Op woensdag 19 oktober was het dan zo ver, de prijsuitreiking van de 16e 200 Myls ‘SOLO’. Net als vorig jaar waren we nu ook weer te gast bij ZV Het Y in Durgerdam.Om half acht kwamen de eerste solozeilers, met of zonder partner, binnen en om acht uur waren er ongeveer vijftig man aanwezig. Terwijl de zeilers en hun aanhang van een kopje koffie en een plak cake konden genieten, begon het bestuur met de prijsuitreiking.De 16e 200 Myls ‘SOLO’ werd gekenmerkt door weinig tot geen wind en aangename temperaturen. Toch wisten 28 schipper reglementair te finishen. Complimenten voor hun doorzettingsvermogen! Hun geduld werd beloond: Omdat ze gefinisched waren kregen zij tijdens de prijsuitreiking het bekende en fel begeerde 200 Myls ‘SOLO’ gedenk plaatje.De bijzondere Jan Luyendijk trofee, die normaal wordt uitgereikt aan de deelnemer die een onderschijdende prestatie heeft neergezet, werd dit jaar niet uitgereikt. Indien mogelijk zouden alle 28 deelnemers die dit jaar reglementair zijn gefinsiched recht hebben op deze trofee. Dit, omdat ze het onmogelijke waar hebben gemaakt, ze hebben namelijk de 200 Myls ‘SOLO’ verzeild zonder wind!
De 3 prijswinnaars waren 3 J’s Dit niet te verwarren met de 2 J’s uit Volendam. Deze top 3 J ziet er als volgt uit (en we rekenen op sponsoring door J-Boats volgend jaar):
1. John vd Starre, met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
2. Bart Desaunois met zijn J-133 genaamd Batfish
3. Sander van Doorn met zijn J-92 genaamd Stinkfoot
DeLline Honours ging dit jaar naar John van der Starre met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
Per lengte werd er voor elke klasse ook nog een line honours beker uitgereikt deze top 5 ziet erg als volgt uit:
1. schepen groter dan 12 mtr, Bart Desaunois met zijn J-133 genaamd Batfish
2. schepen 10.5-12 mtr , John vd Starre met zijn J-111 genaamd J-Xcentric Ripper
3. schepen 9-10.5 mtr, Sander van Doorn met zijn J-92 genaamd Stinkfoot
4. schepen 7.5-9 mtr, geen schip gefinished
5. schepen kleiner dan 7.5 mtr, geen schip gefinished.
Een bijzondere extra prijs, beschikbaar gesteld door Hagoort Sails, werd uitgereikt aan Age van de Bles, omdat hij heeft doorgevaren tot het einde en daarmee met de langst reglementair verzeilde zeiltijd nog is gefinisht!. Age mag t.w.v. Euro 200,- gratis reparaties aan zijn zeilen laten uitvoeren bij Hagoort Sails.
Het bestuur en alle deelnemers bedanken onze sponsors; zonder hen zou de 200 Myls ‘SOLO’ niet gevaren kunnen worden.
Het bestuur wijst alle deelnemers er nogmaals op wijzen, dat er wordt gevaren volgens de regelgeving van ISAF off shore en dat elke schipper verantwoordelijk is dat zijn schip voldoet aan deze regelgeving. Deze regelgeving is er voor je eigen veiligheid. Hiermee minimaliseren we het risico ook ongelukken tijdens de 200 Myls ‘SOLO’.
Uit gegevens van logboek, tracker zijn de uitslagen berekend en gecorrigeerd voor fouten waar nodig. Daaruit is onderstaande uitslag samengesteld. De prijsuitreiking is inmiddels geweest, een verslag volgt.
De uitslag is geworden:
Net als afgelopen jaar, toen de Stichting 200 Myls ‘SOLO’ de KNRM sponsorde, zal de stichting dit jaar ook een goed doel steunen. Voor dit jaar is gekozen voor de Stichting ‘Sailability’, een organisatie die zich inzet om zeilen voor mensen met een lichamelijk en/of verstandelijke beperking mogelijk te maken. Stichting 200 Myls ‘SOLO’ zal voor elke boot die ons evenement dit jaar uitzeilt een bijdrage van Euro 10,- overmaken aan Sailability. Ondanks dat de 200 Myls ‘SOLO’ een solorace is, vaar je hem dus niet alleen voor jezelf en bewijs je anderen er ook een plezier mee. Meer informatie kun je vinden op www.sailability.nl
Tijdens het verwerken van de uitslag, vielen ons de volgende teksten in logboeken op:
Op dinsdagavond hebben we een gezellige en nuttige schippersbriefing gehad. Deze werd gehouden in het clubschip van ZV ‘Het Y’, waarvoor dank aan de ZV, de havenmeester en zijn vrouw.
Er was een opkomst van ongeveer 35 schippers, waarvan ongeveer 12 ‘Rookies’, ofwel nieuwelingen voor het evenement. Het bestuur en de wedstrijdleider lichtten enkele essentiële aspecten van het veilig, goed en leuk vervaren van de 200 Myls ‘SOLO toe en er waren diverse vragen. Verder werd benadrukt werd dat de 200 Myls ‘SOLO’ zich leent voor zeilers met verschillende doelen zoals ontspanning, alleen zijn, samen zijn, bezinning, prestatie en wedstrijd varen en werd de avond afgesloten met een gezellige borrel.
At the prize giving for the 16th annual 200 Mile Solo Race the organizers kindly praised the 28 ‘heroes’ — those who finished the race — not for their bravery in the teeth of vicious elements, but for patience and persistence as they managed to finish the race in nearly windless conditions. Most of the 83 starters, including all of the boats in the two smaller classes, failed to make the finish. Through a few first-timer procedural missteps and associated penalties Rebellion fell at the foot of the finisher table, but taking home some appreciated compliments as the lone finisher from the ’traditional’ Ijsselmeer course.
The Race
The ‘200 Myls’ is a highpoint of the Dutch shorthanded sailing calendar, a solo marathon that tests endurance as well as tactical, navigational, and sailing skills. There is one start and finish, but early in the race the competitors can select one of four courses, depending on their preferences, boat strengths, weather conditions or forecast, or in the case of Rebellion, somewhat convoluted and ‘eigenwijs’ reasoning that the early wind and flat conditions on the Ijsselmeer would work to great advantage. Participants must make a minimum of three rest stops, lasting more than 6 hours, of which one must be at anchor.
The Start
Unlike most races where all boats try to cross the start line simultaneously, given the sheer number and differences in boats the start takes place over a two hour period. All boats are equipped with automatic trackers but competitors must also keep detailed logs with buoy rounding times, conditions, and colorful comments. The staggered start also allows competitors who choose courses with offshore legs to try to begin the leg with favorable tide.
The boats had been jig-sawed into tiny Durgerdam harbour the days and night before, and in the early morning hours the puzze was carefully taken apart and the boats headed en masse to the start area. On the way out greetings and best wishes from Sander onStinkfoot and a few words of encouragement from John and J-Centric — a first intimation that the 200 Miles is more a shared experience than cut-throat competition.
The southerly wind allowed a spinnaker start, followed by two other spinnaker legs as all boats worked north on the shared early part of the course. With a moderate breeze Rebellion’s big blue and white light spinnaker filled out and in the first hours she overtook a number of the smaller early starters. Near Volendam the course angled further north and it was time to gybe. As noted all to often below, this can be a problematic maneuver even with a full experienced crew, a further challenge double-handed, and requiring careful execution and perhaps a favorable hand from above when solo. In a jibe the boat direction is changed so that the wind direction shifts from one aft quarter to the other. For boats with assymetrical spinnakers that attach to a fixed pole form the bow, the sail is shifted from one side to the other like a big genoa. For boats with traditional spinnakers like Rebellion, the spinnaker pole must also be moved from one side to the other. With a full crew this is done by quicky detaching the outboard end of the pole from the spinnaker and dipping the pole down, attaching the line from the other end of the spinnaker, and then swinging the pole over and up on the other side. Short-handed this is easier done by letting the pole hang from a line and then switching ends of the pole at the mast.
To ease the whole process Chris had just purchased a pricey autopilot remote control, so that course adjustments could be made when working the pole at the bow. Unfortunately, late in the first spinnaker run part of the bridle line holding up the pole (referred to by the crew as the ‘up-f*cker’) broke, and hence the only option was to try a one-man dip-pole jibe. In an unusual coincidence two other Scheveningen boats were at the buoy at the same time as Rebellion, John moving quickly past in J-Centric and Jan converging inEscxape, providing an audience for the maneuver. The pole was detached from the sail end, dipped down, and when standing up after placing the line from the other end of the spinnaker in the jaws of the pole, the heretofore tested but unused remote control caught on the rail, separated from the cheap Raymarine lanyard as likely intended, and dropped to the deck. As with any item that falls to the deck (winchhandle, sunglasses) Newtonian physics does not apply — the kinetic energy is briefly stored in the item as it stops for a moment, seemingly safe, but in reality only a teasing moment before it springs up again and dives into the deep. John and Jan must wonder why coarse English epithets came across the water during an otherwise uneventful jibe.
The Big Decision
The lead boats began arriving at the Lelystad buoy in late morning, as the wind began to shift and drop. Rebellion changed to the Code 0 and managed to overtake Martin on the lovely Ten before the buoy. Many of the faster boats rounded and headed back south to continue on Course 1, which involves a motor transit of the North Sea Canal before a long leg up the North Sea and across the shallow Wadden Sea. With dropping wind came an unfounded fear of a slow sail south a missing the tide on Course 1, and so for Rebellion it was onwards through the Lelystad locks to the Ijsselmeer. Rebellion was joined by Spirit and 713, who headed off on a different coarse while Rebellion soldiered on seemingly alone on Coarse 3.
The sea was flat, there was still a modest wind (should I have continued on Coarse 1?), and the sunset was magnificent as good progress was made northwards under spinnaker. It was also a new moon as darkness fell, the Milky Way lay across the sky, and the only fear was catching a fishing pot or running into one of the many unlit buoys on the inland sea. We rounded the course buoy at the very north end of the Ijsselmeer in late evening, and tacked back toward Enkhuizen for the first rest period. Near midnight we saw mast lights passing nearby and popped below to check the chartplotter; the AIS [a boat identification system] showed the boat as fellow solo sailor Arjen on Majic Potion, on another leg and course. After a half day we finally saw another of of our fleet, albeit only in passing. Near midnight we rounded a course buoy near Enkhuizen, and decided to make the first rest stop. There was little internal debate, even though the wind held light but steady, and at 1 am we rafted up to another boat in old Enkhuizen harbor — a somewhat unappreciative German couple. After a hasty cup of soup and sandwich we enjoyed six hours in a coma down below.
Lonely Days and Lonely Nights
The next two days were much like the first — unseasonably warm, cloudless and sunny during the day, with amazing sunrises and sunsets and inspiring moonless nights. Unfortunately the wind continued to drop and at times die altogether, leaving limp-sailed boats scattered across the Ijsselmeer with only the occasional motorboat driving through.
Day 2 began by quietly slipping away from the German couple and and setting off north again in a light breeze, making good time under spinnaker. As we approached the Breezanddijk buoy we slowly passed Olaf in Leef Je Droom (Live Your Dream), and after jibing we set off on a fast shy spinnaker run toward the top corner of the Ijsselmeer. The wind held around 7 knots and we managed the same in boatspeed, but the highlight was running past Jurgen in the beautiful Scylla, a venerable wooden Scyth design and the oldest boat in the competition.
At then next buoy we again came across Jan on Escxape, heading off on another leg, and a few others on the same course. We made a reasonably tidy spinnaker drop and bore away from the others toward our next buoy, and again found ourselves alone on the course. At this point the legs, sail selection, and weather are of lessening interest to the reader, but in summary we spent the next 48 hours trying to nurse tenths of knots in boatspeed out of whispers of wind. When not ghosting slowly to the next mark we were lying motionless for hours a stone’s throw from the next buoy, waiting for wind and watching the race clock tick (or eating the meager rations).
Late the second night we decided to stop in the fishing village of Urk, and managed (barely) to negotiate the narrow harbor channel using the chartplotter and sighting unlit buoys. Sleep came quickly, and still in darkness we made or way back to a lighted marker buoy to restart. As the sun rose a much appreciated light breeze also came up; we hoisted the spinnaker and set course for the next mark. As we passed the buoy we saw it had the incorrect number, hastily dropped the spinnaker, and sailed back toward the proper buoy while frentically getting the spinnaker ready to re-hoist. A classic lesson relearned — always trust a current paper chart over electronic aides. We also experienced a major failure at this juncture. When bounding back to the cockpit after dropping the spinnaker pole, the two-day-dirty jeans split up one leg to the crotch. As we found out later in the day, these were the only trousers in the seabag, the others no doubt neatly folded at home on the dresser. And for those of you who participated and made it this far in the narrative, this solves the mystery of why after finishing I was still wearing the stifling hot foul weather trousers.
The third day was much the same as the second, frustratingly slow on one hand but truly magnificent weather. On the plus side one mandatory rest period remained and had to be at anchor, and there was little chance of dragging an anchor in the windless conditions. Late the third night we decided to anchor in North Lelystad, in a veritable battleship row of solo competitors anchoring along the same shore. Sleep was fitful, as every passing boat prompted a quick prairie-dog peek above to make sure we weren’t dragging the anchor. It was also a restless night in that it was increasingly uncertain if the 200 miles would be completed within the time limit.
The Last Push
We slipped anchor at dawn (a poetic turn of phrase for hauling up the muck-covered anchor) and after passing through the Lelystad locks to the Markermeer, Rebellion loitered around the starting buoy and waited for wind. Two other solo boats joined Rebellion, our passing friend from the first night, Majic Potion, and the X-35 Fast Fox. The two others set off shortly before Rebellion on the spinnaker run in what turned out a prescient decision. The wind dropped quickly as the three boats approched the Hoorn buoy, with Majic Potioncrossing first and electing to make a rest stop, Fast Fox taking a half hour to make up the several boat lengths to cross the line, and Rebellion painfully creeping over with 0.2 knots boatspeed another half hour later. Rebellion elected to continue on the second to last leg form Hoord to Volendam, a short journey that normally takes around 90 minutes but in the dead air took 5 hours. The last 200 meters took an hour, amid pleasure boats at anchor with kids and teens frolicking in the water. We again came upon Leef Je Droomnear the buoy, and after rounding early Saturday afternoon both boats elected to take a rest in Volendam until the wind picked up.
Olaf elected to anchor outside the harbor while Rebellion was seduced by the opportunity to return to a former home harbor and enjoy some quiet time at dock. In early evening the wind appeared to be returning, interrupting a nap and prompting a swift return to the start buoy. Unfortunately the return was too swift, and by restarting 50-some minutes short of a full 6-hour rest period we were saddled with 5 hours in additional sail time and a penalty. Another (painful) lesson learned for next year.
The first leg to the Marken lighthouse was refreshingly quick in 5 kts wind under spinnaker, but after rounding the wind died yet again. While irritated with yet another lull and the prospect of a long night trying to keep Rebellion moving, there was relief that we would indeed complete the 200 miles with hours to spare. We finally came to the finish just before dawn slightly ahead of Ten, with a slight whoop and a big smile.
We followed Ten back to Durgerdam under motor, the latter thankfully coming back to lead us more closely after we nudged into the mud on one side of the narrow channel. Coming in to Durgerdam we were struck by the lack of other boats — and after tied up we learned we were the 9th and 10th boats to have finished the race. As surprising to me as the others, I was also the first and only boat to have finished Course 3. We were welcomed on the race committee boat for coffee and cookies, another sign of the hospitality and bond that is unique to this competition, and through the morning finishers were cheered as they entered the harbor.
Retrospective
Light conditions can take their toll more heavily than heavy conditions — only 28 boats completed the race, out of 80 starters. During the recent prizegiving the finishers were hailed as ‘heroes’, and the annual trophy for best individual effort was given to all finishers. John van der Starre repeated as the overall winner on his new J-Centric, Bart Desaunois earned second on Batfish, and to complete the J-boat sweep there was warm applause when Sander van Doorn and his J-92 Stinkfoot (and perhaps the smallest finisher) picked up the third place trophy.
It was very much a test of patience and perseverence, and no boat less than 9m (30 feet) in length completing the 200 miles. With time and place penalties Rebellion ended up in the 28th slot, but with an asterisk — it is the only boat to have finished the original and traditional Ijsselmeer course. More significantly, we have a much better appreciation for the support and closeness this race engenders, and look forward to taking part for years to come. The big question for next year — do I stay with the leaders on their favored course or defend my hard-won Course 3 title?
Dinsdag voor de start van de 200 Myls ‘SOLO’ ben ik al vrij en kan nog wat voorbereidingen treffen. Het onderwaterschip wordt al zwemmend glad geschuurd, overbodige spullen en zeilen gaan van boord. En vervolgens op de motor naar Durgerdam, want aan wind is duidelijk gebrek.
De haven van Durgerdam ligt lekker vol en ik kan een prima plaatsje vinden. Leuk om collega deelnemers weer te treffen. Zoals gebruikelijk wordt er op de steigers gesproken over baankeuze’s en windverwachtingen. Dat laatste was zorgelijk want de voorspellingen zijn ongunstig. Hoofdzakelijk een zwakke tot lichte wind uit het zuid oosten. Dat deed mijn denken aan de uitspraak van mijn moeder. Ook zij heeft jaren gezeild en vertelde dat elke wind wel iets had. “Een west kruipt vroeg in z’n nest, een oosten wind zet s ‘avonds door” Maar een zuid oosten wind, zo vertelde zij is geen wind, daar kun je niet op aan.
De middag voor de start gebruik ik om de boot klaar te maken voor de start. Alles in de kajuit wordt op vast plaatsen klaar gelegd; eten, drinken, zaklantaarns, kaarten, verrelijker etc Ook in de nacht moet ik alles letterlijk blind kunnen pakken.
Tijdens het palaver kregen we de laatste informatie door. Voorzitter Martin Selles is kort en bondig met name toen hij nog iets over ratings zei. Het gebruik van de trackers werd goed uitgelegd maar kon eigenlijk niet misgaan. Gewoon in de lader laten zitten en de gegevens worden automatisch verzonden. Van de zeilers wordt verwacht dat zij boeien dicht bij (15 mtr) passeren, alles wordt via de tracker gezien. Complimenten aan het bestuur, aan de voorbereiding kon het niet liggen.
Terug aan boord nog een weerbericht bekeken want ik moest langzamerhand toch een baankeuze maken. Baan 1 ging via het zuidelijk IJsselmeer door het Noordzeekanaal naar IJmuiden, vervolgens langs Den Helder via het wad door naar Kornwederzand, een rondje noordelijk IJsselmeer om vervolgens via Lelystad, Hoorn en Volendam te finishen in Durgerdam. En Baan 2, zuidelijk en noordelijk IJsselmeer, het wad, Marsdiep om Tessel en Vlieland heen, en terug naar IJsselmeer kon ook gunstig uitpakken. Zeker de laatste rakken op het IJsselmeer van baan 2 waren misschien gunstiger. De beide banen op het IJsselmeer liet ik buiten beschouwing. Eenvoudig weg omdat daar weinig winst te behalen viel.
Voor elke baan geldt dat je minimaal 27 uur rust moet nemen waarvan drie periodes van 6 uur aan één gesloten. In twee van deze periodes moet de boot afgemeerd liggen en één periode moet voor anker worden genomen. De tijd nodig om bijvoorbeeld een sluis te passeren of het Noordzeekanaal door te varen telt ook als rustperiode. Maar juist weer niet mee als een aan één gesloten periode. Dan moet de boot echt stilliggen.
Ik besluit woensdag morgen aan de hand van het laatste weerbericht mijn keuze te maken. Eerst nachtrust pakken. De nacht voor de start slaap ik onrustig, kennelijk door een gezonde innerlijke spanning.
Als ik s ’morgens mijn hoofd boven het kajuit dak uitsteek zie ik al diverse toplichten branden en zie ik hoe mensen zich klaarmaken. Mijn baankeuze stel ik verder uit en is afhankelijk van de wind bij de OVD 3. Daar kan ik nog kiezen voor baan 1 of baan 2.
Om 7.30 uur passeer ik de P9. Ik ben gestart. Onder Genua light zeil ik richting het Paard van Marken. Na 15 minuten spi gezet. Met een windhoek van 90 graden moet dat kunnen. Naast me vaart de Moshulu (X34) van Ronald Lettermeijer en achter me komt de Rebellion (First 35) aanzetten. Nabij het Paard horen we dat Fred Avezaat van de Sundace Kid jarig is. En het lang zal ze leven schalt over het IJsselmeer.
Van de MNGZ naar de Sport E wordt ik op mijn hielen gezeten door Moshulu, dat stimuleert mij om actief te trimmen. Niet onverdienstelijk de afstand wordt groter. Het kruisrak naar de OVD is een drama. Het begin was top en Ik haalt diverse boten in. In de buurt van de OVD 3 aangekomen gaat de wind er helemaal uit en lig ik geparkeerd. SparklingGS van Richard van Leeuwen passeert mij op 100 mtr afstand met redelijke snelheid. Hij heeft wind.
Ik besluit door te zeilen en te gaan voor baan 1. Na het ronden van de OVD 3 bleef de wind nog even weg en wat er aan wind was kwam uit het noord oosten. Terwijl ik naast de Bongo van Martin Selles vaar krijg ik wind uit het noord westen!! En laat Martin achter mij. Ik vaar4,5 / 6 knopen en de boten achter mij worden snel kleiner. Moshulu en SpranklinGS varen zeker twee mijl voor mij. Dat maak ik niet meer goed.
Om 18 uur passeer ik de Schellingwoude brug en om 21.15 uur meer ik af in Seaport Marina IJmuiden. Hier kan ik de eerste rustperiode van 6 uur pakken. Wanneer ik om 3.30 uitvaar zie ik de Ten van Martin Hingst tussen de pieren. Hij heeft ook voor baan 1 gekozen maar zijn rustperiode in Lelystad genomen.
Martin zet voor de Baloeran kardinaal al zijn genaker, maar ik zie dat hij deze later weer strijkt. Ik zet de spi wat betekent wel dat ik 5 tot 10 graden lager moet sturen. Ik verbaas me erover dat niemand mij na doet. En de Genaker van Martin komt ook niet meer tevoorschijn. Zo zeil ik weg van het veld waarmee ik gestart was en loop in op de boten voor me. In een prachtige nacht en onder spi loopt Inspirit tussen de 9 en 10 knp SOG. Dat schiet lekker op. Super genieten! De spi gaat eraf bij de SG boei en ik wordt via het Schulpengat naar Den Helder gespoeld. Ik kom net voor de Fast Fox (X35) bij de S11 aan. Dat geeft me een goed gevoel. Op het wad houdt Roemer, Fast Fox, me scherp. En zeilen we door naar Kornwed. Ik voel me bevoorrecht om zo te zeilen en te genieten van de zonsopgang. Om 11.00 uur meer ik af voor de sluis. Daar komen deelnemers samen en ook John van der Starre, J Xcentric, komt hier aan. Hij heeft voor baan 2 gekozen maar nog geen rustperiode genomen. Ik wissel weer naar Genua light want op het IJsselmeer verwacht ik niet veel wind.
We starten met een aantal boten bij de VF7 en zetten koers naar de WV20 bij de Oude Zeug. Weinig wind en niet tevreden over de voortgang. Ook hier weer Moshulu in mijn kielzog. Ik geniet als ik zie dat ik sneller zeil. Tussen de WV 20 en Hindeloopen liggen we een half uur stil….Echt stil. Jammer maar er zit niets anders op dan wachten op wat wind. Ik zie hoe de Swinde en Fast Fox eerder wind krijgen.. zij lopen weg. Van Hindeloopen naar de afsluitdijk is een spi rak. Niet spannend en dat geeft mij gelegenheid de nasi op te warmen. Een goede maaltijd was nodig omdat ik had besloten te blijven zeilen zolang er wind is. Ik stelde mij in om de hele nacht door te zeilen. Bij de Sport boeien besluiten deelnemers een rustperiode in te lassen. Er is nog wind dus ik zeil door. In een spiegelglad IJsselmeer loopt Inspirit nog 5 á 6 knp. En tussen Makkum en de KR B loopt de snelheid op tot 7 knp! En dat op in een totale blakte. Prachtig, maar bijna een surrealistisch gezicht. Het is inmiddels behoorlijk donder geworden en zie dat we nog maar met 4 boten doorzeilen. Het zijn de Ten, SpranklinGS, Catootje en Inspirit. In het voordewindse rak naar de WV19 haal ik SpranklinGS in en ligt op kop van het viertal. Dit houdt me zeker wakker. Vervolgens een kruisrak van 17 mijl naar de EZ D en ben om 4.30 in Lelystad. Na 26 uur zeilen ben ik best moe en besluit mijn tweede rustperiode te nemen. Ook de Ten, en Spranklings maken deze keuze. Achteraf was dit niet slim en had ik door moeten zeilen tot aan de Sport E bij Hoorn.
De volgende dag, vrijdag, is het rak van de OVD 3 naar Sport E een drama. De wind valt geheel weg en lig ik geparkeerd. Martin Hingst belt me om te vragen wanneer ik stop met het inwerpen van muntjes in de parkeerautomaat.
Toch haal ik na 4 uur zeilen de Sport E en laat het anker vallen. Hopelijk is er vanavond wel wind. Het is zomers warm en we liggen in gezelschap van 5 andere boten naast de Sport E voor anker.
Zaterdagmorgen om 0.30 uur start ik voor de laatste mijlen naar Durgerdam. De wind laat zich wederom niet leiden en bij de MNGZ hoor ik de kerkklok van Volendam 3 en 4 uur slaan. Martin Hingst gelooft niet dat er wind komt en meert af in Volendam. Als ik hem vertel dat hij wel minimaal 6 uur moet blijven liggen schrikt hij. Daar had hij niet op gerekend.
Ik martel door naar de P9. Martelen want onderweg blijf ik zelfs nog hangen in een gras veld…##!!#”.Even terugdenken aan mijn dingy tijd en zet mijn grootzeil dwars. Ik hoop zo achteruit varend de planten vrij te varen. Het lukt! Ondertussen is de Bongo in het zicht gekomen en zet de achtervolging in. Dat lukt hem niet en ik finish op precies 9.00 uur bij de P9.
Als vierde boot kom ik Durgerdam binnen. Een heerlijk gevoel gaat er door me heen. Maar ook jammer dat er een eind aan is gekomen. De ontvangst koffie van wedstrijdleider Joost ter Velde smaakt me goed. Ook Joost en zijn vrouw leveren een top prestatie.
Ik ben tevreden over mijn prestatie en zeker als ik van Joost ter Velde hoor dat zeker 50 boten niet zullen finishen omdat zij hebben opgegeven of door wind gebrek Durgerdam niet op tijd zullen halen.. Als ik hoor dat John van der Starre vrijdag avond al binnen is moet ik hem zeker complimenteren. John heeft ook dit jaar de 200myls gewonnen, Bart Desaunois is tweede met zijn mooie J 133Batfish en Stinkfoot behaald een derde plaats. Inspirit behaald een zesde plaats. In totaal zijn er uiteindelijk 78 boten gestart waarvan 28 reglementair gefinnished. Ik ben tevreden met de boot en met de prestatie. Volgend jaar zeker proberen het de J’s moeilijker te maken. Het was een top evenement.
Woensdag ochtend 28 september ben ik gestart voor mijn eerste 200 Myls ‘solo’. Het is heiig en stil en dus wacht ik op het anker nog even met starten. Ondertussen tuffen zo’n beetje alle deelnemers mij voorbij richting P9.
Ik start om ongeveer 8:00 uur en kan meteen de spinaker zetten. Het zicht is wat verbeterd en ik kijk tegen de achterkant van het deelnemersveld aan. Hoewel ik zo nu en dan een deelnemer met een hogere SW inhaal, kom ik niet echt dichterbij de massa.
Koersend richting SPORT-E, zie ik het veld strak aan de wind richting OVD-3 gaan. Ondertussen krimpt de wind en ik kan net voorbij de SPORT-E de spinaker al weer zetten. Een aantal mijlen voor de OVD-3 zie ik een heel veld deelnemers op een kluitje in een windstilte liggen. Ik heb echter nog steeds wind en loop met 3 knoopjes snelheid het veld binnen, waar we gezamenlijk de OVD-3 passeren.
Velen gaan door richting P9 (route 1) en een aantal, waaronder ik, start de motor richting de Houtrib. Omdat het niet echt meer waait ga ik eerst voor anker en hoop dat de windvoorspelling uitkomt. Dat blijkt zo te zijn en ik begin met een redelijke snelheid aan route 2 en de tocht over het IJsselmeer.
Het is nieuwe maan en 3 keer donker. Ik zie alleen de Flevocentrale en de vuurtoren van Urk. Uit de polder komt een lucht van uien overwaaien. De sterren zijn niet te tellen en zo nu en dan valt er een uit de lucht.
Met wisselende windsterkten bereik ik uiteindelijk Den Oever. Daar neem ik een rustperiode van 6 uur en ga daarna door de sluis voor nog eens een rustperiode aan de waddenkant, omdat ik het tij moet afwachten.
Ik schrik wakker. Shit, ik ben te laat. Ik pak een krentenbol en start mijn tocht rond Texel en Vlieland. Bij de eerste boei wil ik de tijd noteren en kom erachter dat ik een uur te vroeg ben weggegaan. Ik heb in mijn slaap niet goed naar de klok gekeken. Ik heb tot het Molengat de stroom mee, maar daarna krijg ik toch een knoopje stroom tegen.
In de Texelstroom jaag ik zo hard op de T5 af, dat ik hem nauwelijks kan ontwijken. Ik vindt de passage binnen 15 meter op stroom wel erg gevaarlijk. Je vliegt er met een gangetje van 8 knopen op af, terwijl de boei zelf ook nog eens 30 meter heen en weer giert.
In tegenstelling tot het advies van de organisatie durf ik met dit heldere en rustige weer best bij nacht door het Molengat. Het gaat niet hard en ik sta voorop met de schijnwerper de boeien te zoeken. Het voordeel van digitale navigatie is dat je precies weet wanneer je er een kunt verwachten. Ik vindt ze allemaal en na wat contact met een aantal tegemoet komende vissers en de verkeerscentrale in Den Helder, loop ik er soepeltjes doorheen.
Nog steeds met een knoop stroom tegen ga ik richting EG en het zeegat tussen Vlieland en Terschelling. Daar krijg ik een jort stroom mee, waardoor ook de schijnbare wind met een dikke beaufort toeneemt. Voor ik het weet zit ik in Harlingen. Het is onderweg ook wat drukker met Japanners[1] (deelnemers), die in Vlieland het tij hebben afgewacht. Eén van hen steekt in de Blauwe Slenk zo ver af, dat hij vast komt te zitten. Het is opkomend water, dus ik neem aan dat hij vanzelf weer los komt. Ik kan toch niks voor hem doen, maar omdat het toch wel wat lang duurt waarschuw ik de Brandaris. Het duurt niet lang of er schiet mij een berger voorbij. Er is weer wat te verdienen.
In Harlingen neem ik 6 uren rust. Daarna heb ik over de Boontjes stroom mee en moet 2 keer een slag omhoog maken. Op de laatste wind haal ik mede dankzij de stroom de BO7. Ik kan meteen door de sluis. Aan de andere kant is helemaal geen wind meer. Op het grootzeil drijf ik naar de VF7. Er komt langzaam wat wind en tot halverwege Stavoren gaat het goed. Ik moet eigenlijk door, maar omdat er toch geen wind meer is neem ik maar weer eens 6 uren rust.
Het wordt steeds lastiger om tijdig te finishen. Richting Enkhuizen is er helemaal geen wind meer. Ik kijk samen met HoutNsteen een aantal uren naar de KG. Ik zet de spiboom hoog en til met mijn extra val ook de lijhoek omhoog. Hierdoor wordt de spi een vlakke plank en kan ik er met dit lichte weer schijnbaar mee aan de wind varen. Zo nu en dan bolt hij even op en tegen de avond passeer ik de KG.
Verder drijven heeft geen zin. Het volgende rak is een kruisrak. Ik neem daarom de ultieme gok om Enkhuizen binnen te lopen. Als het dan ‘s nachts nog niet uit de goeie hoek waait ga ik uitslapen. De voorspellingen beloven niet veel goeds. Middernacht besluit ik dan ook op te geven.
Terugkijkend, concludeer ik dat ik wellicht mijn stop in Lelystad had moeten overslaan. Ik had tevreden moeten zijn met het beetje wind dat er toen was en moeten doorzeilen naar Den Oever.
Overigens heb ik een geweldige tocht gehad. Ongelofelijk wat een rust er over je komt onder deze omstandigheden. Ik doe volgend jaar zeker weer mee.
De organisatie wil ik bedanken voor hun inzet en toewijding.
Tot volgend jaar,
Jouke de Vries,
De Buurman
[1]Solozeilers varen met seinvlag 1, lijkend op de Japanse vlag.
Maandag 3 oktober: het zit erop en de wonden worden gelikt.
Oei, ik heb nog nooit zo’n heftige 200 Myls ‘SOLO’ gezeild.
Qua weer was het super mooi natuurlijk, woensdag en donderdag heerlijk zeil weer.
Maar dan de vrijdag en de zaterdag!!!
Dinsdagmiddag naar Durgerdam, de boot is zondag achtergelaten en klaar.
Op het laatste moment nog een reddingsvlot gescoord want wat niemand verwachte, de eerste zomerse week van 2011 is een feit.
En laat dat nu net samen vallen met vijf dagen 200 Myls ‘SOLO’ zeilen!
Op Durgerdam de bekende voorspanning en het begroeten van oude en nieuwe bekenden.
Lekker relaxed in het zonnetje en dromen van een zomerstochtje over de plassen en zeeën.
Route 1 is duidelijk favoriet en route 2 is een grote gok. De andere routes komen nauwelijks voor in dit zomers weerbeeld.
Om acht uur op het palaver de gebruikelijke toespraak over ontbrekend vuurwerk en niet complete veiligheidslijsten. Ik had mij gedrukt, want ik was druk met mijn broertje bezig, trackers op te starten. De nieuwe tracker moet eenvoudiger aangeven waar we uithangen straks.
Uiteraard werd ook na de uitreiking van de logboeken, mutsen en trackers nog even na gepilst in het gezellige clubhuis van de vereniging.
Maar vroeg naar de kooi, redelijk onrustig geslapen en om 6 uur opgestaan. Want vroeg varen is wel wenselijk met dit mooie weer. Bij zonsopkomst en zonsondergang is er wind. Overdag “vreet” de zon de wind op.
Halfzeven herrie maken: Sjouke Bus steekt net zijn hoofd boven het luik uit. Hij wil nog ontbijten en koffie drinken. Man het is toch echt een wedstrijd hoor!
Maar hij maakt los en ruimte, ik ontsnap via de achterkant naar buiten.
Bij de P9 start: drie minuten over zeven als derde weg, als ik goed tel. Ruime wind weg, eigenlijk net wel of net niet op de spi? Eerst maar op de genua. De “Ten” loopt onder de wal wel met gennaker maar echt veel sneller is hij niet. Even voorbij Uitdam loopt de Blue Jane over me heen. Laat dan zijn fok schieten haalt achter mij die weer aan en loopt weer over me heen, begint dan de fok weg te rollen en gaat uitgebreid de spi hijsen.
Dat ik één keer last heb van een snellere boot, ok! Maar na twee keer ben ik er klaar mee en loef boven hem uit, hij ziet maar met z’n spi.
Even later ruimt de wind en gaat ook bij mij de spi er op. Om Marken heen plat voor het lapje blijken gennakers redelijk instabiel in de afnemende wind, “Firestorm” was voor mij maar na vier keer gijpen is hij bij de GZ2 een honderd meter achter. En hij was niet de enige. Als het naar de Sport E gaat komen deze J’s en X-en natuurlijk allemaal weer langs en ben ik twintigste of zo, als ik deze rond.
Aan de wind kan ik op 10 gr. na de OVD3 aanlopen. Dat is niet echt verkeerd zeker als ik voor mij het merendeel van het veld onderuit zie zakken. Halverwege krimpt de wind naar het oosten en zelfs verder. Ik stuur bijna 20 gr. boven de boei. Dus een beetje knikken want overzeilen is ook niet nodig. Op 4 mijl voor de boei zie ik de boten voor mij allemaal afsturen en het lijkt wel of ik hard dichterbij kom! Ja hoor, men vaart een windstilte in. Nog gauw de hoogte terug pakken! Dat lukt niet helemaal maar met 200 meter onder de boei, kom ik nog goed weg. Even ruimte geven aan de Bloody Mary, en Allert en ik zijn binnen.
Maar NU?????
De meeste schepen gaan gelijk richting Amsterdam. “Da’s logisch” zou Johan zeggen.
Dat vind ik dus niet, met slappe spinnakers schiet het toch niet op! Dan eerst maar 6 uur ankeren misschien vanavond meer wind.
Om half negen weer anker op, gegeten en getwijfeld als een meid, 1 of 2 of toch 1?? Maar dat doet iedereen al en verlies je altijd van de grote snelle jongens.
Dus route 2, voor de dood of de gladiolen. Om kwart voor tien los bij de EZ13 en met een loopje van 4,5 tot 5 knopen gaat dat helemaal niet verkeerd. Bij de SB-C de spi gehesen en voor de wind naar Enkhuizen. Nou, om half drie was de wind op en mijn kaarsje ook. Dus aftikken bij de KG2 en in de Compagniehaven direct om de hoek voor anker. Ja, dat was de tweede keer al. Slapen als een blok. Maar nu kan ik niet meer het tij halen in Den Oever of Den Helder want daar moet je toch 5 uur voor laagwater weg en dat is om 16.20 of zo.
Dus donderdagmorgen om 8.45u weer varen. In de wetenschap dat het eigenlijk een hopeloze zaak is. Want het nachttij is eigenlijk te laat je komt dan vrijdag of uiterlijk zaterdag in de stilte terecht. Maar er is nu nog wind, dus opgeven kan ook in Den Oever of Den Helder nog. Het gaat niet hard zo plat voor de lap maar om half één klok ik af bij de WV12 en start gelijk de motor. De Hanse 34 die bij de LC11 een mijl voor lag is via sport B gezeild of zo en komt een mijl na mij bij de boei. Verdorie man schiet op dan kunnen we snel door de sluis. Maar dat valt tegen. De sluis schut net de andere kant uit GRRRRR kostbare tijd verspeeld. Als we dan eindelijk met een stuk of zes schepen in de sluis liggen gaan de deuren dicht en loopt de kolk vol. Dan……….. loopt de kolk weer leeg en gaan de achterste deuren weer open????? Is er iemand bang voor het Wad?
Nee, er komt een reddingsboot bij die moest ook nog mee. Al met al duurt het schutten tot over tweeën. Veel te laat natuurlijk. maar de enigste optie is doorvaren naar Den Helder en daar beslissen voor een stop of go. Het waait eigenlijk best lekker en met 8 mijlen onder spi start ik weer richting Den Helder. Maar kennelijk gaan mosselen en wind niet samen, want de hangcultuur eet de wind op en met 2 mijl zeilend en 3 mijl stroom schuif ik richting het Marsdiep. Dat wil zeggen “geloof ik”, want het is zo heiig dat Texel niet te zien is. Ik monteer dus nog snel de radarreflector want dit is niet plezierig zo stuurloos tussen de Teso en marineschepen om nog maar te zwijgen van de offshore jongens.
Maar alles gaat goed en als de T5 achter me ligt en de Teso achter me langs vaart naar het onzichtbare eiland maak ik maar een lunch. Want dat was er in alle haast in Den Oever niet van gekomen. Nog steeds stroom mee maar weinig wind, als ik in het Molengat de stroom tegen krijg kan ik wel terug stromen! Maar als de MG 16 daar is komt de wind wat terug en nog even onder spi maar dan loopt het uit het roer en komt de genua er weer op. Nog steeds loopt de stroom mee en het is toch al half vijf. Eindelijk komt de MG2 inzicht en ben ik het gat uit met stroom mee! Yes nu gaat ie goed. Ik zie voor mij nu ook enkel mede zeilers, tenminste wie is er anders zo gek om op dit tijd stip nog naar buiten te gaan?
Plots zie ik een rij oranje boeitjes, en was er niet iets op de marifoon over een persleiding Noordoost van de MG2??
Ik bel Wibren: “Hoe ziet een persleiding eruit”? Jij baggert toch met Boskalis boven Ameland en niet hier? Nou ja, dat ding is naar Texel verhuist want wij zijn klaar zie je. Maar je kunt om de nozzel heen varen, denk wel om de oppiklijn. Eigenlijk kun je ook over de pijp want die is maar één meter dik en ligt als hij vol is op de grond zeker 10 meter diep.
Ja, maar is hij al gebruikt? Dat weet ik niet. Dus hij kan ook drijven of zweven? Euh ja.
Dan er omheen 60 gr afsturen en achter mijn collega’s aan. Heerlijk zeilen, 7/8 mijl op de GPS, strak blauw en geen deining.
Man wat is de wereld weids en lief. Nou lief niet helemaal. Net voorbij De Koog sta ik op mijn gemak op het voordek even te kijken naar het aantal bootjes wat ik kan zien, vier zijn al om de EG heen en drie liggen nog voor mij. Ik draai mij om, om te kijken of er ook nog wat achter mij zit. Komt er een mus aan vliegen. Die lijkt achter op de preekstoel te willen landen maar komt net tekort. Hij zet weer even aan om nu op de kuiprand te gaan landen maar ook dat lukt net niet. Ik zie hem achter het schip verdwijnen in een uiterste poging om op de beugel van de zwemtrap te landen. Helaas het volgende moment ligt hij in het kielzog en spartelt wanhopig met zijn vleugeltjes. Dit is het moment voor mijn reddingsvlot!!!
Maar ook dat gaat hem niet helpen, denk ik. De zee geeft en de zee neemt. Helaas Spetter, maar dat is je lot.
Red,White and Blue
Bij de EG wordt het spannend, hoe hoog kan ik komen om Vlieland aan te lopen. 60 gr. Dat moet net kunnen over de ondieptes voor de geul en dan vlak voor het hotel langs.
Bij de Vliehors loop ik boven een Elan 33 langs die aan het fok wisselen is en verder loopt wat lager een witte Spirit, lijkt wel. Vlak voor de ZS11 gaat de wind eruit maar door bovenstroom van de boei te blijven, stroom ik met 3,2 mijl op de boei. Mijn witte maatje heeft minder geluk, hij komt een mijl onder de boei uit en gaat eigenlijk te laat overstag.
Zijn voorsprong van 2 mijl is hij bij de boei kwijt. Net bij achten loop ik de Vliesloot binnen en met de laatste stroom rond ik, in het bijna donker, het havenhoofd.
Een vriendelijke dame vangt mij op en samen leggen we de boot vast.
Waar komen al die late schepen vandaan is haar vraag? Dát zijn nu solo zeilers, van die gekken die vanmorgen uit Enkhuizen gingen en al drieëntwintig keer opgegeven hebben. Maar dan bij nacht en ontij toch een haven aanlopen. Nou dan wilt u vast nu een warme hap maken en slapen? Dat plan leek mij uitstekend dus na de elektrische navelstreng uitgelegd te hebben (ik had de hele dag met hek, boeg en stoomlicht gevaren) heb ik met kip, tomaat lente ui en risottorijst een lekker pannetje gemaakt. Samen met twee groene Grolschjes gleed dat zeer voldaan naar binnen. Op mijn sloffen ben ik naar de douches gesjokt. Daar heb ik twee dagen zweet en zout afgespoeld want het was klef warm geweest.
En een half uur later tussen de lappen gekropen. Nog even de wekker zetten. 7 uur of 8 uur? Het kan ook nog om 9 uur want hoogwater in Harlingen is 12.30u. Maar met weinig wind en kruisen? Dan kunnen 2½ uur zomaar drie of vier worden zeker als er niet teveel wind is.
De wekker gaat op half acht.
Om kwart voor zeven wordt ik wakker, bier drinken is lekker maar het moet er ook weer uit.
Er staat een beetje wind en stel je nu eens voor dat het stil wordt, dan mis je dit.
Dus toch maar bed opruimen, ontbijten en gaan. Precies met het opkomen van de zon verlaat ik Vlielandhaven. En om 8.00u klok ik de ZS11 weer. Mooie bries man, lekker het water tegen de rand, volle bak gaan, over bakboord op de Robbenbank aan.
Niet helemaal oversteken want dan trek je de West Meep in. Dan in één haal over het Vlie naar de Blauweslenk, over bakboord de Blauwe Slenk door. Twee slagen maken om voor de Pollendam te komen.
Dan twee slagen om vrij te blijven van de Terschellinger boot en een woeste Urkerkotter en om half elf is de BO44 daar. De wind is er nog steeds en 8 uur wachten voor een tijstop is zonde, bovendien lijkt de Boontjes bezeild. Door heel hoog te sturen en wat te stelen buiten de boeien loop ik in één slag de boei bij Zurich aan. Ook loop ik een Winner en de NKE, een X-31, op de kont. Samen door Kornwerderzand. Ik wacht niet, het waait nog en Oude Zeug is bezeild. Om één uur starten we weer bij de VF7. Die X-31 loopt net zo hard als mij of ik als hem.
Bij de WV 20 is hij net 50 meter voor. Nu op naar de VF B bij Hindeloopen. Oei, dat is net aan bezeild, maar met 36 gr. aan de wind lukt het in een afnemend windje net. Nu verliest Pim Schulp van de X-31 het op hoogte en komt een 100 meter achter mij aan. Wat wordt het moeilijk met 1,5 knoop samen op het Vogeleiland aan. Door te sms-en over en weer weten we elkaar te motiveren. En af en toe brullen we het uit van geluk als we twee mijl op de klok hebben.
De zon zakt achter de molens bij Medemblik als we de KR B ronden.
Nu nog door naar Enkhuizen, ook dit rak doen we samen, vlak voor de KG2 geeft Pim aan dat zijn kaarsje op is en de accu leeg. Hij gaat naar binnen. Ik zit te rekenen: ca. 65 mijl te gaan, 2 mijl per uur is nog 32 uur varen. We hebben dan nog 38 uur over! Met een verwachting dat het wel minder maar niet meer wordt! Ik ga door! Om half twaalf ben ik met een beetje wind bij de SB C. Niet verkeerd als het mee zit kan ik ongestraft in Lelystad een paar uurtje slapen pakken. Dat hoeven er dan geen zes uur te zijn zoals op andere locaties. Maar oh wat vergis ik mij. De slag naar het Enkhuizerzand gaat nog net maar als ik dan naar Urk wil is Aoles echt gaan slapen.
Er is geen houden aan maar met elk zuchtje uit een ander richting of helemaal niets draait tot twee keer toe de Foddebosk 360 gr. rond of was het vermoeidheid? Ik kan wel grienen en janken wat een verdriet. Hier gaat een leuke klassering. Tandenknarsend en ogenwrijvend houd ik me warm onder een deken terwijl de dauw van het zeil af loopt en in mijn nek druipt. Daar blijf je dan wel weer wakker van.
De EZ1 lijkt haast onbereikbaar ver weg, pas om kwart over zes ben ik bij dat groene monster. En dan komt er weer wind uit het Zuidoosten dus door naar de EZ13, daar finish ik tegen zeven uur.
Dan komt de ham vraag: rusten of doorvaren? Hoe kostbaar is de wind en hoe kostbaar is een paar uur slaap? Ik ga voor de wind.
Het schutten gaat soepel als je alleen in de sluis ligt. Om half negen klok ik de OVD3 en met een 2 knoops gangetje gaat het onder spinnaker naar Hoorn. Ga ik het halen? Dat is nu de grote vraag. Alles lijk gunstig nog 28 uur en nog een twintig mijl te gaan. Bovendien hoef ik niet meer te rusten, 6 uur bij Lelystad en Enkhuizen voor anker en meer dan 10 uur op Vlieland zijn voldoende. Dit moet lukken, misschien kan ik bij Volendam nog 6 uur slapen?
Maar die hoop vervliegt met dat de zon echt door komt. De wind valt weg en komt niet meer terug. Van narigheid ben ik maar in de kajuit gaan zitten en een boek gaan lezen, want de hele dag in de zon is slopend. Om half drie ben ik bij de Sport E en de tijd begint te dringen. Gelijk door naar Volendam, misschien brengt de zonsondergang nog een vlaagje wind. Ik heb ondertussen wollen draadjes in de reling en het achterstag geknoopt om maar geen zuchtje te missen.
Het gemiddelde is niet meer belangrijk, dat is vannacht bij Urk al om zeep geholpen, maar binnenkomen is op zich al een prestatie. Even lijkt met het weg zaken van de zon wat wind te komen maar meer als twee zuchtjes zijn het niet. En al die ganzen die een nacht verblijf zoeken gakken er rustig oplos. Tegen elfen is de GZ2 in zicht, een klein beetje wind uit het Noordwesten doet mij de spinnaker weer hijsen. Om de boei komt de wind weer uit het zuidoosten dan wordt hij zuid dus alles na het gijpen ook maar weer weggehaald. Vlak voor het Paard van Marken een zuchtje uit het zuidoosten, weer wordt de spi gehesen en zo ronden we hoopvol het eiland. Maar alle hoop vervliegt en de spi wil niet staan zo weinig wind is er. Bij Uitdam komt er mist opzetten. Dit brengt een klein beetje wind uit…. het noorden, spi weg en een knik in de schoot. Ik glijd richting de P9. Nu heb ik om de een of andere stomme reden deze niet goed in de GPS staan. (3082 mijl is te veel) dus heb ik de P11 in gegeven. Die ligt iets verder maar als ik deze onderhaal loop ik vanzelf op de P9.
In de mist neemt de wind weer af maar ik hoop toch om ca 6.30 bij de boei te zijn.
Op 1,6 mijl van de P11 zie ik onder mij een vaag groen schijnsel.
Verbeelding, oververmoeidheid? Stel dat het wel de P9 is en je mist hem, dan zou je daardoor gediskwalificeerd worden?
Toch maar verkennen, terug sturend, plat voor de wind merk ik dat de wind er weer mee ophoudt. Als ik na een kwartier aan kom bij de boei is het de P5, zoals gemeten op de kaart. Oké, dan nu nog even naar de P9, helaas nu is alles op en wat er is, is West ik moet kruisen en dat zonder snelheid over het kanaal. Ik vind het doodeng en probeer over stuurboord uit de vaarweg te komen. Ondertussen ben ik zo moe dat hallucinatie en werkelijkheid met mij aan de loop gaan. Ik tel zomaar tien binnenvaartschepen. Maar mis diegene die net voorbij is gelopen. 48 uur zonder noemenswaardige slaap eisen hun tol. Het zeilen wil niet meer en keer op keer ga ik veel te vroeg overstag.
Pas om half acht rond ik de boei samen met Skip Intro, een FF. Daar ben ik volgens mij woensdag morgen ook mee weggegaan. Maar ook dat weet ik niet meer zeker. Ik ben helemaal uitgewoond en zie dingen die er niet zijn.
Op mijn laatste adrenaline tuig ik af en vaar de haven in. Henk en Martin feliciteren mij als ik binnen vaar, zij moeten me twee keer uitleggen dat ik wel naast een X om de hoek kan liggen. Daar aangekomen zie ik een vrije box. Ik trek nog een keer de boot in zijn achteruit en leg vast. Ik wil maar een ding: slapen, slapen, slapen en wel nu. Na drie uurtjes maar weer opgestaan en mijn vrouw begroeten. Nog even een ontbijtje dat voelt weer wat beter.
Om 12.00 u heb ik de stukken ingeleverd en heb de boot overgedragen aan mijn vrouw die het wel geinig vond om solo via Enkhuizen naar Lemmer te zeilen!!!
En ik? Ik zag nog steeds spoken, bootjes op de A1 bij Muiden, bootjes op de A6 bij de Naarden en bij de Ketelbrug, en overal maar stoppen. Wat bezield die watersporters toch?
Nu twee dagen later is de adrenaline weer op normaal peil. Maar als je mij vraagt wat is zwaarder, storm of windstilte? Doe mij maar storm! Windstilte maakt je gek!
Woensdag 28 september om 7.52 uur vaar ik langs de P9, een groene boei aan de Pampus geul, valk bij Durgerdam. Ik ben gestart met de 200-Myls ‘SOLO’, een zeilwedstrijd van 200 mijl die ik alleen moet varen. Ongeveer 390 km plus wat extra om een aantal sluizen te passeren en af en toe een rustplaats op te zoeken. Het eerste doel van de 200 Myls is het uitvaren, benadrukte de voorzitter gisteren avond tijdens het palaver. Het tweede doel is om dat met veel plezier te doen en te genieten van boot, water, wind en licht. Maar het blijft een wedstrijd en dat zit meer verankerd in mijn lijf dan ik vaak doorheb. Adrenaline willen voelen, een soort vleselijke lust, hoe je het ook noemt, het moet gebeuren, het moet uitgeleefd.
Mijn schip, de Rep & Roer, een Pion uit 1973, is er helemaal klaar voor. Alle overbodige gewicht is eruit en de proviand voor 3-4 dagen is aan boord. Plus een extra zeil voor bij weinig wind (een licht weer spinaker), want dat zal het thema worden: weinig wind. De windverwachting is afnemend…van woensdag naar zaterdag steeds een punt op de Beaufort-schaal minder. Dat bepaalt in hoge mate mijn strategie voor de komende twee dagen. Zo lang er wind is en ik snelheid kan blijven maken wil ik zoveel mogelijk mijlen maken. Rusten kan ik ook wel bij weinig wind.
Rustpauzes zijn een verplicht onderdeel van de wedstrijd. Om ons een beetje tegen onszelf te beschermen en de sfeer aan boord veilig te houden. Ik moet voor de finish minimaal 3 keer 6 uur gerust hebben, waarvan een periode voor anker. De aan- en afvaarten naar sluizen en tot de volgende (herstart) boei geld ook als rusttijd. Samen moet dat minimaal 27 uur zijn. Erg ingewikkeld om allemaal rekening mee te houden, en er blijken elk jaar weer deelnemers die zich verkijken op het reglement.
Bijna alle schepen starten tussen 7 en 8 uur, sommige wachten iets langer. Dat mag, alles is solo, dus ook de start. We moeten zelf onze starttijd noteren in ons logboek en ook de tijd we de boeien ronden die de baan markeren. We kunnen kiezen uit 4 verschillende banen, ook dat maakt de 200-Myls erg solo. Ik kies baan nummer 2: over het Markermeer, het IJsselmeer, bij Den Oever het wad op, langs Den Helder, om Texel en Vlieland heen, via Harlingen naar Kornwerderzand en dan weer over de bejaarde Zuiderzee terug naar de P9. Waarom deze baan? Omdat het de uitkomst was van een gesprek met vriend Bart, eerder in de week. Omdat ik dan op Vlieland een kadootje kan kopen voor mijn vrouw, om goed te maken dat ze me dit jaar zal missen op haar verjaardag. En omdat bij de boei OVD3 in Lelystad de schepen ophopen wegens weinig wind. Als ik nu door de sluis vaar kan ik de windstilte mooi gebruiken als rusttijd ipv vaartijd. Maar wat is strategie waard als je moet leven van de wind? Zolang het waait wil ik blijven varen. Als ik tussen middernacht en 3 uur ’s ochtends bij Den Oever ben, heb ik het getij mee om de Waddenzee uit te varen en loopt de stroom daarna over de eilanden de goede kant op. Dat zijn gratis mijlen die ik niet hoef te zeilen, dat is de bonus van deze baan over zee (en ook het risico).
Deze eerste ochtend is meteen het feestelijkst. Alle schepen zijn nog van de partij, hun gekleurde spinakers als vlaggen op het water, zonneschijn en een vriendinnenwindje mee. Ik zet de stuurautomaat aan en speel zelf met de schoten van de spinaker om steeds maximale snelheid te kunnen maken.
Spelen blijf ik doen als de wind na Hoorn wat minder wordt. Omdat ik moet oploeven, kan ik de spinaker niet meer gebruiken, maar wel wat extra zeil. Om me heen varen de moderne boys met genakers en code-0 ‘s. Daar kan mijn Genua niet aan tippen, zeker niet omdat die van vrij zwaar zeildoek is. Toen we nog jong waren, bij Zeilclub St. Joris, zouden we een extra zeil fabriceren, met een kluiverboom, voorop het schip. Ik besluit nog jong te zijn en even later loop ik een half knoopje harder met mijn do-it-yourself kluiver. Ik sluip in op een groepje boten voor me. Zelfs op het snelste schip van het veld, een X45 met een sw van 83, loop ik in. Is dat de grootste kick? Later in de strijd blijken de consequenties van mijn jonge hondengedrag. Als ik dan de spi weer zet met wat meer wind, knipt de boom. En dat precies op de plek waar ik heb met de kluiver het zwaarst heb belast. Is het verschil tussen jonge en oude mensen is dat de laatste meer fouten hebben gemaakt?
Omdat een mannenboot vaak ontaardt in chaos neem ik me voor om braaf tegen zessen het diner te serveren. Op de kaart staan verse biologische sperziebonen, ambachtelijke braadworst van biologisch lamsvlees, pittig gekruid, op een bedje van gekookte gerst. Het culinaire hoogtepunt van de trip. Hoewel de salade met MSC gecertificeerde gerookte makreel, die ik de volgende dag als lunch klaar maakte en waar ik een half glas rosé bij dronk, ook erg lekker was.
Na de laatste slok brandt licht aan stuurboord de hemel rood op met purper roze wolken. Aan bakboord, de westelijk hemel, is het rood roder en zwaarder. Als de zonder verder zakt begint het water te glimmen in rood en paars, zo mooi, dat ik niet weet hoe veel ik hier van op moet zuigen. Het is de eerste van 4 hele mooie avond hemels waarbij het laatste daglicht een wonderlijke kleurendans opvoert. Als het water, 2 dagen later, geel en blauw opvlamt vraag ik me bezorgd af of ik toch niet meer moet slapen. De kleurendans verzadigt in een donkere zwarte band op de horizon. Aan de bovenzijde is het zware rood, daarboven oranje geel dat verfletst in helder licht blauw. Zwart-rood-geel, is dat niet de Duitse vlag, bedenk ik ineens, maar dan op zijn kop? Bedoelen ze dat met het avond land?
Ik ben op het nippertje in Den Oever, het tij loopt nog mee en de sluis draait 24×7. Mijn lichte euforie krijgt echter een flinke knauw als ik aan de noordzijde de sluiskom wil uitmotoren. De dieptemeter piept en voor ik het weet staat de display op 1.4 meter diep. Rep & Roer steekt 1.7 meter diep. In een reflex laat ik het zeil los, zet de motor in zijn achteruit en geef vol gas. Er komt weinig beweging naar achteren. Vastgelopen in de haven, schreeuwt het door mijn hoofd. Het tij verloopt, terwijl ik moet wachten op hoogwater. Of erger nog, tot een sleepboot me moet los komen trekken….. Een pijnlijk moment. Want had ik beter op de kaart gekeken, dan had ik gezien dat er een onverlichte rode boei zou liggen om deze ondiepte aan te geven. Nu zag ik die boei pas toen ik na 5 minuten volgas achteruit en flink wrikken met het roer, langzaam in achterwaartse beweging kom en ik de diepte meter weer langzaam op zie lopen. Mijn pijnlijkste moment.
Eenmaal buiten liggen de rode en groen lichten in duidelijke paren. Aan de helderheid van het licht concludeer ik welke poort het dichtste bij is. Daar stuur ik op af. Slingerend door de geul met stroom mee. Bij boei VG 17 zijn grootzeil en spinaker weer gehesen, de motor gestopt en ik weer in de race. Na een dik uur, de lichten van Den Helder zijn al duidelijk zichtbaar, duikt aan bakboord opeens een zwarte schim in het water op, vlak naast het schip. Ik wil uitwijken naar rechts, maar daar is net zo’n schim. Shit, ik vaar dwars door een mosselveld. Overdag zijn het lange slierten aan elkaar gebonden blauwe Jerrycans. Nu lijken het lage dijkjes. Ik kan allen rechtuit blijven varen. Is daar een opening?
Mijn tweede spannende moment beleef ik even verder. Ik ben dan de vaargeul overgestoken en vlak onder Texel . Zodra ik boei T2 heb gehad zoeken mijn ogen de MG16. Ik zie niets, helemaal geen boeien. Alleen achter me, langs het Marsdiep. Gekraak op de marifoon brengt me op het idee om Verkeerscentrale Den Helder op te roepen. Ik schrik van hun mededeling dat de lichten van alle boeien in het Molengat zijn verwijderd. Maar ze geven me ook de afstand en de richting naar de eerste boei. Blijkbaar zien ze mijn positie op hun radarscherm. Ik vaar in opgegeven richting en als ik de donkere ton zie klopt dat eigenlijk precies met de plaats die mijn GPS nu aangeeft. Ik besluit op mijn GPS verder te varen. Om de 700 meter ploppen de donkere boeien toch steeds als een verrassing naast het schip uit het donker. Ik heb hele goede ogen, ik kan ’s nachts goed zien, maar deze boeien zonder licht vind ik een verkeerde bezuiniging op een rechtse hobby. Mijn pc-tje helpt me trouw door de geul heen tot bij de laatste boei, de MG 2.Dan valt de stroom uit en slaat hij af. Toeval of niet, nu kan ik wel weer verder met de kaart. Eerst 4 mijl naar het noorden en dan evenwijdig aan de kust verder tot Vlieland.
Mijn mooiste moment, als een sprookje, is het begin van de ochtend. Als de kop van Vlieland uit de nevel, in zilver zonlicht, opkomt. Terwijl ik daar vaar, over de zee, met een heerlijke wind en weer volop zicht.
Elke reis heeft zijn dieptepunt, ook culinair. Op Vlieland at ik tegenover de Veerboot “Echte Vlielandse vissoep”. Bruin, te dik gebonden en met een compleet doorgelopen smaak die alleen in de verste verte deed denken aan vis. Als ik de volgende dag een zak AH-excellent bouillabaisse open maak, lijkt die er in eerste instantie op. Gelukkig is de smaak veel helderder en zijn de klontjes nu wel te onderscheiden als verschillende soorten zeevrucht.
Na mijn eerste echte rust, op Vlieland, vaar ik met instromend water de Waddenzee weer op. Weer is de avond mooi en wordt het vroeg donker. Vlak bij Harlingen maak ik lange slagen op de stroom langs de Pollendam in het donker. Hoewel de lichten duidelijk zijn is het kikken om zo ver mogelijk naar de dam te varen en toch zeker te zijn dat ik die niet raak. In Harlingen moet ik drie uur wachten tot de Waddenzee weer leeg stroomt en me door de Boontjes kan meevoeren naar Kornwerderzand. Het hele rak is precies bezeild, scherp aan de wind. Ik vaar van boeienpoort naar boeienpoort met de stoere Orion aan mijn bakboordzijde.
In de sluis van Kornwerd ben ik ook weer het enige schip waarvoor de sluismeester in rep en roer moet komen. Het is zaterdag, 4 uur in de nacht. Op het IJsselmeer staat een mooie wind. De rakken kan ik scherp aan de wind bezeilen. Dit gaat geweldig. Als ik zo doorvaar ben ik morgen vanavond bij mijn schatje op haar feest. Als ik bij Enkhuizen de KG boei nader beleef ik mijn domste moment. De boei die ik zie lijkt geel te zijn ipv rood-wit. Nu heb ik onderweg al meer boeien gehad zijn verplaatst en waarvan ik nog de oude coördinaten in mijn kaart en in mijn GPS heb staan. Zouden ze deze ook hebben verlegt? De Catootje vaart al een tijdje schuin voor me en draait richting Enkhuizen. Ik besluit daar ook heen te gaan, op zoek naar de KG. Maar die vind ik niet. Wel vind ik de KG1. GVD rijm ik heel hardop. Ik draai er om heen en vaar naar de volgende boei. Even later kom ik lang een wit-rode. Het is de KG. Precies op de plek waar die in de kaart ook staat en waar ik toch duidelijk een gele zag liggen. Gezichtsbedrog? Vermoeidheid? Of allebei?
Tegen de tijd dat ik de boei bij Lemmer bereik is de wind gehalveerd. Na Lemmer zakt hij helemaal onderuit. Ik dobber naar Urk en vandaar naar Lelystad. Mijn snelheid zakt regelmatig naar 1 of zelfs 0.5 knoop. Ik ben zo laat in Lelystad dat ik besluit om daar mijn eerste echter anker-rust te nemen. Om 20 uur laat ik het anker zakken, vlak bij de eerste boei. Dat betekent dat ik het om 02.00 uur weer mag ophalen. Om 2.33 uur vaar ik verder naar Hoorn. Er lijkt wat wind, maar het is erg mager. Tergend langzaam kruip ik naar Hoorn. Om 8.44 ben ik bij de boei, net achter de Trudel, maar ook net voor de Goudvis, die me onderweg had ingehaald. Met tegenzin moet ik in Hoorn ankeren, er is echt geen wind.
Het genantste moment vertel ik natuurlijk liever niet. Ik moest hoog nodig terwijl om me heen een kring van andere boten voor anker lag èn ik geen vuilwater tank heb. Ik heb een instant Nonolet nagebouwd dat uitstekend werkte!
Om 14.55 mag het anker omhoog. Ik wil graag verder. Hoe blij ben ik als het tegen drieën af en toe een vlaagje geeft. Om vijf over drie lijkt het een beetje te waaien. Het zal niet hard gaan, maar anders loop ik het risico dat ik Durgerdam niet haal voor zondag ochtend 12 uur. Ik besluit te gaan. Na twee uur stoeien met de spinaker, bij weinig wind zakt dat ding in elkaar als een soufflé zodra je de ovendeur te vroeg open doet, ligt de Sport E nog zichtbaar dicht bij. Het stronkje van de witlof dat ik voor op het schip overboord gooi is pas na 30 seconde bij het achter schip. 9 meter in 30 seconde! Op de GPS blijk ik in die twee uur 1 mijl verplaatst te zijn. Ik bel naar huis omdat ik overweeg om af te haken, de motor te starten en naar huis te varen. “Wat voor kwaliteiten heb je nodig in een windstilte” vraag ik met lichte wanhoop aan mijn zoon, als ik even naar huis bel om te overleggen? “Geduld”, zegt hij spontaan. Mijn zwakke plek en ik besluit door te gaan. Om 22 uur ben ik toch maar weer een boei verder dankzij die prachtige spi van vriend Bart. Wat kan ik toch blij worden van kleine spontane dingen die anderen zomaar voor me doen!
Daar ga ik weer voor anker. Ik besluit de wekker te zetten en elke anderhalf uur te kijken of het waait. Nu gaat het er om spannen. Ik moet nog 8 mijl, en waarschijnlijk deels tegen de wind in, en met zo weinig wind heb ik daar zeker 8 tot 10 uur voor nodig. Om half twee schrik ik wakker van de wekker. Er is nog een heel klein beetje wind. Hiermee red ik het niet, dus ik ga weer slapen. Om 4 uur wordt ik weer wakker, ik zie een lichtje (andere boot?), maar het waait nog minder? Om 5 uur sta ik echt op, ik houd het niet meer. Om 5.34 rond ik de MN-GZ boei en zit ik weer in de wedstrijd. De spinaker vangt af en toe een zuchtje wind: snelheid een knoopje of een. Ik sukkel naar het paard van Marken. Daar moet ik oploeven en komt er teven iets meer wind. Heel voorzichtig kruis ik tegen de wind in: snelheid 2-2.5 knopen. Als dat zo blijft, dan haal ik het. Ik wordt ingelopen door Roemer die een groter en sneller schip heeft, maar ook dieper steekt. Als ik de golfjes op het water alleen bij de kust zie en het snelheidsverschil met Roemer kleiner wordt naarmate hij verder weg vaart, besluit ik vlak onder de kust te blijven.
Het is een bekend fenomeen uit de meteorologie: bij heel weinig wind op warme dagen is het aan de kust waak winderiger dan midden op het water. Een randeffect veroorzaakt door thermiek. Ik ga vaak over stag om zo dicht mogelijk onder de kust van Uitdam te blijven. En met succes, ik houd snelheid van 2-2.5 in het schip. Soms zelfs 2.8 of 2.9.
En omdat ik Roemer in het oog houd blijf ik geconcentreerd wedstrijdzeilen. In je uppie is dat zó veel moeilijker. Het doet me weer denken aan de opmerking van Bart: “en jij maar beweren dat je geen wedstrijdzeiler bent.” Als ik mezelf zie genieten als ik anderen inhaal of te snel afben, moet ik toegeven dat hij niet altijd ongelijk heeft. En ik kan me alle momenten ook nog herinneren:
De eerste dag liep ik een …-33 uit Grou voorbij, daarna de Svala 102, daarna de HouteNsteen, de Serendipity 83, de Skirmish. Aan de Magic Potion kon ik me lekker optrekken op het wad, net als aan de Catootje bij Enkhuizen. Ik pakte de Goudvis terug, liet me inhalen door Roemer maar herstelde mezelf later weer. Ik was natuurlijk als eerste op Vlieland . Ik weet dat helemaal niet zeker, maar het voelde zo! En ik werd twee keer wedstrijdboos. De eerste keer bij de onduidelijk finish en het in storten van mijn plannetje om onder de kust te blijven. Dat koste me een kwartier. De tweede keer toen ik hoorde dat mijn rusttijd in Harlingen waarschijnlijk niet reglementair is en bij de vaartijd geteld zal worden. Nou dat zal ik zog wel eens uitzoeken!
Zondag ochtend om 10.37 ben ik ter hoogte van de P9. Om reglementair te finishen moet ik dus nog een mijl extra opkruisen met weinig wind. Om 10.47 blaas ik mezelf met de misthoorn over de finish. Ik heb hem uitgevaren, Ik heb plezier gehad, En ik heb er een wedstrijd van gemaakt, al was het maar met mezelf.
De dagen voorafgaand aan de 200 Myls ‘SOLO’werd er veel naar het WEERBERICHT gekeken. Iedereen hoopte op mooi weer. Deze smeekbeden werden dan ook beloond!
Prachtig nazomerweer. Heel veel zon en een prima temperatuur. Alleen… hoe zat dat nu met de wind! Zaterdag zou het op zijn. Het was dus verstandig zo snel mogelijk op te schieten.
Dinsdag liep de haven in Durgerdam vol met deelnemers. Bij het palaver werden logboek, tracker, muts, appelgebak en koffie uitgereikt.
Woensdag rond 7:45 uur lag ik bij de startlijn. De wind was zuid-oost, dus de spi ging erop en genieten maar. Na het paard was een gijp net niet nodig. Na de MN1-GZ2 bij Volendam richting de NEK-boei (Sport E) bij Hoorn. Vlak voor de boei de spi eraf en opkruisen naar de OVD3 bij Lelystad. De wind was zo vriendelijk de krimpen en door te zetten naar oostnoordoost. Het rak naar de OVD3 werd op het laatst gewoon een spinakerrak. De kopgroep heeft daadwerkelijk moeten kruisen. Hier een foto die bewijst dat solozeilers elkaar altijd weer opzoeken.
Mijn keus viel op baan 1. Dus onder spi weer naar de P9 bij Amsterdam. Daarna afgemeerd in Durgerdam.
Donderdagmorgen om 9.00 uur meldde ik mij bij de Schellingwouderbrug.
Door naar IJmuiden en nog even in de marina het tij afgewacht. De Blue June lag daar ook te wachten. Ruim een uur voor de kentering bij de Baloeran. En onder spi richting Den Helder.
Weinig wind. Ter hoogte van Texel werd het een beetje donker. Opkruisen naar Kornwerderzand. Met nieuwe maan zie je niet erg veel. De Blue June met AIS transponder voer voor mij uit en gaf op de kaart precies aan waar hij zijn slagen maakte. De laptop met electronische kaart maakt het varen relatief eenvoudig. Boven mijn hoofd een prachtige sterrenhemel. Voor het eerst sinds jaren de melkweg kunnen bewonderen. De weinige wind werd gelukkig versterkt door het tij.
Rond 00.30 uur vrijdagmorgen bij de sluis. Na een minimale pauze met voldoende zuidoosten wind via de VF7 bij Makkum naar de naar de WV19 bij de Oude Zeug en door naar de H2 boei bij Hindeloopen. Snelle halvewinds rakken.
Heerlijk varen. Daarna door naar de Sport B bij Breezanddijk. Met afzwakkende wind niet echt leuk.
Via Sport A langs de afsluitdijk naar de VF11, weer bij Makkum. Een lokale windstilte wilde mij tegenhouden. De vaart kwam toch weer een beetje terug. De KR-B bij het eiland De Kreupel bleek helaas niet bezeild. 20 graden fout. Hoog aan de wind. Later kromp de wind en werd de boei bezeild. De wind was inmiddels afgezwakt tot een magerte 5 knoopjes.
Met maar een paar knopen snelheid door naar de WV19, weer bij de Oude Zeug. De tijd: 21.00 uur vrijdagavond. De grote vraag was toen: Voor anker of doorzetten naar Lelystad. Hopend op een beetje zuiden wind besloot ik door te varen. Het resultaat was rampzalig. Geleidelijk verzeilde ik in een vreselijke groene drab. Met de schijnwerper scheen ik over stinkende viezigheid. Om 04.00 uur zaterdagochtend nog 3,5 NM naar de EZ-D bij Urk en snelheid 0,3 knoop. Hoewel ik niet rook, gaf toen toch de pijp aan Maarten. Waar ik die vandaan haalde? Ik weet het niet. Op motor naar de vereniginghaven in Lelystad. Na het afmeren een beetje slaap inhalen. Later die ochtend meld ik mij af en spoel de inspanningen van mij af. In de middag doorgevaren naar mijn ligplaats op Marken.
Het weer kan ook te mooi zijn.
Jaap Homan
Op woensdag 28 september 07.00u is hij weer gestart, de 200 mijls ‘SOLO’. Een bijzondere wedstrijd waarin zoveel zit, niet alleen maar hard varen maar ook meteorologie , wat doet het weer werkelijk over 3/4 dagen; je rust nemen op de juiste momenten, dus soms wachten tegen je onderliggende wedstrijdmentaliteit in die zegt varen, varen, varen; de solo handeling van je boot, het vooruitdenken; en niet het minste de vriendschap tussen al die 83 solozeilers.
Het is bij deze wedstrijd de bedoeling om de 200 mijl binnen de gestelde reglementen in een zo kort mogelijke zeiltijd af te leggen over 1 van de 4 te kiezen banen voor een handicap klassement en een “line honours”klassement. Je hebt hiervoor tot zondag 2 oktober 12.00 de tijd.
In de reglementen is vermeld dat je verplicht minimaal 27 uur rust (“rusttijd”) moet nemen en dat daarin minimaal 3 periodes van minimaal 6 uur moeten zitten (“rustperiodes”) waarin je vast ligt aan de wal of anker. Buiten deze drie “rust periodes” tellen sluispassages en het daarbij motoren van en naar het merkteken van de baan mee als rusttijd.
De 4 banen starten allemaal bij de boei P9 bij Durgerdam en voeren dan via een aantal boeien over het Markermeer en IJsselmeer. In de banen 1 en 2 kun je ook over Waddenzee en Noordzee, waar stroomvoordeel te behalen valt, baan 1 loopt van IJmuiden via Den Helder naar Kornwerd, de ander van Den Oever via Den Helder dan boven Texel en Vlieland langs het wad weer op naar Kornwerd. Alle banen finishen na vervolgens wat kris kras over het IJsselmeer weer bij de P9 in Durgerdam. Een tracker aan boord houdt bij wat je positie is en of je de baan reglementair vaart.
Dit jaar waren de weersvoorspellingen somber qua wind, we zitten in een stukje nazomer met prachtig weer, vlak bij een hoge druk gebied. Voor de woensdag, donderdag en vrijdag ochtend was er nog iets wind voorspeld maar de dagen daarna vanaf vrijdagmiddag zou het tot zondag 12.00 vrijwel windstil blijven. Tactisch dus nu noodzaak in het begin veel mijlen te maken en je rust aan het einde van de wedstrijd te nemen om zo in de meest optimale wind te blijven. Zo gezegd zo gedaan, woensdag om 07.46 gestart, leek iets meer wind dan om 07.00, je hoeft dit jaar geen tracker in te drukken bij de boeien , wat een luxe! Na het passeren van Marken, Volendam en Hoorn komen we in een kruisrak naar de OVD3 bij Lelystad waarna de definitieve baankeuze gemaakt moet worden. Voor mij is er nog steeds wat twijfel tussen de 2 banen buitenom, baan 1 over IJmuiden geeft iets minder mijlen over stromend water, maar is gemakkelijker en minder risico dat je door minder of meer wind dan voorspeld buiten het stroomvoordeel valt, en baan 2 welke op het laatst minder opkruisen op het IJsselmeer geeft afgaande op de windvoorspellingen. Gezien de wind die er staat bij het passeren van de OVD3 bij Lelystad besluit ik tot baan 2. Het is nu wel zaak om voor 02.30 ‘s nachts voorbij de sluis van Den Oever te zijn om het tij mee te pakken boven de eilanden langs. Met nog een traject van 35 mijl van Lelystad ( boei EZ 13) , Lemmer (SB C) ,Enkhuizen (KG) ,Stavoren (LC 11) naar Den Oever( WV 12) te gaan besloot ik aangezien de wind naar de avond toe nog iets zou toenemen even in Lelystad te wachten en een uurtje slaap proberen te pakken . Ik zou hierna nog lang genoeg moeten doorstomen. Om 16.30 was de wind 8 kts en volgens de berekeningen zou ik dan rond 23.30 in Den Oever moeten zijn zodat ik het eerste tij daar zou kunnen halen. Ben je te laat dan moet je helaas 12 uur wachten op het volgend tij met als gevolg dat je gezien de huidige weersvoorspellingen aan het eind van je wedstrijd in de windstilte komt. Terwijl ik in Lelystad lag, zag ik nog een aantal medestrijders passeren, waaronder Jan de Bruin met de EscXape, Arjan van Zuidam met de J-105 Majic Potion en Sander van Doorn met zijn J-92 Stinkfoot welke overigens in het rak naar Lelystad erg hard liep. Zij hebben ook voor baan 2 gekozen.
Ik heb gelukkig het voordeel van een snelle boot, voor degenen met een langzamere boot is het veel lastiger om op tijd in Den Oever te zijn. Om 16.38 vertrokken bij de EZ13 en meteen kakt de wind eruit..balen. Gelukkig komt na 15 minuten weer een briesje terug vanuit de wal en loop ik met de Light Genua een mooie 5 knopen. Onder me zie ik na een uurtje de drie gasten zitten die me in Lelystad passeerden,waarschijnlijk vast in een windwak, ze zijn niet erg opgeschoten. Samen met Sander en Arjan komen we bij de SB-C waarna een mooi gennaker rak volgt naar de KG bij Enkhuizen. Nu komt de configuratie van de J/111 volop tot zijn recht, met 5,5 knoop wind op een TWA van 110° loop ik meer dan 6,5 knoop door het water, varen sneller dan de wind!, gaaf hoor, echt kicken! Om 22.39 klok ik bij de WV 12 Den Oever af en vaar door de sluis waar ik weer even een uurtje probeer te slapen. De vermoeidheid ga je al wel iets voelen, je valt meteen in slaap, ook omdat ik de nacht voor de start meestal slecht slaap , zit dan alleen maar te piekeren over tactiek en baankeuze’s. Gelukkig zit er op mijn telefoon een goede wekker en word ik op tijd wakker. Achter me aan de kade ligt de Majic Potion nog in diepe rust, slechte wekker? of bewuste keuze voor het volgende tij in de middag?
Om 02.28 gestart bij de VG 17 op het wad, er vaart 1 boot achter me aan, wie kan ik niet zien, misschien Sander? Voordat ik hier start heel lang nagedacht over de starttijd. De precieze planning is hier essentieel. Ga je te vroeg dan krijg je op het eind van dit traject bij Harlingen naar Kornwerd teveel stroom tegen , ga je te laat dan heb je op het wad stroom tegen. Na lang wikken en wegen , kijken naar de wind en de route aan de hand van de grib-files draaien op Expedition kom ik tot deze starttijd. Nu maar afwachten of het uitkomt.
Eerste stuk gaat prima tot voor het Molengat tussen Texel en de Razende Bol. Opeens geen wind meer, 0 snelheid, maar wel 3 knopen snelheid over de grond. Waar spoel ik heen , het Molengat in of erlangs naar Engeland? Met veel moeite krijg ik iets snelheid richting het noorden en pers ik me net het Molengat in en spoel er doorheen. Pfff.. Lijkt simpel maar de hectiek dan aan boord is gigantisch, gennaker eraf, genua erop, waar drijf ik heen , wat is mijn snelheid ,alles in de knoop, rust rust rust!, de stuurautomaat er even op, snel naar binnen op de computer kijken of het goed gaat,op het scherm: shit, een onverlichte boei recht voor, vlug naar buiten automaat eraf en daar komt het donkere gevaar..oei, net eromheen, pff. Kortom dit is het overleven met weinig wind, na zoveel uur varen, oververhit in je zeilpak , even helemaal gesloopt.
Na het Molengat weer even relatieve rust, mooie 9 knopen ZO wind, recht aflandig van de eilanden, beetje grondmist. Op het moment dat ik zo dicht mogelijk onder de kop van Vlieland doorvaar op weg naar de kardinaal boei ZS11-VS2 doemt boven op het duin uit de mist vlakbij het strandhotel op, gaaf moment zo. Ik ben benieuwd hoe de tegenstanders op baan 1 het hebben, zij varen nu op het tij van IJmuiden naar het Marsdiep. Waarschijnlijk hebben ze daar ook prima wind.
Dit jaar heb ik waarschijnlijk ook een magneet voor beroepsschepen aan boord. Na de passage van de BO 44 bij Harlingen moet ik door de “Boontjes”, diepte op de kaart 1.30, en met een diepgang van 2.21 kritisch een 2 tot 3 uur voor hoog water. Komt er precies een lege giga coaster vanuit Harlingen mij achterop die me net op het smalste stuk van de Boontjes wil passeren, ik kan niet opzij, dan loop ik zeker vast, na overleg over de marifoon blijf hij even achter me. Is maar goed, als je ziet wat een zuiging dat schip op dat ondiepe stuk geeft, is vastlopen een zekerheidje.
Bij de BO7 in Kornwerd klok ik om 10.55 af .Bij de sluis staan de ouders van Martin Hingst, welke met koffie en diesel enthousiast op hun zoon staan te wachten (een dejá vû, het beeld van de Surf Elfstedentochten van tig jaren geleden, waar Martin en ik als jonge honden aan meededen en ook ouders, vrienden en bekenden met allerlei benodigdheden klaarstonden bij de stempelplaatsen). Hij zal hier spoedig aankomen van baan 1. Ik hoor van hun dat Bart Desaunois met zijn J-133, welke altijd voor Line Honours klassement vaart, om 10.00 passeerde. Dit kan nog spannend worden, ik heb nu 35 mijl meer gevaren op route 2 maar hij heeft al 1 van zijn rustperiodes van min. 6uur kunnen pakken in IJmuiden. Wat is beter? Ik vaar in principe voor het Overall Handicap klassement, maar de line honours geeft dus ook nog een kans. Mijn plan is nu na de sluis zo veel mogelijk door te varen op de wind die er nu nog is en vervolgens bij de 3 laatste boeipassages van de wedstrijd mijn verplichte 3 rustperiodes te pakken. Dus dat wordt bij Lelystad, Hoorn en Volendam rusten waarna ik finish in Durgerdam. In de sluis nog weer even contact met de wal. Fred Imhoff is dit jaar weer mijn klankbord, en houdt me constant op de hoogte van de windsterktes om me heen en of er nog veranderingen zijn in de voorspellingen voor de komende dagen. Zou plotseling op zaterdag en zondag wel wind voorspeld worden dan moet ik uiteraard het plan meteen aanpassen op die nieuwe voorspellingen. Maar het blijft steeds hetzelfde bericht, afnemende wind, varen nu het nog kan..
Na de Kornwerd sluispassage en de eerste boei bij Oude Zeug WV 20 op weg naar de VF B bij Stavoren kakt de wind er weer helemaal uit. Nog 4 mijl naar die boei en geen wind. Waarschijnlijk zitten mijn meeste tegenstanders ook op het water en zijn ze hopelijk niet aan het rusten dus geld deze ellende voor allemaal. Alleen als snellere boot liggen de langzamere boten wel in handicaptijd op je te winnen als je stilligt, helaas. Ik zit echt te balen, felle zon ,proberen geconcentreerd blijven , 0,01 knoop door het water en afnemend, kortom ik zet hem op de automaat en ga met mijn kussen even op het voordek even liggen, denkbeeldig lig ik voor anker, ben meteen weg. Bij het eerste vlaagje schrik ik wakker, wind! De hoek is gunstig, ook voor de volgende rakken ,alles net bezeild precies zoals voorspeld. Een bijzonder moment was nog wel die avond dat het water volledig als een spiegel bleef en er toch 7 knopen wind stond. Waarschijnlijk door de alg in het water, die groene soep, geeft dat meer oppervlaktespanning en ontstaan er moeilijker windrimpeltjes, heel vreemd. Ook was er heel veel windshear, over de ene boeg lijkt het of je aan de wind heel ruim loopt terwijl je over de andere boeg recht tegen de wind in lijkt te varen volgens je vaantje. Ik zal jullie niet vermoeien over de oorzaak, maar in deze stabiele lucht was dit zeer aanwezig Ook nog weer een getob met een binnenvaartschip in het donker , waarschijnlijk weer door die magneet aan boord, op de AIS zie ik dat onze koersen kruisen, hij vaart de boeienlijn naar Lelystad, ik wil alleen maar snel de EZ 1 SB ronden om dan weer buiten de vaargeul naar de EZ 13 te varen. Die binnenschipper denkt uiteraard dat ik hem midscheeps wil rammen, hij weet niet dat ik om de boei meteen stuurboord ga. Ik krijg vol licht op mijn pet en besluit voor de zekerheid maar tijdig even te remmen. De enige duidelijke radicale oplossing is een 360° draaien zodat het daarna voor hem lijkt dat ik achter langs ga. Vaar je hier in alle eenzaamheid op het IJsselmeer moet je toch nog een 360° maken, bizar. Om 21.22 afgeklokt bij de EZ 13 Lelystad, dan naar de Marina om de 1e 6uur rustperiode te pakken.
De wekker kreeg me gelukkig weer wakker, en op voor het stuk naar Hoorn, waar ik weer 6 uur zal ankeren. Wind is nog steeds OZO en krimpt onder Lelystad door het waleffect iets, dus eerst over bakboord bij de OVD3 weg op de optimale windhoek bij deze wind met de gennaker. Bij 8-10 kts wind vaar ik op 145° windhoek, dus dit is flink afkruisen. Na een ¾ uur ruimt de wind inderdaad en gijp ik richting Hoorn waar ik in het opkomende zonnetje rond zevenen het anker uitgooi.
Ik ben benieuwd waar Bart met zijn J/133 zit. Of hij gaat me hier passeren terwijl ik voor anker lig, of ik zit al voor hem, geen idee. Bij de laatste stop Volendam zal het duidelijk moeten worden, ligt hij daar voor anker als ik aankom en hij moet 6 uur ankeren net als ik dan heeft hij me te pakken op line honours. In de middag om 12.53 anker op bij Hoorn en om 12.58 gestart bij de Sport-E. Mooi windje 5 kts, de A5 reacher op, windhoek 90°, 6kts door het water, kan niet mooier, wederom weer sneller dan de wind!
Maar te vroeg gejuicht, 2 mijl voor Volendam weer geen wind , draait alle kanten op, genny eraf en genua uit, en weer erop , zoeken naar ieder vlaagje, kortom ellende. Uiteindelijk weet ik om 15.08, na meer dan 2 uur over die 6 mijl, bij de MN 1-GZ 2 af te klokken en weer het anker uit te gooien.
Eerst zie ik hem nog niet maar als het tegen de avond wat rustiger op het water wordt en ik wat bijgekomen ben zie ik hem ineens liggen op 1 km afstand, Bart! Maar nu is de vraag, wanneer is hij gekomen, waarschijnlijk lag hij er al, en wanneer mag hij weg. Zit hij al aan zijn minimale 27 uur rust en mag hij na 6 uur weer weg dan zit hij zeker voor me. Of moet hij langer ankeren dan de verplichte 6 uur om aan zijn minimale 27 uur te komen? Afwachten, spannend!
Na toch een telefonisch overleg tussen de schippers hoor ik dat hij nog niet aan zijn 27 uur zit en pas om 22.00 anker op kan terwijl ik meer dan een half uur eerder weg kan. Line honours zit er in! Alleen moet er om 21.20 wel wind zijn anders liggen we om 22.00 samen stil bij de startboei. Bovendien ga ik in principe voor het handicapklassement en ga ik niet starten als er geen wind is, dat zijn dan te dure minuten.. En dan, 20.00 8 kts wind, 20.30 6kts wind, 21.00 geen wind!, nee hè, zal niet waar zijn. Maar dan gelukkig net voor ik anker op ga een klein zuchtje van 5 knopen, en starten maar. Na mooi bezeild naar Marken en nog even helemaal geen wind rond 22.00, uiteindelijk gefinished om 23.33.20 ! Line honours klassement is binnen! Wat een race weer, geweldig! Hoe ik in het handicapklassement zal scoren blijft nog even spannend tot zeker zondag 12.00, komt er nog wind voor de anderen of niet?
In de haven van Durgerdam moet het logboek en de tracker ingeleverd worden. De ontvangst is ondanks het tijdstip weer zeer hartverwarmend. Wedstrijdleider Joost van der Velde komt speciaal zijn bed uit en zorgt samen met zijn vrouw voor een hartelijk welkom voor de vermoeide zeiler met een heerlijke vers gezette kop koffie en een stroopwafel. Ook dit maakt de 200 mijls Solo tot het evenement wat het is , geweldig!
Het is net 12:00 uur geweest, boten kunnen nu niet meer reglementair finishen. Al ruim de helft van de boten heeft zich telefonisch afgemeld, omdat ze voor 12:00 uur de finishlijn niet konden halen. Zo het er nu uitziet hebben 28 zeilers de tocht reglementair uitgezeild. Iedereen spreekt van fantastisch weer, met mooie zonsopgangen, zonsondergangen en heldere nachten die bijzonder de moeite waard waren. Zondagmorgen hebben enkele deelnemers nog heel even dikke mist gehad, maar dat was van korte duur. Al met al is het een weer unieke wedstrijd geweest en zijn de reacties overweldigend positief. Met de mooie 200-Myls-SOLO-mutsen hebben Murphey’s law mooi in de maling genomen en hebben we zo het mooei weer afgedwongen.
Zeilers, stuur s.v.p. uw foto’s en anekdotes naar ons op voor publicatie op de website op verslagen@200myls.nl. We verwachten zeer spoedig de voorlopige uitslagen te publiceren. Houdt dat in de gaten, mochten daar foutjes in zitten naar uw idee, laat ons dat even weten op ‘uitslagverwerking’ op de contacpagina.
Een actiefoto aan boord van de Swinde van Gert Jan Koele, die nu ligt te rusten in Lelystad.
Vannacht zijn er weer een aantal deelnemers gefinisht. HoutNsteen heeft helaas op moeten geven door absoluut windgebrek. Zoals het er nu naar uitziet zullen ongeveer 25 boten tijdig de finish halen en het zal voor sommige volhouders heel spannend worden.
Vannacht om 00.15 uur meerde de eerste deelnemer af in Durgerdam. Het was de J-Xcentric van John van der Starre. Gevolgd op ongeveer een uur door de Batfish van Bart Dessaunois. De derde en laatste tot 09.00 uur is de SparklinGS van Richard van Leeuwen, met zijn nieuwe boot die voor de start nog maar 37 mijl gevaren had. De Bongo zal nu ongeveer finishen. De Inspirit is onderweg naar de P9. De Ten ligt op wind te wachten in Volendam!!!!!!!!!!!! Wij wachten af.
Vanmorgen om even voor half zeven zijn de eerste deelnemers uit de haven vertrokken naar de start. Het is een mooie stille herfstachtige ochtend. Binnen een half uur voer ongeveer 80% van de vloot richting de startboei, P9. Als een van de laaste vertrokken rond 8 uur de Dreamcatcher van Mabel de Vries en de ChillOut! van Henk Bulthuis. Ons nieuwe trackersysteem zal ervoor zorgen dat de vloot goed zal zijn te volgen op het internet.
Zoals vanavond aan de wedstrijdleider telefonisch gemeld, heb ik de race gestaakt. Ik wil de organisatie het handmatig uitpluizen van mijn logboek, omdat de tracker niet heeft gewerkt, graag besparen. Ik ben de race dus wel gestart maar na het rondje eilanden niet gefinished! Vandaag heb ik heerlijk gezeild op de Waddenzee. Overal had ik het tij mee. Vanaf Harlingen zakte de wind echter in. Terug op het IJsselmeer was het bladstil en dus ook erg warm. De vooruitzichten op een windverbetering zijn voor dit weekend minimaal. Volgende keer beter, hoewel dat qua temperatuur & zon bijna niet kan. Op de bijgevoegde foto, die ik vanavond bij Stavoren heb genomen, zijn, als je goed kijkt, twee ‘zeilende’ zeilboten te zien vanaf de VF B. Baan 2 competitors? If so, veel sterkte & succes toegewenst de laatste rakken! Ed Bijnsdorp, sy ‘Nimby’.
Op de site www.bijker.nu staan ongeveer 400 foto’s van de eerste dag bij de MN1-GZ2 bij Volendam. Gratis te downloaden en eventueel in groter bestandsformaat te krijgen in overleg.
Op dit moment zijn er helaas al een aantal afmeldingen van boten die het niet op tijd denken te halen. De windverwachting is niet erg gunstig voor de deelnemers. De koplopers, Batfish en J-Xcentric, liggen sinds vanmiddag bij de laatste boei de MN1-GZ2 voor anker voor de laatste rustperiode.
Bij de MN1-GZ2, woendagmorgen Realiteit aan boord van de Dreamcatcher.
“Hier doen we het voor”, is begeleidende tekst van Klaas aan boord van de Hjárta.
Zoals alle jaren hebben we ook de wedstrijd van 2011 geëvalueerd. Er waren minder evaluatiepunten ingebracht dan vorig jaar, maar wel inhoudelijk zeer goed onderbouwde punten. Deelnemers die eveluatiepunten hadden ingebracht krijgen terugkoppeling wat besloten is op basis van hun inbreng. De voorbereidingen voor de wedstrijd van 2012 zijn alweer begonnen, waarbij de beslissingen uit de evaluatie zullen worden meegenomen. Allenm bedankt voor het constructief meedenken!
Op 13 oktober is er een zeer gezellige avond gehouden in Durgerdam voor het uitreiken van de prijzen.
Alle zeilers die gestart zijn, hebben afgezien en genoten en zijn daarom alleen al bikkels van het eerste uur. Onder hen hebben enkelen zich nog bijzonder geprofileerd door de volgende prijzen in de wacht te slepen:
De line honours prijs voor de zeiler die er alles voor gedaan heeft om als allereerste te finishen bij de P9 bij Durgerdam ging naarBart Desaunois, met de J-133 Batfish.
De zeer verdiende eerste prijs op handicap ging naar John van de Starre met zijn J-109 Xcentric Ripper. John wist door strategisch goed op het weer in te spelen, geduld te hebben, hard te zeilen en veilig te zeilen (zie zijn verslag) ruimschoots te winnen. John ontving daarom geheel terecht ook de fel begeerde Wisseltrofee.
De tweede prijs ging naar Richard van Leeuwen met zijn J-105 Dream Machine, die onder meer won door hard te varen en de boel heel te houden en geen fouten te maken!
De derde prijs ging naar een andere snelle oud-gediende, Peter van der Schaaf met zijn Stern 33 Jager.
De rookieprijs, de prijs voor de snelste deelnemer die deze wedstrijd dit jaar voor het eerst zeilde, ging naar Klaas Jan Kroon. Klaas Jan zeilde met zijn mooie Dehler 34 SV Inspirit naar een 7e overall plaats in het klassement.
Vervolgens gingen de volgende line honours prijzen, voor de snelst ongerorrigeerde gezeilde tijd (ongeacht het aantal rusturen), naar de volgende personen:
Tot 25 voet – Jaap Broer met het Waarschip 725 Di Vagi
tot 30 voet – Nils Wassenaar met een Bonita 7.70 Kick
tot 35 voet – Martin Hengst met de TEN
tot 40 voet – John van der Starre met zijn J-109 Xcentric Ripper
boven 40 voet – Fred van Beers met zijn J-122 Jam Session
Voor het doorvaren tot de P9, ondanks dat hij veel te laat finishte en daardoor niet reglementair de wedstrijd uitzeilde, maar zich evengoed daarna nog sportief en monter presenterende bij de wedstrijdleider, kreeg Marinus de Jonge met zijn Southerly 115 Papillon de Jan Luijendijk Wisseltrofee uitgereikt door Bauke Yntema, inititatiefnemer van deze prijs.
De overige uistlagen zijn:
Bart Desaunois
weer een prachtige race. Van alles meegemaakt, leuke manier om je boot te leren kennen.
Tot volgend jaar.
Pim Schulp
Geen wind, vechten om bij de GVD3 te komen!
Lekker lopend windje naar WV12. Spi erop,, 5-6,5 kts. Op het laatst lekker hard, zo lang mogelijk spi erop. Om de boei overstag, aan de wind naar WP6. Wacht, er stond geen WV12 op de boei! Wat dan? Het staat aan de andere kant, terug dus. Opnieuw ronden (!), WV 6. Te ver gevaren! Ruime wind naar WV12, kruisen naar WP6. Kost een half uur! Toch de GPS even nakijken….
Jeroen Paardekooper
Doldrums tussen Lelystad en Amsterdam. Wie maar heel dicht tegen de kust aan voer, was spekkoper en bleef wind houden. De Tuimelaar en duidelijk verliezer zonde om de zeilen zo te zien hangen.
Als laatste nog met de stroom mee naar Kornwerd. Achter me hoor ik dat er afgewacht wordt in Oude Schild. Magic Woman vaart als gewoonlijk met spi (voor de wind, aan de wind maakt niet uit).
Sjouke Bus
Bij Lelystad ankergerei klaar, maar toch twijfel, twijfel en dorgevaren. Fout natuurlijk, windkracht nul en minder, dan maar ankeren. Bij de EZD wel gezellig we liggen met zijn vieren. Tevens een beetje dom foute knoppen ingedrukt. Complimenten voor de snelle reactie van de wal.
Gerben Bos
RETIRED!
Lekke saildrive.
Succes Mannen en geniet ervan.
KJ Kroon
Kom als eerste bij de S11 aan!! Innerlijke triomf. Voor T12 passeer ik Escxape. Na sluispassage Kornwerd door koers Medemblik samen met Bixmik.
Elly Kool
Jarenlang de enthousiaste verhalen over de 200myls aangehoord. Maar solo, is dat wat voor mij denk je dan.
Na een weekend zeilen met het gezin, kon ik ’s avonds beginnen aan mijn uitdaging. Sommigen zien het als een midlife-crisis, voor mij was die avond het begin van een superweek! Genieten van alles wat met varen te maken heeft. Het moment van die dag was voor mij in Enkhuizen het anker uitgooien en constateren dat de eerste 8 myl solo in mijn leven prima waren verlopen.
De ochtend om 12.00 uur door de sluis om wederom een belofte te breken: Ik ga toch de Noordzee op.
Als beginneling valt mij 1 ding op: Geen wedstrijd is zo sociaal als een solo-wedstrijd. Iedereen is behulpzaam. Iedereen weet waar de moeilijkheden zitten. Er wordt met elkaar gesproken, gegeten, gevaren. Sociaal gedrag. Deze race doe je met elkaar en niet tegen elkaar.
Frits A. Brattinga
De vijftiende 20 myls solo. Vanaf 2001 deed ik mee. Een race naar Jan zijn idee. Nu 10 jaar later is het nog even fijn om solo te zijn met wind en water.
Het zal wel aan mij liggen, maar het is weer mooi weer.
Hobbelende geit vlak voor het Molengat.
Bauke IJntema
Route 2 is een prachtige route (de mooiste) en er zit veel mogelijkheden in. Ik heb waar genoten! Bedankt!
Bauke en Catootje
John van de Starre
In gevecht met Richard van Leeuwen bij de boei. Ook Martin Selles nog op de foto gezet. Weer met Richard om de boei, klittenband?
Erik Opmeer
Puzzelen, puzzelen, …. Het blijft raaien of gokken. Eerst maar wat rust zodat Sport E OVD te bezeilen is. Voel me wel een beetje eenzaam er liggen drie Winners om me heen.
J.N. Pietersma
Het was weer een oefening in geduld. Dit jaar lukte het uitoefenen van geduld een heel stuk beter. Route 2 was weer prachtig en kwam heel mooi uit met getij en wind. Wel een beetje veel wind.
Peter van der Schaaf
Lig ik hier rustig voor bij de Sport E komt opeens de Koningin uit Alabama voorbij varen een anker achter haar aanslepend. Wel groot zo’n 44 voets boot.
Tracker deed moeilijk bij anker op gaan. Gelukkig zoemd en trilde hij weer als vanouds bij de boei.
Volgens mijn walkapitein moet ik als de donder naar het noorden. Oke, ik ga al.
Roemer de Vos
Tijdens het schutten in de sluis ben ik zo druk in gesprek met mijn buurman dat ik bijna aan de sluismuur blijf hangen. ARJEN BEDANKT!!!
Wederom een windstilte op de Noordzee. Om gek van te worden!!
Wel zwaar dit jaar. Jammer dat ankeren niet is gelukt, maar volgend jaar beter.
Nils Wassernaar
Vlieland was nat! Met harde regen richting haven. Volgende morgen tegen de stroom in naar de ZS5. Alsof een elastiek je terug trekt. Prachtige tocht naar Harlingen, daar gewacht op westenwind.
Na ankerpauze in Enkhuizen in 1x naar de finish. Net voordat wind wegviel gefinisht. Top race!
Verslag eerste stuk van Baan 1, Tuimelaar Start om 7.05.
Voor mij ligt de J109 Firestorm, vlak tegen de P9 ton. De schipper is niet aan het roer, maar zit te rommelen met z’n spinnaker, die hij kennelijk net op dat moment wil gaan hijsen. Hij zwabbert bb, sb, bb en op het moment dat ik hem voorbijloop valt hij plotseling hard af. Ik kan niet meer uitwijken en onze rompen toucheren elkaar. Mijn drijflicht blijft aan zijn reling haken. Het licht wordt van mijn reddingsboei gerukt en gaat overboord. In het water start het licht keurig: flits flits flits. We vloeken allebei beschaafd, ik denk over een protest, maar laat het zitten. Liever ga ik herstarten, zodat dit incident geen invloed heeft op mijn race, en ook in de hoop mijn drijflicht te kunnen oppikken. Maar mijn gemier met de pikhaak bij de startboei levert niets op. Het drijflicht drijft flitsend de vaargeul uit, waar ik het vanwege mijn diepgang niet meer kan terughalen. Het licht eindigt ongetwijfeld op de dijk voordat het nacht is. Om 7.15 start ik opnieuw. Die Firestorm zie ik inmiddels ver voor mij al gauw snelheid maken met zijn oranje spi, hoewel naar mijn idee de koers te hoog is voor een spi. Maar ik moet toegeven, hij loopt steeds verder op me uit.
Voorbij Marken krijg ik het moeilijk. De spi-’s worden links en rechts gehesen, maar mijn gennaker geeft geen resultaat op een voordewindse koers. Ik haal hem naar beneden en zet de fok bak op de spi-boom. Dat werkt beter, maar een groot lichtweerzeil is het natuurlijk niet. Ik zie tot mijn schrik en afschuw allerlei kleinere en oudere boten op mij inlopen en me ook voorbij lopen. Bah. Voor-de-windse koersen gaan mij niet de overwinning brengen. Als ik echt mee wil doen zal ik een spi moeten aanschaffen. Op het kruisrak van Hoorn naar Lelystad ben ik beter in mijn element, hoewel ik de eerste tien minuten nodig heb om de boot goed op hoogte en snelheid te kregen. Ik vaar in de valse wind van Lady-A, die opvallend hoog vaart. Ik probeer op te loeven om haar aan loef te passeren, maar de schipper loeft mij er al telefonerend uit. Toch ben ik haar nu zo dicht genaderd, dat ik vlak achter de spiegel af kan vallen en er nu onderlangs vlot voorbij vaar. Eindelijk begint Tuimelaar wat op haar concurrenten in te lopen. De wind is nu nog ZZO, maar voorspeld is eind van de ochtend ruimend naar Z. De lange slag wordt daardoor steeds gunstiger en ik besluit die zo lang mogelijk vol te houden. Iets voorbij de helft van de afstand naar Lemmer wordt de wind wat minder. Ik zie aan loef een streep in het water en begrijp dat daar meer wind is. Goed gegokt, na vijf minuten varen met 5 – 6 knopen wind, neemt deze opeens toe tot 12 knopen. Was het dan toch beter geweest om eerst de korte slag te maken? Had ik dan meer wind gepakt? Vol spanning wacht ik de ronding van OVD3 bij Lelystad af om te zien wie het beter en wie het slechter heeft gedaan. Een mijl voor OVD3 passeer ik Florijn. Ik ga op het voordek staan met de kijker. Gelukkig zie ik geen boten die OVD3 al hebben gerond en weinig die er eerder zullen zijn dan ik.
Het kruisrak heeft Tuimelaar goed gedaan. Ik rond OVD3 om 12.55 uur, net na Stinkfoot. Hier zal ook de keuze van de baan blijken. Alleen de zeilers van baan 1 varen terug naar Durgerdam. Waaronder Tuimelaar. Dit laatste rak is mooi bezeild, aan de wind. Tuimelaar snelt al gauw met zes knopen richting Durgerdam. Mooi glad water, lekker stabiel windje. De stuurautomaat doet het werk. Dus alle tijd voor een avocado-mozzarella salade met spicy Italian seasoning! Maar nee, te vroeg gejuichd. Na een uur valt de wind volkomen weg. Het hele veld ligt stil. De meeste jachten liggen achter me, maar hoe weinig wind er ook is, ze komen langzaam dichterbij. Florijn dobbert mij in de verte weer voorbij. Eén zeiler zoekt de kant op. Ik denk nog “wacht maar rustig af”, maar nee, hij heeft het goed gezien. Na een half uur komt juist daar een klein beetje wind. Hoewel hij niet vooruit schiet, loopt hij toch sneller dan de rest van het veld. Wie is die slimmerd met die zilveren zeilen? Ik ben te ver van de kant, lig volkomen stil, en zie niet hoe ik nog van koers kan veranderen. Zo dobber ik verder. Het schuim blijft naast de boot liggen. Het lijkt uitzichtloos. Gek genoeg zie ik heel in de verte bij Muiderzand de hoge windmolens volop draaien. Er moet toch wind in de lucht zitten. En weer blijkt de makker met de zilveren zeilen de betere zeiler. Ik zie in de verte zijn boot schuin trekken. En hij schiet weg langs de dijk. Voor mij duurt het zeker nog een half uur voordat ik weer vaart kan maken. Om 17.35 uur bereik ik Durgerdam.
Woensdagavond om half tien schoof Tuimelaar de box in Seaport IJmuiden binnen. Ik overwoog om met het eerstvolgende tij, om half drie ‘s-nachts verder te varen, maar dat zou te kort zijn voor mijn eerste reglementaire zes-uur-stop. Om kwart voor twee stond ik op om de wind te checken. Het woei iets harder dan ‘s-avonds, maar niet veel. Ik dook mijn slaapzak weer in.
Donderdagmiddag om kwart over één maakte ik tijdig los voor het volgende tij. Het plan was goed. Het plan was uitstekend. Ik zou buiten voor de pieren rondjes gaan varen totdat ik zeker was dat het tij mee liep en dan zou ik een mooie snelle start maken langs de Baloerean ton, nadat ik ruim voor de ton op koers was gaan liggen en de zeilen goed had gezet. En ik wilde geen moment van het tij missen, want het zou me toch niet gebeuren dat ik door zwakke wind te laat zou zijn om het Marsdiep binnen te komen. Zo gezegd zo gedaan. Toen ik zeker was dat de stroom mee liep ging ik anderhalve mijl voor de Baloerean ton op koers liggen richting Den Helder. Met alleen het grootzeil op hees ik de eindeloos lange slurf waarin zich de gennakker bevond. Ik trok de slurf open en liep gauw naar achteren om de gennaker met de schoot open te trekken. Te laat, de gennaker was zich al in ballonnetjes om het voorstag aan het wikkelen. Met grote moeite lukte het me om de gennaker weer in de spicon te trekken. De geleidelijn zat immers ook in het zeil gewikkeld. Tweede poging. Weer spurtte ik naar achteren om het zeil open te trekken. Maar weer was ik te laat. Ik liep naar voren, rukte en trok aan de lijken van het zeil, maar het schoot niet op.
Tegen de tijd dat ik Baloerean passeerde voer ik met de bekende dubbele zandloper om het voorstag. De spicon hing boven in de mast en was niet in beweging te krijgen. Gelukkig lukte het me om de 140m2 stof op het voordek te krijgen. Opnieuw: so much voor de gennaker. Tuimelaar moet het zonder lichtweerzeil doen. Het gaat mij zeker niet lukken om al dat zeildoek weer in dat condoom te proppen. Na mijn midlukte start duurde het nog een kwartier voordat ik gewoon met grootzeil en uitgeboomde fok op koers lag. Inmiddels zag ik op de AIS dat de Majic Potion als een malloot het strand op en af aan het zigzaggen was. De schipper had ik de vorige avond in de Zuidersluis gesproken. Hij was bijzonder enthousiast over de vele gennakers die hij aan boord had. Hij had ook talrijke tips voor de gadgets die ik nog zou kunnen aanschaffen voor mijn boot. Toen ik wat bedenkelijk keek zei hij: “Je moet wel, het is een primaire levensbehoefte.” Ook hij zag af van een nachtelijke herstart. Zo kon hij de nacht bij zijn vriendin doorbrengen. Kennelijk de secundaire levensbehoefte. Achter mij naderden met spinnaker de Swinde en de Addixion. Swinde liep mij al gauw voorbij. Addixion bleef een tijd gelijk met mij oplopen. Een grijze band van duct-tape op de romp fonkelde mij tegemoet. De tape dekte het gat af dat er de vorige dag door de Goudvis in was gevaren. Een Waarschip 1010 heeft een scherpe punt. Het bleef een lichtweer tocht, met hele stukken waar de snelheid niet boven de 1 à 2 knopen kwam. Vervelend gedobber en gekojang op de golven. GOD, I HATE SLOW RACING! Tijd genoeg voor een broodje Franse kaas. Weer een voordeel van solozeilen: je kunt tenminste een pakje camembert-au-lait-cru aan boord nemen zonder dat een bemanningslid zegt: “Papa, je moet je sokken wassen.”
Toen de wind wat begon te krimpen en de spinnakers op de andere boten niet meer werkten ging het wat beter met Tuimelaar. Ter hoogte van de Lange Jaap kwam ik vlak onder de kust. Ik kon de golven horen breken op het strand en een wandelaar horen fluiten naar zijn hond. Ik kwam zelfs angstig dicht bij de wal toen plotseling de wind weer wegviel. De boot liep nog maar een knoop. Voor mij en naast mij zag ik stroomflarden in het water. Ik zou zeker twee knopen stroom mee moeten hebben, maar als ik naar het strand keek leek het of de boot volkomen stil lag. Zou ik in een neertje terecht zijn gekomen, en langzaamaan weer worden teruggezet? Nee, de GPS bood uitkomst. Ik maakte nog een voortgang over de grond van 3,5 knoop. Voor me zag ik Swinde de hoek om gaan het Marsdiep in. Naast me rende een jogger. Eerst sneller dan ik, op het strand, later, op de dijk voorbij de Lange Jaap haalde ik hem weer in. Hij hield goed tempo. Het was een mooi gezicht, dat kleine regelmatig rennende figuurtje langs de hoge dijk, terwijl het al donker werd. Met een snelheid van 2 à 3 knopen plus twee knopen stroom rondde Tuimelaar vlot de S11 en korte tijd later de T5-MH2. Ik durfde het nog wel aan om het stukje naar Oudeschild over te steken, maar om met dit lichte windje te proberen om in Kornwerderzand te komen leek me een te groot risico. Dat ging ik niet halen binnen dit tij.
De vijf mijl naar de T12 was een prachtig stukje varen. Drie knopen door het water, vijf knopen over de grond. Het water was doodstil. Het was donker. De rode en groene tonnen schoven in stilte langs. Het water hoorde ik heel licht kabbelen langs de romp. In de verte, boven het IJsselmeer zag ik bliksemschichten oranje oplichten, maar hier was het rustig. Ik hoorde fladderende vleugels. Een vogeltje cirkelde een paar keer boven het achterdek, aarzelend of hij even zou komen uitrusten. Ton T12 lichtte rood op in de verte. Ik stuurde er schuin op aan, als een krab, om er niet door de stroom langs gezet te worden. Om 20.52 uur startte ik de motor en voer Oudeschild binnen, waar ik werd begroet door Gilles van Delft van Lightning. Tien minuten na mij meerde Addixion aan. Op vrijdagmorgen om 5.07 uur herstartte ik. Lightning volgde mij enige minuten later. Er was inmiddels een licht briesje opgestoken en op een voor Tuimelaar gunstige aan-de-windse koers vervolgde ik de route over het wad. Het was donker. Alleen de lichtjes van de tonnen in de verte waren te zien. Althans, van de verlichte tonnen, want er liggen ook veel onverlichte! Ik weet niet hoe vaak ik er rakelings langs ben gegaan. Met de lantaren kon ik ze in ieder geval niet aanlichten. Zonder GPS zou dit een hachelijke tocht zijn.En met GPS moet je er maar op vertrouwen dat alle tonnetjes op de juiste plaats in de electronische kaart staan. Om 7.02 rondde ik de laatste ton op het wad, kort daarna gevolgd door Bongo en Swinde, die in Den Helder hadden overnacht. En nog iets later volgde Lightning. In de Houtribsluis wist de schipper van Bongo mij te vertellen dat hij de slimmerd uit mijn eerste verslag was.
Vrijdag op het IJsselmeer, de derde dag van de race. De groenten zijn al twee dagen op. Een enkel bemanningslid begint tekenen van scheurbuik te vertonen. Maar we zijn op de helft. En na het mooie nachtelijke tochtje op het wad besluit ik om vandaag even flink door te zeilen en het hele stuk op het noordelijke IJsselmeer te varen. Waarom zou je dat doen? Je hebt toch nog twee dagen, vraag je je misschien af. Ja, maar in mijn ongebreideld optimisme en met veel zelfoverschatting heb ik moeders beloofd om zaterdag voor het donker thuis te zijn. Even doorzetten vandaag, dus. Na de Lorentzsluis (“Houtrib” schreef ik in mijn vorige verslag, maar het moest zijn: “Lorentz”) start Bongo direct door. Ik treuzel nog een kwartiertje en start dan ook. Prachtig zeilweer, stabiel windje. En langzaam maar zeker komt er ook een zonnetje bij. Met bijna 7 knopen kruis ik op naar Medemblik. Oplettende kaartlezers hebben natuurlijk wel eens het stippelrondje bij Medemblik in de kaart zien staan. 1,8 staat er bij. Dat zal dan wel de diepte zijn. Toch gek, zo midden in het IJsselmeer. Er zou een bergje keien liggen, heeft iemand me eens verteld. Maar misschien is het ook niet zo, vandaar de stippeltjes? En als het wel zo is, waarom baggert Rijkswaterstaat dat vlekje dan niet eens weg? Of ze kunnen er tenminste een boeitje boven leggen. Bij het naderen van de WP6 ton hield ik het cirkeltje goed in de gaten. Met mijn 2,50 diepgang was het toch iets om voor de zekerheid te vermijden. Ik stond te aarzelen met de schoot al in mijn hand, want ik naderde het vlekje in de electronische kaart, maar ik leek er toch vrij van te blijven. Toch maar overstag? Te laat! Kedengkedeng, kedengkedeng en nog eens kedengkedeng. Hoe mik je het zo uit? Voor de belangstellenden: de keitjes waar ik overheen ging liggen op 52 49 N, 005 10 O. De plek staat correct in de kaart. Ook in de electronische kaart, maar het probleem is dat het cirkeltje even klein blijft als je de schaal van de electronische kaart verandert. Dat verklaart waarom ik dacht er vrij van te blijven, terwijl ik er al boven zat.
Bij WP6 blijk ik Bongo er op het kruisrak flink uitgelopen te hebben. Ben ik de slimmerd toch sneller af. Maar ja, win the battle, not the war, weet ik ook wel, want hij verslaat me straks makkelijk op handicap. Op het volgende rak jaagt Bongo achter me aan. Met de spinnaker op loopt hij langzaam maar zeker op me in. Ik zie zijn schipper met de tanden in de schoten en de helmstok in de hand op de rand van zijn boot zitten. Ik heb het heel wat rustiger, zonder spi of gennaker. Ik bak maar eens een eitje en ga het in het zonnetje in de kuip zitten opeten. Tsja, als je wil winnen moet je fanatiek zijn, peins ik al knabbelend op een stukje uitgebakken spek. Onbedoeld raakte ik zo in een duel met Bongo. Nu eens lag ik voor, dan weer hij achter. Op de ruime-windse rakken liep hij op me in, maar op de aan-de-windse rakken liep ik weer uit. Ik werd er filosofisch van. Wie is nu eigenlijk wiens kwelgeest? Is het gras de kwelgeest van de maaier, door steeds weer te groeien, ondanks dat de maaier het afmaait? Of is de maaier de kwelgeest van het gras, omdat de maaier steeds weer langskomt met zijn zeis. Langzaam verstreek zo de middag voor Bongo en Tuimelaar, terwijl zij doelloos hun rondjes over het IJsselmeer draaiden.
Inmiddels werd het tijd om de gennaker situatie nog eens kritisch te bezien. De gennaker lag nu al bijna een etmaal als een natte stijf ingerolde worst van vijftien meter in de kajuit. Tijdens het volgende kruisrak probeerde ik de knoop te ontwarren. Tientallen vierkanten meters nat zeil draaide ik in de kajuit om zichzelf heen. Eén ding was mij duidelijk. Dat condoom moest er af en ik zou het er nooit meer instoppen. Dat is voor watertoeristen, niet voor 200-Mylsers. Na een half uur prutsen had ik het zeil los van de slurf netjes in de zeilzak zitten. Kleine tip voor de organisatie: ton WV5 bij Den Oever is geen handig routepunt.Om hem te bereiken moet een wat dieper stekend jacht de laatste twee mijl door de vaargeul, want daarbuiten is de diepte maar twee meter. Dat stuk vaargeul lag exact tegen de wind in. Op zich geen probleem, kruisen dan meer, deden we vroeger in Friesland ook met de zestienkwadraat. Maar in de smalle vaargeul is het toch wel lastig met een eenenveertigvoeter. Om de dertig seconden riep ik: “Klaar om te wenden – REE!” De donkere lucht aan het eind van de vaargeul begon mij op te vallen. Daar zou wel eens wat wind uit kunnen komen, dacht ik. Ik hoopte de laatste halve mijl onder vol tuig kruisend te kunnen afleggen en dan af te kunnen vallen voor het 21-mijls rak naar Urk. Maar er kwam opeens toch een poeier wind uit die wolk zetten! De windmeter liep op tot 32 knopen ware wind. En het probleem was dat ik geen ruimte had om te manoevreren. Razendsnel draaide ik de fok in tot de helft. Zo kon ik Tuimelaar laten bijliggen in het kanaal, maar ze zou zeker niet lang op haar plaats blijven liggen. Zo snel als ik toen het eerste rif in het grootzeil trok, heb ik het nog niet eerder gedaan. Tuimelaar kon weer zeilen. Met nog vier slagen door de vaargeul kon ik de WV5 ronden en de ton een bemoedigend klopje op de schouder geven, zo dicht ging ik er langs. In één schuimende beweging viel ik af en legde Tuimelaar op koers naar Urk. Oh nee! Ik moet nu natuurlijk ook in dat verdomde kanaal blijven. Nog net op tijd corrigeerde ik, maar ik had grote moeite om de tonnen te zien liggen door het overwaaiend water en de striemende regen. Het eerste rif was enigszins overtuigd, maar ja, zo kon ik wat tijd goed maken die ik had verloren door niet met spinnakers te zeilen. Die lichtweerzeilen allemaal begonnen me trouwens toch al flink de keel uit te hangen. Door het donker spoot Tuimelaar naar Urk. De snelheidsmeter liep regelmatig op tot boven de 11 knopen en een enkele keer boven de 13. Het rak van 21 mijl legde ik in twee uur en twintig minuten af. Om half tien meende ik in de kolkende zee nog een opkruisend jacht te ontwaren. Ongetwijfeld ook een wedstrijdzeiler.
Om tien voor half elf bereikte ik het eindpunt van de Noordelijke IJsselmeer baan, bij ton Sport D. Ook die ton lag wat ongelukkig, want tweehonderd meter er achter ligt de dijk naar Enkhuizen. Ik moest dus razendsnel gijpen, wat met de inmiddels iets (maar dan ook echt iets) verminderde wind redelijk verliep. De Houtribsluis en het gebied daarom heen is niet erg gastvrij. In het donker is de koers naar de sluis slecht aangegeven. De binnenrollende golven en de harde wind maakten het erg lastig om een aanlegplaats te vinden. Ik zag het eigenlijk niet zitten, zo alleen in het donker op voor mij onbekend terrein. Omdat ik nog mijn 6-uur ankerstop moest maken kon ik het nuttige met het onaangename combineren. Ik ging voor anker in het spuigebied ten westen van het sluizencomplex, na de sluiswachter gevraagd te hebben of dit was toegestaan. De golven uit het Noordelijk IJsselmeer rolden daar ongenadig naar binnen. Maar ik lag als een huis op mijn anker. De email-wisseling die ik een paar maanden eerder met Henk Bulthuis had schoot mij opeens te binnen. Krijg je compensatie voor je SW-cijfer als je vijftig meter ankerketting aan je anker hebt zitten, vroeg ik hem. Natuurlijk niet, schreef hij terug. Een wedstrijdboot gaat toch geen vijftig meter ankerketting aan boord leggen. Toch blij dat ik hem er niet af gehaald heb. Het was een onrustige nacht, maar ik sliep behoorlijk. Van de route van de 200-Myls heb ik er vandaag 100 afgelegd, 117 op de log.
Zaterdag was de laatste zeildag voor de Tuimelaar. Tuimelaar was als een huis achter haar anker blijven liggen, zodanig dat de electrische ankerlier het anker niet uit de modder kon trekken, zelfs niet toen de boeg er loodrecht boven hing. Uiteindelijk kon ik met de genuaschoot en de genualier het anker uit de modder zuigen. Het kwam omhoog in een klomp klei zo groot als de voet van een parasol. Nu hoefde Tuimelaar alleen nog het zuidelijke Markermeer rak te varen. 26 mijl, waarvan alleen de eerste tien een kruisrak waren. De resterende 16 mijl konden dankzij de straffe bries vlot worden afgelegd. Het was redelijk weer, zij het dat er in het Noorden de hele dag een grijze zuil boven ons hing, van waaruit regelmatig regen en windstoten stroomden.
Ik zag weinig 200 Myls Solo wimpels om mij heen, maar toen ik onder een helling van 35 graden eens naar mijn eigen wimpel keek zag ik dat die aan een zijden draadje hing. Ik zou toch niet mijn wimpel kwijtraken! Rampspoed! Gauw keek ik het wedstrijdregelement er op na. Ja hoor, regel 11, hier stond het: Hij die zijn wedstrijdwimpel strijkt wordt geacht zich te hebben teruggetrokken en wordt gestraft met verbeurdverklaring van het wedstrijidgeld. Dat zou me niet gebeuren! Met gevaar voor eigen leven klom ik tijdens hevige windstoten in het achterstag om de wimpel weer te bevestigen. Ziezo. Nu nog het Paard van Marken ronden en gefinished om 15.00 uur. Ik vond het een geweldig evenement en bedank graag de organisatie voor de perfecte organisatie. Dan nog een OPROEP: Mijn fleece maat XL is eigenlijk te groot. Als iemand een L heeft en liever een XL wil, dan kunnen we misschien ruilen. Stuur me dan even een mail: maartensnd@gmail.com
Na het vertrek vanuit den Helder om 0415 een heerlijke nachtelijke Texelstroom trip, lekker windje samen met Martin Selles, de Tuimelaar en Gilles van Delft de laatste twee overnachten in Oude Schild. Na de sluit waren verschillende mogelijkheden door naar Medemblik of voor anker ik koos het laatste. Martin ging door en stuurde mij een sms en feliciteerde mij met mijn beslissing om voor anker te gaan. De wind zakte na een uur of 9 helemaal in en dan de 15 mijl naar Medemblik. Lig nu lekker uit te rusten naast mij de Majic Potion heerlijk in het zonnetje. Om ca. 1530 ga ik vertrekken kijken hoe ver ik kom. Wind is er vanavond wordt gemeld. Op naar Durgerdam via Medemblik, Hindeloopen, Breezand, Stavoren en Den Oever ….. hoop op heerlijke rakken en niet te veel regen. Groet Gert Jan “Swinde”
Foto: De Jetstream die woensdagavond moest afhaken staat al op de wal voor reparatie aan de membraam van de saildrive en hoopt spoedig weer te varen.
Dinsdag 21 september 2010
Het kost mij ‘s-ochtends moeite om kantoor tijdig te verlaten.
De eerlijkheid gebiedt dat ik meld dat ik eigenlijk niet zo veel zin had in de Solo race als vorig jaar. Toen was het na twee afgelastingen eindelijk scheepsrecht.
Wellicht was het nu zo omdat ik best wel weer wat gezeild heb dit jaar, zoals, afgezien van diverse zeilweekends, de mooie gezinsvakantie rond de grote Waddeneilanden en vervolgens als opstapper op de Larrikin de 24 uurs race en de Challenge Cup. In de laatste race hebben we brons gehaald (ORC3).
Bij het palaver kwam mijn enthousiasme voor de 200 Myls Solo Race echter weer volledig terug.
Woensdag 22 september 2010
Vroeg opgestaan (5.30 uur), want ik wil, mede gezien de matige windverwachting, op tijd starten. Bij vertrek complimenteert mijn buurman – de schipper van de “Manana” – mij met mijn boot. Hij heeft al gauw gezien dat mijn boot is ingericht op solozeilen (keerfok, German sheeting, etcetera).Ik licht hem toe uit dat die inrichting met mijn gezinsssituatie – we hebben een matroosje van vijf jaar oud – heel praktisch is.
Om 7.34 uur start ik officieel bij P9. Door het (voorspelde) gebrek aan wind vervang ik de fok als snel voor de gennaker. Dat gaat aardig tot Sport E (11.14 uur). Het is overigens prachtig om zoveel solozeilers aan het werk te zien met de hun al dan niet symmetrische spinnakers.
Tussen de MN 1 – GZ 2 en Sport E wordt ik ingehaald door de Muckle Flugga. De schipper – Vincent Hesselink – tipt mij om mijn giekneerhouder iets lager te zetten. Dat scheel weer 0,1 knoop.
Na Sport E wordt het aan de wind, die er nauwelijks is, dobberen naar Lelystad. Om 15.11 uur – bijna vier uur over een afstand van 10,6 NM – rond ik OVD3. Vervolgens maak de boot op voor de sluispassage.
Na de sluis raak ik in gesprek met Fred Avezaat van de Sundance Kid. Hij vaart zijn tiende 200Myls; ik pas mijn tweede na de afgelastingen in 2007 en 2008. We gaan allebei de nieuwe baan 4 varen. Hij loopt na de UK14 Urk binnen. Ik zie af van een bezoek aan dat dorp en ga voor Urk voor anker.
Donderdag 23 september 2010
Vanochtend ben ik om 7.49 uur gestart bij de UK14. Ik start iets voor de ‘Dondersteen’ van Eric ten Bos. Hij hijst zijn spinnaker en loopt mij vervolgens voorbij. In het voorbijgaan maken we een praatje.
Tot de NM1 blijft het voor de wind tobben voor mij. Ik vind het eigenlijk een rotkoers, zeker met weinig wind.
Het rak naar de LC11 gaat een stuk sneller.
Daarna weer voor de wind tot de VF B.
Het rak naar de H2-W1 is wat minder ruim bezeild. Bovendien neemt de wind iets toe, totdat ik bij de H2-W1 aankom.
Voor de wind dobber ik vervolgens naar de VF 8 bij Makkum.
Parallel aan de Afsluitdijk is de wind gelukkig een stuk minder ruim en ook iets toegenomen. De boot loopt heerlijk langs Sport B en Sport A.
Het laatste rak naar de WP6 is net niet bezeild, zoals blijkt in het zicht van de boei. Na het ronden daarvan houd ik het voor gezien en loop Medemblik binnen. De keuken van de Chinees, waar ik met mijn gebruikelijke bemanning ook wel eens geweest ben, is gelukkig nog open.
Morgen wacht het tweede rondje IJsselmeer met vermoedelijk weinig wind.
Vrijdag 24 september 2010
Vandaag start ik om 8.45 uur. Net voordat ik start bij WP 6 rond de ChillOut deze boei en verdwijnt gelukkig niet al te gauw uit beeld.
Tot de KH, via de KG, loopt het lekker. Er staat een aangenaam windje, het zonnetje schijnt en de wolkjes zijn (nog) niet dreigend. De Centrale Meldpost geeft echter opeens een windwaarschuwing van het KNMI door voor het IJsselmeer en Markermeer; kracht 6. Er wordt geen verwacht tijdstip of dagdeel gemeld.
Het rak naar Sport D is een kruisrak. De wind zakt wat in.
Op het lange rak naar SB C dat net bezeild is, laat de wind het nog steeds een beetje afweten. Gelukkig wordt de eentonigheid van dit rak gebroken door een telefoontje van een goede vriend. We bespreken onder andere het Z…leven-gevoel dat ik momenteel ervaar.
Vervolgens wacht het ongeveer even lange rak naar de KR A. De inzakkende wind is verder naar het noordwesten geruimd dus wordt het weer kruisen.
De dreigende verveling verdwijnt wanneer ik gebeld wordt door het thuisfront. Ik meld dat ik er van afzie om vanavond nog Sport A te ronden en vervolgens af te zakken naar Lelystad. Beter lijkt het om Medemblik nog maar eens aan te doen.
Dat laatste doe ik, maar met pijn en moeite. In het zicht van de KR A verdubbelt de windkracht in zeer korte tijd van 3 naar 6 à 7, schat ik zo. Mijn windmeter is er al op de eerste dag mee gestopt.
Eric ten Bosch, die op dat moment nabij Sport A vaart, vertelt later dat hij 36 knopen wind heeft gemeten; windkracht 8,5!
Ik houd de boot met moeite onder controle, mis de KR A en meld nadat ik de boot heb vastgelegd in Medemblik telefonisch aan de wedstrijdleider dat ik uit de race ben. Later hoorde ik van Joost van de Velde dat het op dat moment in Durgerdam windstil was.
Zaterdag 25 september 2010
Ik sta iets later op dan gebruikelijk in de race. Ik race immers niet meer en vaar via het naviduct naar mijn thuishaven Monnickendam. Daar aangekomen ruim ik de boot op. Vervolgens pak ik de auto in en rijd naar Durgerdam. Bij de wedstrijdleider lever ik de transponder in. Het logboek behoud ik.
We drinken koffie en praten gezellig bij met twee andere deelnemers. Al met al was het toch weer een prachtige tocht.
Veel dank aan allen die dit superevenement mogelijk maken!
Meer foto’s van Ed Beijnsdorp in het fotoalbum
VERSLAG 200 Myls ‘SOLO’ VAN DE BLAUWE KWAST
Zondagochtend 9.45 gewekt door de kerkklokken van de protestantse gemeente verderop in Amersfoort. Volgens mij is het rustig na alle wind van zaterdag. Vannacht goed geslapen. Niet eenmaal de neiging gehad om even naar buiten te vliegen om te bezien of we niet met iets op ramkoers liggen. Met stijve spieren, onder andere van het zeker 1000 maal dat trapje op en neer, en de dag van gister. De laatste 30 mijl van Lelystad naar Durgerdam. Aan de wind naar Hoorn hield de stuurautomaat zich kranig. Een rif in het grootzeil en het fokje mooi vlak getrimd liep het best. Al valt me altijd weer op wat een kuilen toch in dat IJsselmeer zitten bij Lelystad. Zeker als je eerst een stuurboord slag maakt naar het Noorden. Bij Hoorn het rif er uit vlak voor de bovenboei. Dat bleek in de buien te veel gevraagd voor de 2e stuur. Met 28 KNP en vol tuig loop je dan toch uit het roer. Dan maar op het handje met vol vermogen naar de streep. Wel met enige bezorgdheid aangaande de neerhouder die net voor uitvaren vanochtend met een droge knal afbrak. We doen het nu dus met een provisorisch snaarstrakstaand noodverband.
Hoe anders was het vrijdag. Alweer een dag van duister tot vrijwel duister zeilen. Van volkomen rust, hangend achter de SPI van Medemblik naar Makkum, tot de donder en geweld omschreven in het verslag van de Tuimelaar. Blij dat ik toen al in Lelystad lag. Aangemeerd rond 20.00. Net voor het geweld losbarste kwam Pieter van Bekkum met de Bixmile langszij aan de meldsteiger van Deko. Net samen op weg naar het havencafeetje voor een glas en een biefstuk, komt Ronald Lettemeijer met de Moshulu binnen terwijl de duistere donderwolken alle regen laten vallen die er in zit. Ronald krijgt met wat moeite en waarschijnlijk wat natte handen, zijn X aan de lage langssteiger. Al afhoudend zijn we inmiddels tot de draad toe nat geregend. Net voor de keuken sloot om 21.30 de biefstuk gescoord.
Donderdagnacht anker op bij de EZ D. In het duister ruime wind naar Den Oever. Volle maan en een betoverend water. Net voorbij Enkhuizen word ik in het donker opgelopen door, ik dacht, de Batfish van Bart, een J133. Ruim onder vol tuig, met oranje Genaker stuift hij me in het donker voorbij. Onderwijl als heer zich verontschuldigend met een zonder twijfel welgemeend; “sorry” verdwijnt hij weer in de nacht zo zwart als Erebus. Bij Den Oever brak weer een ochtend aan, zoals er altijd weer een ochtend aan breekt. Vroeg in de ochtend buiten zijn is als het lezen van de eerste bladzijde van een boek, het bepalen van de kwaliteit van de komende uren. Soms accuraat, vaak bedrieglijk en altijd opwindend. Weer een dag van ogenschijnlijk zinloos rondjes varen over het meer. Enkhuizen ben ik wel 7 maal gepasseerd en iedere minuut was mooi.
Het was een genoegen om deel te mogen uitmaken van dit gezelschap eenlingen. Van mensen die alleen maar over Genakers en Marlow praten tot lieden die slechts even afstand willen nemen van hun dagelijkse beslommeringen. Bij de start bleek dan ook dat ik me per ongeluk bevond in de groep nummer 1, die om welke reden dan ook in de eerste minuut vol gas over de lijn wilden, terwijl er nog zoveel tijd te genieten viel. Niet erg natuurlijk. het ligt tenslotte in de aard van dergelijke evenementen dat behoedzaamheid al ras verloren raakt door enthousiasme.
Organisatie bedankt. Ik hoop dat velen zo hebben genoten van deze paar dagen als ik. En dat al jullie inspanning om dit mogelijk te maken heeft geleid tot wat je er van verwachtte.
Ron van Olst, Schipper van de Blauwe Kwast.
Eigenlijk leef ik er al het hele jaar naar toe , die 200 Myls ‘SOLO’. We draaien met onze boot verder natuurlijk een prachtig wedstrijdprogramma gedurende het gehele jaar met de crew, maar die 200 Myls ‘SOLO’ blijft voor mij toch heel speciaal, zo bleek ook zeker weer dit jaar!
De weken voor de wedstrijd had ik een vakantie geboekt naar Griekenland dus de boot voorbereiden moest al meteen na het NK Zeezeilen in Breskens , rolkfok erop , vlot aan boord, alle zeilen aan boord, voer mee etc. Tijdens de vakantie kon ik mooi in alle rust de banen doorlopen en de getijden bestuderen onder een grieks zonnetje. Toen dacht ik al ,die baan 2 ,die bied kansen bij de juiste windrichting. Bij een noordelijke wind heb je namelijk geen rakken meer op het IJsselmeer met tegenwind in tegenstelling tot baan 1.
Dinsdag voor de race de boot van Scheveningen naar Durgerdam gevaren onder zeer lichte omstandigheden ,toen niet wetende dat de terugtocht zaterdag naar Scheveningen iets anders zou verlopen..
De haven van Durgerdam was dinsdagmiddag beregezellig, allemaal weer oude bekenden, blijft toch ook qua gezelligheid een topevenement. Samen met mijn walcoach Fred ( ja, die) nog even het laatste weer doorgenomen en besloten woensdag niet te vroeg te starten om de winddraaiing van ZO naar Z mee te pakken in het rak van Hoorn naar Lelystad. Woensdag wel vroeg op omdat Gerben Bos en Martin Hingst erg onrustig waren en denk ik wel vroeg wilden starten. Martin had echter nog een probleem: John, heb je een pen voor me, dan kan ik m’n logboek invullen. Tja , de gewichtsbesparing op zo’n planerende Ten eist z’n tol.
Woensdag om 8.00 gestart, de wind leek wat af te nemen dus besloot ik niet te lang te wachten en om 08.00 maar te gaan . Ik zag Gerben en Martin en Bart om 07.00 vertrekken, ik dacht al, die gaan voor line-honeurs . Evenals vorig jaar kwam ik na de start weer in de buurt van Richard van Leeuwen met zijn J-105, hij gaat altijd onwijs snel downwind, ik heb hem in het rak naar Hoorn ook maar gewoon over me heen laten lopen zonder een oneindig loefduel aan te gaan, hij vaart op zo’n rak toch sneller. Ook Martin Selles kwam ik hier weer achterop, 3 jaar geleden zaten we ook al in duel bij de Sport E. Beetje een de-ja vu dus. Na Hoorn bleek het rak naar Lelystad toch nog een kruisrak te zijn, dus toch iets te vroeg gestart? Achteraf bleek gelukkig dat de later gestarten veel minder wind hadden en veel tijd verloren. Na de sport E meteen overstag en de stuurboord slag gemaakt, inspelend op de voorspelde winddraaiing van ZO naar Z. Klopte als een bus, na 2 mijl overstag en in de bakboordslag kon ik steeds hoger en hoger zodat ik een mooie binnenbocht draaide op wat concurrenten. Bij de boei zag ik de Tuimelaar en de Stinkfoot weer achter me welke veel vroeger gestart waren. De wind werd wel steeds minder dus besloten in Lelystad te stoppen, voor anker te gaan en eens rustig de laatste weerberichten met de walcoach door te nemen en de uiteindelijke baankeuze te maken, 1 of 2. Gezien de blijvende voorspelling dat vrijdag een heftig windje uit de noord zou opsteken besloten voor baan 2, ook omdat het rak van IJmuiden naar Den Helder in baan 1 dead downwind zou worden, niet ideaal. Na deze keuze even puzzelen om zo gunstig mogelijk naar Den Oever te komen. Woensdag op donderdag nacht gaf weer wat wind dus dan moest het gebeuren , nu maar even lekker pitten achter het anker. Lig ik net onder zeil, hoor ik een boot vlak naast me keihard vooruit en achteruit motoren. Ik kijk met mijn slaperige hoofd boven mijn luik en zie een gammele motorkruiser met een beetje shabby gezelschap aan dek. Vragen ze in het Duits: Wissen Sie die weg naar Muiden?? Ik zeg, hoe wil je met de auto? Nein, mit Boot was het antwoord. Bleek dat ze dit “ jacht” in Volendam gehuurd hadden, geen kaarten aan boord hadden en naar Muiden wilden varen ,“Ome Ko sehr nett” , zeiden ze nog. Vervolgens waren ze blijkbaar iets van koers geraakt en in Lelystad terecht gekomen. Welke Richtung jetzt? Ik heb ze toen maar mijn oude IJsselmeerkaart van 2009 gegeven anders waren ze vast in Hindeloopen geëindigd. Vervolgens voeren ze vol gas en vrolijk zwaaiend en roepend “Danke ,danke “ in de verkeerde richting weg..
Om 01.31 donderdagochtend was er weer genoeg wind om verder te gaan. Af en toe zie je wel een medestrijder over het IJsselmeer scheren, maar wie, is niet te zien. Achteraf blijkt uit het verslag van Ron van Olst, dat hij het was die ik in de nacht met gennaker voorbij gekomen ben. Om 7.01 in Den Oever bij de WV6 afgeklokt, na gelukkig nog zo wakker te zijn om het bankje wat precies op de rumb- line ligt te ontwijken. Na afklokken bij de WV6 wil ik meteen de gennaker strijken om niet op de ondiepte te lopen. Zul je net zien, wil hij niet naar beneden. Blijkt het val nog in de curryklem op de mast te zitten, even dikke stress, maar net op tijd alles weer geklaard.
Direct geschut en na de sluis even rust nemen en wachten op het tij naar Vlieland. Ook o.a.Peter vd Schaaf met de MyMarine , Sander van Doorn met de Stinkfoot en Wim van Slooten met zusterschip J-109 Firestorm arriveren. Tussen twaalf en één vertrekt de gehele armada op het tij naar het Marsdiep . Dan krijgen we de eerste bui al over ons heen met een 25 kts wind. Ook het traject over de Noordzee naar Vlieland is top, een mooie 20 kts wind, mooi gennakeren met leuke golven. Net voor de EG loop ik Frits Brattinga in. Frits, ik hoop dat de foto’s mooi geworden zijn. Mijn planning is in Vlieland te wachten op de voorspelde noorden wind vrijdagavond dus besluit ik al bij de ZS 5 te stoppen, zodat ik morgen overdag na mijn 2e rustperiode nog het rakje van de ZS 5 naar de VL 1 kan varen en weer een rustperiode kan nemen en niet over mijn 24 uur rust heenga . s’Avonds heerlijk met z’n allen op de haven gegeten. Firestorm komt nog binnen met de gennaker helemaal om z’n voorstag gewikkeld, ik hoor van de anderen dat dit al aan het begin gebeurde en dat Wim tot aan de VL 1 met deze megavlag doorgevaren is , met wat hulp wordt hij weer ontward.
Vrijdagochtend probeer ik om 07.00 bij de ZS 5 te zijn om het tij optimaal te benutten naar de VL 1, nu een stukje van minder dan 30 minuten. Weer terug naar de haven waar alleen Sander van Doorn met de Stinkfoot ook terugkomt, de rest vaart meteen door naar Harlingen. Nu wachten op de voorspelde wind. Voorspelling is dat om 18.00 de ventilator aan gaat, en jawel hoor, je kan de klok er op gelijk zetten. Om 18.30 haven uitgevaren op weg naar de VL 1. Een tegenstroom buiten de haven niet normaal, grootzeil al op gezet , 1.8 kts over de grond. Ik ben blij dat ik de VL1 zo haal. Op het moment dat ik stroom meekrijg en ruime wind kan varen loopt de snelheid zo op naar 12-13 kts over de grond, dat schiet op! In 1h 20 in Harlingen en daarna de “boontjes”. Geultje van 30 meter breed, vol grootzeil en genua 3 , dikke wind, 12 kts speed, stikdonker ,af en toe ook nog een bruine vlooter tegen, niet echt relaxed varen dus. Ik haal daar nog een zwaar gereefde toerende Halberg Rassy in die echt kijken van “die gozer is gek”. In de sluis heb ik ze maar even uitgelegd dat ik een wedstrijd vaar en dat er nog veel meer gekken rondvaren.
Na Kornwerd meteen weer door pushen, nu is er wind! Nog steeds vol tuig , allemaal net te controleren, boot loopt als een speer. Bij de boeien gijp ik niet maar maak steeds als een oud wijf een stormrondje om alle risico te vermijden. Ik besef me dat gezien m’n prima uitgangspositie ik nu geen grote risico’s moet nemen en niet zoals vorig jaar weer ergens strand door pech of stommiteit. Sluis in Lelystad werkt vriendelijk mee en zet na aanroepen de sluis al voor me open. Ga ik nu door of wacht ik . Wind is wel iets gekrompen zodat het rak naar Hoorn wel iets in de wind is. De voorspellingen voor morgen zijn echter niet gunstiger dus gaan met die banaan , nog 25 mijl! Ondertussen wordt het weer licht en zie ik ook Bauke Yntema in de verte voor me kruisen, een mooi richtpunt. Na de Sport E haal ik hem in, hij weet altijd weer het uiterste uit die Catootje te persen. Bij Marken nog even een schrikmoment.
De bocht rond Paard van Marken iets te kort , bij het weghalen van de gennaker op het voordek voel ik de boot ineens vastlopen! Gelukkig is het slechts een bonk en blijf ik niet hangen. Had weer mooi geweest, ben je bijna bij de finish , loop je vast en kom je niet los. Weg wedstrijd. Ik zat later te denken wat dan te doen? Mijn plan: surfpak aan, anker aan wat zwemvesten en stootwillen drijfbaar houden, anker 40 meter uitzwemmen, droppen, val aan ankerlijn, lieren maar! Eerst helling en dan met extra lijn aan ankerlijn boot lostrekken. Gekkenwerk? Wie het weet mag het zeggen. Gelukkig heb ik het niet hoeven uitvoeren en kon ik om 10.41 finishen bij de P9. Wat een toprace, ieder jaar zeg ik weer, de mooiste race van het jaar!
En toen nog het toetje.
Na wat uren geslapen te hebben, besloot ik de boot meteen maar terug te varen naar Scheveningen. Tij was vanaf 22.00 zuidgaand dus dit kwam niet slecht uit. Wel zag ik op www.actuelewaterdata.nl dat er forse zeegang stond. Ik nam mezelf voor bij IJmuiden te kijken of het te doen was en zo niet de boot dan in IJmuiden te parkeren. Viel echter mee, wel hoge golven ongeveer 3 meter maar geen brekers , mooie lange deining. Stuk naar Scheveningen was echt een feest , surfend 11-14 kts, een mooie maan, af en toe een bui, goeie wind , top! De haven bij Scheveningen is bij hoge deining wel oppassen, soms willen ze daar in de monding wel eens breken. Ver op zee maar gijpen en mooi recht in de lichtenlijn de haven aanlopen. Dus 3 mijl uit de haven de gijp gemaakt en met de deining mee richting naar het groen en rood van de havenhoofden. Zo recht met de golven mee surfde hij zo naar de 16 kts, maar alles nog goed onder controle. Op zo n 200 meter van de haveningang voelde ik de achterkant van de boot ineens opgetild worden, ik kijk naar achteren en zie werkelijk een muur van water op me afkomen. Boot versneld, blijft versnellen, niet normaal, water spuit aan weerskanten van de boot meer dan een anderhalve meter boven het vrijboord uit, de golf slaat aan weerzijden van mij met waanzinnig kabaal op de havenhoofden maar breekt bij mij godzijdank niet. Met waanzinnige snelheid surf ik zo tussen de havenhoofden door naar binnen. Later in de haven check ik op m’n klokken de max. speed van die dag, nieuw record, voorlopig blijft dit voor mij wel even staan denk ik:
26.30 kts ! Pfffff wat een race John van der Starre.
Gert Jan Koele van de Swinde stuurde de volgende link van enkele video’s die hij van zijn westrijd op YouTube gezet heeft. Mooie beelden!
Michel Kapel maakte enkele mooie foto’s en video’s, te zien via de volgende link. De video waar de stroom gutsend langs de boei loopt laat zien dat Michel het tij mooi gundtig had gepakt!
Verslag AddiXion X-332 door Harry Peterse
Woensdag
Mijn eerste 200 Myls ‘SOLO’ wordt eindelijk een feit. Al een paar jaar wil ik aan deze wedstrijd meedoen, vooral omdat Peter van den Driessche roept dat het zo gezellig is en dat al die solozeilers elkaar ’s-avonds aan boord opzoeken voor een biertje of een wijntje. Dinsdagavond na het palaver klopte dat! Mijn whisky op, voorraad bier gehalveerd en dat was maar goed ook. De volgende ochtend hijsen Jan Smink, Peter en ik naast elkaar afgemeerd aan de kop van de haven de zeilen en gooien rond 07.15 uur los, ruim een half uur nadat de Vuurflits, mijn angstgegner met Joop ten Bokkel aan het roer uitvoer, waarbij hij ons een succesvolle tocht toewenste. Dat ging volgens mij wel lukken, met licht weer is AddiXion op zijn best.
Al voor de P9 staat Sneeuwwitje – de lichtweerspi- in een keer goed en begin ik met 8 knopen wind uit het zuidoosten aan een inhaalrace met de schepen voor mij. Ik loop uit op de Vagebond en de Nicky Deux maar wordt ingelopen door Martin Selles met zijn Bongo. Hij kijkt er een beetje nonchalant bij terwijl hij bovenlangs voorbijloopt. Als we voor het Paard van Marken wat dieper moeten varen haal ik hem weer in. Na het Paard kies ik er voor om af te kruisen en vaar na een vlekkeloos gijpje over stuurboord naar Volendam. Voor de NM1 loop ik een rood Waarschip 10.10 op, de Magic Woman die iets voor me blijft, twee scheepslengtes aan bakboord. Bij de boei moeten we gijpen waarbij hij de controle verliest en midscheeps bij me naar binnen vaart terwijl ik op het voordek met de spiboom bezig ben. Eenmaal weer op koers inspecteer ik de schade: krassen, een beschadigde voetrail en een gat van 25 bij 3 centimeter vlak onder de voetrail.
Tja, wat nu? Met licht weer lijkt het geen probleem maar met een beetje wind gaat AddiXion op z’n kant en het gaat vrijdag flink waaien. Ook kan het gevolgen hebben voor de te kiezen route. Wil je wel boven de eilanden langs met een lek schip? Vooralsnog plak ik het gat af met ducktape en besluit ik door te varen. Inmiddels heeft dat er wel toe geleid dat Magic Woman uitgelopen is en dat ik ben ingehaald door Bongo. Omdat de schipper van de Magic Woman nog geen contact heeft opgenomen bel ik hem zelf maar even op om gegevens uit te wisselen en te horen wat de oorzaak was. Een losgeschoten stuurautomaat en zo zag het er ook uit. Bij de Sport E blijf ik toch maar een beetje uit zijn buurt als de spi eraf gaat. Naar de OVD3 is een kruisrak en AddiXion loopt hoog en hard met haar nieuwe lichtweer genua. Ik weet goed te profiteren van windshifts en kruis de Vuurflits die flink eerder is gestart achterlangs.
Rond 13.00 uur passeer ik OVD3 en zet koers naar de P9 en besluit daarmee route 1 te varen in de wetenschap dat mijn vrienden Joop, Peter en Jan me zullen volgen. Met 6 knopen wind loopt het schip 5 knopen en dat is heel goed. Ik loop nog wat schepen in en kom vlak bij de Goudvis van Rob Vis, een Waarschip 10.10!!! Oranjerood!!! Ook loop ik in op wat later de Tuimelaar blijkt te zijn, een X41 OD van Maarten Sanders.
Dan gaat de telefoon. Het is Peter die stil ligt en vraagt of ik nog wind heb. We lopen lekker, ik heb niet veel wind nodig. Maar tijdens het gesprek zie ik de Goudvis naar lucht happen en vallen ook bij mij de zeilen slap. Peter, en Jan besluiten bij Lelystad voor anker te gaan en af te wachten, Joop lijkt het beter om door te varen op baan twee. Dat zijn dan je vrienden!! So far voor gezelligheid en met die windstilte worden de resultaten er ook niet beter op. Het plan was om uiterlijk om 20.00 uur in IJmuiden af te meren en rond 02.00 uur na 6 uur rust door te kachelen. Dat gaat nu echt niet lukken, het schiet niet op. Wat er nog aan wind is draait alle kanten op. Dat zie je niet op Windfinder. We drijven een beetje naar links, en een beetje naar rechts en plots ontsnapt er eentje langs de kust.
Pas om 17.45 passeer ik de P9 en zet koers naar de brug. Bijna 5 uur over 14.5 mijl!! Als ik een tij later vertrek kan ik AddiXion afmeren op haar vaste ligplaats bij de IJmond, de auto pakken en thuis uitslapen de volgende dag. Wordt het toch nog gezellig!
Donderdag
De volgende ochtend kijk ik op internet wie er op Seaport ligt en breng ik een bezoekje aan de Tuimelaar. We maken een praatje en Sander vertelt dat hij van plan is om ruim voor het tij te vertrekken. Op de terugweg koop ik nog een adapter voor de GPS unit , die zonder stroom stond.
Ik hoef pas rond 14.00 uur te starten. Het is springtij en als er een beetje wind staat knal ik in een keer door naar Kornwerd, dat lukt wel vaker in 8 uur.
Bij mij in de sluis ligt de Viento en nog een deelnemer. Ik ben op dat moment druk doende om Sneeuwwitje te verwisselen voor Eukalypta, haar zwaardere zuster, omdat ik toch wel een knoop of 15 wind verwacht.
Vlak na 14.00 uur passeer ik onder spi de Baloeran. Ook nu ging dat in een keer vlekkeloos. Ik hijs bij de mast en neem als ik naar achter loop meteen de loefschoot mee.
Voor mij in de verte een schip, achter mij 4 schepen waarvan 3 in eerste instantie zonder spi. De windkracht valt wat tegen en ik besluit wat af te kruisen naar de kust en blijf net oost van de 10 meter lijn. Hoe zat dat ook al weer met convergentie en divergentie??
Ook vandaag laat de wind het lelijk afweten. Ik loop wel het schip voor mij op dat de Tuimelaar blijkt te zijn die het zonder Spi moet stellen. Het tijvenster voor het Marsdiep/Texelstroom loopt tot 21.30 uur. Om 18.00 uur valt de wind volledig weg. Klapperende zeilen, slaande giek. Ik probeer van alles, hoger, lager, bulletalie, hopeloos.
Als de wind weer wat aantrekt besluit Tuimelaar, die inmiddels weer voor ligt, door te varen naar Oudeschild. Kornwerd zit er niet in vandaag. Op dat moment loopt de boot voor Den Helder halve wind ruim 6 knopen. Ook maar door dus. Dat blijkt een vergissing, de koers naar Oudeschild blijkt plat voor het lapje en dat is niet snel. We doen er met stroom mee anderhalf uur over! Bij het binnenvaren van de jachthaven in het donker lijkt het alsof ik in het slik zit en slaat de motor af. Starten, lopen, het zal wel. Rond 21.15 lig ik naast de Tuimelaar. Na een praatje gaat Sander onderdeks, vermoedelijk om een leuk stukje te schrijven. Dat gaat hem dan ook goed af. Die fles wijn komt zonder hem ook wel leeg.
Vrijdag
Tussen 06.00 en 08.00 uur is de stroom richting Kornwerd op zijn sterkst. Als ik om 06.00 uur vertrek moet het lukken om dan rond 09.30 uur te ankeren bij Makkum en vervolgens na 15.30 uur een mijl of 30 af te leggen tot Hindeloopen. In de middag draait de wind naar het noorden en dat komt dan heel gunstig uit.
Tuimelaar is dan al weg en uit zicht. Ook achter mij, uit Den Helder zie ik niets en niemand varen. Het wordt een prachtige ochtend alleen op het wad. Meer dan 8 knopen wind zit er niet in. Het laatste stuk van de Dove Balg zet ik de spi nog even bij, alle beetjes helpen. Keurig op schema loopt AddiXion om 08.15 langs de BO2-WG1 en vaart de sluiskom van Kornwerd binnen. Tijdens het wachten op de brug lig ik met de kont in de wind in werkstand achteruit. Op enig moment loopt de boot weer iets naar voren en ik geef wat gas bij. Er gebeurt niets! Tussen de pieren nadert een binnenvaartschip. Nog maar meer gas bij en weer niets. Dan maar in vooruit en draaien. Geen beweging behalve dan naar de beschoeiing. Het binnenvaartschip komt dichterbij. De keerkoppeling werkt wel, ik voel het schakelen dus het kan niet aan de kabels liggen.
De schroef??? Kan niet, kan niet! Het binnenvaartschip gaat nietsvermoedend bovenwinds vlak langs en ik krijg net op tijd een sleepje naar de remmingen. Daar komt de Majic Potion langszij, een J-105 met schipper Arjen van Zuydam die aanbiedt me door de sluis te slepen. Razendsnel bereiden we dat voor, want het is al groen/rood en de brug gaat zo draaien. Naast elkaar varen we door de brug. Bij de sluis blijkt het nog niet mee te vallen de breedte van de combinatie in te schatten. Zonder schade leggen we aan.
Wat nu? Is dit dan het einde van mijn 1e 200 mijls? Arjen is net als ik van plan om bij Makkum te ankeren. Ik neem contact op met de eerste de beste werf uit de almanak, Aquatel, die even later terugbelt dat ze een geschikte schroef hebben liggen. Ik kan echter niet voor de middag in de kraan. Dat betekent dat ik vandaag geen mijlen meer kan afleggen en morgen minstens 75 mijl voor de boeg heb met een knoop of 20 wind. Arjen levert me af bij Aquatel en gaat in het kommetje bij Makkum voor anker. Wachtend op de kraan heb ik alle tijd om het schip na te lopen, het lichtweerzeil te vervangen voor de High Aspect en na te denken over het vervolg van de tocht.
Het kan nog steeds als ik van 15.00 tot 21.00 in de kom bij Makkum anker heb ik geen last van de opstekende harde noordenwind en kan ik daarna in de haven van Makkum overnachten. Als ik dan om 06.00 uur de volgende dag vertrek ben ik voor donker in Lelystad en kan ik de laatste 27 mijl op zondagochtend afleggen. Dan maar geen zondagsrust!
Tijdens de lunch draait de wind zoals verwacht naar het Noorden. Het is lekker weer en ik doe een tukje in de kuip. Als AddiXion in de singels hangt blijkt inderdaad de schroef verdwenen. Volgens de werf moet de schroef al eerder een klap gehad hebben waarna hij er later bij de sluis in achteruit is afgedraaid. Zij zien krassen op de antifouling van de saildrive.
Om 15.00 uur vaar ik de kom binnen en ga naast Arjen voor anker. Zijn schip ligt er strak bij, fenders weg, huik erop, lijnen opgeruimd. Een plaatje om te zien! Rond 16.00 uur vertrekt hij weer om nog wat mijlen op het IJsselmeer af te leggen. Het lijkt inmiddels de Bahama’s wel. Zonnig, warm, zwakke wind en een ondergaande zon. Een wijntje dan maar en nog een tukje. Als ik wakker wordt zijn de omstandigheden veranderd en is de wind in de overtrekkende buien aangewakkerd tot 6 bft. met vlagen naar 28 knopen. AddiXion ligt echter als een huis achter haar anker en het water blijft vlak.
Om 21.30 uur besluit ik voor anker te blijven liggen. Dat gaat prima zo en waarom zou ik in het donker met deze wind nog gaan knoeien in mijn eentje met ankerop en afmeren in de haven? Morgen weer een dag! Slapen nu!
Helaas pakt het anders uit, en blijk ik even later op de bodem van de kom vast te liggen.
Ik had 20 cm bodemvrijheid en vermoedelijk is er water afgewaaid of is AddiXion gaan gieren en daarbij op een bankje gelopen. Het schip blijft als een huis liggen, maar wel dwars op de wind en de golfjes en dat slaapt niet bijzonder comfortabel. De ankerlijn hangt slap als ik hem vier. Ik probeer nog los te komen maar staak mijn pogingen na een half uur. Ik slaap niet veel die nacht, en lig gekleed in mijn slaapzak in de voorpunt om minder last te hebben van het geklots.
Zaterdag
Geradbraakt sta ik om 06.00 uur op en tref voorbereidingen om los te komen. Het waait hard, de marge is hier niet groot en het moet in een keer goed! Ik maak een fender aan het eind van de ankerlijn voor het geval dat ik mijn anker achter moet laten omdat ik er niet meer bij kan komen. Ik hijs met enige moeite dwars op de wind het grootzeil en trek het dicht. Toevallig waait het nu maar een knoop of 12 en ik trek het hele grootzeil op. De boot krengt, loeft op en ik ben los. Heel voorzichtig haal ik de ankerlijn in en krijg op de hand het anker niet los. Lijn vast, gas vooruit en hopen dat ik niet vast loop. Met moeite krijg ik het anker omhoog. Je hoeft niet bang te zijn dat je anker gaat krabben in Makkum! Er hangt een klomp zware klei aan van zeker 15 kilo. Wat een bende maakt dat op het voordek. Voorzichtig manoeuvreer ik naar de geul waar ik de stuurautomaat er op zet en de troep opruim. Al met al is het toch later dan ik gepland had. Ik moet opschieten en trek in de geul het eerste rif erin. Terwijl ik bezig ben stuurt de stuurautomaat stiekem de geul uit en lig ik weer vast. #&$&Q*^%*#$(#*& Duizend bommen en granaten!!! Zeil omlaag, achteruit en los, maar wel slecht voor het zelfvertrouwen en het tijdschema. Gelukkig heeft niemand me gezien.
Om 08.00 uur passeer ik de VF8 en zet koers naar Medemblik. Halve wind en tussen de 20 en 25 knopen wind red ik het net met het 1e rif en de high aspect. Het gaat bloedjesnel tussen 7.5 en 8.5 knopen. De stuurautomaat trekt het niet met dit weer en wordt alleen gebruikt als het even niet anders kan. Van overige deelnemers ontbreekt elk spoor, volgens mij ben ik de laatste der Mohicanen. Ik weet inmiddels van Peter dat hij onderweg is en vanavond hoopt te finishen. Joop heeft opgegeven wegens technische problemen en Jan is gestopt omdat hij ziek geworden is.
Om 10.00 uur rond ik de WP6, 15 mijl in nog geen twee uur. De volgende 12.5 mijl naar Hindeloopen leg ik af in anderhalf uur. De wind neemt zeker niet af. Na de H2-W1 volgt een kruisrak naar Sport B. Het zal mij benieuwen of ik zeil moet minderen of niet.
Met zeilen als plankjes en hoog aan de wind blijkt AddiXion prima te lopen, af en toe zelfs boven de 6 knopen. Maar na drie klappen op de korte steile golfslag kun je weer opnieuw beginnen. Ik voel een ruk aan de spischoot naast me. Shit, de spizak staat nog in het gangboord, nee he!! Ja hoor, ik ben net te laat maar kan nog wel voorkomen dat de spi onder de kiel verdwijnt. Bijliggen en sjorren maar. Bezweet prop ik de drijfnatte Eucalypta in het toilet en doe de deur dicht. Al met al zorgt het voor een lelijke vertraging en ik kom steeds verder achter op schema.
Tegen de tijd dat ik om 13.30 uur bij Sport B aankom zit de spi weer in de zak en ben ik klaar voor het voordewindse rak naar de LC6, 11 mijl verder. Het is buiig en onder elke wolk zit wind tot soms 30 knopen dus de spi blijft in de zak. Aan die stuurautomaat heb ik helemaal niks op deze koers. Ik haal zelfs het rif er niet uit omdat AddiXion met de golfslag mee soms wel 10.5 knopen haalt. Ook begint het gebrek aan nachtrust zijn tol te eisen, ik voel dat ik niet zo scherp ben als normaal. Dat blijkt als ik nietsvermoedend de LC5 rond en koers zet naar Den Oever voor het laatste kruisrak.
Accu-alarm!! Ik start de motor om stroom te draaien. Sinds juni heb ik nieuwe accu’s die me echter steeds in de steek laten. Een 25 watt lampje trekt in 4 uur twee accu’s leeg van 70 ah elk. Kan helemaal niet. Alles doorgemeten, geen lekstroom, accu’s laten controleren, niets gevonden. Gek wordt ik ervan! Tijdens de 24uurs race en de Challenge Cup moest ik ook de hele nacht stroom draaien.
Al paaltjes pikkend worstel ik voort naar Den Oever, het hele IJsselmeer weer over. De LC 5 zie ik nog achter mij. LC5, LC5???? Oh shit, verkeerde ton gerond.
Pieeeeeeeeeep! Motor slaat af? Wat nu weer!! Stuurautomaat erop, bijliggen maar weer.
Even checken: koelwater OK, net een nieuwe waterpomp en impeller, luchtfilter ok, dan moet het de diesel zijn. De filters verstopt? Snel ruim ik de achterhut leeg in verband met de dieselstank. De telefoon gaat en ik krijg Anita aan de lijn. Ik loop leeg en zeg dat ik er mee kap en dat ik zo terug bel omdat ik aan de wind met 23 knopen ondersteboven met een zaklantaarn en een leesbril op in een luik hang om het hoofdfilter te controleren. En Ja hoor, daar zit wat drab in. Zeker vuil in de tank dat losgeraakt is van dat gebonk op de golfjes. Een half uur later heb ik de motor weer aan de praat en lig ik weer bij de LC7. Stoppen of doorgaan?? Ik heb al spijt van mijn opmerking tegen Anita en leg de boot weer op koers naar Den Oever. Even scheepsberaad: het is bijna half 5, Den Oever is nog zeker 2.5 tot 3 uur varen en daarna nog 21 mijl naar Urk?? O ja, LC 6 moet ik nog ronden! Dat doet de deur dicht, nou ben ik er echt klaar mee!
Met gemengde gevoelens zet ik koers naar Enkhuizen, leg om 18.00 uur aan, bel naar huis en naar de organisatie, stap onder een lauwe douche en val vroeg in een diepe slaap. Morgen weer een dag en volgend jaar weer een 200 mijls solo om me te revancheren.
Ik wil Arjen nogmaals bedanken voor zijn hulp bij Makkum en de organisatie complimenteren met een geslaagde editie van de 200 Myls ‘SOLO’. Tot volgend jaar!
Harry Peterse
Schipper AddiXion
Voor de 9e keer ging ik van start. Elk jaar weer hetzelfde. Drie dagen van tevoren heb ik weer vlinders in mijn buik. Dit komt mede door de weerkaarten en de te volgen banen, waar ik mij dan druk om maak, want ik wil die 200 myls uitvaren.Ik denk dat er 70 boten definitief zijn gestart terwijl er 100 waren ingeschreven. Dat is jammer omdat ik weet dat er velen anderen zouden willen deelnemen! Dinsdag vanuit de thuishaven richting Durgerdam, waar het palaver om 20.00 uur begon met het uitreiken van de logboeken en het duidelijk maken van de belangrijke regels. Dit jaar geen cap of hoed, maar een sweater met het logo van de 200 Myls erop. Prachtig!Woensdag 22 september
Woensdag om 07:00:53 gestart bij de P9 en er stond een windje van 9 tot 10 knopen dus een windje waarbij de Sundance Kid best lekker snel loopt bij zo n 60° windhoek. Ook kwam al snel het zonnetje erbij, het beloofde dus een prachtige dag te worden. En voor mij werd het dat ook want er stond precies genoeg wind om de grotere boten behoorlijk bij te houden. Bij het Paard van Marken de spi erop en met een gemiddelde van 4.8 knots richting Volendam en Sport E. De spi moest er hier af en aandewind richting de OVD3. 4 myl voor de OVD3 voer ik een gebied binnen waar weinig wind stond, ja boven in de mast werd er op een hoogte van 11 meter nog wind gemeten van zo’n 10 kn, maar geen druk in de zeilen ik lag dus geparkeerd. Na het zoeken naar wind en de nodige slagen met een snelheid van 1.8 knoop ben ik gelukkig in een windbaan gekomen die mij met een snelheid van 3 knopen naar de laatste boei van het eerste rak blies, de OVD3. Ik klokte af om 15.21 uur. Later bleek dat die boten die wat later zijn gestart een stuk minder wind hebben gehad! Dat scheelde wel wat knopen. Bij deze boei moet je de beslissing nemen of je baan 1 kiest, ga je door de sluis dan kan je kiezen tussen de banen 2, 3 en 4, baan 1 is terug naar de P9.Wel ik ben door de sluis van Lelystad gegaan en in die tussentijd voor baan 4 gekozen. Er werd een paar dagen zuidelijke wind voorspeld en bij baan 4 zaten veel halvewindse rakken in de route, dat was mijn motivatie om baan 4 te nemen. Achteraf was dit voor mij de juiste beslissing ik wilde graag route 2 doen omdat er weinig wind werd voorspeld de eerste dagen en je dan gebruik kan maken van de stroming. Je hebt dan ongeveer 50 myl stroom mee zo n 1.5 tot 2 knopen. Route 2 gaat naar Den Oever, dan het wad op om Texel en Vlieland heen richting Kornwerderzand. Ik moest in Den Oever zijn op donderdagmorgen om 02.00 uur. Ik zag al gauw in dat dat er niet in zat. Bij de EZ 13 aangekomen om 16.58 uur weer gestart richting Ketelbrug, dit was een lopend wind met de spi er op zo n 100° inkomende wind. De Nimby van Ed Bijnsdorp startte iets eerder een Hanse 342 en ik kon hem goed bijhouden wat mij toch weer een stukje plezier gaf, want de Hanse moet een stuk sneller zijn. Helaas viel de wind weer weg en werd ik weer geparkeerd bij de Ketelbrug en ben als een slak bij Urk aangekomen vlak achter de Nimby. Ook daar weer wind boven in de mast!! Om 19.57 uur bij de boei Urk 14 aangekomen en ben naar binnen gegaan. Verder zeilen had geen zin en ik wist dat in de nacht de wind uit dezelfde hoek zou toenemen daar wilde ik gebruik van maken.Donderdag 23 september
Ik had de wekker gezet om zeer vroeg op te staan 02.00 uur en inderdaad stond er meer wind en ging ik bij Urk 14 om 04.33 weer van start, gelijk met de spi erop richting Lemmer. Daar moet ik 2 boeien ronden voor ik mijn koers kon verleggen naar de LC11 bij Stavoren. Bij de eerste boei (de RHB) had ik met mijn slaapdronken kop de RHB vergeten in mijn plotter te zetten. Toen ik in het gebied kwam waar die boei moest liggen zag ik dat ik behoorlijk uit de koers was en vraag mij niet wat er allemaal gebeurde maar met de spi een gijp gemaakt naar de RHB, die ik gelukkig zag liggen. Ik vergat dat ik niet de enigste was op het water, want er kwam namelijk vanuit het niets een dikke deur aan zetten op vol vermogen! Gelukkig is het allemaal goed gekomen, maar het had ook anders kunnen lopen. Je moet namelijk bij de boeien die in je route staan, verplicht binnen 15 mtr. passeren, op de knop van de tracker drukken en ook nog eens je tijd en log in vullen Pfffff! het zweet stond, na de kapriolen die ik heb uitgehaald om het tot een goed einde te brengen bij die boei, in mijn broek!, en het angstzweet op mijn kop. Ik hoop dat de schipper M/V van die dikke deur geen grijze haren heeft opgelopen! Na ongeveer 2 myltjes de spi eraf en de NM-1 gerond richting de LC11. Het was trouwens volle maan en ik heb naar de maan gehuild maar kreeg helaas niets terug of was het de mooie nacht. Ook vond ik het die nacht niet koud!Op koers naar de LC11 kwam de wind met 70° in en met de genua erop met 12 tot 13 knopen wind gaat de Sundance kid (wij zijn beide samen bijna honderd jaar) er vandoor. Misschien wisten jullie het nog niet maar als je zijn zeiloren ook nog eens erbij streelt is hij helemaal niet meer te houden en gaat ie er echt van door! Ik heb, bij het dag worden en de zon- opkomst zitten genieten van mijn bejaarde zeilscheepje! Ook Wilma (stuurautomaat) deed weer haar uiterste best om koersvast te zijn, wij liepen konstant de rompsnelheid die ongeveer bij de 5.8 knopen ligt!Bij de LC11 de spi er weer op richting Hindelopen en Makkum soms met 6.5 knopen snelheid. Bij Makkum de spi er weer af en bijna aan de wind naar de Sport-B en Sport-A. Nu moet er gekruist worden en dat betekent voor mij dat dat bijna de dubbele afstand wordt richting Medenblik, maar tot mijn stomme verbazing (ik voer eerst nog een stuk langs de afsluitdijk richting het zuidwesten) draaide de wind 30 tot 40° en kon ik de WP6 zo aanlopen, zou het te maken hebben met het huilen van nacht naar de maan?Ik was in ieder geval in mijn nopjes en bijna bij de WP6 aangekomen zag ik al dat het erom ging spannen of wij weer werden geparkeerd! Wij hadden nog een klein beetje wind en heel langzaam met het log van de boot op 0 en de gps op 1 knoop zijn wij naar de WP 6 gedreven. Om 16.09 passeerden wij de boei en werd de brommer gestart richting de haven van Medenblik. Ik wilde graag douchen, dus ankeren stelde ik nog even uit. In de haven heb ik ook prik en kon dus wat weer informatie ophalen die voor de volgende dagen belangrijk zouden zijn.Een leuke bijkomstigheid was dat ik in de marina Jacques tegen kwam die ik al 1.5 jaar niet had gezien. Jacques was mijn zeilmaat bij de Driehoek Noordzee 2007, waarbij wij onze mast verloren (ziehttp://www.kustzeilers.nl/Driehoek/Driehoek.html en kies 2007 verslagen), wij hebben even bij gebabbeld en ben vroeg naar de Sundance Kid gegaan. Ik kon het niet laten en alvorens naar bed te gaan heb ik nog een goed gesprek gehad met Ketel-1 die beloofde mij dat het morgen voor ons weer goed zal waaien en uit de goede richting, ik was benieuwd.Vrijdag 24 september
De wekker was nog niet af gegaan, maar ik werd wakker door getik van een lijntje tegen de mast! Even op de klok kijken en pfffff. 00.30 uur, nog geen zin maar ik had mijn windmeter (draadloos van tactick) naast mijn hoofd liggen zodat ik als ik wakker werd kon kijken of de wind inderdaad was gedraaid naar het zuid- zuidwesten. En dat was ie! 12 tot 13 knopen en gezien de weerkaarten op mijn laptop was dit zeer belangrijk en voor ik het mij realiseerde knalde ik met mijn kop tegen het plafond van mijn slaapplekkie omdat er haast was geboden!
Om 01.08 uur was de Sundance Kid los en op weg naar de WP6 en om 01.52 gestart richting de Ketelbrug waar de HK weer moest worden gerond. Bijna 15 myl. Een prachtig rak met weer de wind 70° inkomend. Bijna het hele rak over de 5 knopen gelopen, ik had dit gisteren toch echt niet kunnen bedenken HiHiHiAangekomen bij de HK 06.04 uur maakte ik de boot klaar voor een kruisrak naar de Sport–D maar wederom draaide de wind op het moment van aankomst bij de HK terug naar zuid zuid-oost en kon ik met bijna dezelfde snelheid mijn weg vervolgen richting Sport-D 07.22 uur daar aangekomen de spi er weer op richting Lemmer maar nu naar de SB-C. De weersverwachting was dat de wind in de loop van de dag langzaam zou gaan draaien naar west en dan naar noordwest toenemend tot windkracht 5 bft en later op de avond zou er een trog over komen met veel wind minsten 7 bft werd er verteld!!
Dus voor mij was van belang niet te hoeven kruisen want daar verlies ik meestal erg veel tijd mee. Bij de SB-C aangekomen 09.45 uur moesten wij al scherp aan de wind naar de KRA (dat is een boei die boven het kreupeleiland bij Medemblik ligt).De wind was dus al aan het draaien en zat al in de westelijke hoek. Oeps… opschieten geblazen en Wilma even uitgeschakeld om zelf aan de helmstok alle shifts omhoog te pakken zodat het rak nog steeds was bezeild! Een halve myl voor de KRA kwam de boei in de wind te liggen en heb ik 2 kleine slagen moeten maken om rond de boei te komen. Prachtig!! Om 12.17 uur waren wij daar en gingen wij weer met een bezeild rak naar de Sport –A, daar aangekomen om 14.30 uur begon de wind een paar knoopjes toe te nemen en draaide naar de noordwesthoek wat een geluk hihihi… De spi er weer op en als de weerlicht richting Urk, de EZ-1 moest daar gerond worden en de afstand was ongeveer 23 myl!!! Voor Stavoren zat de snelheid er nog goed in maar afzakkend naar het zuiden nam de wind steeds verder af en hadden nog maar 8 knoopjes over. Ik ben toen gaan afkruisen,wat prima ging. Ik moet wel zeggen dat ik mij wel altijd vast maakte aan mijn lijflijn op dat voordek met die spiboom, zodat ik niet overboord zou kieperen, want dan is je lot gauw bezegeld met een watertemperatuur van 14° tot 15°.De hele dag zat dat liedje van Herman van Veen in mij kop van opzij opzij opzij wij hebben grote haast wij hebben maar een paar minuten tijd!!! Rennen vliegen enz. dit kwam door de waarschuwing van die trog en toen ik in de buurt kwam van de EZ-1 begon achter mij de lucht inktzwart te worden en was ik blij dat ik om 19.34 uur bij de EZ-1 was en nog een boei moest ronden. Wel moest de spi eraf en daar was ik zeer in mijn nopjes mee want je zou maar een dikke windvlaag uit zo’n bui krijgen en je bent allen nou.. berg je dan maar! Maar gelukkig liep dat gesmeerd en alles van dek afgehaald en de boot stormvast gemaakt. Aan gekomen bij de EZ –9 was dit de laatste boei voor de sluis en die werd gerond om 20.11 uur.Ik heb nog een stukje doorgezeild maar gezien de vreemde kleur van de lucht en ik al eens meer overkomende troggen had meegemaakt, was ik ontzettend blij dat ik de zeilen naar beneden kon doen en de brommer mocht starten! Ik wilde door de sluis en dan verder om mijn ankertijd te gaan inlossen maar dat liep toch effe anders.
Vlak bij de sluis aan gekomen (net voorbij de Flevomarina) brak de hel los, er kwam zoveel energie los dat provincie Flevoland waarschijnlijk een jaar gratis van stroom was voorzien. Niks 7 bft maar 8bft. tenminste dat zag ik af en toe (35 knopen) als er weer zo’n vlaag kwam. Ik had de boot op het dek goed opgeruimd, maar binnen was het een puinhoop!! Om de woorden van Paul van Vliet te gebruiken: de rondo’s gevulde koeken en kanoos vlogen door de boot heen pfffffff
Ik durfde niet de sluis in te varen en ben rondjes aan het varen gegaan, de wind blies de Sundance kid met 5 knopen van de wind af en tegen de wind kon de brommer het mondjesmaat redden met 2.5 knoop tegen de wind in. God, wat een hekseketel, ik zag geen hand voor ogen na een halfuurtje denk ik was er even 25 knopen wind en ben ik de Houtribhaven ingedoken waar Ronald van de Moshulu mij hielp de Sundance Kid zonder schade af te meren aan zijn boot. Dat was om 21.56 uur.
Ronald, ik ben je er dankbaar voor!! Daarna heb ik een potje gekookt en ben vroeg gaan slapen. Ik was bijna 22 uur aan het varen geweest en zat er behoorlijk doorheen ook door de adrenaline die bij de storm was los gekomen!Zaterdag 25 september
Zaterdagmorgen om 06.30 uur door de sluis en er stond nog een stijve bries van 22 knopen die af en toe naar de 25 knopen gingen. Als het anker het maar houdt, dacht ik nog en aangekomen bij de ankerplaats hup het anker er in en de tracker ingedrukt om 07.19 uur mooi! Nu 6 uurtjes wachten, misschien nog een tukje doen mooi!!!! Niet!! ik wilde mijn eitje uit de pan halen toen mijn ankeralarm af ging en toen ik mijn smoel naar buiten stak zag ik dat we op drift waren %&^^*(()**()*)_()_)+_)_&%$%#$#@ Brommer weer gestart en het anker ophalen, terug varen en ja hoor gelijk een plensbui op mijn kop, dus ik werd zeiknat! Het anker er weer ingegooid maar dat ging helemaal mis en ik voer over de ankerlijn heen. Nou dacht ik dan, wacht ik tot de boot zich vanzelf weer met de kop in de wind zou gooien.
Niks daarvan, ik had het anker met een lus om de bolder heen gelegd, maar doordat de boot over de lijn was gevaren, was de lijn over de bolder getild en losgeraakt en je snapt het al !#%^^*(&(&&*(%^$&#@## Ik kon geen ankerlijn meer ontdekken en de boot ging vrolijk richting de dijk! Pfffff. snel het andere anker gepakt, maar dat moest eerst wel in elkaar gezet worden. Eindelijk weer vast en dit anker hield het beter in deze blubberzooi.Nog even naar de organisatie gebeld om te vragen hoe dat zit met een krabbend anker en Joost te Velde kon daar ook geen antwoord opgeven, dus ik heb mijn eerste tijd van mijn ankerperiode aangehouden. Inmiddels waren de eieren koud en bleef het buiten stevig waaien waarbij de 25 knopen bij een bui gelijk werden gehaald!Op naar het laatste rak!Om 13.20 het anker op en op naar de OVD-3, daar waren wij om 13.53 uur en nu moest er gekruist worden naar de Sport–E. Deze lag op dat moment recht in de wind en ik zag er erg tegen op omdat mijn bootje met zijn ondiepe kiel (130 cm) en aan lagerwal flink door de hoge golven wordt weg gezet. Maar ik wilde deze avond beslist finishen om dat in de avond de wind het weer zou laten afweten. Wel 12 myl, komaan de laatste loodjes wegen het zwaarst zeggen ze wel eens. Ik kreeg na de start de boot niet aan het lopen en ik piekerde mij suf waardoor dat kwam. Ik had een rif gezet in het grootzeil en de reefbaarrolgenua een stuk in gerold na ongeveer 7 a 8 minuten aanklooien viel het kwartje! De traveller naar buiten en hup dat scheelde! Ook had ik teveel voorzeil, toen dat allemaal was verholpen ging de boot lopen!!Wel ik heb de volgende tactiek bedacht! Waren er geen buien dan zakte de wind in tot zo’n 10 a 12 knopen, dan moest het voorzeil weer uitgerold worden. Ik ging dan over bakboord richting het zuiden. Kwam er een bui en daar zat iedere keer veel wind in (25 knots), ging ik overstag naar stuurboord en rolde tijdens het overstag gaan het voorzeil een stuk in. Dat liep als de brandweer en ik nam gelijk de grote windshifts mee, zo’n 20 tot 30°. Het was wel keihard werken maar wil je snel varen is dit voor mij de enigste optie!Om 17.32 ronde wij de Sport-E en gingen met halve wind richting Volendam. Soms liep de boot 8.5 knopen en met 6.5 knoop vlogen wij langs de GZ om 18.32 uur richting de Pampus 9 ,de finish boei.
Natuurlijk zakte de wind na het Paard van Marken weer in, maar dat mocht de pret niet drukken en bijna aan de wind (en de boei in mijn enthousiasme nog bijna overvarend) finishte wij om 20.33 uur. Yes,Yes! Het is weer gelukt om de 200 Myls uit te varen.Fred.
Dit jaar werd voor de vijftiende keer de wedstrijd gevaren. Om organisatorische redenen was nu Durgerdam als vertrek en finish haven aangewezen. Voor mij dus eigenlijk een thuiswedstrijd.
Ik wil in dit verslag het niet zo zeer hebben over de wel of niet geweldige snelheden en tijden, maar meer over de ervaringen tijdens de race. Tijdens de briefing werd als eerste een prima en warme fleecetrui uitgereikt, tezamen met een logboek en de GPS tracker. Dit geheimzinnige apparaatje stuurt regelmatig je positie door naar de organisatie. Later bleek de fleecetrui een zeer noodzakelijk uitrustingstuk te zijn.
De baan die ik heb gekozen:
Start bij de P9 nabij de IJtoren. Daarna de volgende route: via Volendam, de Nek en Lelystad terug naar Durgerdam – via Noordzeekanaal naar IJmuiden. Van daaruit naar Den Helder en door naar Kornwerderzand. Vervolgens via Medemblik, Hindeloopen en Breezanddijk naar Stavoren.
Alsof dat niet genoeg is, nog een bezoek aan Den Oever voordat de neus gericht wordt op Lelystad. Dan via de Nek en Volendam terug naar de P9. Het noemen van alle boeien verwart alleen maar.
De start was op 22 september, tussen 7 en tien uur, voor mij even na 8 uur. De wind was zwak en in de zuidhoek. Vóór mij allemaal spinakers. Ik moest dat dus ook maar doen. Bij het hijsen bleek direct dat ik een schoothoek en tophoek verwisseld had… Onder het toeziend oog van een deel van het veld dit detail verholpen. Daarna was het heerlijk spinakeren naar Hoorn. Op tijd de spi eraf. Het lukte mij niet deze geheel droog aan dek te krijgen. Vanaf de Nek hoog aan de wind richting Lelystad. Na een uurtje verzeilde ik in de lokale doldrums. Over de afstand van misschien 12 NM deed ik bijna 8 uur!! Rampzalig!. Een extreme oefening in geduld. Daarna met een minimaal briesje, het was inmiddels donker, naar Durgerdam. Nog vóór twaalf uur ’s nachts voor anker en slapen maar. De verplichte ankertijd van minimaal 6 uur had ik dan al vast ingevuld. Na een bezoek aan de douche bij de vereniging fris de volgende morgen op weg naar IJmuiden. Bij de Schellingwouder brug kreeg ik gezelschap van de Viento, een 31 voet Elan met een nogal lang aangebouwd eendenplatform. Hij bleef voor het grootste gedeelte van de wedstrijd in mijn buurt.
Donderdag 23 september
Rond 14.30 uur was ik op zee om met het tij richting Den Helder te varen. Een zwak zuidelijk windje en een nogal vervelende deining maakte dat het niet verstandig leek de spi te zetten. Een echte slingerkoers. Ook zakte de wind enige tijd volledig in. Klapperende zeilen is ook niet alles!
Pas tegen 21.00 uur was ik bij de haven van Den Helder. Het tij liep al bijna op zijn einde. De vooruitzichten om de 200 mijls uit te zeilen waren wel heel slecht geworden. De finish was uiterlijk op 26 september 12.00 uur. Ik vroeg mij af hoe het op het IJsselmeer zou zijn met de wind.
Vrijdag 24 september
Het was nog donker toen ik weer verder ging. De spi mocht weer werken. Met zwakke wind en met tij mee naar Kornwerderzand. Mooi en vlak water. Uitgerust kon ik beginnen aan de rakken op het IJsselmeer. Met een lopende wind naar Medemblik en naar Hindeloopen. Daarna met zwakkere wind opkruisen naar Breezanddijk. Rond kwart voor acht ’s avonds begonnen aan het laatste rak voor die dag. Het begon zo mooi: spi erop en varen maar! Alleen die wolkenpartijen in het NW bevielen mij niet echt. In korte tijd trok de wind aan. Als de bliksem de spi eraf. Helaas trok de spinakerval de sluiting van de grootzeilschoot los. De spi trok ik achter het grootzeil naar binnen toe. De giek schoot naar voren tegen het want. Snel halve wind gestuurd en het grootzeil gestreken. Daarna, het woei inmiddels 28 knoop weer richting Staveren gestuurd. Met een hulplijn de giek weer midscheeps getrokken en de schoot weer bevestigd. De wind was verder aangetrokken tot ruim boven de 30 knoop. De golven bouwden op en alleen op de kale mast liep het schip 5 knoop. Ik liet het maar zo. Eerst moest ik nog de LC6 passeren. Daarna op motor , zeilen was niet mogelijk ( stik in de wind en zware zeegang) naar Staveren Ik had twee uur nodig voor die 3,4 NM. Binnen werd ik geholpen met afmeren door de Viento die net voor mij binnen was gekomen.
Zaterdag 25 september
Het weerbericht liet weten dat het in de loop van zaterdag uit het NO zou gaan waaien. Mooi niet. Pas rond 1300 uur verder gaan varen. De wind was iets minder geworden , maar zeker geen NO. Eerst opkruisen naar Den Oever. Met twee reven en een half ingerolde fok op weg. In het begin met zware zeegang, later werd het wat beter. Rond 16.00 uur kon ik eindelijk de neus richting Lelystad wenden. Uitgeboomd en begeleid door indrukwekkende wolkenpartijen stoof ik er vandoor.
Even na 22.00 uur was ik bij de OVD3 en kon ik beginnen aan de laatste mijlen. Helaas, de wind zakte weer in en werd zowaar cyclonic, een ander woord voor uit alle hoeken, behalve de goede. Het werd opkruisen naar de Nek.
Zondag 26 september
Een ijskoude regenbui met stevige wind draaiingen maakte het wel erg oncomfortabel. De kachel aan en binnen zitten. De automaat moet het maar uitzoeken. Na de Nek zou ik met halve wind naar de MNGZ kunnen varen, dacht ik. Dat werd dus aan de wind (ZW). Na de MNGZ op weg naar het Paard draaide de wind gewoon met mij mee, dus weer aan de wind.
Op weg naar de P9 met ZZO wind. Even na 5 uur in de ochtend kon ik de P9 afklokken.
De race zat erop. Doodmoe maar toch wel tevreden schoof ik een half uur later mijn box in en kon ik gaan slapen. Heel lang slapen, ongeveer 4 uur. Na het voeden van de inwendige mens en het reinigen en toonbaar maken van de uitwendige mens was ik in staat het logboek en de tracker in te leveren op het schip van de organisatie. De uitslag? Er zouden 33 schepen hebben opgegeven. Die heb ik in ieder geval achter mij gelaten.
Jaap Homan
Pogo 850 Muckle Flugga
Woensdag 22 september
s Ochtends vroeg na een prachtige avond met veel gezelligheid in de haven van Durgerdam is het eindelijk zover. We varen een voor een als bij admiraal zeilen de haven van uit richting de finish.
Nog voor de start een tegenslag. Motor draait alleen nog stationair en op het laagste toerental voor- en achteruit. Gisteren olie in staartstuk saildrive bijgevuld. Overvuld. Geprobeerd om de olie er weer uit te zuigen. Kennelijk was dit niet genoeg. Om 7.15 u direct naast de startlijn voor anker om nog verder olie uit de saildrive te zuigen. Slangetje smaakt steeds viezer, net geen olie in de mond gekregen. Daarna nog steeds onmogelijk om gas te geven. Toch anker op en klaar maken voor de race. Het is tenslotte een zeilwedstrijd. Boeg spriet uit, genaker aangeslagen. Onder vol tuig rond acht uur gestart. In de consternatie start tijd vergeten te noteren. De GPS tracker lost dit wel op, neem ik aan. Na 30 min varen alles op orde.
Tijd voor mijn tune van de race: Maggot Brain van Funcadelic. Ik passeer het paard van Marken samen met gele tweemaster van Adriaan van Berkel en Pim Schulp op X312. Prachtig schouwspel, dertig spinakers (helaas) voor de boeg. Afgelopen uur steeds een laag kleding afgepeld. Zit nu in t-shirt. Met vier boten rond de gijpboei MN1GZ2 om 10.00 u. Het lukt me nog net om binnenpositie te krijgen. Scheelt hondereden meters bij het ingaan van het nieuwe rak.
Wind na enige tijd tot niet meetbaar gedaald. SOG < 1 knoop. Dan bakboord stuurboord situatie met Henjo van Cras Factus Est bij een bootsnelheid van een slak. Ons geduld word op de proef gesteld het is nu 13.30 u en we gaan hooguit 1 knoop. Om 15.20 u komt er eindelijk een beetje wind.
Wat gelezen en aan een artikel gewerkt dat ik aan het schrijven ben over voeding. Wat kun je anders doen onder deze omstandig heden? Daarna nog een blogpost van Tim Ferriss gelezen, 1 van mijn favoriete bloggers.
Het motorprobleem is nu duidelijk. De gaskabel is gebroken. Ik maak telefonisch een afspraak met een monteur in de Houtribhaven morgen ochtend om 9.00 u. Dat betekent groot tijd verlies. Met Henjo en Pim door de sluis. Met Pim samen afgemeerd in de passantenbak van de Houttrip. Dat zou een lange avond nagels bijten kunnen worden, ware het niet dat het heerlijk weer is. Dus een biertje, olijven en een sigaar. Vakantiegevoel!
Donderdag 23 september
Na een lange goede nacht de boot alvast klaar gemaakt. En de motorruimte vrij gelegd voor de monteur. Nieuwe gaskabel in een uur gemonteerd.
Ik moet nu een nieuwe strategie kiezen. De waddenbaan die ik van plan was, is niet meer haalbaar. Ook is er onweer verwacht. Ik kies nu voor baan 4. Herstart bij EZ13. Goed begin. 6kn boot speed, die zakt even later wel weer in. Ik zie groene asymmetrische spi aan de horizon, dit lijkt op Henk Bulthuis. Hij gijpt later weg en neemt waarschijnlijk baan 3.
Op het rak van de Ketelbrug naar Urk de prachtige gele tweemaster weer gepasseerd. Verder niemand in de verste verte te bekennen. Na 3 rakken is de wind weer op.
Ik ga bij de UK14 ten anker samen met Batfish die uit tegengestelde richting komt.
Wachten op wind. 6 uur stil liggen is een hele prestatie. Ik begin door mijn leesvoer heen te raken. Medische vakliteratuur is geen inspiratie voor een weekje vakantie, wat deze race zou moeten zijn. Langzaam wordt de lucht grijzer. Om 17.00 u. is het einde blote bast. Volgens buienradar treken de echte buien ten westen langs. Het is nog steeds bladstil.
De tijden zijn wel veranderd, nu je met je telefoon op internet alles kan opzoeken tijdens een wedstrijd.
Muziek : John Coltraine; Chet Baker en Charlie parker.
Ik ga zo even Metallica opzetten om uit mijn middagdutje te komen. Dit noem je wedstrijd zeilen?
Klokke 19.20 u na 6 uur het anker gelicht en volgas richting de herstart. Halve wind richting RHB knijpen met de spi op. In de verte onweer, uit voorzorg de spi eraf. Net op tijd, 90 graden windshift. Daarna kom ik in een heftig onweer terecht. Bliksem voor, achter en aan bakboord en heel dichtbij. Een ontlading recht boven mijn hoofd tussen twee wolken. Het wordt helemaal licht en een hele harde knal. Herinnerring aan mijn eerste transat in 1988 komt boven. Ik zat toen ook midden in een onweer en kon geen kant op. Ik was toen heel angstig. Vandaag helemaal niet. Daarna harde wind en hevige regen. Boei RHB is niet te vinden, licht werkt niet. Na NM1 nog even het onweer afgewacht en daarna weer de spi gezet. Het is nu 23.00 u en het regent nog steeds keihard. Je wilde toch zo graag een weekje buiten spelen !?!?
Het klaart op. Volle maan achter de wolken geeft veel licht. Gijpen met spi lukt daarom zonder koplamp, zo helder is het. Dit is heerlijk zeilen! Tot H2W1 bij Hindelopen vreselijke knijp koers, groot zeil helemaal los. Daarna voor het lapje naar Makkum. Ik passeer mijn thuis haven. Laatste rak naar Breezandijk. Geankerd in de werkhaven om 3.05 u.
Vrijdag 24 september
Om 9.30 u wakker, goede nacht gemaakt. Ik lig naast de Magic Woman van Dik Geurts. Daarna anker op, hele vieze blubber, lang schoonspoelen van anker en ketting. 20 min water putsen is pas “ zeilen zonder rugpijn”. De ultieme test of je een sterke rug hebt. Herstart om 10.52 u. Ik zie nog 4 andere deelnemers de sport B ronden. Slechts 1 gaat de zelfde kant op richting sport A. De temperatuur is nu flink gedaald, buiig weer. Ik heb nog een grote klus voor de boeg, ongeveer 100 mijl tot Lelystad. ETA 3.00 u vannacht bij bezeilde koersen.
Na WP 6 verkeerde spi gekozen. Rak is plat voor het laken. Downwind met een genaker en weinig wind is een slechte combinatie. Spi wissel gaat snel, ik word steeds handiger. Op naar Urk. Wind is al naar het noordwesten gedraaid. Instrumenten hebben een dag stil gestaan. Log en diepte meter doen het weer. Kan weer reglementair het logboek invullen. Na een heel lang voordewinds rak kom ik bij de Ketelbrug. Voor me zie ik een blauwe Winner met een solo vlag. Schitterende avond strak blauwe lucht. 6 Beaufort is voorspeld. 2 smeerrepen ingeschoren . We gaan zo kruisen. Boei KH gerond. Perfecte spi-drop, gijp, boom weg en strak aan de wind.
18.40 u. Ik bereken dat er nog 90 mijl zijn te gaan tot de finish. Ik ben nu eindelijk over de helft. In mijn herinnering ging het vorig jaar veel sneller. Oh ja, ik heb 2 dagen bijna stil gelegen!
Langzaam dringt het tot me door dat ik de finish niet ga halen. De ETA tot Lelystad is 12 uur morgen ochtend, dus zonder kruisen en zonder rusten. Na de sluis is het nog 27 mijl. Stel dat ik non-stop door vaar dan wordt het rond 19.00 uur zaterdag avond. Daarna moet de boot nog terug naar Makkum, om maandag weer fris aan mijn spreekuur te beginnen. Wat is wijsheid. Opgeven zit niet in mijn karakter, maar realiteitszin is ook een van mijn goede eigenschappen.
Ik moet nog via sport D naar de SBC bij Lemmer en daarna naar de KRA tussen Medemblik en Stavoren. Ik ga om middernacht beslissen of ik doorga. Nog even de prachtige zonsondergang op me laten in werken. Ik trakteer mezelf op koffie en een feestsigaar, want het blijft mooi buitenspelen zo’n 200 mijls race. Dat moeten we even vieren !!
19.15 u Het wordt snel kouder. Laagje erbij en het gevechtspak aan. Dat wordt nog een lange nacht opkruisen naar de Afsluitdijk. Bij de boei passeert in tegengestelde richting een X43 Bixsmile onder spi. Die is er “bijna”. Hij moet nog 30 mijl tot de finish. Kleine bootjes ploeteren nog even door.
Rond 21.00 u word ik overvallen door een bui. Binnen 10 min van 10 naar 25 knopen wind. Met veel moeite 2 riffen gezet, maar we gaan nog steeds te hard en te scheef. Mijn windmeter geeft te weinig aan. De golven zijn ook uitzonderlijk hoog. Het lijkt wel of het ten noorden van hier nog veel harder waait. Ik beuk ongezond hard in de golven. Na een half uur besluit ik met pijn in het hart dat dit een goed moment is om de race te beëindigen. Helaas. 21.30 uur koers Enkhuizen. Met hoge snelheid zijn we in no-time daar aangekomen. Ik meer af naast Majic Potion die ook de handdoek in de ring had gegooid. Hij vertelde tot 32 knopen wind te hebben gemeten. Het gaat ‘s nachts nog veel harder waaien, dus mijn keus is juist geweest.
Zaterdag 24 september
Het is nog een lange dag opkruisen naar Makkum. Het is intussen veel kouder geworden, maar wel heel helder en zonnig weer. Om 15 u tussen de palen.
Nabeschouwing
Dit was mijn tweede 200 Myls ‘SOLO’. Het was weer een mooie belevenis. Zeer gevarieerd, met wind van 0 tot 25 plus knopen en zon, onweer, regen, warmte en kou. Ook weer genoten van 5 dagen alleen zijn in de natuur. Prachtige luchten en zonsondergangen beleefd. Als er wind was lekker fanatiek geprobeerd alles uit mijn bootje te halen. Een POGO 850 is een ideaal soloschip. Je verliest nooit de controle en kunt onder bijna alle omstandigheden de spi zetten (met dank aan mijn NKE gyropilot). Helaas de eindstreep niet gehaald en iets te veel tijd lezend doorgebracht, maar dat zal volgend jaar vast anders zijn. Mijn video’s en foto’s zal ik zo snel mogelijk op het web zetten.
Veel dank aan de organisatoren van dit bijzondere evenement en tot 2011.
Dit jaar zal voor de 15e maal de 200 Myls ‘SOLO’ worden gevaren. Dit lustrumjaar kunnen we niet zo maar voorbij laten gaan. Daarom heeft het bestuur van de Stichting 200 Myls ‘SOLO’, besloten eens wat terug te doen voor een organisatie die al 15 jaar belangeloos 24 uur per dag paraat staat om zeilers in nood te helpen. Te weten de KNRM. Dit jaar zal de Stichting 200 Myls ‘SOLO’ namens de deelnemers, 10 euro per boot over maken aan de KNRM. Voorwaarde is wel dat de deelnemer reglementair de finish moet halen.
U als deelnemer van de 200 Myls ‘SOLO’, vaart dit jaar niet alleen voor u zelf, maar ook voor het goede doel. Weet dat op het moment dat u dit jaar start, u de enige bent die bij kan dragen om aan dit hoger doel, nl de finisch halen en daardoor 10 euro sponsorgeld te verdienen voor de KNRM.
De KNRM rekent op u!
Door KPN gehinderd is de site helaas een tijd niet onderhouden. Onze excuses daarvoor, want jullie zullen wel gemist hebben dat we geen verslag konden doen van de voortgang van de inschrijving. Gelukkig liep de site van Mijnzeilwedstrijden goed, waardoor de groei van inschrijversaantal goed te volgen was. Bij deze de laatste stand van zaken:
Vorige week is de 100e inschrijving ontvangen en daarmee is de inschrijving voor de 15e 200 Myls ‘SOLO’ bij deze gesloten. Zoals te zien hebben we een prachtige samensteling van inschrijvers, bestaand uit oud-gedienden en nieuwe inschrijvers, kleine en grote en langzame en snelle boten. Precies wat de bedoeling is, dus dat belooft een leuke, gezellige en sportieve wedstrijd te worden.
Inschrijvers, vergeet vooral niet tijdig te betalen. Voor instructies daarover raadpleeg s.v.p. ‘Racespecifiek’.
Het bestuur heeft besloten extra prijzen toe te kennen aan de snelste zeilers op ongecorrigeerde gezeilde tijd in de volgende lengteklassen:
Tot 25 voet
Groter of gelijk aan 25 voet tot 30 voet
Groter of gelijk aan 30 voet tot 35 voet
Groter of gelijk aan 35 voet tot 40 voet
40 voet en groter
Het is bijna zover. Woensdag gaan we van start. Graag wil ik jullie nog een aantal zaken onder de aandacht brengen:
Tot dinsdagavond!
Vanmorgen om 06.15 vertrokken de eerste deelnemers naar de start bij de P9. Het was nog aardig donker maar gelukkig geen mist. Er stond een klein beetje wind uit zuidoostelijke richting. Om 7 uur hadden veel deelnemers de gezellige jachtehaven van zeilvereniging het Y al verlaten. Het beloofd een mooie zonnige dag te worden. Uit tactische overwegingen liggen er om halfnegen nog een paar boten te wachten.
Vandaag een onrustige telefoondag. Vragen over de trackers. Er was/is een probleem met de hoeveelheid data die verwerkt moet worden, waardoor track en tace op de site van de 200 myls solo niet goed uit de verf komt. Helas maar er wordt hard aan gewerkt om het euvel te verhelpen. Het automatisch kiezen van de baan in het systeem zal voor sommige deelnemers niet goed werken, dus alle banen aanklikken geeft de meeste kans dat de gewenste info te voorschijn komt. In baan 1 een vraag over de P12, helaas een fout in het logboek, moet P9 zijn. Maar zal geen konsekwenties hebben voor de uitslag.
Helaas ook meldingen van aanvaringen met en zonder schade, maar heirdoor nog geen opgevers. Wel helaas de Jetstream die in geode positie met matreiaalpech moet opgeven. De hoeveelheid foto’s die de deelnemers sturen is dusdanig dat plaatsen van alle plaatjes niet zal lukken. Maar ze geven wel een geweldige indruk van het mooie weer en de sfeer.
Na de nodige inspanningen lijkt het toch gelukt om het mooi uitgedachte systeem te laten functioneren. Inmiddels is gebeleken dat de Trackers tijdig aan de lader moeten om te blijven functineren. Uit de telefoontjes die we hebben ontvangen blijkt dat het thuisfront actief meeleeft. Sommige deelnemers hebben het idee dat Aeolus op vakantie is. Maar vanavond was er een waarschuwing van Centrale Meldpost IJsselmeer voor onweer met windsoten.
Zo beleeft de Espiritu het rak tussen Lemmer en Stavoren,, blak, blak,blak……..
De verwachting is dat vanavond de eerste boten zullen finishen. De Ten en Batfish lijken op dit moment de koplopers te zijn. Helaas heeft een oud gediende afgehaakt, de Scheerling van Albert Broshuis. De trackers schijnen het op dit moment allemaal weer te doen behalve op de Vuurflits en de Blauwe Kwast. De wind is voor sommige deelnemers nog steeds een beetje spelbreker, afhankelijk van de plaats op het water.
Gisteravond is er front met veel wind van uit het noorden over het wedstrijdveld getrokken. Het noopte sommige deelnemers de wedstrijd te staken. Tot nu toe hebben 22 deelnmerers opgegeven. De Ten had de pech bij Volendam aan de grond te lopen. Voorzover nu bekend alleen materiële schade. De Addixion had bij een aanvaring al een gat in de romp maar is inmiddels ook haar schroeef veloren, maar nog wel in de race. Inmiddels zijn er twee boten binnen, de Batfish gisteravond als eerste en vanmorgen voreg de JamSession als nummer 2. De Inspirit is onderweg om als 3e binnen te komen.
Overeenkomstig de afspraak die de KNRM en de Stichting 200 Myls ‘SOLO’ eerder dit jaar maakten, heeft de stichting deze week Euro 410,- gestort als donatie aan de KNRM. Ons streven is daarbij dat dit niet een tegemoetkoming is in de kosten van het redden van onze deelnemers, maar dat het een netto donatie is en dat onze deelnemers voorzichtig, goed voorbereid en zelfvoorziendend zeilen!
Het bestuur
De definitieve uitslagen zijn te zien onder uitslagen/uitslagen 2010!
Om deze prachtige prijzen een tijdje in je huis of op kantoor te hebben staan, zou je toch heel fanatiek kunnen worden!
Behalve dat we het leuk vinden de prijzen te laten zien, doen we het ook omdat het toch wel een heel bijzonder jaar is, namelijk het jaar dat we de 15e 200 Myls ‘SOLO’ zullen varen. Ruim vijftien jaar geleden nam Jan Luijendijk het initiatief deze uitdagende tocht te gaan varen, zie ook de Historiepagina.