil hard naar de Nek toe. Voor mijn gevoel ben ik hier veel te vroeg. Nooit eerder finishte ik op vrijdagavond. Tussen Hoorn en Volendam reken ik voor de zekerheid alles nog eens na, want spook gedachten gaan door mij heen. Ik zal toch niet een rak verkeerd hebben gevaren of overgeslagen hebben? Alles blijkt te kloppen en als ik om 21.04 uur de finish passeer vind ik het wederom jammer dat er een einde aan is gekomen. In donker Durgerdam binnen lopen vergt nog even alle aandacht want de blinde tonnen voor de haven ingang zijn niet te zien. Met een slakkengangetje loop ik binnen en wordt opgevangen door Joost en zijn vrouw. Wat smaakt de koffie dan heerlijk. Joost meld me dat ik als tweede binnen ben, 4 uur na de Batfish van Bart , Daar ben ik blij mee want ik heb twee uur meer rust genomen dan Bart. Ik weet dat veel deelnemers wachten op de wind die voor zaterdag en zondag is voorspeld maar helaas kan ik daar dit keer geen gebruik van maken.
Organisatie, deelnemers en volgers, dank voor jullie inzet en betrokkenheid. Het was superrrrr!
Klaas Jan Kroon won de Dehlerprijs, door Peter Knuppel beschikbaar gesteld en uitgereikt aan de snelste Dehlerzeiler in de wedstrijd
Dit jaar heb ik me voor de tiende keer ingeschreven voor de 200 myls ‘SOLO”, beetje een jubileumjaar voor mij , ook de drive om voor de derde keer op rij het handicapklassement te winnen is groot. Als ik zo terugdenk aan 2004, m’n eerste jaar, toen moest je nog bij organisator Jan Luyendijk min of meer solliciteren om mee te mogen doen, gelukkig vond hij me toen ervaren genoeg en begon ik aan mijn ‘solo’ avonturen vol goede moed en werd vervolgens op alle fronten afgestraft, zowel fysiek, strategisch dan wel tactisch. In de loop der jaren door schade en schande wijzer geworden en iedere keer weer gegrepen door dit fantastische evenement begin ik vol enthousiasme aan de 2013 versie.
De boot weer zo goed mogelijk geprepareerd, dinsdag naar onze tijdelijke thuishaven Waterland in Monnickendam gereden, ook nog even gedoken en een eiland aan wier onder de kiel vandaan gehaald. Zeker iets om rekening mee te houden, er zit dit jaar dus veel wier in de Gouwzee, en als er iets balen is en m’n humeur kan verpesten dan is het wel wier aan m’n kiel; ver uit de wal blijven dus in regio Gouwzee. ’s Middags naar Durgerdam gemotord , helaas door de geringe diepte niet de haven in, maar voor de haven aan de J/133 Batfish van Bart Desaunois vastgemaakt, maar ook supergezellig!
Een liftje naar het palaver en vervolgens tracker en logboek opgehaald waarna voorzitter Martin Selles zo vriendelijk was ons terug naar onze boten te brengen, op voorwaarde dat ik morgen na hem zou starten.. De weersverwachtingen voor de woensdag waren slecht , weinig wind met een klein pufje na 18.00. Met in de loop van de dagen steeds meer wind met name op zaterdag en vooral zondag. De vrijheid bestaat om meteen aan een rustperiode te beginnen dus het gehele veld van 74 starters besloot te wachten in Durgerdam. Om 17.00 kwam er een klein pufje wind en meteen was er onrust in de haven van Durgerdam te zien, diverse boten pakten dit eerste vlaagje om te starten. De grib-files van 18.00 gaven echter onverwachts aan dat er in de komende nacht tot 18 kts wind zou gaan komen, draaiend van W naar NO. Dus wachten maar! Dit blijft nog steeds moeilijk voor me, als je iedereen ziet gaan, en dan toch blijven liggen in afwachting van je eigen voorspelling. Na wat uurtjes invoeren van gribfiles en kijken naar de mogelijkheden in Expedition, de tactische software, bleek rond 01.30 de beste vertrektijd vanaf de P9, het eerste merkteken. Mooi onder gennaker weg, eerst een 6,5 mijl richting Marken, dan naar Volendam de MN1-GZ2 ronden en vervolgens naar de Sport G bij Hoorn.
Na 4 mijl varen voel ik onraad, ik voel mijn snelheid en acceleratie afnemen, binnen in de boot klinkt het alsof mijn schroef meedraait, die staat echter vast. Ik kan in Expedition zien dat mijn polair boatspeed percentage, wat normaal rond de 100% hoort te zijn, 65% is. Er is maar één conclusie, waterplanten! Nee he, ben ik net op weg, heb ik een eiland aan de kiel hangen. Er is maar één oplossing, duiken. Achteruitvaren op zeil is geen optie, duurt te lang en deze zooi komt dan niet los maar wikkelt zich zelfs verder om je kiel. Ik besluit de 2 mijl naar het Paard van Marken maar even door te sukkelen, daar moet de gennaker er toch af voor het aan de windse rak naar Volendam. In de tussentijd zeilpak uit en surfpak alvast aan en plan bedacht en voorbereid.
Touw om m’n middel, midscheeps aan de boot vast, zodat ik altijd weer aan boord kan komen, en vervolgens in de luwte van het Paard van Marken de gennaker gedropt, genua op dek gelaten en boot recht in de (weinige) wind gedraaid, wachten tot snelheid bijna nul is en vervolgens jump! Je ziet natuurlijk ’s nachts geen steek onder water maar door de vele schoonmaakacties met de duikfles weet ik gelukkig aardig de weg onder de boot. Snel een gigantische bos waterplanten van de kiel geplukt, zit er helemaal omheen gedraaid, zit echt vast, ik moet met twee voeten tegen de kiel afzetten en dan uit alle macht trekken..saildrive en roer vallen gelukkig mee, snel naar boven voor adem en nog één keer alles checken, gelukkig alles schoon. Bij de spiegel mezelf omhoog gehesen en in m’n surfpakkie snel de genua gehesen en boot weer op koers en snelheid gebracht. Meteen voel je dat hij weer levendig is en accelereert. Voor de zekerheid m’n surfpak nog maar even aangehouden tot ik door het wier mijnenveld tot aan de Nek, Sport G bij Hoorn ben.
Ik blijf het onvoorstelbaar vinden hoe exact die weersvoorspellingen soms kloppen. Precies voor de Sport G draait de wind van W naar NNO, volgens de gribs rond 03.30, en om 03.30 ben ik nog net niet bij de Sport G door die wierduik en draait de wind recht op mijn neus , gennaker eraf en laatste slagje naar de boei. Wel zo een mooi volgend rak naar de OVD3, Lelystad, mooi ruime wind over stuurboord. Wind neemt steeds meer toe en de NKE automaat doet prima zijn werk. Ik overweeg bij de OVD 3 door te gaan naar de P9, alleen de volgende pech achtervolgt me. Plotseling een knal onderdeks, ik zet de automaat eraf en voel geen direct roer meer. Ik moet zeker een halve slag roeruitslag meer geven voor ik reactie krijg. Bovendien klinkt het onderdeks niet echt fris, er loopt iets serieus niet goed. Op de automaat lukt ‘t allemaal nog wel en ik klok maar af bij de OVD 3 , boei aan stuurboord gelaten om later baan 1 te vervolgen. Bij Lelystad anker uit en 6 uur verplicht rust, hoewel rust.. Eerst gekeken wat het probleem met het roer is, de stuurkabel blijkt door waarschijnlijk te geringe spanning van het geleideblok gelopen te zijn en zit nu klem tussen blok en wang.
Na wat gesleutel en @#$%@, de kabel uiteindelijk los gekregen en weer op blok teruggeplaatst en kabel weer onder spanning gebracht. Ready to go! Nu de 6 uur ankertijd vol maken, snel nog wat uurtjes slaap geprobeerd. De wind blijft aardig door staan en gekeken wat de concurrentie doet. Richard kiest voor baan 3, ook Martin die nog even komt buurten gaat voor 3, mijn keus is gemaakt voor baan 1, al vastgelegd door mijn stuurboordronding bij de OVD3. We zullen de komende dagen zien welke baan de juiste was, ik kies voor het stroomvoordeel t.o.v. iets meer kruisen. Uiteindelijk vaar ik zodoende theoretisch een baan van slechts 190 mijl door 10 mijl stroom mee.
Voor de komende rakken zal ik niet minutieus uitweiden wat ik allemaal gedacht, gedaan en gevaren heb, maar zal ik me beperken tot de interessante gebeurtenissen.
Een opvallend feit kwam nog nadat ik besloten had het rak op stromend water te splitsen in IJmuiden-Den Helder en Den Helder – Kornwerd om dan 2 maal de volle stroming te kunnen benutten. Na ’s nachts afgeklokt te hebben bij de S-11 leek vrijdag het 2e tij het gunstigst. Om optimaal van de stroom bij het Marsdiep en wad gebruik te maken was de beste tijd 1 a 1,5 uur na kentering bij de S-11 te vertrekken. Tijdig uit de haven vertrokken, rond 19.30, net voor kentering dacht ik, rustig richting boei S-11 gemotord. Om 20.15 zou volgens de stromingstabel de kentering zijn en ik zou om 21.15 bij de S-11 vertrekken. Maar.. om 20.15 geen kentering, om 20.45 nog steeds niet. Ik vraag me nu vertwijfeld af het nog wel gaat gebeuren vandaag, wat waanzin is natuurlijk. Om 21.00 hé hé stroom gaat er eindelijk uit. Kortom kentering is zeker 45-60 minuten later dan voorspeld, waarschijnlijk door de oosten wind. Ondertussen rondjes onder de Noorderhaaks gevaren, als iemand nu naar m’n tracker kijkt zal hij wel denken..Uiteindelijk om 22.19 vertrokken en de volle stroom gepakt, bij de S-11 staat nu 3 kts mee, dat schiet lekker op. Nog wel even een angstig moment in het donker bij de T-12, stroom wat dwars op de boot, de 15 meter waarbinnen je de boei moet passeren is dan wel weinig zeker als je gelijktijdig tijd en log wil noteren en automaat eraf wil halen en zeilsetting voor de volgende koers in orde wil hebben, kortom even zweten.
Die nacht vaar ik door tot Hindeloopen, de twee eerste rakken op ‘ t IJsselmeer onder gunstige windhoek meepakkend. Na wat slaap en weer veel rekenen wanneer het beste vertrekmoment is voor de rest van het IJsselmeer om 15.06 bij Hindeloopen vertrokken, op 1 kort rak na zou alles nu bezeild moeten zijn, wat weer perfect klopt.
Ik realiseer me nu dat ik wel kans kan maken, het loopt super, veel gennakerwerk onder mooie hoeken, veel rakken haal ik net, met m’n 120m2 gevaar in top, wel hard werken maar ’t loont. Het laatste rak van de EZ1 naar Sport F besluit ik het lot niet te tarten, hoek is net goed maar ik zet mijn gennaker niet omdat de Sport F slechts een paar honderd meter van de dijk ligt, heb je een probleem met de spi drop, dan is het hele verhaal over, dus we gaan maar op safe.
Achteraf een gelukkig besluit, als ik de volgende morgen de boot uitvoerig naloop in voorbereiding voor de laatste rakken op het Markermeer blijkt dat toen gisteren de gennakerschoot onder de boot kwam bij de laatste drop en ik hem opnieuw in de blokken moest doorvoeren aan lij, ik de SB gennakerschoot per ongeluk door de voorpreekstoel gevoerd had, ondanks check, check, double check. Als ik dus in dat rakje EZ1-SportF nog even snel de genny gezet had…puinhoop. Vermoeidheid?
Dat is wat die 200 myls zo bijzonder maakt, het constant blijven voorbereiden, checken, fouten nalopen, nogmaals checken, en dan toch nog tegen ongelooflijke problemen aanlopen waarvan je achteraf denkt, shit, waarom heb ik niet..en die weer zo snel en goed mogelijk proberen op te lossen. Misschien ben ik hier alleen in, en loopt bij iedereen anders alles soepel? Ik voel mij in ieder geval vaak geen winnaar maar meer een vechter tegen het ongunstige lot.
Het laatste lesje kreeg ik nog voor de start van de laatste 3 trajecten Markermeer naar de finish. Zondagmorgen 07.30, wind ONO 20-25kts , volgens Expedition moet de 26,5 mijl in 3 uur gevaren kunnen worden. Ik heb me al dagen verheugd op het rak van Lelystad naar Hoorn bij deze wind onder deze hoek. De A5 van 109m2 er op en knallen maar. Dus zo gezegd zo gedaan, de A5 mooi gewold in de zak, klaar aan dek, de genua #3 op om rustige hoist te hebben. Op 0,5 mijl van de OVD3 alles klaar en op snelheid langs de boei, dat is het plan. De werkelijkheid: ik hijs de gennaker in top en klik hem aan de mast vast in de curryklem en ik loop naar de kuip om het val door te halen in de valstopper, compleet volgens plan. Echter voordat ik daar ben schiet het val uit de curryklem en valt de hele gewolde A5 met een plons naast de boot, shit shit, snel weer naar de mast en weer hijsen. Vervolgens zie ik aan lij mooi de wolletjes van de gennaker afbreken en het geheel zich vullen met grauw IJsselmeer water. Ondanks mijn verwoede hijspoging verlies ik de strijd en moet het val slippend en rokend door mijn handen laten gaan. De hele 109m2 hangt nu als een gigantisch drijfanker naast de boot terwijl ik prachtig met nog maar 1,5 knoop snelheid op de OVD3 afga om in te klokken! Verwoed probeer ik wat af te vallen om in ieder geval niet in te klokken, wat gelukkig lukt. Nu nog dit monster aan boord zien te krijgen. Het geheel zit op 3 punten vast en blijft zo prachtig gevuld met water terwijl ik voor de wind wegsukkel. Gelukkig verschijnt de top van de gennaker soms achter en naast de spiegel van de boot en kan ik de shackel van het spi val spiken. Dat scheelt meteen, het wordt nu al een beetje een lange dweil, alleen aan boord halen is nog geen optie. Na ook de tack gespiked te hebben hangt het geheel als een worst aan de schoot naast de boot. Ik weet met veel moeite het natte monster stukje voor stukje aan boord te halen, hij lijkt me nog heel. Na een 15 minuten alles weer aan boord, ik ben nu al kapot en ik moet nog beginnen! Ik besluit eerst maar zonder gennaker te starten gezien de tijdsdruk en de tijdelijke fysieke gesteldheid, en ik moet voor 12uur finishen. Na gestart te zijn zie ik Sander van Doorn op de AIS met 10,5 kts over het Markermeer scheuren en vervolgens weer 5 kts maken, hij heeft het verderop duidelijk zwaar. De wind neemt snel toe als ik uit de schaduw van Lelystad ben en meet in no-time 28kts wind. Nu had die A5 ook niks geweest, misschien heb ik nog wel geluk gehad dat ik ‘m niet kon zetten. Met uitschieters boven de 12kts boatspeed spuit ik naar Hoorn, draai voor de zekerheid een stormrondje bij de Sport G om alle risico te vermijden en blijf nu voor de zekerheid wel ver uit de wal en finish uiteindelijk om 11.09 bij de P9, rondje Markermeer binnen 3 uur en 2 minuten, niet slecht.
Wat een race, alles zat er weer in, weinig wind, veel wind, en vooral veel mooi weer en prachtige sterrenhemels, voorzover ik daar oog voor had.. Ook heb ik dit jaar niet zoveel mede-solisten gezien, steeds weer liep mijn schema waarschijnlijk iets achter op hun, ze leken wel allergisch voor mij, kwam ik een haven in, gingen zij er net weer uit. Ik zal de gezelligheid dit jaar helaas op de prijsuitreiking moeten zoeken. Voor mijn gevoel heb ik weer alles gegeven, er lagen misschien wat minder kansen dan voorgaande jaren, baankeuze was lastig, maar hopelijk zijn mijn inspanningen en voorbereidingen voldoende geweest voor de overwinning. Voorlopig ziet de uitslag er goed uit!
Solist te Lelystad
Over de wind op de woensdag hoef ik weinig te zeggen, die was er bijna niet! Maar wel zou diezelfde wind beslissend zijn voor de verschillen in de klassering de mensen die de rust hadden om te wachten met starten hadden de beste papieren zou later blijken. De Swinde maakte los om een uur of 5. Na het passeren van de P9 0m 17.31 was het weer zo ver heerlijk een paar dagen op je bootje heerlijk zeilen. Bij mij in de buurt startte Peter van der Driesche met de “Vagebond” ook een Dehler 39. Peter had een knal rode genakker gezet en had er flink de sokken in, met op dat moment negen knopen wind. Het leek wel een armada, veel solisten waren het wachten zat en gingen op weg richting de OVD 3. Ik zette ook de genakker en dat bleek een goede keuze ik haalde een redelijke bootsnelheid bij die wind-snelheid. Na het Paard was er toch een paar mijl te kruisen richting Volendam. De Swinde presteerde prima met de genua #2. Via de MN1-GZ2 naar Hoorn een halve wind rakje jammer dat de wind niet toenam maar eerder minder werd.
Na het ronden van de Sport G om 20.55 op naar Lelystad de Spinaker erop, het was in middels donker. Tijdens het voordewindse rak was er gelegenheid om even te dineren, heerlijke door mijn vrouw klaargemaakte chili warm gemaakt. Halverwege dook er uit de duisternis een vrachtvaarder op die niet bereid was 1 graad af te wijken van zijn koers en met veel lawaai en licht dwars door het veld wilde terwijl hij makkelijk achter de groep had kunnen langs varen, de schipper ging een paar minuten later zelfs z’n beklag doen bij de dienstdoende ambtenaar van de meldpost IJsselmeer. Het jaarlijkse keuze moment kwam dichterbij links of rechts ? het werd rechts, baan 3, dus via de sluis richting de Sport F om 01.16 en een heerlijk rakje naar Urk samen met Klaas Jan en Bart, in Urk 2 uur na middernacht aan een Duitse strijkijzer [motorjacht] afgemeerd en gaan slapen. De volgende morgen leek het wel vakantie, diep blauwe lucht prima temperatuur maar weinig wind. Bart vond het na de verplichte 6 uur wel weer genoeg en ging weer onderweg. KJ en ik wachtte nog een uurtje op de beloofde wind uit het noordoosten.
Op de donderdag zouden we ca. 12 uur aan een stuk zeilen tot de WV20, bijna 80Nm, mooie rakken met redelijke wind in elk geval zaten we regelmatig boven de 7 kts het gemiddeld was die dag 6,8 kts. Een heerlijke zeiltrip met prachtig weer. Om 00.04 uur op vrijdag m’n tweede fout namelijk willen ankeren bij de Oude Zeug bij oosten wind. Maar ja ik was gestopt kon dus niet meer alsnog naar Makkum. Ik zag Klaas Jan via de AIS bezeilt richting de VF 7 koersen. Ik ben wel een uur bezig geweest om het anker te laten pakken, het lukte niet, nog even geprobeerd in de haven te ankeren maar werd daar op niet mis te verstane manier weggestuurd, terwijl ik best wel op een goede plek lag. Het eindresultaat was dat ik om 2.30 uur voor de wal lig van de Jongert werf waar ik wel mocht overnachten van de bewaking, een heel avontuur al met al. Op vrijdagmorgen startte ik weer bij de VW20 om 9.36 uur. De trip naar Makkum was top ik kwam onderweg Geert met de Swell nog tegen, hij was onderweg naar de Sport B. Halverwege de VF7 zal ik dat KJ ook wakker was en weer startte vanuit Makkum, ik kon in de verte zien dat hij de Spi erop ging zetten. Een uurtje later ook de VF7 gerond en weer onderweg naar het zuiden, toch zonder spi of genakker, de wind was toch iets oostelijk geworden. Via de L12 en de EZ A naar Urk en ja hoor, het blijkt een kruisrak naar de EZ 1 die ik om 15.55 uur kon ronden voor het laatste stukje op het IJsselmeer richting de Sport F. Omdat het ankeren niet was gelukt bij de Oude zeug leek het mij het beste om in Lelystad bij de OVD3 te gaan ankeren. De wekker gezet om 02.00 uur niet voldoende wind vervolgens elke 2 uur gecheckt op de windmeter en om 06.00 uur lijkt het oké “8,5 kts” dat is voor het rakje richting Hoorn prima. Samen met Hjarta onder weg een prachtig rak met wind en heel mooie zonsopkomst.
Net op tijd bij de Sport G om zonder problemen de spi eraf te halen de wind werd steeds krachtiger. Onder weg naar Volendam. Bij de Volendam boei hoog aan de wind naar het paard en het laatste stukje naar de P9 en dan zit het er weer op! Ieder jaar heb ik het zelfde gevoel; nu al voorbij! Na het drama van vorig jaar was het dit jaar een zeilfeestje. Prachtig weer en veel tactische beslissingen, helemaal Top. Van het paard naar de P9 ging zeer vlot. Ik had met Joost afgesproken dat ik gelijk na de finish terug zou varen richting Lelystad omdat ik op zaterdagavond nog en bruiloft had in Friesland. Op zondag heb ik het logboek ingeleverd in Durgerdam en heb samen met mijn vrouw een mooie autotocht gemaakt richting een heerlijke lunch op Marken. Nog steeds het mooie weer maar de 200 myls solo zit er weer op voor dit jaar. Volgend jaar weer, als het aan mij ligt. Ik bedank het bestuur voor de organisatie dit jaar, fantastisch dat alles goed gegaan is.
Groet, Gert Jan Koele, Swinde
Einde van een prachtige tocht
Voorbereiding:
Voor Dondersteen en haar schipper de 6e 200 Myls ‘Solo’. Twee weken van te voren begint de race al met Grib files downloaden, banen en koersen tot op de graad nauwkeurig inplotten, hoogwater Hoek van Holland en Harlingen ophalen. En als belangrijkste: wat eet ik welke dag. Eigenlijk is de 200 Myls ‘SOLO’ een wedstrijd van ongeveer 3 weken plezier. Eigenlijk is mijn 200 Myls ‘SOLO’ altijd een een 300 myls tocht door het heen en weer varen naar Makkum.
Woensdag:
De dag van het grote wachten. Om 07:00 Joost uit zijn bed gebeld dat ik mijn rustperiode wilde beginnen. Kortom tot 13:00 geen start voor Dondersteen. Tot mijn verbazing kozen een aantal schippers ervoor om toch al te starten vroeg in de ochtend. Welke baan gaat het worden? Gezien de voorspellingen begon baan 1 steeds minder interessant te worden. Veel kruisen was mijn verwachting. Dit gold ook voor baan 2. Helaas wel de mooiste banen. Rond 15:00 begon er iets van wind te komen. Je zag iedereen ook wat zenuwachtiger worden en rond 16:00 de haven uit. Had ik geweten dat mijn buurvrouw, Irma van de Zilt, de stoofpot klaar had was ik blijven liggen. Kennis achteraf, kortom wegwezen en starten. Spinnaker omhoog en bijzonder hard ging het eerste rak niet. Bij het Paard van Marken was het einde wind en drijven tot de wind weer opstak. Kruisen naar de MN1-GZ2 en op naar de Sport-G. En door naar de OVD3. Laatste rak de spinaker erop voor wat snelheid. Bootsnelheid was OK maar ook hier ging het niet echt hard. Tja de keuze voor de baan. Zoals gebruikelijk viel die 100 meter voor de OVD3. Mijn keuze was Baan 3. Zeilen eraf door de sluis en met een heel groepje voor anker ten noorden van de Houtrib sluis.
Donderdag:
Anker op en wegwezen was het motto. Echter de Zuiderzee klei besloot mijn anker niet zomaar prijs te geven. Zonder ankerlier een heel gevecht. Lijntje aan de ketting geknoopt en over het anker heen varen op de motor tot drie keer toe, eindelijk los. Klodders dikke klei kwamen mee omhoog. Dit koste weer een half uur. Door mijn wat latere vertrek en anker perikelen was de wind al door het noorden heen en werd het kruisen van de Sport-F naar Urk. Twee korte slagen waren nodig. Helaas toen ik anker op ging was de wind nog NNW. Verder was het afzien vandaag. De belangrijkste uitdaging was dan ook: Wat zal ik nu weer eens eten en hoe haal ik de Karma van Rene Glasz in. Deze liep net iets harder, wat ik ook probeerde ze liep heel langzaam uit. Uitermate irritant kan ik jullie verzekeren! Maar frustratie los je op met meer eten. Kortom de cordon bleu, soep en gebakken eieren gingen er goed in. Een dag welke zich kenmerkte door prachtig weer en prima wind. Geen kruisrakken meer en alles bezeild. Karma en Oceans of Time besloten Stavoren aan te doen voor de nacht. Ik besloot door te gaan tot Urk. Prima windje en alles was bezeild. Bij het ronden van de LC-6 zag ik dat mijn trackertje aan psychische problemen leed. Zielig knipperend rood en groen en op een gegeven moment helemaal uit. Stekkertje erin en alles leek ok. Knap donker overigens en huiswerk telefonisch uitleggen gecombineerd met navigeren in het donker is een heel gedoe. Eerst maar even het OC6 karakter van de EL-A boei vinden. Boeitje ronden en tracker weer eenzaam en alleen in de stress. Over zijn bolletje aaien hielp niet. Stekker eruit en erin en op een nieuwe plaats gelegd. Langzaam ging het rode lampje over in groen. Dit bleek het GPS ledje te zijn zag ik de volgende morgen. In Urk aangekomen bleek de haven volgestapeld te zijn met bruine vloot en ander groot onderhoud werk. Kortom een plekkie zoeken was een heel gedoe. Op de kopse kant van een steiger vastgemaakt, Pasta met Pesto, wok groente en kipfilet in combinatie met een blikje Guinness. Slapen maar.
Vrijdag: Gezien de voortgang besloten niet al te vroeg op te staan. Rond 0900 de haven uit, bij de Urk 10 de Spinnaker erop en op naar het noorden. De Oceans of Time lag al een aardig eindje voor, echter de wind kwam uit het oosten opzetten en was eerder bij mij. Voor de WV 20 de Oceans of Time ingelopen en hoog aan de wind verder naar de WV 7. Daarna naar het zuiden via de LC12, EZ a, EZ1 en de Sport-F. Mooi voor het donker met een laatste spinnaker rakje. Joost belde nog even waarom ik de boot over land had getransporteerd bij Stavoren. Ik heb hem uitgelegd dat Dondersteen daar geheim in Stealth modus aan het varen geweest is. Kortom mijn overspannen trackertje was opgevallen. Dit om iedereen in verwarring te brengen. Overnachten in Batavia haven welke vrijwel leeg was. Samen met Spirit en Oceans of Time.
Zaterdag: Oceans of Time en Spirit waren al vroeger weg. Ik moest eerst nog even de lijn van de spinnaker slurf uit de knoop halen dus wat later op pad. En vroeg opstaan was niet echt noodzakelijk. Kortom naar de Sport-G toe blazen met de Spi erop. Heerlijk varen. Spi eraf en door naar Volendam Tot mijn verbazing lag hier eigenlijk niemand voor anker en zag ik ook weinig tot geen mede solisten varen. Waar is iedereen? Hoog aan de wind naar het Paard. De MN1-GZ2 was een tijdelijke start boei geworden voor een lokale wedstrijd. Dan is over SB door een BB veld heen varen een hele uitdaging. Maar goed dit is ook weer opgelost en in een klap door langs het paard op naar de P9. Naarmate de P9 dichterbij komt groeit het besef dat de wedstrijd bijna over is. Helaas pindakaas, doorvaren en finishen is het doel. Aangekomen in Durgerdam inderdaad nog maar 20 boten binnen. Even napraten met Joost en Otje, dank voor de koffie. Dondersteen gaat retour Makkum.
Zoals uit het plaatje blijkt: Veel rakken op of over de rompsnelheid gevaren.
Dank voor de organisatie, het mooie weer en tot volgend jaar. Eric ten Bos a/b SY Dondersteen
De zon in de gennaker zien schijnen
Het is een toepasselijke verdraaiing van het gezegde om je gevoel als ‘positivo’ uit te drukken. Het was een fantastisch evenement waarbij – schijnbaar – zelfs de weergoden omgekocht kunnen worden door een gedreven organisatie. Helga, Gerrit en Paulus zullen het wel toeval noemen maar toch!
Dat het allemaal in het begin letterlijk niet zo storm liep..? Ach dat krijg je misschien als er schepen liggen met namen als ‘Skip Intro’. Namen hebben sowieso al iets blijkbaar. Van mijn vorige scheepje vroeg iedereen zich af hoe je dat toch uit moest spreken ‘Chayka’…?? Tsjaajka! Nu met een andere boot/andere naam lijkt het weer moeilijk: ik hoorde tijdens de aanwezigheidscontrole van het palaver mijn naam i.p.v. die van mijn scheepje. Ilou als ieloe.
Voor velen was het woensdag in Durgerdam moeilijk om de ratio te laten winnen van emotie. Tegen beter weten in gooiden enkelen echt veel te vroeg los en anderen, zoals ik, gewoon te vroeg. De koele kikkers wachtten af en sloegen daarna toe. Maar ach, je wilt toch een keer zeilen denk je dan en de uitslag….dat zien we dan wel weer.
Na een rustig rondje Markermeer dat ongeveer middernacht eindigde na ruim tweeenhalf uur op de spi mochten we schutten. Ik had nog steeds geen keuze voor baan 2,3 of 4. Baan 1 was wel snel uit beeld vanwege het lange ‘dode’ stuk op de motor over het Noordzeekanaal. Een laatste blik op de slimme telefoon vlakbij de sluis bracht me op baan 2. Mijn favoriete rondje vanwege tweemaal Wad, een stuk Noordzee, overnachten op Vlie en niet eindeloos heen en weer varen van de kastjes naar de muurtjes die het IJsselmeer rijk blijkt te zijn. De wind was niet ongunstig voor het Wad, bovendien is kruisen met stroom mee geen straf.
Tijdens het schutten door de Houtribsluis viel me een los draadje met shackle op halverwege mijn mast. Dat zou wel eens van mij kunnen zijn denk je dan. En jawel: de spiboomophouder was na het bergen van de spi losgeschoten en op weg naar de sluis had ik in het donker de diverse lijntjes in de kuip wat doorgehaald. Na het schutten met vier knopen op de motor dus eerst even de mast in onderweg naar de startboei. Met behulp van een val, bootsmanstoeltje en twee klimijzers van Petzl (bergsportzaken hebben dit) was binnen drie minuten het leed geleden en de lijn weer terug aan dek. Altijd handig dat ook dit solo lukt.
De wind deed inmiddels lekker mee en het rondje richting Enkhuizen via Lemmer ging mooi bezeild. Het laatste stuk van de SB A naar de KG in het eind van de nacht stond er zelfs tijdelijk 22 knopen wind, dat schoot op. Ankeren in de kom van de Compagnieshaven bleek een goede keus met deze wind. Het lichtgewicht alu-anker bleek goed te houden dankzij de lange zware ketting en alhoewel je nooit lekker slaapt voor anker was het gevoel over deze (verplichte) ankerrust goed.
De tocht over het IJsselmeer, Wad en de Noordzee op donderdag was zoals zeilen hoort te zijn. De wind was nog steeds Oost en flink afgenomen tot een mooie 10-15 kn en de zon deed ook zijn best. Op de Noordzee bij de EG-boei moest er helaas een eerste slag gemaakt worden om aan de 15 meter passeerafstand te voldoen. De aanloop van Vlieland in het donker is ondanks de elektronische apparatuur toch altijd weer even het koppie erbij. De aanloop van het Zuiderstortemelk is verlegd en daarmee ook een aantal boeien. De lichtkarakters van tevoren uit het hoofd kennen loont dan. Samen met ‘Stinkfoot’ was het naar binnen kruisen met de stroom mee inderdaad geen straf en rond 23.15 passeerden we het merkteken ZS11-VS2 en kon het zeildoek naar beneden om richting een slaapsteiger te gaan. Wat een rust en wat een heerlijke haven om te liggen. Een goede nachtrust volgde, dit mocht wel langer duren.
Op vrijdagochtend rond 11:00 mocht Ilou weer aan de bak en volgde de tocht over het Wad met helaas weinig wind tegen maar stroom mee. Met zo’n windje kruisen met stroom mee gaat overigens waarschijnlijk nog harder dan zonder stroom in een bezeild rak. De Pollendam was wel even hectisch met de bruine vloot, de ‘Vlieland’ en de ‘Koegelwieck’ die je hoogstwaarschijnlijk best duidelijk willen maken dat je niet handig bezig bent op dat stuk. Ze kunnen ook niet weten dat ik het geesteskind van Rudolf Diesel niet mag gebruiken.
Schutten bij Kornwerd blijkt niet mijn lucky moment. Waar ik bij Den Oever van zoet naar zout bijna door de sluis kon varen met, bij wijze van spreken, geopende deuren aan beide zijden was het in Kornwerd net andersom. Maar ook hier is er uiteindelijk de verlossing van ontsluizing en kan ik verder voor een lang rak op de gennaker waar bovenstaande foto aan het einde van de middag is gemaakt.
Op de AIS zie ik al de hele dag Klaas met ‘Hjärta’ voor me uitvaren. We blijven nagenoeg op gelijke afstand en tijd deze dag zolang we op dezelfde tijden dezelfde stukken varen. Het is ideaal zeilweer met een wind tussen 10 en 13 knopen, dit kan je lang volhouden na een goede nacht op Vlieland. Na een laatste stuk op de gennaker tussen Urk en de Sport F bij Lelystad weer tijd om te schutten. Omdat ik zaterdag graag thuis wil zijn omdat vrouwlief jarig is en ik me heel fit voel ga ik door. In de wetenschap dat een Oostenwind ‘s nachts nog wel eens aan wil trekken zet ik koers richting Hoorn. Helaas blijkt de wind aanvankelijk het tegendeel te doen. Op spi schiet het helemaal niet op met vier knopen en met de gennaker moet je veel te hoog sturen om vaart te houden. Maar je bent gestart en je moet door: “Eigen schuld is goud waard” zeg ik vaak en dit keer ook tegen mezelf. Toch komt de theorie van een versterkende Oostenwind in de nacht uit, zij het iets te laat. Op vier mijl van de SportG-Nek staat er toch weer 18 kts wind. Voorspoedig passeer ik zaterdagochtend om 05:53 de P9.
Wat een evenement toch! Niet slechts zeilen volgens een vastgestelde route maar puzzelen over ratio wat zich soms helaas onder laat sneeuwen door emotie. Het is jouw feestje dat je zo in kunt delen als jij zelf wilt. Vier dagen feest voor € 100, waar heb je dat? (De kosten van het bootbezit heb je toch, ook als je niet gaat!) Organisatie en overige feestgangers: allemaal heel erg bedankt en hopelijk tot volgend jaar! Groetjes Harry
Alle boten die de finish nog wilden halen, zijn vanmiddag net voor twaalven gefinisht. De laatste loodjes zijn het zwaarst, bleek wel weer, want de hekkesluiters hebben tot 32 knopen wind gehad.
De zeilers zijn unaniem entousiast over deze editie van de 200 Myls ‘SOLO’: Uitdagende opstandigheden met weinig tot veel wind, veel zon en geen extreme problemen onderweg. Er verschenen 74n schepen aan de start en er zijn 62 zeilschepen reglementair gefinist, althans, zo ziet dat er nu naar uit. De komende week zal het bestuur zich over de logboeken buigen en data gaan checken. Er zijn geen protesten ingediend. Deze week zal bekeken worden welke uitslagen gecorrigeerd moeten worden voor zo mogelijk fouten in de trackerdata of in de logboeken. Er wordt tegelijkertijd bekeken in hoeverre er strafplaatsen moeten worden toegepast.
Voor zover zeilers dat nog niet gedaan hebben, nodigen we ze van harte uit om hun verslagen te sturen aan verslagen@200myls.nl en zien we graag eenieder weer bij de prijsuitreiking op 9 oktober!
Na een super gezellige, goed georganiseerde enz. 200 mijls solo. Op zondag nog een kadootje van weer en wind vanaf IJmuiden naar Stellendam in 7 uren met een halve wind 6-7 onbewolkt. KIM Ben van Egmond
De 200 mijls werd voor de Paradiso afgesloten in stijl: met wederom een fantastische zonsondergang!
Het decor was dit keer het Paard van Marken. Even niet op de trim letten, maar genieten van het uitzicht. En natuurlijk een paar foto’s maken. Na het genieten van het uitzicht kon voor de laatste 7 mijl de spi er nog even op. Wat een prachtige finale! Groet, Wessel Agterhof Paradiso
Hierboven de Swinde die door het zetten van de halfwinder het gaspedaal had gevonden.
Het begon met een klein gat in mijn mooier 3DL voorzeil .
Maar al spoedig zag het er uit als de volgende foto. Helemaal aan gort.
Het was nog een hele klus om het zeil te bergen en er een ander op te zetten. Voortaan alleen maar een high aspect???
Dit is de nieuwe Tzigane van Harry Vogel. We kwamen elkaar met ieder 8 knopen tegen. Waarschijnlijk is de foto iets bewogen!!
Dit is het Waarschip 10.10 van Harris. Hij zorgde ervoor dat we een reusachtige eindsprint van Lelystad naar Durgerdam maakten. Gennaker, spinnaker, alles uit de kast, om maar zo snel mogelijk binnen te komen. Uitgeput maar voldaan kwam ik bij de finish in Durgerdam aan.
Groeten van Peter van den Driesche van de Vagebond.
Ik las over de hoek Urk waar iemand een near miss had. Gisternacht op een leeg IJsselmeer en dan moet je naar UK10 net even de geul kruisen. En dan heb je dit. Ik moet zeggen dat het net ging zo voorlangs. Zonder AIS had ik zeker een rondje gemaakt. Overigen slecht te zien deze vrachtschepen. Pas op een mijl afstand werd hun verlichting duidelijk zichtbaar terwijl een gemiddelde ton al op 3 mijl goed zichtbaar is. Daar valt nog wel wat te verbeteren denk ik.
Wel een kostbaar stickertje voor een kort nachtje aan een steiger vastknopen. De overigens heerlijke douche was niet bij de € 28,– inbegrepen.
Zie de mooie schaduw van de solovlag, vanochtend van Lelystad naar NEK.
De laatste lootjes wegen het lichtst!! Ik vaar mijn laatste mijlen naar de P9 in het zonnetje met ruime wind. Winner schommelt rustig heen en weer. Heerlijk! Ik ben voldaan. Nog even en dan is het gelukt. De 200 myls solo!! Ik had er zo’n zin in en ik heb er zo van genoten. Die rondjes op het IJsselmeer geven me een gevoel van bezit. Net of het nu een beetje meer mijn water is geworden. Best raar! Natuurlijk ben ik ook moe. En toen gister de Compagnieshaven druk was met een vereniging en ik weer op anker ging, baalde ik een beetje. Dat werd nog erger toen ik zachtjes tegen een boot achter mij gleed omdat mijn anker niet hield… Maar gelukkig kwam alles goed en vond ik toch nog een lege box. Straks terug naar mijn haven en de boel een beetje opruimen. Dat kan geen kwaad. Iedereen hartelijk bedankt voor het organiseren van deze tocht. Ik vond het geweldig!!
De Batfish van Bart Desaunois is als eerste boot om 16:56 uur gefinisht. Bart heeft Baan 3 gevaren zoals de meeste deelnemers. Voor Baan 1 hebben 13 boten gekozen en Baan 2 is de keuze van 9 deelnemers. Helaas zijn er om verschillende redenen ook een paar uitvallers.
Het weer is eigenlijk helemaal top waarschijnlijk hebben wij solisten dat verdiend. Een paar foto’s
De tweede dag is begonnen. Gister om 6 uur kwam er gelukkig wind. Wat is dat heerlijk. Dan kan je weer zeilen!!!
Om 10 uur lag ik vast in Lelystadhaven. Ik had geen zin meer om in het donker op het voordek te rommelen en mijn anker te laten vallen. Het was best een lange dag geweest. Nu weer uitgerust op weg naar de sluis. Er is wind en zon. Wat wil je nog meer. Het begon met een pittige wind, die zorgde voor erg knobbelig water bij de sport F. En dan al die enge visstokken waar je inkomt als je pech krijgt. Brrr. Maar gelukkig ging de start daar vlekkeloos. Net op tijd de motor uit. En al snel een rif gezet. Dat kon er uit bij de SB-B en ging er bij het volgende aandewindse rak weer in. Heerlijk om eens 7 knopen op het log te zien.
Nu ben ik vlak bij Kornwerd en krijg een show van prachtige charterschepen die in de zon vanuit de sluis komen. Het leven is mooi!! De dag begon heel rustig. Bij vertrek uit Enkhuizen vlogen de vogels laag over het water. De route naar Sport F ging lekker. Ik voer op met een Winner 9.50. De KH was niet bezeild, dus eerst een slag naar Urk gemaakt. Lekker aan de koffie en koek en toen gebeurde het. Achter mijn fok kwam ineens een groot zwart ding. Dat bleek een vrachtschip te zijn met een geruisloze motor. Mijn hart sloeg een slag over. Snel de automaat eraf en uit geweken. Het kan dus zo maar gebeuren, al kijk je nog zo goed uit. Pfff. Even bijkomen. Uitkijken dus daar in die hoek bij Urk.
Nu rustig verder naar de KH. Het waait hier lekker. En een heerlijk zonnetje. Zit ik aan de erwtensoep met stokbrood uit de oven en dan heb ik zo’n uitzicht!
Zit ik aan de erwtensoep met stokbrood ui de oven en dan heb ik zo’n uitzicht!
Na om de eilanden te hebben gevaren met mooie wind, besloten om in het donker door te varen.Vlieland-Harlingen kruisen. Goed besluit, ik had veel meer wind dan vandaag. Bij de Pollendam was dat helemaal een slopende actie. Jammer dan op weg naar de sluis daarna de wind er echt uitkakte. Leverde me wel een mooi plaatje op. Strak kruisrak met een boot van 10 m zonder bemanning. Lig nu voor anker bij Makkum op IJsselmeer. Nog een paar uur dan is mijn derde verplichte rustpauze van 6 uur ook weer klaar. Ik wist dat de wind in zou zakken en dat ik vandaag stil zou liggen tot zaterdag ( ben ik bang) . Maar ik kan me nu veroorloven om te wachten. Als je niet genoeg mijlen hebt kun je dat niet.
Groet en bedankt voor je belangstelling.
De dag begon heel rustig. Bij vertrek uit Enkhuizen vlogen de vogels laag over het water. De route naar Sport F ging lekker. Ik voer op met een Winner 9.50. De KH was niet bezeild, dus eerst een slag naar Urk gemaakt. Lekker aan de koffie en koek en toen gebeurde het. Achter mijn fok kwam ineens een groot zwart ding. Dat bleek een vrachtschip te zijn met een geruisloze motor. Mijn hart sloeg een slag over. Snel de automaat eraf en uit geweken. Het kan dus zo maar gebeuren, al kijk je nog zo goed uit. Pfff. Even bijkomen. Uitkijken dus daar in die hoek bij Urk. Nu rustig verder naar de KH. Het waait hier lekker. En een heerlijk zonnetje.
Hanny Vlaskamp a/b zs Winner
Prachtige dag. Alles net op tijd. Precies 17 uur bij Den Helder en op naar Vlieland. Als de wind nu ook maar een beetje gaat ruimen qant anders wordt het kruisen.
Klaas Hart – Hjärta
De tweede dag is begonnen. Gister om 6 uur kwam er gelukkig wind. Wat is dat heerlijk. Dan kan je weer zeilen!!! Om 10 uur lag ik vast in Lelystadhaven. Ik had geen zin meer om in het donker op het voordek te rommelen en mijn anker te laten vallen. Het was best een lange dag geweest. Nu weer uitgerust op weg naar de sluis. Er is wind en zon. Wat wil je nog meer.
Hanny Vlaskap a/b zs Winner
Het begon met een pittige wind, die zorgde voor erg knobbelig water bij de sport F. En dan al die enge visstokken waar je inkomt als je pech krijgt. Brrr. Maar gelukkig ging de start daar vlekkeloos. Net op tijd de motor uit. En al snel een rif gezet. Dat kon er uit bij de SB-B en ging er bij het volgende aandewindse rak weer in. Heerlijk om eens 7 knopen op het log te zien. Nu ben ik vlak bij Kornwerd en krijg een show van prachtige charterschepen die in de zon vanuit de sluis komen. Het leven is mooi!!
Hanny Vlaskamp a/n zs Winner
Eerste keer 200 myls
Eerste keer solo varen
Eerste keer zelf de Gennaker zetten en weer laten zakken
Eerste keer echt liggen wachten op wind
Eerste keer liggen dobberen en dan niet de motor aanzetten
Eerste keer met zoveel zeilers eindeloos over het weer kletsen en wat iedereen gaat doen
Eerste indruk:
Wat een ontzettend leuk evenement met veel leuke mensen.
Van de winter sprak ik met Govert Ramselaar van de Saffier II (mijn zwager) over de 200 myls en heeft hij mij enthousiast gemaakt om mee te doen. Ik moet toegeven dat ik heel enthousiast ja heb gezegd en mezelf daarbij had voorgenomen dit seizoen veel te gaan oefenen. Maar zoals dat weleens gaat met goede voornemens is dat oefenen niet erg gelukt. Dus ja, wat te doen? Afhaken? Op het laatste moment nog een lesje nemen/ veel gaan oefenen of de 200 myls maar direct als de ultieme oefening zien? Ik heb gekozen voor het laatste.
Grappig om als relatief groentje tussen al deze ervaren zeilers te verkeren. Mooi hoe iedereen met je meedenkt en je stimuleert om jouw eigen race te varen.
Vanochtend om half zeven was ik wakker en stond ik eigenlijk te trappelen om direct te gaan varen. Ik had zin om te starten maar ook het gevoel dat als ik vroeg start ik later in de weekmeer rust kan nemen. Gezien het lichte weer en onze Contest 35s verwacht ik wel wat tijd nodig te hebben. Na vanaf zeven tot acht een beetje te hebben lopen ijsberen om acht uur toch maar besloten om een rustpauze in te lassen, er stond gewoon echt geen wind. De dag een beetje aangerommeld, boodschapjes gedaan en een grote pan met stoofvlees gemaakt. Ik was van plan deze te delen met de andere zeilers in de haven maar opeens ontstond er in het rijtje onrust om te gaan en toen heb ik ook maar besloten los te gooien.
Na wat dobberen de gennaker gezet en naar het paard van Marken gedreven en gezeild. De wind was gelukkig wel wat toegenomen, maar echt overtuigend was het nog niet. Inmiddels onderweg naar Hoorn, ik ben nog aan het twijfelen of ik doorga naar Lelystad of niet…..
Wordt vervolgd.
Irma
Zilt
Ps. de stoofschotel is heerlijk en ik heb nog genoeg, dus als je bij mij in de buurt ligt en zin hebt in een hapje, wees welkom.
Eindelijk…! Wind NNW 2, en 4,2 kts
Groet, Barend
De wind is al een poosje weg, maar ik ga toch heel zachtjes vooruit. Er is niet veel te doen dus. Een beetje kijken naar twee tegenstanders gaat ook vervelen. Vandaar dat ik nu een lekker eitje aan het bakken ben om de tijd te verdrijven. De Track en Trace doet het even niet, jammer voor mijn fans.
Hanny a/b zs Winner
Samen met bijna alle solisten hoeven we in elk geval niet te twijfelen aan ons besluit om FF te wachten met de start. De windmeter spreekt boekdelen.
Gr. Sjouke (Grace)
De kriebels om te starten wonnen het van het verstand. Twee buurboten maakten de weg vrij om te vertrekken. Het was nog donker, leuk! Er sonden drie knopen wind, maar het lukte om op zeil langs de P9 te glijden. Het is heerlijk rustig op het water en ik overweeg de gennaker te zetten. Ik ga het maar doen!
Hanny a/b zs Winner
Even een vraag vaan een Rookie:”Is nu de tijd van de boeg of hek langs de boei bepalend voor de tijd? Er kan namelijk 5 minuten tussen zitten.
Bert, Seaduction
De 200 Myls ‘SOLO’ is gestart! Als eerste startte de Viagi, gevolgd door Sunmoon, Winner en mij, 1,2 knoop op het log. Iemand meldde al dat ik volgens track en trace in Lelystad lag te rusten. Zo hard gaat het dus niet. Aan iedereen die nog in Durgerdam ligt: Knoop er nog twee rustperiodes aan vast!
René Paardekooper, Oranjebitter
Toch wel een bijzondere start van de 200 Myls ‘SOLO’ zo thuis. Zometeen de eerste myl doen als ik de kids naar school ga brengen. Hier in Wormerveer is het letterlijk bladstil.
Klaas
Van morgen een gezellige drukte bij de start. Niet zoals gewoonlijk met vertrekkende deelnemers, maar met melders voor een rustperiode van minimaal 6 uur in de haven van Durgerdam. Inmiddels hebben ongeveer 45 deelnemers besloten om op deze manier te “starten”.
Het is 6 uur en ik lig al een uur wakker. Het is doodstil in de haven, terwijl hier toch bijna 100 boten extra liggen. Wat gaat het worden vandaag? Weinig wind, dobberen dus! Tja, en blijf ik dan eerst 6 uur liggen of toch maar vertrekken? Ik denk het laatste, want dan ben ik in ieder geval iets aan het doen. Nog een uurtje in bed sudderen en dan maar eens kijken hoe het zicht is. Dat is nu nog prima. De kriebels om te starten wonnen het van het verstand. Twee buurboten maakten de weg vrij om te vertrekken. Het was nog donker. Leuk! Er stond 3 knopen wind, maar het lukte om op zeil langs de P9 te glijden. Het is heerlijk rustig op het water en ik overweeg de Genaker te zetten. Ik ga het maar doen! De wind is al een poosje weg, maar ik ga toch heel zachtes vooruit. Er is niet veel te doen dus. Een beetje kijken naar twee tegenstanders gaat ook vervelen. Vandaar dat ik nu een lekker eitje aan het bakken ben om de tijd te verdrijven. De track en trace doet het nog niet. Jammer voor mijn fans.
Tot later!
Hanny a/b zs Winner
Vanwege het overlijden tijdens de race van onze deelnemer Dancker Daamen, is de wedstrijd na anderhalve dag gestaakt. Er zijn daardoor geen uitslagen vastgesteld. Er is daarom ook geen prijsuitreiking geweest en is is daarom ook geen verslag.
Op woensdag 19 oktober was het dan zo ver, de prijsuitreiking van de 16e 200 Myls ‘SOLO’. Net als vorig jaar waren we nu ook weer te gast bij ZV Het Y in Durgerdam.Om half acht kwamen de eerste solozeilers, met of zonder partner, binnen en om acht uur waren er ongeveer vijftig man aanwezig. Terwijl de zeilers en hun aanhang van een kopje koffie en een plak cake konden genieten, begon het bestuur met de prijsuitreiking.De 16e 200 Myls ‘SOLO’ werd gekenmerkt door weinig tot geen wind en aangename temperaturen. Toch wisten 28 schipper reglementair te finishen. Complimenten voor hun doorzettingsvermogen! Hun geduld werd beloond: Omdat ze gefinisched waren kregen zij tijdens de prijsuitreiking het bekende en fel begeerde 200 Myls ‘SOLO’ gedenk plaatje.De bijzondere Jan Luyendijk trofee, die normaal wordt uitgereikt aan de deelnemer die een onderschijdende prestatie heeft neergezet, werd dit jaar niet uitgereikt. Indien mogelijk zouden alle 28 deelnemers die dit jaar reglementair zijn gefinsiched recht hebben op deze trofee. Dit, omdat ze het onmogelijke waar hebben gemaakt, ze hebben namelijk de 200 Myls ‘SOLO’ verzeild zonder wind!
De 3 prijswinnaars waren 3 J’s Dit niet te verwarren met de 2 J’s uit Volendam. Deze top 3 J ziet er als volgt uit (en we rekenen op sponsoring door J-Boats volgend jaar):
1. John vd Starre, met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
2. Bart Desaunois met zijn J-133 genaamd Batfish
3. Sander van Doorn met zijn J-92 genaamd Stinkfoot
DeLline Honours ging dit jaar naar John van der Starre met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
Per lengte werd er voor elke klasse ook nog een line honours beker uitgereikt deze top 5 ziet erg als volgt uit:
1. schepen groter dan 12 mtr, Bart Desaunois met zijn J-133 genaamd Batfish
2. schepen 10.5-12 mtr , John vd Starre met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
3. schepen 9-10.5 mtr, Sander van Doorn met zijn J-92 genaamd Stinkfoot
4. schepen 7.5-9 mtr, geen schip gefinished
5. schepen kleiner dan 7.5 mtr, geen schip gefinished.
Een bijzondere extra prijs, beschikbaar gesteld door Hagoort Sails, werd uitgereikt aan Age van de Bles, omdat hij heeft doorgevaren tot het einde en daarmee met de langst reglementair verzeilde zeiltijd nog is gefinisht!. Age mag t.w.v. Euro 200,- gratis reparaties aan zijn zeilen laten uitvoeren bij Hagoort Sails.
Het bestuur en alle deelnemers bedanken onze sponsors; zonder hen zou de 200 Myls ‘SOLO’ niet gevaren kunnen worden.
Het bestuur wijst alle deelnemers er nogmaals op wijzen, dat er wordt gevaren volgens de regelgeving van ISAF off shore en dat elke schipper verantwoordelijk is dat zijn schip voldoet aan deze regelgeving. Deze regelgeving is er voor je eigen veiligheid. Hiermee minimaliseren we het risico ook ongelukken tijdens de 200 Myls ‘SOLO’.
Uit gegevens van logboek, tracker zijn de uitslagen berekend en gecorrigeerd voor fouten waar nodig. Daaruit is onderstaande uitslag samengesteld. De prijsuitreiking is inmiddels geweest, een verslag volgt.
De uitslag is geworden:
Net als afgelopen jaar, toen de Stichting 200 Myls ‘SOLO’ de KNRM sponsorde, zal de stichting dit jaar ook een goed doel steunen. Voor dit jaar is gekozen voor de Stichting ‘Sailability’, een organisatie die zich inzet om zeilen voor mensen met een lichamelijk en/of verstandelijke beperking mogelijk te maken. Stichting 200 Myls ‘SOLO’ zal voor elke boot die ons evenement dit jaar uitzeilt een bijdrage van Euro 10,- overmaken aan Sailability. Ondanks dat de 200 Myls ‘SOLO’ een solorace is, vaar je hem dus niet alleen voor jezelf en bewijs je anderen er ook een plezier mee. Meer informatie kun je vinden op www.sailability.nl
Tijdens het verwerken van de uitslag, vielen ons de volgende teksten in logboeken op:
Op dinsdagavond hebben we een gezellige en nuttige schippersbriefing gehad. Deze werd gehouden in het clubschip van ZV ‘Het Y’, waarvoor dank aan de ZV, de havenmeester en zijn vrouw.
Er was een opkomst van ongeveer 35 schippers, waarvan ongeveer 12 ‘Rookies’, ofwel nieuwelingen voor het evenement. Het bestuur en de wedstrijdleider lichtten enkele essentiële aspecten van het veilig, goed en leuk vervaren van de 200 Myls ‘SOLO toe en er waren diverse vragen. Verder werd benadrukt werd dat de 200 Myls ‘SOLO’ zich leent voor zeilers met verschillende doelen zoals ontspanning, alleen zijn, samen zijn, bezinning, prestatie en wedstrijd varen en werd de avond afgesloten met een gezellige borrel.
At the prize giving for the 16th annual 200 Mile Solo Race the organizers kindly praised the 28 ‘heroes’ — those who finished the race — not for their bravery in the teeth of vicious elements, but for patience and persistence as they managed to finish the race in nearly windless conditions. Most of the 83 starters, including all of the boats in the two smaller classes, failed to make the finish. Through a few first-timer procedural missteps and associated penalties Rebellion fell at the foot of the finisher table, but taking home some appreciated compliments as the lone finisher from the ’traditional’ Ijsselmeer course.
The Race
The ‘200 Myls’ is a highpoint of the Dutch shorthanded sailing calendar, a solo marathon that tests endurance as well as tactical, navigational, and sailing skills. There is one start and finish, but early in the race the competitors can select one of four courses, depending on their preferences, boat strengths, weather conditions or forecast, or in the case of Rebellion, somewhat convoluted and ‘eigenwijs’ reasoning that the early wind and flat conditions on the Ijsselmeer would work to great advantage. Participants must make a minimum of three rest stops, lasting more than 6 hours, of which one must be at anchor.
The Start
Unlike most races where all boats try to cross the start line simultaneously, given the sheer number and differences in boats the start takes place over a two hour period. All boats are equipped with automatic trackers but competitors must also keep detailed logs with buoy rounding times, conditions, and colorful comments. The staggered start also allows competitors who choose courses with offshore legs to try to begin the leg with favorable tide.
The boats had been jig-sawed into tiny Durgerdam harbour the days and night before, and in the early morning hours the puzze was carefully taken apart and the boats headed en masse to the start area. On the way out greetings and best wishes from Sander onStinkfoot and a few words of encouragement from John and J-Centric — a first intimation that the 200 Miles is more a shared experience than cut-throat competition.
The southerly wind allowed a spinnaker start, followed by two other spinnaker legs as all boats worked north on the shared early part of the course. With a moderate breeze Rebellion’s big blue and white light spinnaker filled out and in the first hours she overtook a number of the smaller early starters. Near Volendam the course angled further north and it was time to gybe. As noted all to often below, this can be a problematic maneuver even with a full experienced crew, a further challenge double-handed, and requiring careful execution and perhaps a favorable hand from above when solo. In a jibe the boat direction is changed so that the wind direction shifts from one aft quarter to the other. For boats with assymetrical spinnakers that attach to a fixed pole form the bow, the sail is shifted from one side to the other like a big genoa. For boats with traditional spinnakers like Rebellion, the spinnaker pole must also be moved from one side to the other. With a full crew this is done by quicky detaching the outboard end of the pole from the spinnaker and dipping the pole down, attaching the line from the other end of the spinnaker, and then swinging the pole over and up on the other side. Short-handed this is easier done by letting the pole hang from a line and then switching ends of the pole at the mast.
To ease the whole process Chris had just purchased a pricey autopilot remote control, so that course adjustments could be made when working the pole at the bow. Unfortunately, late in the first spinnaker run part of the bridle line holding up the pole (referred to by the crew as the ‘up-f*cker’) broke, and hence the only option was to try a one-man dip-pole jibe. In an unusual coincidence two other Scheveningen boats were at the buoy at the same time as Rebellion, John moving quickly past in J-Centric and Jan converging inEscxape, providing an audience for the maneuver. The pole was detached from the sail end, dipped down, and when standing up after placing the line from the other end of the spinnaker in the jaws of the pole, the heretofore tested but unused remote control caught on the rail, separated from the cheap Raymarine lanyard as likely intended, and dropped to the deck. As with any item that falls to the deck (winchhandle, sunglasses) Newtonian physics does not apply — the kinetic energy is briefly stored in the item as it stops for a moment, seemingly safe, but in reality only a teasing moment before it springs up again and dives into the deep. John and Jan must wonder why coarse English epithets came across the water during an otherwise uneventful jibe.
The Big Decision
The lead boats began arriving at the Lelystad buoy in late morning, as the wind began to shift and drop. Rebellion changed to the Code 0 and managed to overtake Martin on the lovely Ten before the buoy. Many of the faster boats rounded and headed back south to continue on Course 1, which involves a motor transit of the North Sea Canal before a long leg up the North Sea and across the shallow Wadden Sea. With dropping wind came an unfounded fear of a slow sail south a missing the tide on Course 1, and so for Rebellion it was onwards through the Lelystad locks to the Ijsselmeer. Rebellion was joined by Spirit and 713, who headed off on a different coarse while Rebellion soldiered on seemingly alone on Coarse 3.
The sea was flat, there was still a modest wind (should I have continued on Coarse 1?), and the sunset was magnificent as good progress was made northwards under spinnaker. It was also a new moon as darkness fell, the Milky Way lay across the sky, and the only fear was catching a fishing pot or running into one of the many unlit buoys on the inland sea. We rounded the course buoy at the very north end of the Ijsselmeer in late evening, and tacked back toward Enkhuizen for the first rest period. Near midnight we saw mast lights passing nearby and popped below to check the chartplotter; the AIS [a boat identification system] showed the boat as fellow solo sailor Arjen on Majic Potion, on another leg and course. After a half day we finally saw another of of our fleet, albeit only in passing. Near midnight we rounded a course buoy near Enkhuizen, and decided to make the first rest stop. There was little internal debate, even though the wind held light but steady, and at 1 am we rafted up to another boat in old Enkhuizen harbor — a somewhat unappreciative German couple. After a hasty cup of soup and sandwich we enjoyed six hours in a coma down below.
Lonely Days and Lonely Nights
The next two days were much like the first — unseasonably warm, cloudless and sunny during the day, with amazing sunrises and sunsets and inspiring moonless nights. Unfortunately the wind continued to drop and at times die altogether, leaving limp-sailed boats scattered across the Ijsselmeer with only the occasional motorboat driving through.
Day 2 began by quietly slipping away from the German couple and and setting off north again in a light breeze, making good time under spinnaker. As we approached the Breezanddijk buoy we slowly passed Olaf in Leef Je Droom (Live Your Dream), and after jibing we set off on a fast shy spinnaker run toward the top corner of the Ijsselmeer. The wind held around 7 knots and we managed the same in boatspeed, but the highlight was running past Jurgen in the beautiful Scylla, a venerable wooden Scyth design and the oldest boat in the competition.
At then next buoy we again came across Jan on Escxape, heading off on another leg, and a few others on the same course. We made a reasonably tidy spinnaker drop and bore away from the others toward our next buoy, and again found ourselves alone on the course. At this point the legs, sail selection, and weather are of lessening interest to the reader, but in summary we spent the next 48 hours trying to nurse tenths of knots in boatspeed out of whispers of wind. When not ghosting slowly to the next mark we were lying motionless for hours a stone’s throw from the next buoy, waiting for wind and watching the race clock tick (or eating the meager rations).
Late the second night we decided to stop in the fishing village of Urk, and managed (barely) to negotiate the narrow harbor channel using the chartplotter and sighting unlit buoys. Sleep came quickly, and still in darkness we made or way back to a lighted marker buoy to restart. As the sun rose a much appreciated light breeze also came up; we hoisted the spinnaker and set course for the next mark. As we passed the buoy we saw it had the incorrect number, hastily dropped the spinnaker, and sailed back toward the proper buoy while frentically getting the spinnaker ready to re-hoist. A classic lesson relearned — always trust a current paper chart over electronic aides. We also experienced a major failure at this juncture. When bounding back to the cockpit after dropping the spinnaker pole, the two-day-dirty jeans split up one leg to the crotch. As we found out later in the day, these were the only trousers in the seabag, the others no doubt neatly folded at home on the dresser. And for those of you who participated and made it this far in the narrative, this solves the mystery of why after finishing I was still wearing the stifling hot foul weather trousers.
The third day was much the same as the second, frustratingly slow on one hand but truly magnificent weather. On the plus side one mandatory rest period remained and had to be at anchor, and there was little chance of dragging an anchor in the windless conditions. Late the third night we decided to anchor in North Lelystad, in a veritable battleship row of solo competitors anchoring along the same shore. Sleep was fitful, as every passing boat prompted a quick prairie-dog peek above to make sure we weren’t dragging the anchor. It was also a restless night in that it was increasingly uncertain if the 200 miles would be completed within the time limit.
The Last Push
We slipped anchor at dawn (a poetic turn of phrase for hauling up the muck-covered anchor) and after passing through the Lelystad locks to the Markermeer, Rebellion loitered around the starting buoy and waited for wind. Two other solo boats joined Rebellion, our passing friend from the first night, Majic Potion, and the X-35 Fast Fox. The two others set off shortly before Rebellion on the spinnaker run in what turned out a prescient decision. The wind dropped quickly as the three boats approched the Hoorn buoy, with Majic Potioncrossing first and electing to make a rest stop, Fast Fox taking a half hour to make up the several boat lengths to cross the line, and Rebellion painfully creeping over with 0.2 knots boatspeed another half hour later. Rebellion elected to continue on the second to last leg form Hoord to Volendam, a short journey that normally takes around 90 minutes but in the dead air took 5 hours. The last 200 meters took an hour, amid pleasure boats at anchor with kids and teens frolicking in the water. We again came upon Leef Je Droomnear the buoy, and after rounding early Saturday afternoon both boats elected to take a rest in Volendam until the wind picked up.
Olaf elected to anchor outside the harbor while Rebellion was seduced by the opportunity to return to a former home harbor and enjoy some quiet time at dock. In early evening the wind appeared to be returning, interrupting a nap and prompting a swift return to the start buoy. Unfortunately the return was too swift, and by restarting 50-some minutes short of a full 6-hour rest period we were saddled with 5 hours in additional sail time and a penalty. Another (painful) lesson learned for next year.
The first leg to the Marken lighthouse was refreshingly quick in 5 kts wind under spinnaker, but after rounding the wind died yet again. While irritated with yet another lull and the prospect of a long night trying to keep Rebellion moving, there was relief that we would indeed complete the 200 miles with hours to spare. We finally came to the finish just before dawn slightly ahead of Ten, with a slight whoop and a big smile.
We followed Ten back to Durgerdam under motor, the latter thankfully coming back to lead us more closely after we nudged into the mud on one side of the narrow channel. Coming in to Durgerdam we were struck by the lack of other boats — and after tied up we learned we were the 9th and 10th boats to have finished the race. As surprising to me as the others, I was also the first and only boat to have finished Course 3. We were welcomed on the race committee boat for coffee and cookies, another sign of the hospitality and bond that is unique to this competition, and through the morning finishers were cheered as they entered the harbor.
Retrospective
Light conditions can take their toll more heavily than heavy conditions — only 28 boats completed the race, out of 80 starters. During the recent prizegiving the finishers were hailed as ‘heroes’, and the annual trophy for best individual effort was given to all finishers. John van der Starre repeated as the overall winner on his new J-Centric, Bart Desaunois earned second on Batfish, and to complete the J-boat sweep there was warm applause when Sander van Doorn and his J-92 Stinkfoot (and perhaps the smallest finisher) picked up the third place trophy.
It was very much a test of patience and perseverence, and no boat less than 9m (30 feet) in length completing the 200 miles. With time and place penalties Rebellion ended up in the 28th slot, but with an asterisk — it is the only boat to have finished the original and traditional Ijsselmeer course. More significantly, we have a much better appreciation for the support and closeness this race engenders, and look forward to taking part for years to come. The big question for next year — do I stay with the leaders on their favored course or defend my hard-won Course 3 title?
Dinsdag voor de start van de 200 Myls ‘SOLO’ ben ik al vrij en kan nog wat voorbereidingen treffen. Het onderwaterschip wordt al zwemmend glad geschuurd, overbodige spullen en zeilen gaan van boord. En vervolgens op de motor naar Durgerdam, want aan wind is duidelijk gebrek.
De haven van Durgerdam ligt lekker vol en ik kan een prima plaatsje vinden. Leuk om collega deelnemers weer te treffen. Zoals gebruikelijk wordt er op de steigers gesproken over baankeuze’s en windverwachtingen. Dat laatste was zorgelijk want de voorspellingen zijn ongunstig. Hoofdzakelijk een zwakke tot lichte wind uit het zuid oosten. Dat deed mijn denken aan de uitspraak van mijn moeder. Ook zij heeft jaren gezeild en vertelde dat elke wind wel iets had. “Een west kruipt vroeg in z’n nest, een oosten wind zet s ‘avonds door” Maar een zuid oosten wind, zo vertelde zij is geen wind, daar kun je niet op aan.
De middag voor de start gebruik ik om de boot klaar te maken voor de start. Alles in de kajuit wordt op vast plaatsen klaar gelegd; eten, drinken, zaklantaarns, kaarten, verrelijker etc Ook in de nacht moet ik alles letterlijk blind kunnen pakken.
Tijdens het palaver kregen we de laatste informatie door. Voorzitter Martin Selles is kort en bondig met name toen hij nog iets over ratings zei. Het gebruik van de trackers werd goed uitgelegd maar kon eigenlijk niet misgaan. Gewoon in de lader laten zitten en de gegevens worden automatisch verzonden. Van de zeilers wordt verwacht dat zij boeien dicht bij (15 mtr) passeren, alles wordt via de tracker gezien. Complimenten aan het bestuur, aan de voorbereiding kon het niet liggen.
Terug aan boord nog een weerbericht bekeken want ik moest langzamerhand toch een baankeuze maken. Baan 1 ging via het zuidelijk IJsselmeer door het Noordzeekanaal naar IJmuiden, vervolgens langs Den Helder via het wad door naar Kornwederzand, een rondje noordelijk IJsselmeer om vervolgens via Lelystad, Hoorn en Volendam te finishen in Durgerdam. En Baan 2, zuidelijk en noordelijk IJsselmeer, het wad, Marsdiep om Tessel en Vlieland heen, en terug naar IJsselmeer kon ook gunstig uitpakken. Zeker de laatste rakken op het IJsselmeer van baan 2 waren misschien gunstiger. De beide banen op het IJsselmeer liet ik buiten beschouwing. Eenvoudig weg omdat daar weinig winst te behalen viel.
Voor elke baan geldt dat je minimaal 27 uur rust moet nemen waarvan drie periodes van 6 uur aan één gesloten. In twee van deze periodes moet de boot afgemeerd liggen en één periode moet voor anker worden genomen. De tijd nodig om bijvoorbeeld een sluis te passeren of het Noordzeekanaal door te varen telt ook als rustperiode. Maar juist weer niet mee als een aan één gesloten periode. Dan moet de boot echt stilliggen.
Ik besluit woensdag morgen aan de hand van het laatste weerbericht mijn keuze te maken. Eerst nachtrust pakken. De nacht voor de start slaap ik onrustig, kennelijk door een gezonde innerlijke spanning.
Als ik s ’morgens mijn hoofd boven het kajuit dak uitsteek zie ik al diverse toplichten branden en zie ik hoe mensen zich klaarmaken. Mijn baankeuze stel ik verder uit en is afhankelijk van de wind bij de OVD 3. Daar kan ik nog kiezen voor baan 1 of baan 2.
Om 7.30 uur passeer ik de P9. Ik ben gestart. Onder Genua light zeil ik richting het Paard van Marken. Na 15 minuten spi gezet. Met een windhoek van 90 graden moet dat kunnen. Naast me vaart de Moshulu (X34) van Ronald Lettermeijer en achter me komt de Rebellion (First 35) aanzetten. Nabij het Paard horen we dat Fred Avezaat van de Sundace Kid jarig is. En het lang zal ze leven schalt over het IJsselmeer.
Van de MNGZ naar de Sport E wordt ik op mijn hielen gezeten door Moshulu, dat stimuleert mij om actief te trimmen. Niet onverdienstelijk de afstand wordt groter. Het kruisrak naar de OVD is een drama. Het begin was top en Ik haalt diverse boten in. In de buurt van de OVD 3 aangekomen gaat de wind er helemaal uit en lig ik geparkeerd. SparklingGS van Richard van Leeuwen passeert mij op 100 mtr afstand met redelijke snelheid. Hij heeft wind.
Ik besluit door te zeilen en te gaan voor baan 1. Na het ronden van de OVD 3 bleef de wind nog even weg en wat er aan wind was kwam uit het noord oosten. Terwijl ik naast de Bongo van Martin Selles vaar krijg ik wind uit het noord westen!! En laat Martin achter mij. Ik vaar4,5 / 6 knopen en de boten achter mij worden snel kleiner. Moshulu en SpranklinGS varen zeker twee mijl voor mij. Dat maak ik niet meer goed.
Om 18 uur passeer ik de Schellingwoude brug en om 21.15 uur meer ik af in Seaport Marina IJmuiden. Hier kan ik de eerste rustperiode van 6 uur pakken. Wanneer ik om 3.30 uitvaar zie ik de Ten van Martin Hingst tussen de pieren. Hij heeft ook voor baan 1 gekozen maar zijn rustperiode in Lelystad genomen.
Martin zet voor de Baloeran kardinaal al zijn genaker, maar ik zie dat hij deze later weer strijkt. Ik zet de spi wat betekent wel dat ik 5 tot 10 graden lager moet sturen. Ik verbaas me erover dat niemand mij na doet. En de Genaker van Martin komt ook niet meer tevoorschijn. Zo zeil ik weg van het veld waarmee ik gestart was en loop in op de boten voor me. In een prachtige nacht en onder spi loopt Inspirit tussen de 9 en 10 knp SOG. Dat schiet lekker op. Super genieten! De spi gaat eraf bij de SG boei en ik wordt via het Schulpengat naar Den Helder gespoeld. Ik kom net voor de Fast Fox (X35) bij de S11 aan. Dat geeft me een goed gevoel. Op het wad houdt Roemer, Fast Fox, me scherp. En zeilen we door naar Kornwed. Ik voel me bevoorrecht om zo te zeilen en te genieten van de zonsopgang. Om 11.00 uur meer ik af voor de sluis. Daar komen deelnemers samen en ook John van der Starre, J Xcentric, komt hier aan. Hij heeft voor baan 2 gekozen maar nog geen rustperiode genomen. Ik wissel weer naar Genua light want op het IJsselmeer verwacht ik niet veel wind.
We starten met een aantal boten bij de VF7 en zetten koers naar de WV20 bij de Oude Zeug. Weinig wind en niet tevreden over de voortgang. Ook hier weer Moshulu in mijn kielzog. Ik geniet als ik zie dat ik sneller zeil. Tussen de WV 20 en Hindeloopen liggen we een half uur stil….Echt stil. Jammer maar er zit niets anders op dan wachten op wat wind. Ik zie hoe de Swinde en Fast Fox eerder wind krijgen.. zij lopen weg. Van Hindeloopen naar de afsluitdijk is een spi rak. Niet spannend en dat geeft mij gelegenheid de nasi op te warmen. Een goede maaltijd was nodig omdat ik had besloten te blijven zeilen zolang er wind is. Ik stelde mij in om de hele nacht door te zeilen. Bij de Sport boeien besluiten deelnemers een rustperiode in te lassen. Er is nog wind dus ik zeil door. In een spiegelglad IJsselmeer loopt Inspirit nog 5 á 6 knp. En tussen Makkum en de KR B loopt de snelheid op tot 7 knp! En dat op in een totale blakte. Prachtig, maar bijna een surrealistisch gezicht. Het is inmiddels behoorlijk donder geworden en zie dat we nog maar met 4 boten doorzeilen. Het zijn de Ten, SpranklinGS, Catootje en Inspirit. In het voordewindse rak naar de WV19 haal ik SpranklinGS in en ligt op kop van het viertal. Dit houdt me zeker wakker. Vervolgens een kruisrak van 17 mijl naar de EZ D en ben om 4.30 in Lelystad. Na 26 uur zeilen ben ik best moe en besluit mijn tweede rustperiode te nemen. Ook de Ten, en Spranklings maken deze keuze. Achteraf was dit niet slim en had ik door moeten zeilen tot aan de Sport E bij Hoorn.
De volgende dag, vrijdag, is het rak van de OVD 3 naar Sport E een drama. De wind valt geheel weg en lig ik geparkeerd. Martin Hingst belt me om te vragen wanneer ik stop met het inwerpen van muntjes in de parkeerautomaat.
Toch haal ik na 4 uur zeilen de Sport E en laat het anker vallen. Hopelijk is er vanavond wel wind. Het is zomers warm en we liggen in gezelschap van 5 andere boten naast de Sport E voor anker.
Zaterdagmorgen om 0.30 uur start ik voor de laatste mijlen naar Durgerdam. De wind laat zich wederom niet leiden en bij de MNGZ hoor ik de kerkklok van Volendam 3 en 4 uur slaan. Martin Hingst gelooft niet dat er wind komt en meert af in Volendam. Als ik hem vertel dat hij wel minimaal 6 uur moet blijven liggen schrikt hij. Daar had hij niet op gerekend.
Ik martel door naar de P9. Martelen want onderweg blijf ik zelfs nog hangen in een gras veld…##!!#”.Even terugdenken aan mijn dingy tijd en zet mijn grootzeil dwars. Ik hoop zo achteruit varend de planten vrij te varen. Het lukt! Ondertussen is de Bongo in het zicht gekomen en zet de achtervolging in. Dat lukt hem niet en ik finish op precies 9.00 uur bij de P9.
Als vierde boot kom ik Durgerdam binnen. Een heerlijk gevoel gaat er door me heen. Maar ook jammer dat er een eind aan is gekomen. De ontvangst koffie van wedstrijdleider Joost ter Velde smaakt me goed. Ook Joost en zijn vrouw leveren een top prestatie.
Ik ben tevreden over mijn prestatie en zeker als ik van Joost ter Velde hoor dat zeker 50 boten niet zullen finishen omdat zij hebben opgegeven of door wind gebrek Durgerdam niet op tijd zullen halen.. Als ik hoor dat John van der Starre vrijdag avond al binnen is moet ik hem zeker complimenteren. John heeft ook dit jaar de 200myls gewonnen, Bart Desaunois is tweede met zijn mooie J 133Batfish en Stinkfoot behaald een derde plaats. Inspirit behaald een zesde plaats. In totaal zijn er uiteindelijk 78 boten gestart waarvan 28 reglementair gefinnished. Ik ben tevreden met de boot en met de prestatie. Volgend jaar zeker proberen het de J’s moeilijker te maken. Het was een top evenement.
Woensdag ochtend 28 september ben ik gestart voor mijn eerste 200 Myls ‘solo’. Het is heiig en stil en dus wacht ik op het anker nog even met starten. Ondertussen tuffen zo’n beetje alle deelnemers mij voorbij richting P9.
Ik start om ongeveer 8:00 uur en kan meteen de spinaker zetten. Het zicht is wat verbeterd en ik kijk tegen de achterkant van het deelnemersveld aan. Hoewel ik zo nu en dan een deelnemer met een hogere SW inhaal, kom ik niet echt dichterbij de massa.
Koersend richting SPORT-E, zie ik het veld strak aan de wind richting OVD-3 gaan. Ondertussen krimpt de wind en ik kan net voorbij de SPORT-E de spinaker al weer zetten. Een aantal mijlen voor de OVD-3 zie ik een heel veld deelnemers op een kluitje in een windstilte liggen. Ik heb echter nog steeds wind en loop met 3 knoopjes snelheid het veld binnen, waar we gezamenlijk de OVD-3 passeren.
Velen gaan door richting P9 (route 1) en een aantal, waaronder ik, start de motor richting de Houtrib. Omdat het niet echt meer waait ga ik eerst voor anker en hoop dat de windvoorspelling uitkomt. Dat blijkt zo te zijn en ik begin met een redelijke snelheid aan route 2 en de tocht over het IJsselmeer.
Het is nieuwe maan en 3 keer donker. Ik zie alleen de Flevocentrale en de vuurtoren van Urk. Uit de polder komt een lucht van uien overwaaien. De sterren zijn niet te tellen en zo nu en dan valt er een uit de lucht.
Met wisselende windsterkten bereik ik uiteindelijk Den Oever. Daar neem ik een rustperiode van 6 uur en ga daarna door de sluis voor nog eens een rustperiode aan de waddenkant, omdat ik het tij moet afwachten.
Ik schrik wakker. Shit, ik ben te laat. Ik pak een krentenbol en start mijn tocht rond Texel en Vlieland. Bij de eerste boei wil ik de tijd noteren en kom erachter dat ik een uur te vroeg ben weggegaan. Ik heb in mijn slaap niet goed naar de klok gekeken. Ik heb tot het Molengat de stroom mee, maar daarna krijg ik toch een knoopje stroom tegen.
In de Texelstroom jaag ik zo hard op de T5 af, dat ik hem nauwelijks kan ontwijken. Ik vindt de passage binnen 15 meter op stroom wel erg gevaarlijk. Je vliegt er met een gangetje van 8 knopen op af, terwijl de boei zelf ook nog eens 30 meter heen en weer giert.
In tegenstelling tot het advies van de organisatie durf ik met dit heldere en rustige weer best bij nacht door het Molengat. Het gaat niet hard en ik sta voorop met de schijnwerper de boeien te zoeken. Het voordeel van digitale navigatie is dat je precies weet wanneer je er een kunt verwachten. Ik vindt ze allemaal en na wat contact met een aantal tegemoet komende vissers en de verkeerscentrale in Den Helder, loop ik er soepeltjes doorheen.
Nog steeds met een knoop stroom tegen ga ik richting EG en het zeegat tussen Vlieland en Terschelling. Daar krijg ik een jort stroom mee, waardoor ook de schijnbare wind met een dikke beaufort toeneemt. Voor ik het weet zit ik in Harlingen. Het is onderweg ook wat drukker met Japanners[1] (deelnemers), die in Vlieland het tij hebben afgewacht. Eén van hen steekt in de Blauwe Slenk zo ver af, dat hij vast komt te zitten. Het is opkomend water, dus ik neem aan dat hij vanzelf weer los komt. Ik kan toch niks voor hem doen, maar omdat het toch wel wat lang duurt waarschuw ik de Brandaris. Het duurt niet lang of er schiet mij een berger voorbij. Er is weer wat te verdienen.
In Harlingen neem ik 6 uren rust. Daarna heb ik over de Boontjes stroom mee en moet 2 keer een slag omhoog maken. Op de laatste wind haal ik mede dankzij de stroom de BO7. Ik kan meteen door de sluis. Aan de andere kant is helemaal geen wind meer. Op het grootzeil drijf ik naar de VF7. Er komt langzaam wat wind en tot halverwege Stavoren gaat het goed. Ik moet eigenlijk door, maar omdat er toch geen wind meer is neem ik maar weer eens 6 uren rust.
Het wordt steeds lastiger om tijdig te finishen. Richting Enkhuizen is er helemaal geen wind meer. Ik kijk samen met HoutNsteen een aantal uren naar de KG. Ik zet de spiboom hoog en til met mijn extra val ook de lijhoek omhoog. Hierdoor wordt de spi een vlakke plank en kan ik er met dit lichte weer schijnbaar mee aan de wind varen. Zo nu en dan bolt hij even op en tegen de avond passeer ik de KG.
Verder drijven heeft geen zin. Het volgende rak is een kruisrak. Ik neem daarom de ultieme gok om Enkhuizen binnen te lopen. Als het dan ‘s nachts nog niet uit de goeie hoek waait ga ik uitslapen. De voorspellingen beloven niet veel goeds. Middernacht besluit ik dan ook op te geven.
Terugkijkend, concludeer ik dat ik wellicht mijn stop in Lelystad had moeten overslaan. Ik had tevreden moeten zijn met het beetje wind dat er toen was en moeten doorzeilen naar Den Oever.
Overigens heb ik een geweldige tocht gehad. Ongelofelijk wat een rust er over je komt onder deze omstandigheden. Ik doe volgend jaar zeker weer mee.
De organisatie wil ik bedanken voor hun inzet en toewijding.
Tot volgend jaar,
Jouke de Vries,
De Buurman
[1]Solozeilers varen met seinvlag 1, lijkend op de Japanse vlag.
Maandag 3 oktober: het zit erop en de wonden worden gelikt.
Oei, ik heb nog nooit zo’n heftige 200 Myls ‘SOLO’ gezeild.
Qua weer was het super mooi natuurlijk, woensdag en donderdag heerlijk zeil weer.
Maar dan de vrijdag en de zaterdag!!!
Dinsdagmiddag naar Durgerdam, de boot is zondag achtergelaten en klaar.
Op het laatste moment nog een reddingsvlot gescoord want wat niemand verwachte, de eerste zomerse week van 2011 is een feit.
En laat dat nu net samen vallen met vijf dagen 200 Myls ‘SOLO’ zeilen!
Op Durgerdam de bekende voorspanning en het begroeten van oude en nieuwe bekenden.
Lekker relaxed in het zonnetje en dromen van een zomerstochtje over de plassen en zeeën.
Route 1 is duidelijk favoriet en route 2 is een grote gok. De andere routes komen nauwelijks voor in dit zomers weerbeeld.
Om acht uur op het palaver de gebruikelijke toespraak over ontbrekend vuurwerk en niet complete veiligheidslijsten. Ik had mij gedrukt, want ik was druk met mijn broertje bezig, trackers op te starten. De nieuwe tracker moet eenvoudiger aangeven waar we uithangen straks.
Uiteraard werd ook na de uitreiking van de logboeken, mutsen en trackers nog even na gepilst in het gezellige clubhuis van de vereniging.
Maar vroeg naar de kooi, redelijk onrustig geslapen en om 6 uur opgestaan. Want vroeg varen is wel wenselijk met dit mooie weer. Bij zonsopkomst en zonsondergang is er wind. Overdag “vreet” de zon de wind op.
Halfzeven herrie maken: Sjouke Bus steekt net zijn hoofd boven het luik uit. Hij wil nog ontbijten en koffie drinken. Man het is toch echt een wedstrijd hoor!
Maar hij maakt los en ruimte, ik ontsnap via de achterkant naar buiten.
Bij de P9 start: drie minuten over zeven als derde weg, als ik goed tel. Ruime wind weg, eigenlijk net wel of net niet op de spi? Eerst maar op de genua. De “Ten” loopt onder de wal wel met gennaker maar echt veel sneller is hij niet. Even voorbij Uitdam loopt de Blue Jane over me heen. Laat dan zijn fok schieten haalt achter mij die weer aan en loopt weer over me heen, begint dan de fok weg te rollen en gaat uitgebreid de spi hijsen.
Dat ik één keer last heb van een snellere boot, ok! Maar na twee keer ben ik er klaar mee en loef boven hem uit, hij ziet maar met z’n spi.
Even later ruimt de wind en gaat ook bij mij de spi er op. Om Marken heen plat voor het lapje blijken gennakers redelijk instabiel in de afnemende wind, “Firestorm” was voor mij maar na vier keer gijpen is hij bij de GZ2 een honderd meter achter. En hij was niet de enige. Als het naar de Sport E gaat komen deze J’s en X-en natuurlijk allemaal weer langs en ben ik twintigste of zo, als ik deze rond.
Aan de wind kan ik op 10 gr. na de OVD3 aanlopen. Dat is niet echt verkeerd zeker als ik voor mij het merendeel van het veld onderuit zie zakken. Halverwege krimpt de wind naar het oosten en zelfs verder. Ik stuur bijna 20 gr. boven de boei. Dus een beetje knikken want overzeilen is ook niet nodig. Op 4 mijl voor de boei zie ik de boten voor mij allemaal afsturen en het lijkt wel of ik hard dichterbij kom! Ja hoor, men vaart een windstilte in. Nog gauw de hoogte terug pakken! Dat lukt niet helemaal maar met 200 meter onder de boei, kom ik nog goed weg. Even ruimte geven aan de Bloody Mary, en Allert en ik zijn binnen.
Maar NU?????
De meeste schepen gaan gelijk richting Amsterdam. “Da’s logisch” zou Johan zeggen.
Dat vind ik dus niet, met slappe spinnakers schiet het toch niet op! Dan eerst maar 6 uur ankeren misschien vanavond meer wind.
Om half negen weer anker op, gegeten en getwijfeld als een meid, 1 of 2 of toch 1?? Maar dat doet iedereen al en verlies je altijd van de grote snelle jongens.
Dus route 2, voor de dood of de gladiolen. Om kwart voor tien los bij de EZ13 en met een loopje van 4,5 tot 5 knopen gaat dat helemaal niet verkeerd. Bij de SB-C de spi gehesen en voor de wind naar Enkhuizen. Nou, om half drie was de wind op en mijn kaarsje ook. Dus aftikken bij de KG2 en in de Compagniehaven direct om de hoek voor anker. Ja, dat was de tweede keer al. Slapen als een blok. Maar nu kan ik niet meer het tij halen in Den Oever of Den Helder want daar moet je toch 5 uur voor laagwater weg en dat is om 16.20 of zo.
Dus donderdagmorgen om 8.45u weer varen. In de wetenschap dat het eigenlijk een hopeloze zaak is. Want het nachttij is eigenlijk te laat je komt dan vrijdag of uiterlijk zaterdag in de stilte terecht. Maar er is nu nog wind, dus opgeven kan ook in Den Oever of Den Helder nog. Het gaat niet hard zo plat voor de lap maar om half één klok ik af bij de WV12 en start gelijk de motor. De Hanse 34 die bij de LC11 een mijl voor lag is via sport B gezeild of zo en komt een mijl na mij bij de boei. Verdorie man schiet op dan kunnen we snel door de sluis. Maar dat valt tegen. De sluis schut net de andere kant uit GRRRRR kostbare tijd verspeeld. Als we dan eindelijk met een stuk of zes schepen in de sluis liggen gaan de deuren dicht en loopt de kolk vol. Dan……….. loopt de kolk weer leeg en gaan de achterste deuren weer open????? Is er iemand bang voor het Wad?
Nee, er komt een reddingsboot bij die moest ook nog mee. Al met al duurt het schutten tot over tweeën. Veel te laat natuurlijk. maar de enigste optie is doorvaren naar Den Helder en daar beslissen voor een stop of go. Het waait eigenlijk best lekker en met 8 mijlen onder spi start ik weer richting Den Helder. Maar kennelijk gaan mosselen en wind niet samen, want de hangcultuur eet de wind op en met 2 mijl zeilend en 3 mijl stroom schuif ik richting het Marsdiep. Dat wil zeggen “geloof ik”, want het is zo heiig dat Texel niet te zien is. Ik monteer dus nog snel de radarreflector want dit is niet plezierig zo stuurloos tussen de Teso en marineschepen om nog maar te zwijgen van de offshore jongens.
Maar alles gaat goed en als de T5 achter me ligt en de Teso achter me langs vaart naar het onzichtbare eiland maak ik maar een lunch. Want dat was er in alle haast in Den Oever niet van gekomen. Nog steeds stroom mee maar weinig wind, als ik in het Molengat de stroom tegen krijg kan ik wel terug stromen! Maar als de MG 16 daar is komt de wind wat terug en nog even onder spi maar dan loopt het uit het roer en komt de genua er weer op. Nog steeds loopt de stroom mee en het is toch al half vijf. Eindelijk komt de MG2 inzicht en ben ik het gat uit met stroom mee! Yes nu gaat ie goed. Ik zie voor mij nu ook enkel mede zeilers, tenminste wie is er anders zo gek om op dit tijd stip nog naar buiten te gaan?
Plots zie ik een rij oranje boeitjes, en was er niet iets op de marifoon over een persleiding Noordoost van de MG2??
Ik bel Wibren: “Hoe ziet een persleiding eruit”? Jij baggert toch met Boskalis boven Ameland en niet hier? Nou ja, dat ding is naar Texel verhuist want wij zijn klaar zie je. Maar je kunt om de nozzel heen varen, denk wel om de oppiklijn. Eigenlijk kun je ook over de pijp want die is maar één meter dik en ligt als hij vol is op de grond zeker 10 meter diep.
Ja, maar is hij al gebruikt? Dat weet ik niet. Dus hij kan ook drijven of zweven? Euh ja.
Dan er omheen 60 gr afsturen en achter mijn collega’s aan. Heerlijk zeilen, 7/8 mijl op de GPS, strak blauw en geen deining.
Man wat is de wereld weids en lief. Nou lief niet helemaal. Net voorbij De Koog sta ik op mijn gemak op het voordek even te kijken naar het aantal bootjes wat ik kan zien, vier zijn al om de EG heen en drie liggen nog voor mij. Ik draai mij om, om te kijken of er ook nog wat achter mij zit. Komt er een mus aan vliegen. Die lijkt achter op de preekstoel te willen landen maar komt net tekort. Hij zet weer even aan om nu op de kuiprand te gaan landen maar ook dat lukt net niet. Ik zie hem achter het schip verdwijnen in een uiterste poging om op de beugel van de zwemtrap te landen. Helaas het volgende moment ligt hij in het kielzog en spartelt wanhopig met zijn vleugeltjes. Dit is het moment voor mijn reddingsvlot!!!
Maar ook dat gaat hem niet helpen, denk ik. De zee geeft en de zee neemt. Helaas Spetter, maar dat is je lot.
Red,White and Blue
Bij de EG wordt het spannend, hoe hoog kan ik komen om Vlieland aan te lopen. 60 gr. Dat moet net kunnen over de ondieptes voor de geul en dan vlak voor het hotel langs.
Bij de Vliehors loop ik boven een Elan 33 langs die aan het fok wisselen is en verder loopt wat lager een witte Spirit, lijkt wel. Vlak voor de ZS11 gaat de wind eruit maar door bovenstroom van de boei te blijven, stroom ik met 3,2 mijl op de boei. Mijn witte maatje heeft minder geluk, hij komt een mijl onder de boei uit en gaat eigenlijk te laat overstag.
Zijn voorsprong van 2 mijl is hij bij de boei kwijt. Net bij achten loop ik de Vliesloot binnen en met de laatste stroom rond ik, in het bijna donker, het havenhoofd.
Een vriendelijke dame vangt mij op en samen leggen we de boot vast.
Waar komen al die late schepen vandaan is haar vraag? Dát zijn nu solo zeilers, van die gekken die vanmorgen uit Enkhuizen gingen en al drieëntwintig keer opgegeven hebben. Maar dan bij nacht en ontij toch een haven aanlopen. Nou dan wilt u vast nu een warme hap maken en slapen? Dat plan leek mij uitstekend dus na de elektrische navelstreng uitgelegd te hebben (ik had de hele dag met hek, boeg en stoomlicht gevaren) heb ik met kip, tomaat lente ui en risottorijst een lekker pannetje gemaakt. Samen met twee groene Grolschjes gleed dat zeer voldaan naar binnen. Op mijn sloffen ben ik naar de douches gesjokt. Daar heb ik twee dagen zweet en zout afgespoeld want het was klef warm geweest.
En een half uur later tussen de lappen gekropen. Nog even de wekker zetten. 7 uur of 8 uur? Het kan ook nog om 9 uur want hoogwater in Harlingen is 12.30u. Maar met weinig wind en kruisen? Dan kunnen 2½ uur zomaar drie of vier worden zeker als er niet teveel wind is.
De wekker gaat op half acht.
Om kwart voor zeven wordt ik wakker, bier drinken is lekker maar het moet er ook weer uit.
Er staat een beetje wind en stel je nu eens voor dat het stil wordt, dan mis je dit.
Dus toch maar bed opruimen, ontbijten en gaan. Precies met het opkomen van de zon verlaat ik Vlielandhaven. En om 8.00u klok ik de ZS11 weer. Mooie bries man, lekker het water tegen de rand, volle bak gaan, over bakboord op de Robbenbank aan.
Niet helemaal oversteken want dan trek je de West Meep in. Dan in één haal over het Vlie naar de Blauweslenk, over bakboord de Blauwe Slenk door. Twee slagen maken om voor de Pollendam te komen.
Dan twee slagen om vrij te blijven van de Terschellinger boot en een woeste Urkerkotter en om half elf is de BO44 daar. De wind is er nog steeds en 8 uur wachten voor een tijstop is zonde, bovendien lijkt de Boontjes bezeild. Door heel hoog te sturen en wat te stelen buiten de boeien loop ik in één slag de boei bij Zurich aan. Ook loop ik een Winner en de NKE, een X-31, op de kont. Samen door Kornwerderzand. Ik wacht niet, het waait nog en Oude Zeug is bezeild. Om één uur starten we weer bij de VF7. Die X-31 loopt net zo hard als mij of ik als hem.
Bij de WV 20 is hij net 50 meter voor. Nu op naar de VF B bij Hindeloopen. Oei, dat is net aan bezeild, maar met 36 gr. aan de wind lukt het in een afnemend windje net. Nu verliest Pim Schulp van de X-31 het op hoogte en komt een 100 meter achter mij aan. Wat wordt het moeilijk met 1,5 knoop samen op het Vogeleiland aan. Door te sms-en over en weer weten we elkaar te motiveren. En af en toe brullen we het uit van geluk als we twee mijl op de klok hebben.
De zon zakt achter de molens bij Medemblik als we de KR B ronden.
Nu nog door naar Enkhuizen, ook dit rak doen we samen, vlak voor de KG2 geeft Pim aan dat zijn kaarsje op is en de accu leeg. Hij gaat naar binnen. Ik zit te rekenen: ca. 65 mijl te gaan, 2 mijl per uur is nog 32 uur varen. We hebben dan nog 38 uur over! Met een verwachting dat het wel minder maar niet meer wordt! Ik ga door! Om half twaalf ben ik met een beetje wind bij de SB C. Niet verkeerd als het mee zit kan ik ongestraft in Lelystad een paar uurtje slapen pakken. Dat hoeven er dan geen zes uur te zijn zoals op andere locaties. Maar oh wat vergis ik mij. De slag naar het Enkhuizerzand gaat nog net maar als ik dan naar Urk wil is Aoles echt gaan slapen.
Er is geen houden aan maar met elk zuchtje uit een ander richting of helemaal niets draait tot twee keer toe de Foddebosk 360 gr. rond of was het vermoeidheid? Ik kan wel grienen en janken wat een verdriet. Hier gaat een leuke klassering. Tandenknarsend en ogenwrijvend houd ik me warm onder een deken terwijl de dauw van het zeil af loopt en in mijn nek druipt. Daar blijf je dan wel weer wakker van.
De EZ1 lijkt haast onbereikbaar ver weg, pas om kwart over zes ben ik bij dat groene monster. En dan komt er weer wind uit het Zuidoosten dus door naar de EZ13, daar finish ik tegen zeven uur.
Dan komt de ham vraag: rusten of doorvaren? Hoe kostbaar is de wind en hoe kostbaar is een paar uur slaap? Ik ga voor de wind.
Het schutten gaat soepel als je alleen in de sluis ligt. Om half negen klok ik de OVD3 en met een 2 knoops gangetje gaat het onder spinnaker naar Hoorn. Ga ik het halen? Dat is nu de grote vraag. Alles lijk gunstig nog 28 uur en nog een twintig mijl te gaan. Bovendien hoef ik niet meer te rusten, 6 uur bij Lelystad en Enkhuizen voor anker en meer dan 10 uur op Vlieland zijn voldoende. Dit moet lukken, misschien kan ik bij Volendam nog 6 uur slapen?
Maar die hoop vervliegt met dat de zon echt door komt. De wind valt weg en komt niet meer terug. Van narigheid ben ik maar in de kajuit gaan zitten en een boek gaan lezen, want de hele dag in de zon is slopend. Om half drie ben ik bij de Sport E en de tijd begint te dringen. Gelijk door naar Volendam, misschien brengt de zonsondergang nog een vlaagje wind. Ik heb ondertussen wollen draadjes in de reling en het achterstag geknoopt om maar geen zuchtje te missen.
Het gemiddelde is niet meer belangrijk, dat is vannacht bij Urk al om zeep geholpen, maar binnenkomen is op zich al een prestatie. Even lijkt met het weg zaken van de zon wat wind te komen maar meer als twee zuchtjes zijn het niet. En al die ganzen die een nacht verblijf zoeken gakken er rustig oplos. Tegen elfen is de GZ2 in zicht, een klein beetje wind uit het Noordwesten doet mij de spinnaker weer hijsen. Om de boei komt de wind weer uit het zuidoosten dan wordt hij zuid dus alles na het gijpen ook maar weer weggehaald. Vlak voor het Paard van Marken een zuchtje uit het zuidoosten, weer wordt de spi gehesen en zo ronden we hoopvol het eiland. Maar alle hoop vervliegt en de spi wil niet staan zo weinig wind is er. Bij Uitdam komt er mist opzetten. Dit brengt een klein beetje wind uit…. het noorden, spi weg en een knik in de schoot. Ik glijd richting de P9. Nu heb ik om de een of andere stomme reden deze niet goed in de GPS staan. (3082 mijl is te veel) dus heb ik de P11 in gegeven. Die ligt iets verder maar als ik deze onderhaal loop ik vanzelf op de P9.
In de mist neemt de wind weer af maar ik hoop toch om ca 6.30 bij de boei te zijn.
Op 1,6 mijl van de P11 zie ik onder mij een vaag groen schijnsel.
Verbeelding, oververmoeidheid? Stel dat het wel de P9 is en je mist hem, dan zou je daardoor gediskwalificeerd worden?
Toch maar verkennen, terug sturend, plat voor de wind merk ik dat de wind er weer mee ophoudt. Als ik na een kwartier aan kom bij de boei is het de P5, zoals gemeten op de kaart. Oké, dan nu nog even naar de P9, helaas nu is alles op en wat er is, is West ik moet kruisen en dat zonder snelheid over het kanaal. Ik vind het doodeng en probeer over stuurboord uit de vaarweg te komen. Ondertussen ben ik zo moe dat hallucinatie en werkelijkheid met mij aan de loop gaan. Ik tel zomaar tien binnenvaartschepen. Maar mis diegene die net voorbij is gelopen. 48 uur zonder noemenswaardige slaap eisen hun tol. Het zeilen wil niet meer en keer op keer ga ik veel te vroeg overstag.
Pas om half acht rond ik de boei samen met Skip Intro, een FF. Daar ben ik volgens mij woensdag morgen ook mee weggegaan. Maar ook dat weet ik niet meer zeker. Ik ben helemaal uitgewoond en zie dingen die er niet zijn.
Op mijn laatste adrenaline tuig ik af en vaar de haven in. Henk en Martin feliciteren mij als ik binnen vaar, zij moeten me twee keer uitleggen dat ik wel naast een X om de hoek kan liggen. Daar aangekomen zie ik een vrije box. Ik trek nog een keer de boot in zijn achteruit en leg vast. Ik wil maar een ding: slapen, slapen, slapen en wel nu. Na drie uurtjes maar weer opgestaan en mijn vrouw begroeten. Nog even een ontbijtje dat voelt weer wat beter.
Om 12.00 u heb ik de stukken ingeleverd en heb de boot overgedragen aan mijn vrouw die het wel geinig vond om solo via Enkhuizen naar Lemmer te zeilen!!!
En ik? Ik zag nog steeds spoken, bootjes op de A1 bij Muiden, bootjes op de A6 bij de Naarden en bij de Ketelbrug, en overal maar stoppen. Wat bezield die watersporters toch?
Nu twee dagen later is de adrenaline weer op normaal peil. Maar als je mij vraagt wat is zwaarder, storm of windstilte? Doe mij maar storm! Windstilte maakt je gek!
Woensdag 28 september om 7.52 uur vaar ik langs de P9, een groene boei aan de Pampus geul, valk bij Durgerdam. Ik ben gestart met de 200-Myls ‘SOLO’, een zeilwedstrijd van 200 mijl die ik alleen moet varen. Ongeveer 390 km plus wat extra om een aantal sluizen te passeren en af en toe een rustplaats op te zoeken. Het eerste doel van de 200 Myls is het uitvaren, benadrukte de voorzitter gisteren avond tijdens het palaver. Het tweede doel is om dat met veel plezier te doen en te genieten van boot, water, wind en licht. Maar het blijft een wedstrijd en dat zit meer verankerd in mijn lijf dan ik vaak doorheb. Adrenaline willen voelen, een soort vleselijke lust, hoe je het ook noemt, het moet gebeuren, het moet uitgeleefd.
Mijn schip, de Rep & Roer, een Pion uit 1973, is er helemaal klaar voor. Alle overbodige gewicht is eruit en de proviand voor 3-4 dagen is aan boord. Plus een extra zeil voor bij weinig wind (een licht weer spinaker), want dat zal het thema worden: weinig wind. De windverwachting is afnemend…van woensdag naar zaterdag steeds een punt op de Beaufort-schaal minder. Dat bepaalt in hoge mate mijn strategie voor de komende twee dagen. Zo lang er wind is en ik snelheid kan blijven maken wil ik zoveel mogelijk mijlen maken. Rusten kan ik ook wel bij weinig wind.
Rustpauzes zijn een verplicht onderdeel van de wedstrijd. Om ons een beetje tegen onszelf te beschermen en de sfeer aan boord veilig te houden. Ik moet voor de finish minimaal 3 keer 6 uur gerust hebben, waarvan een periode voor anker. De aan- en afvaarten naar sluizen en tot de volgende (herstart) boei geld ook als rusttijd. Samen moet dat minimaal 27 uur zijn. Erg ingewikkeld om allemaal rekening mee te houden, en er blijken elk jaar weer deelnemers die zich verkijken op het reglement.
Bijna alle schepen starten tussen 7 en 8 uur, sommige wachten iets langer. Dat mag, alles is solo, dus ook de start. We moeten zelf onze starttijd noteren in ons logboek en ook de tijd we de boeien ronden die de baan markeren. We kunnen kiezen uit 4 verschillende banen, ook dat maakt de 200-Myls erg solo. Ik kies baan nummer 2: over het Markermeer, het IJsselmeer, bij Den Oever het wad op, langs Den Helder, om Texel en Vlieland heen, via Harlingen naar Kornwerderzand en dan weer over de bejaarde Zuiderzee terug naar de P9. Waarom deze baan? Omdat het de uitkomst was van een gesprek met vriend Bart, eerder in de week. Omdat ik dan op Vlieland een kadootje kan kopen voor mijn vrouw, om goed te maken dat ze me dit jaar zal missen op haar verjaardag. En omdat bij de boei OVD3 in Lelystad de schepen ophopen wegens weinig wind. Als ik nu door de sluis vaar kan ik de windstilte mooi gebruiken als rusttijd ipv vaartijd. Maar wat is strategie waard als je moet leven van de wind? Zolang het waait wil ik blijven varen. Als ik tussen middernacht en 3 uur ’s ochtends bij Den Oever ben, heb ik het getij mee om de Waddenzee uit te varen en loopt de stroom daarna over de eilanden de goede kant op. Dat zijn gratis mijlen die ik niet hoef te zeilen, dat is de bonus van deze baan over zee (en ook het risico).
Deze eerste ochtend is meteen het feestelijkst. Alle schepen zijn nog van de partij, hun gekleurde spinakers als vlaggen op het water, zonneschijn en een vriendinnenwindje mee. Ik zet de stuurautomaat aan en speel zelf met de schoten van de spinaker om steeds maximale snelheid te kunnen maken.
Spelen blijf ik doen als de wind na Hoorn wat minder wordt. Omdat ik moet oploeven, kan ik de spinaker niet meer gebruiken, maar wel wat extra zeil. Om me heen varen de moderne boys met genakers en code-0 ‘s. Daar kan mijn Genua niet aan tippen, zeker niet omdat die van vrij zwaar zeildoek is. Toen we nog jong waren, bij Zeilclub St. Joris, zouden we een extra zeil fabriceren, met een kluiverboom, voorop het schip. Ik besluit nog jong te zijn en even later loop ik een half knoopje harder met mijn do-it-yourself kluiver. Ik sluip in op een groepje boten voor me. Zelfs op het snelste schip van het veld, een X45 met een sw van 83, loop ik in. Is dat de grootste kick? Later in de strijd blijken de consequenties van mijn jonge hondengedrag. Als ik dan de spi weer zet met wat meer wind, knipt de boom. En dat precies op de plek waar ik heb met de kluiver het zwaarst heb belast. Is het verschil tussen jonge en oude mensen is dat de laatste meer fouten hebben gemaakt?
Omdat een mannenboot vaak ontaardt in chaos neem ik me voor om braaf tegen zessen het diner te serveren. Op de kaart staan verse biologische sperziebonen, ambachtelijke braadworst van biologisch lamsvlees, pittig gekruid, op een bedje van gekookte gerst. Het culinaire hoogtepunt van de trip. Hoewel de salade met MSC gecertificeerde gerookte makreel, die ik de volgende dag als lunch klaar maakte en waar ik een half glas rosé bij dronk, ook erg lekker was.
Na de laatste slok brandt licht aan stuurboord de hemel rood op met purper roze wolken. Aan bakboord, de westelijk hemel, is het rood roder en zwaarder. Als de zonder verder zakt begint het water te glimmen in rood en paars, zo mooi, dat ik niet weet hoe veel ik hier van op moet zuigen. Het is de eerste van 4 hele mooie avond hemels waarbij het laatste daglicht een wonderlijke kleurendans opvoert. Als het water, 2 dagen later, geel en blauw opvlamt vraag ik me bezorgd af of ik toch niet meer moet slapen. De kleurendans verzadigt in een donkere zwarte band op de horizon. Aan de bovenzijde is het zware rood, daarboven oranje geel dat verfletst in helder licht blauw. Zwart-rood-geel, is dat niet de Duitse vlag, bedenk ik ineens, maar dan op zijn kop? Bedoelen ze dat met het avond land?
Ik ben op het nippertje in Den Oever, het tij loopt nog mee en de sluis draait 24×7. Mijn lichte euforie krijgt echter een flinke knauw als ik aan de noordzijde de sluiskom wil uitmotoren. De dieptemeter piept en voor ik het weet staat de display op 1.4 meter diep. Rep & Roer steekt 1.7 meter diep. In een reflex laat ik het zeil los, zet de motor in zijn achteruit en geef vol gas. Er komt weinig beweging naar achteren. Vastgelopen in de haven, schreeuwt het door mijn hoofd. Het tij verloopt, terwijl ik moet wachten op hoogwater. Of erger nog, tot een sleepboot me moet los komen trekken….. Een pijnlijk moment. Want had ik beter op de kaart gekeken, dan had ik gezien dat er een onverlichte rode boei zou liggen om deze ondiepte aan te geven. Nu zag ik die boei pas toen ik na 5 minuten volgas achteruit en flink wrikken met het roer, langzaam in achterwaartse beweging kom en ik de diepte meter weer langzaam op zie lopen. Mijn pijnlijkste moment.
Eenmaal buiten liggen de rode en groen lichten in duidelijke paren. Aan de helderheid van het licht concludeer ik welke poort het dichtste bij is. Daar stuur ik op af. Slingerend door de geul met stroom mee. Bij boei VG 17 zijn grootzeil en spinaker weer gehesen, de motor gestopt en ik weer in de race. Na een dik uur, de lichten van Den Helder zijn al duidelijk zichtbaar, duikt aan bakboord opeens een zwarte schim in het water op, vlak naast het schip. Ik wil uitwijken naar rechts, maar daar is net zo’n schim. Shit, ik vaar dwars door een mosselveld. Overdag zijn het lange slierten aan elkaar gebonden blauwe Jerrycans. Nu lijken het lage dijkjes. Ik kan allen rechtuit blijven varen. Is daar een opening?
Mijn tweede spannende moment beleef ik even verder. Ik ben dan de vaargeul overgestoken en vlak onder Texel . Zodra ik boei T2 heb gehad zoeken mijn ogen de MG16. Ik zie niets, helemaal geen boeien. Alleen achter me, langs het Marsdiep. Gekraak op de marifoon brengt me op het idee om Verkeerscentrale Den Helder op te roepen. Ik schrik van hun mededeling dat de lichten van alle boeien in het Molengat zijn verwijderd. Maar ze geven me ook de afstand en de richting naar de eerste boei. Blijkbaar zien ze mijn positie op hun radarscherm. Ik vaar in opgegeven richting en als ik de donkere ton zie klopt dat eigenlijk precies met de plaats die mijn GPS nu aangeeft. Ik besluit op mijn GPS verder te varen. Om de 700 meter ploppen de donkere boeien toch steeds als een verrassing naast het schip uit het donker. Ik heb hele goede ogen, ik kan ’s nachts goed zien, maar deze boeien zonder licht vind ik een verkeerde bezuiniging op een rechtse hobby. Mijn pc-tje helpt me trouw door de geul heen tot bij de laatste boei, de MG 2.Dan valt de stroom uit en slaat hij af. Toeval of niet, nu kan ik wel weer verder met de kaart. Eerst 4 mijl naar het noorden en dan evenwijdig aan de kust verder tot Vlieland.
Mijn mooiste moment, als een sprookje, is het begin van de ochtend. Als de kop van Vlieland uit de nevel, in zilver zonlicht, opkomt. Terwijl ik daar vaar, over de zee, met een heerlijke wind en weer volop zicht.
Elke reis heeft zijn dieptepunt, ook culinair. Op Vlieland at ik tegenover de Veerboot “Echte Vlielandse vissoep”. Bruin, te dik gebonden en met een compleet doorgelopen smaak die alleen in de verste verte deed denken aan vis. Als ik de volgende dag een zak AH-excellent bouillabaisse open maak, lijkt die er in eerste instantie op. Gelukkig is de smaak veel helderder en zijn de klontjes nu wel te onderscheiden als verschillende soorten zeevrucht.
Na mijn eerste echte rust, op Vlieland, vaar ik met instromend water de Waddenzee weer op. Weer is de avond mooi en wordt het vroeg donker. Vlak bij Harlingen maak ik lange slagen op de stroom langs de Pollendam in het donker. Hoewel de lichten duidelijk zijn is het kikken om zo ver mogelijk naar de dam te varen en toch zeker te zijn dat ik die niet raak. In Harlingen moet ik drie uur wachten tot de Waddenzee weer leeg stroomt en me door de Boontjes kan meevoeren naar Kornwerderzand. Het hele rak is precies bezeild, scherp aan de wind. Ik vaar van boeienpoort naar boeienpoort met de stoere Orion aan mijn bakboordzijde.
In de sluis van Kornwerd ben ik ook weer het enige schip waarvoor de sluismeester in rep en roer moet komen. Het is zaterdag, 4 uur in de nacht. Op het IJsselmeer staat een mooie wind. De rakken kan ik scherp aan de wind bezeilen. Dit gaat geweldig. Als ik zo doorvaar ben ik morgen vanavond bij mijn schatje op haar feest. Als ik bij Enkhuizen de KG boei nader beleef ik mijn domste moment. De boei die ik zie lijkt geel te zijn ipv rood-wit. Nu heb ik onderweg al meer boeien gehad zijn verplaatst en waarvan ik nog de oude coördinaten in mijn kaart en in mijn GPS heb staan. Zouden ze deze ook hebben verlegt? De Catootje vaart al een tijdje schuin voor me en draait richting Enkhuizen. Ik besluit daar ook heen te gaan, op zoek naar de KG. Maar die vind ik niet. Wel vind ik de KG1. GVD rijm ik heel hardop. Ik draai er om heen en vaar naar de volgende boei. Even later kom ik lang een wit-rode. Het is de KG. Precies op de plek waar die in de kaart ook staat en waar ik toch duidelijk een gele zag liggen. Gezichtsbedrog? Vermoeidheid? Of allebei?
Tegen de tijd dat ik de boei bij Lemmer bereik is de wind gehalveerd. Na Lemmer zakt hij helemaal onderuit. Ik dobber naar Urk en vandaar naar Lelystad. Mijn snelheid zakt regelmatig naar 1 of zelfs 0.5 knoop. Ik ben zo laat in Lelystad dat ik besluit om daar mijn eerste echter anker-rust te nemen. Om 20 uur laat ik het anker zakken, vlak bij de eerste boei. Dat betekent dat ik het om 02.00 uur weer mag ophalen. Om 2.33 uur vaar ik verder naar Hoorn. Er lijkt wat wind, maar het is erg mager. Tergend langzaam kruip ik naar Hoorn. Om 8.44 ben ik bij de boei, net achter de Trudel, maar ook net voor de Goudvis, die me onderweg had ingehaald. Met tegenzin moet ik in Hoorn ankeren, er is echt geen wind.
Het genantste moment vertel ik natuurlijk liever niet. Ik moest hoog nodig terwijl om me heen een kring van andere boten voor anker lag èn ik geen vuilwater tank heb. Ik heb een instant Nonolet nagebouwd dat uitstekend werkte!
Om 14.55 mag het anker omhoog. Ik wil graag verder. Hoe blij ben ik als het tegen drieën af en toe een vlaagje geeft. Om vijf over drie lijkt het een beetje te waaien. Het zal niet hard gaan, maar anders loop ik het risico dat ik Durgerdam niet haal voor zondag ochtend 12 uur. Ik besluit te gaan. Na twee uur stoeien met de spinaker, bij weinig wind zakt dat ding in elkaar als een soufflé zodra je de ovendeur te vroeg open doet, ligt de Sport E nog zichtbaar dicht bij. Het stronkje van de witlof dat ik voor op het schip overboord gooi is pas na 30 seconde bij het achter schip. 9 meter in 30 seconde! Op de GPS blijk ik in die twee uur 1 mijl verplaatst te zijn. Ik bel naar huis omdat ik overweeg om af te haken, de motor te starten en naar huis te varen. “Wat voor kwaliteiten heb je nodig in een windstilte” vraag ik met lichte wanhoop aan mijn zoon, als ik even naar huis bel om te overleggen? “Geduld”, zegt hij spontaan. Mijn zwakke plek en ik besluit door te gaan. Om 22 uur ben ik toch maar weer een boei verder dankzij die prachtige spi van vriend Bart. Wat kan ik toch blij worden van kleine spontane dingen die anderen zomaar voor me doen!
Daar ga ik weer voor anker. Ik besluit de wekker te zetten en elke anderhalf uur te kijken of het waait. Nu gaat het er om spannen. Ik moet nog 8 mijl, en waarschijnlijk deels tegen de wind in, en met zo weinig wind heb ik daar zeker 8 tot 10 uur voor nodig. Om half twee schrik ik wakker van de wekker. Er is nog een heel klein beetje wind. Hiermee red ik het niet, dus ik ga weer slapen. Om 4 uur wordt ik weer wakker, ik zie een lichtje (andere boot?), maar het waait nog minder? Om 5 uur sta ik echt op, ik houd het niet meer. Om 5.34 rond ik de MN-GZ boei en zit ik weer in de wedstrijd. De spinaker vangt af en toe een zuchtje wind: snelheid een knoopje of een. Ik sukkel naar het paard van Marken. Daar moet ik oploeven en komt er teven iets meer wind. Heel voorzichtig kruis ik tegen de wind in: snelheid 2-2.5 knopen. Als dat zo blijft, dan haal ik het. Ik wordt ingelopen door Roemer die een groter en sneller schip heeft, maar ook dieper steekt. Als ik de golfjes op het water alleen bij de kust zie en het snelheidsverschil met Roemer kleiner wordt naarmate hij verder weg vaart, besluit ik vlak onder de kust te blijven.
Het is een bekend fenomeen uit de meteorologie: bij heel weinig wind op warme dagen is het aan de kust waak winderiger dan midden op het water. Een randeffect veroorzaakt door thermiek. Ik ga vaak over stag om zo dicht mogelijk onder de kust van Uitdam te blijven. En met succes, ik houd snelheid van 2-2.5 in het schip. Soms zelfs 2.8 of 2.9.
En omdat ik Roemer in het oog houd blijf ik geconcentreerd wedstrijdzeilen. In je uppie is dat zó veel moeilijker. Het doet me weer denken aan de opmerking van Bart: “en jij maar beweren dat je geen wedstrijdzeiler bent.” Als ik mezelf zie genieten als ik anderen inhaal of te snel afben, moet ik toegeven dat hij niet altijd ongelijk heeft. En ik kan me alle momenten ook nog herinneren:
De eerste dag liep ik een …-33 uit Grou voorbij, daarna de Svala 102, daarna de HouteNsteen, de Serendipity 83, de Skirmish. Aan de Magic Potion kon ik me lekker optrekken op het wad, net als aan de Catootje bij Enkhuizen. Ik pakte de Goudvis terug, liet me inhalen door Roemer maar herstelde mezelf later weer. Ik was natuurlijk als eerste op Vlieland . Ik weet dat helemaal niet zeker, maar het voelde zo! En ik werd twee keer wedstrijdboos. De eerste keer bij de onduidelijk finish en het in storten van mijn plannetje om onder de kust te blijven. Dat koste me een kwartier. De tweede keer toen ik hoorde dat mijn rusttijd in Harlingen waarschijnlijk niet reglementair is en bij de vaartijd geteld zal worden. Nou dat zal ik zog wel eens uitzoeken!
Zondag ochtend om 10.37 ben ik ter hoogte van de P9. Om reglementair te finishen moet ik dus nog een mijl extra opkruisen met weinig wind. Om 10.47 blaas ik mezelf met de misthoorn over de finish. Ik heb hem uitgevaren, Ik heb plezier gehad, En ik heb er een wedstrijd van gemaakt, al was het maar met mezelf.
De dagen voorafgaand aan de 200 Myls ‘SOLO’werd er veel naar het WEERBERICHT gekeken. Iedereen hoopte op mooi weer. Deze smeekbeden werden dan ook beloond!
Prachtig nazomerweer. Heel veel zon en een prima temperatuur. Alleen… hoe zat dat nu met de wind! Zaterdag zou het op zijn. Het was dus verstandig zo snel mogelijk op te schieten.
Dinsdag liep de haven in Durgerdam vol met deelnemers. Bij het palaver werden logboek, tracker, muts, appelgebak en koffie uitgereikt.
Woensdag rond 7:45 uur lag ik bij de startlijn. De wind was zuid-oost, dus de spi ging erop en genieten maar. Na het paard was een gijp net niet nodig. Na de MN1-GZ2 bij Volendam richting de NEK-boei (Sport E) bij Hoorn. Vlak voor de boei de spi eraf en opkruisen naar de OVD3 bij Lelystad. De wind was zo vriendelijk de krimpen en door te zetten naar oostnoordoost. Het rak naar de OVD3 werd op het laatst gewoon een spinakerrak. De kopgroep heeft daadwerkelijk moeten kruisen. Hier een foto die bewijst dat solozeilers elkaar altijd weer opzoeken.
Mijn keus viel op baan 1. Dus onder spi weer naar de P9 bij Amsterdam. Daarna afgemeerd in Durgerdam.
Donderdagmorgen om 9.00 uur meldde ik mij bij de Schellingwouderbrug.
Door naar IJmuiden en nog even in de marina het tij afgewacht. De Blue June lag daar ook te wachten. Ruim een uur voor de kentering bij de Baloeran. En onder spi richting Den Helder.
Weinig wind. Ter hoogte van Texel werd het een beetje donker. Opkruisen naar Kornwerderzand. Met nieuwe maan zie je niet erg veel. De Blue June met AIS transponder voer voor mij uit en gaf op de kaart precies aan waar hij zijn slagen maakte. De laptop met electronische kaart maakt het varen relatief eenvoudig. Boven mijn hoofd een prachtige sterrenhemel. Voor het eerst sinds jaren de melkweg kunnen bewonderen. De weinige wind werd gelukkig versterkt door het tij.
Rond 00.30 uur vrijdagmorgen bij de sluis. Na een minimale pauze met voldoende zuidoosten wind via de VF7 bij Makkum naar de naar de WV19 bij de Oude Zeug en door naar de H2 boei bij Hindeloopen. Snelle halvewinds rakken.
Heerlijk varen. Daarna door naar de Sport B bij Breezanddijk. Met afzwakkende wind niet echt leuk.
Via Sport A langs de afsluitdijk naar de VF11, weer bij Makkum. Een lokale windstilte wilde mij tegenhouden. De vaart kwam toch weer een beetje terug. De KR-B bij het eiland De Kreupel bleek helaas niet bezeild. 20 graden fout. Hoog aan de wind. Later kromp de wind en werd de boei bezeild. De wind was inmiddels afgezwakt tot een magerte 5 knoopjes.
Met maar een paar knopen snelheid door naar de WV19, weer bij de Oude Zeug. De tijd: 21.00 uur vrijdagavond. De grote vraag was toen: Voor anker of doorzetten naar Lelystad. Hopend op een beetje zuiden wind besloot ik door te varen. Het resultaat was rampzalig. Geleidelijk verzeilde ik in een vreselijke groene drab. Met de schijnwerper scheen ik over stinkende viezigheid. Om 04.00 uur zaterdagochtend nog 3,5 NM naar de EZ-D bij Urk en snelheid 0,3 knoop. Hoewel ik niet rook, gaf toen toch de pijp aan Maarten. Waar ik die vandaan haalde? Ik weet het niet. Op motor naar de vereniginghaven in Lelystad. Na het afmeren een beetje slaap inhalen. Later die ochtend meld ik mij af en spoel de inspanningen van mij af. In de middag doorgevaren naar mijn ligplaats op Marken.
Het weer kan ook te mooi zijn.
Jaap Homan
Op woensdag 28 september 07.00u is hij weer gestart, de 200 mijls ‘SOLO’. Een bijzondere wedstrijd waarin zoveel zit, niet alleen maar hard varen maar ook meteorologie , wat doet het weer werkelijk over 3/4 dagen; je rust nemen op de juiste momenten, dus soms wachten tegen je onderliggende wedstrijdmentaliteit in die zegt varen, varen, varen; de solo handeling van je boot, het vooruitdenken; en niet het minste de vriendschap tussen al die 83 solozeilers.
Het is bij deze wedstrijd de bedoeling om de 200 mijl binnen de gestelde reglementen in een zo kort mogelijke zeiltijd af te leggen over 1 van de 4 te kiezen banen voor een handicap klassement en een “line honours”klassement. Je hebt hiervoor tot zondag 2 oktober 12.00 de tijd.
In de reglementen is vermeld dat je verplicht minimaal 27 uur rust (“rusttijd”) moet nemen en dat daarin minimaal 3 periodes van minimaal 6 uur moeten zitten (“rustperiodes”) waarin je vast ligt aan de wal of anker. Buiten deze drie “rust periodes” tellen sluispassages en het daarbij motoren van en naar het merkteken van de baan mee als rusttijd.
De 4 banen starten allemaal bij de boei P9 bij Durgerdam en voeren dan via een aantal boeien over het Markermeer en IJsselmeer. In de banen 1 en 2 kun je ook over Waddenzee en Noordzee, waar stroomvoordeel te behalen valt, baan 1 loopt van IJmuiden via Den Helder naar Kornwerd, de ander van Den Oever via Den Helder dan boven Texel en Vlieland langs het wad weer op naar Kornwerd. Alle banen finishen na vervolgens wat kris kras over het IJsselmeer weer bij de P9 in Durgerdam. Een tracker aan boord houdt bij wat je positie is en of je de baan reglementair vaart.
Dit jaar waren de weersvoorspellingen somber qua wind, we zitten in een stukje nazomer met prachtig weer, vlak bij een hoge druk gebied. Voor de woensdag, donderdag en vrijdag ochtend was er nog iets wind voorspeld maar de dagen daarna vanaf vrijdagmiddag zou het tot zondag 12.00 vrijwel windstil blijven. Tactisch dus nu noodzaak in het begin veel mijlen te maken en je rust aan het einde van de wedstrijd te nemen om zo in de meest optimale wind te blijven. Zo gezegd zo gedaan, woensdag om 07.46 gestart, leek iets meer wind dan om 07.00, je hoeft dit jaar geen tracker in te drukken bij de boeien , wat een luxe! Na het passeren van Marken, Volendam en Hoorn komen we in een kruisrak naar de OVD3 bij Lelystad waarna de definitieve baankeuze gemaakt moet worden. Voor mij is er nog steeds wat twijfel tussen de 2 banen buitenom, baan 1 over IJmuiden geeft iets minder mijlen over stromend water, maar is gemakkelijker en minder risico dat je door minder of meer wind dan voorspeld buiten het stroomvoordeel valt, en baan 2 welke op het laatst minder opkruisen op het IJsselmeer geeft afgaande op de windvoorspellingen. Gezien de wind die er staat bij het passeren van de OVD3 bij Lelystad besluit ik tot baan 2. Het is nu wel zaak om voor 02.30 ‘s nachts voorbij de sluis van Den Oever te zijn om het tij mee te pakken boven de eilanden langs. Met nog een traject van 35 mijl van Lelystad ( boei EZ 13) , Lemmer (SB C) ,Enkhuizen (KG) ,Stavoren (LC 11) naar Den Oever( WV 12) te gaan besloot ik aangezien de wind naar de avond toe nog iets zou toenemen even in Lelystad te wachten en een uurtje slaap proberen te pakken . Ik zou hierna nog lang genoeg moeten doorstomen. Om 16.30 was de wind 8 kts en volgens de berekeningen zou ik dan rond 23.30 in Den Oever moeten zijn zodat ik het eerste tij daar zou kunnen halen. Ben je te laat dan moet je helaas 12 uur wachten op het volgend tij met als gevolg dat je gezien de huidige weersvoorspellingen aan het eind van je wedstrijd in de windstilte komt. Terwijl ik in Lelystad lag, zag ik nog een aantal medestrijders passeren, waaronder Jan de Bruin met de EscXape, Arjan van Zuidam met de J-105 Majic Potion en Sander van Doorn met zijn J-92 Stinkfoot welke overigens in het rak naar Lelystad erg hard liep. Zij hebben ook voor baan 2 gekozen.
Ik heb gelukkig het voordeel van een snelle boot, voor degenen met een langzamere boot is het veel lastiger om op tijd in Den Oever te zijn. Om 16.38 vertrokken bij de EZ13 en meteen kakt de wind eruit..balen. Gelukkig komt na 15 minuten weer een briesje terug vanuit de wal en loop ik met de Light Genua een mooie 5 knopen. Onder me zie ik na een uurtje de drie gasten zitten die me in Lelystad passeerden,waarschijnlijk vast in een windwak, ze zijn niet erg opgeschoten. Samen met Sander en Arjan komen we bij de SB-C waarna een mooi gennaker rak volgt naar de KG bij Enkhuizen. Nu komt de configuratie van de J/111 volop tot zijn recht, met 5,5 knoop wind op een TWA van 110° loop ik meer dan 6,5 knoop door het water, varen sneller dan de wind!, gaaf hoor, echt kicken! Om 22.39 klok ik bij de WV 12 Den Oever af en vaar door de sluis waar ik weer even een uurtje probeer te slapen. De vermoeidheid ga je al wel iets voelen, je valt meteen in slaap, ook omdat ik de nacht voor de start meestal slecht slaap , zit dan alleen maar te piekeren over tactiek en baankeuze’s. Gelukkig zit er op mijn telefoon een goede wekker en word ik op tijd wakker. Achter me aan de kade ligt de Majic Potion nog in diepe rust, slechte wekker? of bewuste keuze voor het volgende tij in de middag?
Om 02.28 gestart bij de VG 17 op het wad, er vaart 1 boot achter me aan, wie kan ik niet zien, misschien Sander? Voordat ik hier start heel lang nagedacht over de starttijd. De precieze planning is hier essentieel. Ga je te vroeg dan krijg je op het eind van dit traject bij Harlingen naar Kornwerd teveel stroom tegen , ga je te laat dan heb je op het wad stroom tegen. Na lang wikken en wegen , kijken naar de wind en de route aan de hand van de grib-files draaien op Expedition kom ik tot deze starttijd. Nu maar afwachten of het uitkomt.
Eerste stuk gaat prima tot voor het Molengat tussen Texel en de Razende Bol. Opeens geen wind meer, 0 snelheid, maar wel 3 knopen snelheid over de grond. Waar spoel ik heen , het Molengat in of erlangs naar Engeland? Met veel moeite krijg ik iets snelheid richting het noorden en pers ik me net het Molengat in en spoel er doorheen. Pfff.. Lijkt simpel maar de hectiek dan aan boord is gigantisch, gennaker eraf, genua erop, waar drijf ik heen , wat is mijn snelheid ,alles in de knoop, rust rust rust!, de stuurautomaat er even op, snel naar binnen op de computer kijken of het goed gaat,op het scherm: shit, een onverlichte boei recht voor, vlug naar buiten automaat eraf en daar komt het donkere gevaar..oei, net eromheen, pff. Kortom dit is het overleven met weinig wind, na zoveel uur varen, oververhit in je zeilpak , even helemaal gesloopt.
Na het Molengat weer even relatieve rust, mooie 9 knopen ZO wind, recht aflandig van de eilanden, beetje grondmist. Op het moment dat ik zo dicht mogelijk onder de kop van Vlieland doorvaar op weg naar de kardinaal boei ZS11-VS2 doemt boven op het duin uit de mist vlakbij het strandhotel op, gaaf moment zo. Ik ben benieuwd hoe de tegenstanders op baan 1 het hebben, zij varen nu op het tij van IJmuiden naar het Marsdiep. Waarschijnlijk hebben ze daar ook prima wind.
Dit jaar heb ik waarschijnlijk ook een magneet voor beroepsschepen aan boord. Na de passage van de BO 44 bij Harlingen moet ik door de “Boontjes”, diepte op de kaart 1.30, en met een diepgang van 2.21 kritisch een 2 tot 3 uur voor hoog water. Komt er precies een lege giga coaster vanuit Harlingen mij achterop die me net op het smalste stuk van de Boontjes wil passeren, ik kan niet opzij, dan loop ik zeker vast, na overleg over de marifoon blijf hij even achter me. Is maar goed, als je ziet wat een zuiging dat schip op dat ondiepe stuk geeft, is vastlopen een zekerheidje.
Bij de BO7 in Kornwerd klok ik om 10.55 af .Bij de sluis staan de ouders van Martin Hingst, welke met koffie en diesel enthousiast op hun zoon staan te wachten (een dejá vû, het beeld van de Surf Elfstedentochten van tig jaren geleden, waar Martin en ik als jonge honden aan meededen en ook ouders, vrienden en bekenden met allerlei benodigdheden klaarstonden bij de stempelplaatsen). Hij zal hier spoedig aankomen van baan 1. Ik hoor van hun dat Bart Desaunois met zijn J-133, welke altijd voor Line Honours klassement vaart, om 10.00 passeerde. Dit kan nog spannend worden, ik heb nu 35 mijl meer gevaren op route 2 maar hij heeft al 1 van zijn rustperiodes van min. 6uur kunnen pakken in IJmuiden. Wat is beter? Ik vaar in principe voor het Overall Handicap klassement, maar de line honours geeft dus ook nog een kans. Mijn plan is nu na de sluis zo veel mogelijk door te varen op de wind die er nu nog is en vervolgens bij de 3 laatste boeipassages van de wedstrijd mijn verplichte 3 rustperiodes te pakken. Dus dat wordt bij Lelystad, Hoorn en Volendam rusten waarna ik finish in Durgerdam. In de sluis nog weer even contact met de wal. Fred Imhoff is dit jaar weer mijn klankbord, en houdt me constant op de hoogte van de windsterktes om me heen en of er nog veranderingen zijn in de voorspellingen voor de komende dagen. Zou plotseling op zaterdag en zondag wel wind voorspeld worden dan moet ik uiteraard het plan meteen aanpassen op die nieuwe voorspellingen. Maar het blijft steeds hetzelfde bericht, afnemende wind, varen nu het nog kan..
Na de Kornwerd sluispassage en de eerste boei bij Oude Zeug WV 20 op weg naar de VF B bij Stavoren kakt de wind er weer helemaal uit. Nog 4 mijl naar die boei en geen wind. Waarschijnlijk zitten mijn meeste tegenstanders ook op het water en zijn ze hopelijk niet aan het rusten dus geld deze ellende voor allemaal. Alleen als snellere boot liggen de langzamere boten wel in handicaptijd op je te winnen als je stilligt, helaas. Ik zit echt te balen, felle zon ,proberen geconcentreerd blijven , 0,01 knoop door het water en afnemend, kortom ik zet hem op de automaat en ga met mijn kussen even op het voordek even liggen, denkbeeldig lig ik voor anker, ben meteen weg. Bij het eerste vlaagje schrik ik wakker, wind! De hoek is gunstig, ook voor de volgende rakken ,alles net bezeild precies zoals voorspeld. Een bijzonder moment was nog wel die avond dat het water volledig als een spiegel bleef en er toch 7 knopen wind stond. Waarschijnlijk door de alg in het water, die groene soep, geeft dat meer oppervlaktespanning en ontstaan er moeilijker windrimpeltjes, heel vreemd. Ook was er heel veel windshear, over de ene boeg lijkt het of je aan de wind heel ruim loopt terwijl je over de andere boeg recht tegen de wind in lijkt te varen volgens je vaantje. Ik zal jullie niet vermoeien over de oorzaak, maar in deze stabiele lucht was dit zeer aanwezig Ook nog weer een getob met een binnenvaartschip in het donker , waarschijnlijk weer door die magneet aan boord, op de AIS zie ik dat onze koersen kruisen, hij vaart de boeienlijn naar Lelystad, ik wil alleen maar snel de EZ 1 SB ronden om dan weer buiten de vaargeul naar de EZ 13 te varen. Die binnenschipper denkt uiteraard dat ik hem midscheeps wil rammen, hij weet niet dat ik om de boei meteen stuurboord ga. Ik krijg vol licht op mijn pet en besluit voor de zekerheid maar tijdig even te remmen. De enige duidelijke radicale oplossing is een 360° draaien zodat het daarna voor hem lijkt dat ik achter langs ga. Vaar je hier in alle eenzaamheid op het IJsselmeer moet je toch nog een 360° maken, bizar. Om 21.22 afgeklokt bij de EZ 13 Lelystad, dan naar de Marina om de 1e 6uur rustperiode te pakken.
De wekker kreeg me gelukkig weer wakker, en op voor het stuk naar Hoorn, waar ik weer 6 uur zal ankeren. Wind is nog steeds OZO en krimpt onder Lelystad door het waleffect iets, dus eerst over bakboord bij de OVD3 weg op de optimale windhoek bij deze wind met de gennaker. Bij 8-10 kts wind vaar ik op 145° windhoek, dus dit is flink afkruisen. Na een ¾ uur ruimt de wind inderdaad en gijp ik richting Hoorn waar ik in het opkomende zonnetje rond zevenen het anker uitgooi.
Ik ben benieuwd waar Bart met zijn J/133 zit. Of hij gaat me hier passeren terwijl ik voor anker lig, of ik zit al voor hem, geen idee. Bij de laatste stop Volendam zal het duidelijk moeten worden, ligt hij daar voor anker als ik aankom en hij moet 6 uur ankeren net als ik dan heeft hij me te pakken op line honours. In de middag om 12.53 anker op bij Hoorn en om 12.58 gestart bij de Sport-E. Mooi windje 5 kts, de A5 reacher op, windhoek 90°, 6kts door het water, kan niet mooier, wederom weer sneller dan de wind!
Maar te vroeg gejuicht, 2 mijl voor Volendam weer geen wind , draait alle kanten op, genny eraf en genua uit, en weer erop , zoeken naar ieder vlaagje, kortom ellende. Uiteindelijk weet ik om 15.08, na meer dan 2 uur over die 6 mijl, bij de MN 1-GZ 2 af te klokken en weer het anker uit te gooien.
Eerst zie ik hem nog niet maar als het tegen de avond wat rustiger op het water wordt en ik wat bijgekomen ben zie ik hem ineens liggen op 1 km afstand, Bart! Maar nu is de vraag, wanneer is hij gekomen, waarschijnlijk lag hij er al, en wanneer mag hij weg. Zit hij al aan zijn minimale 27 uur rust en mag hij na 6 uur weer weg dan zit hij zeker voor me. Of moet hij langer ankeren dan de verplichte 6 uur om aan zijn minimale 27 uur te komen? Afwachten, spannend!
Na toch een telefonisch overleg tussen de schippers hoor ik dat hij nog niet aan zijn 27 uur zit en pas om 22.00 anker op kan terwijl ik meer dan een half uur eerder weg kan. Line honours zit er in! Alleen moet er om 21.20 wel wind zijn anders liggen we om 22.00 samen stil bij de startboei. Bovendien ga ik in principe voor het handicapklassement en ga ik niet starten als er geen wind is, dat zijn dan te dure minuten.. En dan, 20.00 8 kts wind, 20.30 6kts wind, 21.00 geen wind!, nee hè, zal niet waar zijn. Maar dan gelukkig net voor ik anker op ga een klein zuchtje van 5 knopen, en starten maar. Na mooi bezeild naar Marken en nog even helemaal geen wind rond 22.00, uiteindelijk gefinished om 23.33.20 ! Line honours klassement is binnen! Wat een race weer, geweldig! Hoe ik in het handicapklassement zal scoren blijft nog even spannend tot zeker zondag 12.00, komt er nog wind voor de anderen of niet?
In de haven van Durgerdam moet het logboek en de tracker ingeleverd worden. De ontvangst is ondanks het tijdstip weer zeer hartverwarmend. Wedstrijdleider Joost van der Velde komt speciaal zijn bed uit en zorgt samen met zijn vrouw voor een hartelijk welkom voor de vermoeide zeiler met een heerlijke vers gezette kop koffie en een stroopwafel. Ook dit maakt de 200 mijls Solo tot het evenement wat het is , geweldig!
Het is net 12:00 uur geweest, boten kunnen nu niet meer reglementair finishen. Al ruim de helft van de boten heeft zich telefonisch afgemeld, omdat ze voor 12:00 uur de finishlijn niet konden halen. Zo het er nu uitziet hebben 28 zeilers de tocht reglementair uitgezeild. Iedereen spreekt van fantastisch weer, met mooie zonsopgangen, zonsondergangen en heldere nachten die bijzonder de moeite waard waren. Zondagmorgen hebben enkele deelnemers nog heel even dikke mist gehad, maar dat was van korte duur. Al met al is het een weer unieke wedstrijd geweest en zijn de reacties overweldigend positief. Met de mooie 200-Myls-SOLO-mutsen hebben Murphey’s law mooi in de maling genomen en hebben we zo het mooei weer afgedwongen.
Zeilers, stuur s.v.p. uw foto’s en anekdotes naar ons op voor publicatie op de website op verslagen@200myls.nl. We verwachten zeer spoedig de voorlopige uitslagen te publiceren. Houdt dat in de gaten, mochten daar foutjes in zitten naar uw idee, laat ons dat even weten op ‘uitslagverwerking’ op de contacpagina.
Een actiefoto aan boord van de Swinde van Gert Jan Koele, die nu ligt te rusten in Lelystad.
Vannacht zijn er weer een aantal deelnemers gefinisht. HoutNsteen heeft helaas op moeten geven door absoluut windgebrek. Zoals het er nu naar uitziet zullen ongeveer 25 boten tijdig de finish halen en het zal voor sommige volhouders heel spannend worden.
Vannacht om 00.15 uur meerde de eerste deelnemer af in Durgerdam. Het was de J-Xcentric van John van der Starre. Gevolgd op ongeveer een uur door de Batfish van Bart Dessaunois. De derde en laatste tot 09.00 uur is de SparklinGS van Richard van Leeuwen, met zijn nieuwe boot die voor de start nog maar 37 mijl gevaren had. De Bongo zal nu ongeveer finishen. De Inspirit is onderweg naar de P9. De Ten ligt op wind te wachten in Volendam!!!!!!!!!!!! Wij wachten af.
Vanmorgen om even voor half zeven zijn de eerste deelnemers uit de haven vertrokken naar de start. Het is een mooie stille herfstachtige ochtend. Binnen een half uur voer ongeveer 80% van de vloot richting de startboei, P9. Als een van de laaste vertrokken rond 8 uur de Dreamcatcher van Mabel de Vries en de ChillOut! van Henk Bulthuis. Ons nieuwe trackersysteem zal ervoor zorgen dat de vloot goed zal zijn te volgen op het internet.
Zoals vanavond aan de wedstrijdleider telefonisch gemeld, heb ik de race gestaakt. Ik wil de organisatie het handmatig uitpluizen van mijn logboek, omdat de tracker niet heeft gewerkt, graag besparen. Ik ben de race dus wel gestart maar na het rondje eilanden niet gefinished! Vandaag heb ik heerlijk gezeild op de Waddenzee. Overal had ik het tij mee. Vanaf Harlingen zakte de wind echter in. Terug op het IJsselmeer was het bladstil en dus ook erg warm. De vooruitzichten op een windverbetering zijn voor dit weekend minimaal. Volgende keer beter, hoewel dat qua temperatuur & zon bijna niet kan. Op de bijgevoegde foto, die ik vanavond bij Stavoren heb genomen, zijn, als je goed kijkt, twee ‘zeilende’ zeilboten te zien vanaf de VF B. Baan 2 competitors? If so, veel sterkte & succes toegewenst de laatste rakken! Ed Bijnsdorp, sy ‘Nimby’.
Op de site www.bijker.nu staan ongeveer 400 foto’s van de eerste dag bij de MN1-GZ2 bij Volendam. Gratis te downloaden en eventueel in groter bestandsformaat te krijgen in overleg.
Op dit moment zijn er helaas al een aantal afmeldingen van boten die het niet op tijd denken te halen. De windverwachting is niet erg gunstig voor de deelnemers. De koplopers, Batfish en J-Xcentric, liggen sinds vanmiddag bij de laatste boei de MN1-GZ2 voor anker voor de laatste rustperiode.
Bij de MN1-GZ2, woendagmorgen Realiteit aan boord van de Dreamcatcher.
“Hier doen we het voor”, is begeleidende tekst van Klaas aan boord van de Hjárta.
Zoals alle jaren hebben we ook de wedstrijd van 2011 geëvalueerd. Er waren minder evaluatiepunten ingebracht dan vorig jaar, maar wel inhoudelijk zeer goed onderbouwde punten. Deelnemers die eveluatiepunten hadden ingebracht krijgen terugkoppeling wat besloten is op basis van hun inbreng. De voorbereidingen voor de wedstrijd van 2012 zijn alweer begonnen, waarbij de beslissingen uit de evaluatie zullen worden meegenomen. Allenm bedankt voor het constructief meedenken!