Title Image

Verslag 2004 (9)

Verslag 2004 (9)

Oude koeien van 2004

  • De voorlopige uitslag heeft mij al een paar leuke aanbiedingen bezorgd.
    De meest serieuze aanbieding is die van mijn 9-jarig nichtje uit Kampen:
    12 gratis zeillessen in haar Optimistje.
  • Ik hecht eraan jullie nog ‘ns te bedanken voor de – wederom – geweldige organisatie van de 200 mijls. Het is een uniek evenement, dat saamhorigheid combineert met een individuele uitdaging. Goed om een paar dagen weg te zijn van de drukte van werk, reizen en een jong gezin, en de kop even lekker te laten leegwaaien. Ik heb weer genoten, en wil beslist volgend jaar weer van de partij zijn.
  • Het is nu de derde week na de 200 myls en ik heb pas sinds gisteren het gevoel dat ik ervan uitgerust ben. Deze 200 myls vond ik de zwaarste van die ik gedaan heb. Het was de zevende alweer. Maar het was eigenlijk de eerste waar ikzelf het meest tevreden over ben.
  • De 200myls was weer niet eenvoudig dit jaar, en dan heb ik het nog niet eens over de ploeteraars die alles zonder hulp van stroming moesten doen, maar het was wel weer een mooie wedstrijd.
  • Ik heb de site helemaal uitgeplozen, ik heb alle verslagen uitgeprint en thuis op m’n gemak gelezen, dus reken er op dat ik wel heb mee geleefd, al was het op afstand.
  • Haar droge opmerking dat de 25e plaatst toch ook een mooi resultaat was, heeft niet het ontnuchterende effect op mijn prille euforie.
  • Hopelijk is je humeur niet lang verstoord geweest van betwetertjes zonder rem. Natuurlijk heb je helemaal gelijk en hebben wij tot drie keer toe over de meerdere telfouten heengekeken en ook de minuten verkeerd berekend.
Voor alle duidelijkheid de berekening in EXEL(redactie 200 myls ‘SOLO’)
(A3) 2090
(B3) =INT(A3/60)
(C3) =A3-B3*60

1
2
3
A12090 B134 C150 D1 E1 ETC.

2090 minuten zijn 34 uren en 50 minuten

  • Het is vaak de toon die de muziek maakt !
  • Jammer dat soms de verstaging van de boot in de weg zit maar ik verzeker je, als die er ineens niet meer zou zitten, dan heb je ook een probleem !
  • Waarom heb ik geen andere hobby, het tij loopt en ik zeil ‘s-nachts ?
  • Een geduldige schipper heeft altijd de wind mee …
  • Nu ik af en toe de 200mijls site zie en als ik denk aan de mensen die ik voor, tijdens en na de wedstrijd tegenkwam valt het me op dat dit zo’n enthousiast groepje mensen is. Op foto’s lacht iedereen, iedereen is tevreden lijkt het wel. Een wedstrijdleiding die daar zo veel tijd en energie instopt en dit met een geweldig fanatisme doen.
  • Nee dit is geen echt gezeik, het kan mij niets schelen of ik nu 10, 11 of 12 geworden ben, … eh nou ja bijna niets.
  • He, he, de genaker staat en ook het zweet ook. (op m’n rug..)
  • Ik heb een verrekte hekel aan ankeren, dat is vannacht nog alleen maar erger geworden.
  • Hij heeft vier Beaufort en loopt 6-7 knopen. Ik sukkel voort met een gangetje van nog geen 4 knopen. Maar ja, morgen zal alles beter zijn, want morgen is er meer wind. Zeggen ze.
  • Het neerhalen van de spi lijkt elke keer wel op het uitwerpen van een drijfanker
  • In de paar uurtjes dat ik nog slaap heb ik de vreselijkste visioenen van boeien dit ik moet ronden en fotograferen maar niet kan bereiken.
  • Het mag duidelijk zijn dat dit soort producten niet het “200 myls proof” keurmerk kunnen krijgen!
  • Nu is zo’n inrolding wel handig maar het kruist voor geen meter.
  • Code O – Spi erop, spi eraf. Een paar woorden, maar een hoop werk, tijdverlies en zweet.
  • In de sluis gaat het gedisciplineerd. Het lijkt wel beheerster te gaan naarmate er minder bemanningsleden aan boord zijn.
  • Als de spi staat, blijkt de stuurautomaat het allemaal niet aan te kunnen. Dus sleept de zeilzak van de spi door het water en moet ik noodgedwongen de fok laten staan.
  • Vaar redelijk relaxed de haven van Vlieland binnen. Knal dan vast op de drempel in de havenmond. Niemand kan er meer in en uit. Krijg nog hulp aangeboden, maar zit muurvast. 17:15 uur, laagwater. Nog even wachten en de haven is weer geopend voor het publiek !
  • En ja hoor , de eerste keer hield het anker voor geen meter, gauw ophalen —–bleek er een jute zak om m`n anker gewikkeld te zitten !!
    Er zat gelukkig niemand in (je verbaast je tegenwoordig toch nergens meer over??!!) ,zelfs geen “kat in de zak” dus gauw die handel er af en de tweede poging was raak en rust in de tent dus —SLAPEN.
  • In twee dagen slechts 66 zm, ‘Cornelis dat red jij niet’! Opgeven? Mooi niet! Zondag dan zien wij wel verder. Morgen om 5.30 uur varen.
  • In het vaarwater Friesche Vlaak, de 04, geklokt en op naar Hindeloopen 2, een prachtige sterrenhemel, iedereen aanwezig: de Orion, de grote en de kleine Beer en een ster zo groot als een bouwlamp. Het schone van de ochtend duurde niet zo lang, snel wakkerde de wind aan tot een dikke 5 a 6 zzw en regen.
  • De boegmannen schreeuwen dat ik moest maken dat ik weg kwam, maar dan moest ik gijpen, zij in de wedstrijd ….. ik in de wedstrijd ….ik wees naar mijn 1 vlag en je zag ze na denken …maar eerbiedig verstomde het geschreeuw.
  • Op mijn heklicht zat een spinnetje dat in een razendtempo een webje spinde (later op de dag zag ik dat hij zeer effectief voor een week voedsel had verzameld z’n web vol met mugjes).
  • Om de NEK heen om 12.10, en op weg naar de OVD 3 Murphy tegengekomen. Echt alles wat maar fout kan gaan………..
  • Anyway, sinds de start, heb ik niet naar m’n e-mail gekeken en niemand zakelijk gebeld.
    Zij, die mij goed kennen, weten, dat dit een unicum is en indirect een geweldig compliment voor jullie …
  • Jan, you organised a great event and it is very impressive to get such a big fleet sailing a complicated course.
  • In de stille avond vaar ik naar de verlichte skyline van de Randstad en luister naar de geluiden om me heen – ritmisch motorstampen van een passerende binnenvaarder, gegakgak van overvliegende ganzen, eendengesnater ver weg – tegen het eeuwig achtergrondgeraas van de Grote Stad: een vreemde mengeling van natuur en techniek. Hier is de stilte voor altijd vermoord
  • Al vele jaren kent het jaar voor mij drie hoogtepunten
    het toeleven naar de 200 myls
    het verzeilen van de 200 myls
    de herinneringen aan de 200 myls
  • Met de gedachte “wie dan leeft wie dan zorgt” denk ik nog maar niet over hoe ik het zeil weer naar beneden krijg.
  • . Aan de zuidwestelijke hemel hangen inktzwarte donderbuien dreigend te weerlichten. Samen met mij kruist een ander solistenlichtje naar het zuiden, wie zou dat zijn?
  • Mijn enige zorg zijn de onverlichte boeien waarvan er hier een heel aantal liggen. Ze zouden die van zacht plastic moeten maken.
  • Een rustige middag en avond, met een prachtige zonsondergang. Tussen de lagen grijs van de wolken vallen door een paar gaten in het dek rood-oranje stralen omlaag. Alleen het verkeer op de dijk Enkhuizen-Lelystad, waar we vlak onder liggen, verstoort de rust.
  • Zelden heb ik zo verlangd naar die sluis, belofte van een stille steiger, pak en laarzen uit, droge kleren, hete soep, warme slaapzak. Lijden is pas lekker als het ophoudt….
  • De reactie van John was dat het toch wel erg druk is aan boord. Hij heeft geen moment voor zichzelf gehad. Er was altijd wel iets te doen; druk druk druk.
  • Nevertheless it was a very good experience. Paul is really a brave man to sail the Waddenzee during a drizzleling black night with a strong current/wind and plenty blind bouys around, waters where all the other dutchies where familiar with.
  • De wind draait konstant:”Zeiken, solo en 200 myls is mooi, ook als het regent”.
  • Een saai stuk door de Amsterdamse haven. Ik eet onderweg m’n pasta met zalm met een wit wijntje.. Nee, het (solo)zeilers leven is niet verkeerd.
  • Als je het leuk vindt om alleen te varen, dan ga je toch solo varen samen met z’n tachtigen….
  • whats happening?
    if the gps is down surely the telephone is working?
    international audience of petit bateau is confused?
  • Tijdens uitvaren krijgen we nog een opmerking over de laudhailer van de sluismeester : Hij wenst ons goede reis verder raadt ons aan voorzichtig te doen omdat we alleen aan boord zijn” Vriendelijke mensen en geef nog even antwoord op de VHF.
  • Het Marsdiep bleek erg druk te zijn met beroepsscheepvaart. Zonder problemen en met de stroming achter de kont scheurde hij door deze nauwe flessenhals.
  • Het lijkt wel of het elk jaar mooier wordt en ik heb het gevoel dat ik ook elk jaar beter zeil, al is mijn classificatie niet echt hoog. Grote droom, eens bij de eerste tien te horen. Daar ga ik volgend jaar voor.
  • Wij, de Lady en ik, zijn er klaar voor. We are sailing to Muiden.
  • Gefeliciteerd met MY Safety, dat is nu precies wat mijn vrouw me voor deze tocht had willen geven, maar waarvan ik niet wist dat het bestond.
    En het maakt de uitslag ook betrouwbaarder. Want ja, een paar minuten scheel op je horloge kijken is natuurlijk gauw gebeurd in een haast situatie met het fotograferen van een boei in het donker met de flits en de regen nog in je ogen…. Ik beslist niet natuurlijk, maar ik kan me er alles bij voorstellen.
  • Ben erg benieuwd, hoe dat bij de boeien moet. In de ene hand de camera, in de andere de gps-unit. En kijken door de zoeker van de camera, tegelijk een gijp om de ton inzettend, al of niet met de spi hoog. Gelukkig heb je steeds een heel rak om te overdenken, welke handeling eerst moet en welke tegelijk. Alle gekheid op een stokje. Ik ben bang, dat het bij de boeirondingen hard werken wordt. Hoe lang doet de gps-unit gemiddeld erover, om van groen knipperend rood te worden? Bij hardere wind kom je toch al handen tekort, bijvoorbeeld bij het door de wind gaan tijdens de boeirondingen, hetgeen regelmatig voor komt.
  • Zoals je weet is de bevalling op 10 oktober uitgerekend. Als de kleine eerder komt, zal ik moeten afzeggen…. Als de bevalling tijdens de 200 myls begint, zal ik mij naar de dichtbijzijnde oever spoeden, een taxi praaien en naar huis racen….
  • Verdikkeme……
    Een half jaar geleden een alarm in mijn telefoon gezet om op 1 maart klokslag 00.00uur mij in te schrijven voor de solo 200myls in 2004.
    Lees net met slaap in mijn ogen en gekleed in pyama, dat 20 februari het deelnemerslimiet al bereikt was. Heel erg jammer! meen ik echt.
    Kan dit niet anders geregeld worden? het is moeilijk om als niet eerder deelgenomen zeiler je in te schrijven voor de 200mijls solo. en niet geheel eerlijk naar mijn mening. Hoe gaat met het afmeldingen als die er uberhaupt zijn? zijn er dan nog plaatsen te verkrijgen?
  • Het wordt steeds gekker, i.p.v. 69 kanonsschoten vanaf ‘de dijk’ zijn mijn collega’s genoodzaakt dit jaar dus 78 schoten te lossen. Maar … we zullen jullie ook dit jaar niet teleurstellen. Maakt u maar genoeg Tam Tam, meneer Luyendijk, wij weten u te vinden …. *:-)
  • Als de man weer geen schot lost in oktober, baal ik er wel erg van.
  • Soms heb je zoveel wind mee dat je een steunzeiltje nodig hebt.
    Bij deze wil ik je helpen het steunzeiltje te zetten. Een groot succes lokt mensen voor net zo’n “succes”.
    Weet dat bij alle grote wedstrijden ouddeelnemers voorrang hebben, al hoe sneu het soms ook is.
  • Reeds zes jaar is de 200 mijl voor mij weer het hoogtepunt van het seizoen. Wetend wat het kost, wetend wat voor een werk het moet zijn en wetend wat wij er voor terugkrijgen, ben ik ongelooflijk blij, dat ik weer op de deelnemerslijst sta.
    Jammer voor al die zeilers, die teleurgesteld zijn, maar ook jammer, dat het toch steeds een stukje groter wordt.
    Ik vaar veel (verenigings) wedstrijden, maar nog steeds heb ik er geen gevonden, die kan tippen aan jouw 200 mijls solo.
    Je manier van organiseren, tesamen met je zoons, het enthousiast smeden van de lijnen tijdens die 200 mijls maakt de wedstrijdweek altijd heel bijzonder. Ik ben van plan dit seizoen veel singlehanded te gaan varen om te proberen deze keer toch wat hoger te eindigen.
  • Ik kijk al twee jaar uit naar mijn tweede 200 myls, enorm genoten van de eerste (voor jullie de 7e geloof ik). Ik ga het hele jaar oefenen met single handed varen (mijn vrouw vaart mee en vindt die rust aan boord prima, niets doen en zon…hopen we dit seizoen).
  • Ik zag net de site… Is het al 1 maart? Ik ken 2 mensen (w.o. 1 vrouw) die hun computer zodanig geprogrammeerd hebben dat er op 1 maart om 00.00.01uur een mail uit gaat. Die vissen nu weer achter het net.
  • ik was van mening dat de inschrijving voor deelnemers die nog nooit meegedaan hadden pas 1 maart was, ik zou dan precies om 12 uur snachts klaar zitten om mij ij te schrijven. Is er nog ruimte voor deze groep deelnemers?
  • Ik zie dat inderdaad is gebeurd waar ik al een hele tijd bang voor was. De inschrijving voor de 200 myls is gesloten en ik mag niet meedoen. Erg jammer, want ik had bijzonder graag meegedaan. Zo heb ik de afgelopen maanden met bezoekjes aan jullie web site veel voorpret aan de tocht beleefd en heb ik hem in gedachten al gezeild ook. Dat was natuurlijk leuk, maar al gauw werd het duidelijk dat het voor mij en andere nieuwelingen waarschijnlijk fout ging aflopen omdat het eigenlijk de opzet van het evenement is een onderonsje van oude bekenden te zijn.
  • Sorry het is niet persoonlijk, maar frustratie moet even een uitweg hebben.
  • Dat dit Salemons oordelen zijn begrijp ik maar door je regels te wijzingen maak je mij echt kansloos.
  • Helaas heb je mijn kans op voorhand al om zeep geholpen nu ik moet lezen dat je inschrijvingen van voor 1 maart wel accepteert.
    Ik doe je hierbij mijn gegevens dan maar toe komen en hoop dat je in al je wijsheid mij een gelegenheid kunt bieden.
  • Nogmaals ik begrijp je “Elfsteden” probleem maar het is niet leuk als je zo op het verkeerde been wordt gezet.
  • Echter, je begrijpt waarschijnlijk al waar ik naar toe wil, een deelname aan de 200 mijls solo is nu voor mij een grote uitdaging en grote wens. Maar hoe kom ik tussen het deelnemersveld van 2004? Ik heb begrepen dat er nog maar een paar plaatsen te vergeven zijn . Dus 1 maart 00.00.01 uur zal het waarschijnlijk erg druk zijn op jullie site, maar ik zal in ieder geval dan mijn interactieve deelnameformulier jullie doen toekomen, Ik hoop dan een van de gelukkigen te zijn. Of is er nog op een andere manier hoop op deelname? Groter deelnemersveld? Wachtlijst?
  • Okay, okay, no need to shout.. you aren’t in a gale on the nordsee now, you know..

Ingeschreven solo-schippers – 2004

Ingeschreven solo-schippers – 2004

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
Hand.
Factor
1 2004 1 0 Bart Boosman Boosman JB De Franschman Bergen 97.00
2 2004 2 0 Bart van Breeschoten Waarschip 660 Mary Bryant Naarden 108.8
3 2004 3 0 Bauke Yntema Winner 950 * 1.35 Catootje Workum 99.60
4 2004 4 0 Egbert v.d. Waal Waarschip 1010 *1.90 Fast Good Workum 90.00
5 2004 5 0 EricJan Wiebenga Vanwiele 11.10 Indra Zaandam 101.2
6 2004 6 0 John van der Starre Sun Fast 37 Happy Scheveningen 89.00
7 2004 7 0 Gilles van Delft Waarschip 1010 *1.90 Lightning Kats 90.00
8 2004 8 0 Theo Hin X-362 Obelix Hoorn 88.00
9 2004 9 0 Rob Jaspers Impact 37 Connector Schokkerhaven 86.00
10 2004 10 0 Jacquel ine van Amstel X-362 Xinia Dintelsas 88.00
11 2004 11 0 Gio Schouten Freedom 44 Cat Airborne Marken 93.00
12 2004 12 0 Jaap Homan Spirit 32 * 1.80 Almare Het Y 98.00
13 2004 13 0 Erik Jan Hardonk Etap 30 Nescio Lemmer 102.0
14 2004 14 0 Martin Selles Dehler 36 DB Kim Block.v.Kuff. 88.00
15 2004 15 0 Dik Geurts F & F 110 Bandos Herkingen 85.00
16 2004 16 0 Gerben Bos F & F 95 Frequent Flyer Medemblik 91.00
17 2004 17 0 Paul Peggs JOD 35 Audacious Hamble (UK) 81.30
18 2004 18 0 Ed Megens Dehler 34 Lupa Maris Den Oever 93.00
19 2004 19 0 Henjo Ruiter Meridian Cras fuctum est Medemblik 115.0
20 2004 20 0 Gerrit Schuur Etap 30i Myrlette Harderwijk 100.0
21 2004 21 0 Peter v.d. Schaaf Stern 32 Jager Medemblik 91.00
22 2004 22 0 Barend Peters First 35 * 1.9 Layam Muiderzand 91.00
23 2004 23 0 Albert Broshuis Winner 9.50 Scheerling Ketelhaven 96.00
24 2004 24 0 Kees Corts First 305 * 1.4 Jean Dix Huizen 99.00
25 2004 25 0 Hans Pietersma Carena 36 Francis Kampen 99.00
26 2004 26 0 Pamela van der Vleuten Seamaster 925 Lady Blanche Eindhoven 108.0
27 2004 27 0 Frits Brattinga Maxi 999 * 1.45 Lady A Sneek 99.00
28 2004 28 0 Bart Smulders Compromis 888 Bondi II Huizen 107.0
29 2004 29 0 Paul Heijmerink Elan 295 Ami Bai Naarden 97.00
30 2004 30 0 Michel Capel Freedom 35 Cat Tumlare Makkum 104.0
31 2004 31 0 Nico Benink Kroes Brandaan Hasselt 106.0
32 2004 32 0 Henk Bulthuis J-109 ChillOut! Lelystad 83.00
33 2004 33 0 Guus Milani Impala Wigulida II Kampen 95.00
34 2004 34 0 Jan Smink Dufour 4800 Nicky Deux Muiden 98.00
35 2004 35 0 Anjo Veerman Dehler 39 CWS*vk155 Aurum Amstelveen 92.00
36 2004 36 0 Albert de Brouwer Waarschip 900 ’t Waere Hout Naarden 99.00
37 2004 37 0 Ids Witteveen Granada 27 Rocinant Makkum 108.0
38 2004 38 0 Fred Avezaat Dehler Optima 830 Sun Dance Kid Strand Horst 108.6
39 2004 39 0 Herman Tieman Spirit 28 Nan Blocq v.Kuff. 104.0
40 2004 40 0 Jeroen Groenendijk Contessa 32 Swan of Tuonela Warmond 102.0
41 2004 41 0 Peter Mueller Vision 32 Cassiopeia Huizen 101.0
42 2004 42 0 Henk Euverman Vd Stadt 34 Staal Cygnus Ketelhaven 102.0
43 2004 43 0 Michiel Tasseron Bavaria 32, k.mst Passie Huizen 100.0
44 2004 44 0 Bauke Jager Ocean 25 *1.35 Mira Balk 105.9
45 2004 45 0 Riaan van ’t Veer Mini Transat Coco Piccolo Lelystad 96.00
46 2004 46 0 Bertus Buys Standfast 40 S Sea-Beryl Scheveningen 88.00
47 2004 47 0 Kees Rijniersce Etap 26 Baraka II Ermelo 109.0
48 2004 48 0 Anje Valk Vancouver 27 Warber Harlingen 109.2
49 2004 49 0 Wim Schreurs Cormoran Mon Ami De Kaag 103.0
50 2004 50 0 Frans Hoving Waarschip 900 Zeebeer Amsterdam 99.00
51 2004 51 0 Marjan van de Vrie Aquilla *1,60 Mathilde Tilburg 105.2
52 2004 52 0 Onno Benink Koopmans One Off Exuperantia Zutphen 102.0
53 2004 53 0 Jules Banffer Rush 21 Dondersteen Huizen 104.0
54 2004 RET 0 Jan Luyendijk Sun Light 30 Tam Tam Huizen 103.0
55 2004 RET 0 Cees de Wit Scampi 30 Foetsie Baarn 100.0
56 2004 RET 0 Jaap Broer Waarschip 725 Di Vagi Sneek 111.0
56 2004 RET 0 Piet van der Zwaan Dehler 34 Zwaantje Lelystad 93.00
58 2004 RET 0 Jon v.d. Weide Offshore 34 Silent Lucidity Harlingen 97.00
59 2004 RET 0 Harm Veenstra Friendship 28 *1.60 J.Leeuwerik Ketelhaven 103.6
60 2004 RET 0 Eric ten Bos Comfortina 35 Dondersteen Amstelveen 91.00
61 2004 RET 0 Otto Maitimu Contrast 362 Content Lelystad 91.00
62 2004 RET 0 Jos Valkering Waarschip 725 Magic Akersloot 111.0
63 2004 RET 0 Han Beijersbergen Bavaria 37 Anne Sophie Lelystad 93.10
64 2004 RET 0 Frits Bartels Contest 40 S Easy Going Hindeloopen 93.00
64 2004 RET 0 Ruud Kapteyn IMX-38 Mango Muiden 83.00
66 2004 RET 0 Henk Van Breda Van Breda 38 Batavus Naarden 107.3
66 2004 RET 0 Klaas Kreuze Friendship 28 *1.20 Mon ami Huizen 106.0
68 2004 RET 0 Adrie Jansen Contest 33 * 1.65 Jade Ossenzijl 107.5
69 2004 RET 0 Piet Bakker Maxi 77 *1.45 Balder Huizen 108.2
70 2004 RET 0 Paul Schrier Fellowship 33 Ellship Naarden 110.0
71 2004 RET 0 Ad Beringen Ohlson 29 Skua 4 Enkhuizen 106.0
72 2004 DNS 0 Hans Colenbrander Waarschip 1/4T *1.2 Hebbus Huizen 111.0
73 2004 DNS 0 Hinse Koning Marieholm 26 Tawhiri Balk 110.0
74 2004 DNS 0 Arie Nauta Grinde 820 Scarlet Warns 101.0
75 2004 DNS 0 Arie Petrus Eygthene 24 *1.40 Fighter Almere-Haven 108.0
76 2004 DNS 0 Rene Pluymert X 332 Libel Lelystad 87.00
77 2004 DNS 0 Iddo Schenk Contest 30 * 1,72 Blue Ribbon Medemblik 104.2
78 2004 DNS 0 Ernst Steinmeier Mini Transat Pogo Bling Blong Lelystad 92.30
79 2004 DNS 0 Henk Steltenpool First 305 * 1.4 Little One Spakenburg 99.00
80 2004 DNS 0 Gert Vink Pion Gambiet Almere-Haven 99.00

 

 

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 2004

Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0
Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10
Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17
Lelystad-Z OVD3 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28
S/N.zeekanaal P 15/B’RAN 43 Hindelopen H 2 52 Den Oever WV14 53 Medemblik WP 12 47
S/Kornwerderz. VF 4/BO 8 59 Enkhuizen KG 2 66 Urk UK 16 63
Den Helder MH 4 75 Harlingen BO 44 65 Breezanddijk SPORT B 84 Breezanddijk SPORT B 88
Oude Schild T 12 80 Oost Vlieland ZS 13 81 Urk UK 16 108 Stavoren LC 9 99
S/Kornwerderz. BO 8/VF 4 98 Den Helder MH 4 112 Medemblik WP 12 125 Lemmer SB 10 109
Medemblik WP 12 114 Oude Schild T 12 117 Stavoren VZ 1 130 Enkhuizen KG 2 120
Hindelopen H 2 126 S/Kornwerderz. BO 8/VF 4 135 Makkum VF04 143 Hindelopen H 2 134
Breezanddijk SPORT B 132 Medemblik WP 12 151 Hindelopen H 2 149 S/Lelystad-N EZ 29/OVD 3 159
Stavoren VZ 1 142 Stavoren VZ 1 156 S/Lelystad-N EZ 29/OVD 3 173 Pampushaven PH 169
Den Oever WV14 151 S/Lelystad-N EZ 29/OVD 3 173 Hoorn NEK 184 Hoorn NEK 181
S/Lelystad-N EZ 29/OVD 3 174 Hoorn NEK 184 Volendam GZ 2 191 Volendam GZ 2 188
Hoorn NEK 185 Volendam GZ 2 191 Pampushaven PH 197 Blocq V.Kuff. BVK 194
Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200

 

 

Verslag 2004 > DE NEGENDE

3e. prijs Vrouwentrofee 1e. prijs 2e. prijs
 Bauke  Jacqueline  Bart Bart
 Yntema  van Amstel  Boosman  Breeschoten

Woensdag, 13 oktober 2004 21:30 uur

Na het welkomswoord tot de deelnemers, die van heinde en verre gekomen, aanwezig waren, veelal met hun partners en het bedanken van de sponsors werd er een overzicht gegeven van de race, het weer en het voordeel in de routekeuzes.

Er werd gesproken over de weersomstandigheden tijdens de race. De nerveuze chaos, tijdens het vertrek uit de haven en de start. Het gevecht met de wind en de talloze verschillende weerberichten/omstandigheden. Over de finishdag. Dat het toch een hele klus was voor de meesten om op tijd te finishen.

Weer werden alle 4 routes verzeild.
24 schippers besloten voor, buitenom, dus route 1, IJmuiden, Oude Schild, Kornwerd.
8 namen de wadden-route 2, via Harlingen, Stortemelk en om de eilanden Vlieland en Texel heen.
15 solisten bleven op de IJsselmeer-route 3,
terwijl de route 4, ook IJsselmeer, door 24 schippers, als de meest tactische baan werd gekozen.

Op het laatste ogenblik vlak voor de OVD 3 bij Lelystad werden er nog routekeuzes veranderd.
Wat het gevolg was van deze tactische (route)keuzes, is nu heel duidelijk te bemerken uit de uitslag.

Dan de GPS/GSM-units MY Safety. 4 weken geleden wisten we allemaal nog niet, zowel organisatie als deelnemers, dat deze high tec unit door MY-Freedom zou worden geleverd en gesponsord.
Nu kunnen we al spreken van een behoorlijk succes, ondanks een paar aanloop-probleempjes met het opladen van gps en het de verwerking van de nog niet geheel (te korte termijn) geautomatiseerde hoeveelheid datagegevens.
Mark Wilbrink van MY Safety lichtte nog het e.e.a. toe en beloofde de 200 myls ‘SOLO’ volgend jaar naar een meer geautomatiseerde verwerking en met een ge-uopate versie te komen. 

Verder waren er prachtige fotosessies, zowel van de gepasseerde boeien, alsook van de deelnemers onderling. We hadden weer het geluk met de sponsor, die ook zorg droeg voor de afdrukken. Van de mooiste foto’s werden ook vergrotingen op A4 formaat gemaakt.

Er waren talloze positieve en ….. vooral sportieve reakties vanuit het deelnemersveld en het ook thuisfront, getuige de vele bezoeken (in 3 weken ruim 50.000) op deze website. Veel van deze bezoekers hielden de wedstrijdstanden, zo goed en kwaad als het ging, van hun favorieten nauwlettend in de gaten :

Ook werden er wat logboeken behandeld met daarin de diverse humoristische annekdotes van deelnemers. Heel wat verhalen hoorden we. Veel foto’s werden getoond en onderling weggegeven.

2004
Iedere deelnemer kreeg zijn herinne-
ringsplaatje,  het logboek,  foto’s  en
negatieven terug,  alsmede  het blad
fragmenten  uit deze  logboeken  en
natuurlijk de uitslagenlijst.Daarna   was er   de   prijsuitreiking,
waarin de tinnen borden aan de drie
prijswinnaars werden uitgereikt.Bart Boosman kreeg niet alleen de eer-
ste prijs en de wisseltrofee,  ook kreeg
Bart een flesje schipperbitter omdat hij
ook nog eens jarig was.

Jacqueline mag nu (voor de derde
maal winnaar) haar trofee behouden

Pamela  v.d. Vleuten kreeg van Stichting
Schildpad   i.p.v. het setje van 3 handge-
maakte drinkmokken,  ’n flesje schipper-
bitter als doorzettersprijs. Ze toonde haar
karakter na  ’n aanvaring.  De preekstoel
werd ontzet en de voorstag brak.
Na een noodreparatie   zeilde Pamela toch
verder en …………… finishte.

Door de enorme stroom MY Safety (500)
positie-meldingen  meteen   op de eerste
dag al,   was het niet mogelijk  deze alle-
maal met de te kleine Regattabureau-be-
zetting te verwerken. Vandaar dat we e-
norm blij waren met de Kodak-camera’s
en Mediamarkt, die de bewijslast van de
merktekenpassages zeker kon stellen !Vele schitterende foto’s werden gemaakt
en vergrotingen afgedrukt.
Anjo Veerman kreeg voor de meest orgi-
nele foto :  zijn dubbele handeling bij de
WP 12 Klikken en hiervan de foto te ma-
ken een setje place mates door fotograaf
wsv AVOH lid Herman Scholte  gemaakt
en aangeboden.
Jacqueline van Amstel ontving van en de door Wim Schreurs ontworpen vrouwen-wisseltroffee voor de derde maal achtereen en …. mag hem nu behouden. Weer was Jacqueline ongenaakbaar. Met haar 10e. plek, nu in deze negende 200 myls ‘SOLO’, heeft Jacqueline weer een prachtige prestatie neergezet. Konden de drie andere vrouwen, Pamela v.d. Vleuten, Marjan v.d. Vrie en Anje Valk, de winnares Jacqueline niet van haar troon stoten, het uitzeilen van deze race is so wie so al een prachtige prestatie.

Ook diegenen , die tijdens de wedstrijd
veel werk hadden verzet, kregen een fles en/of bloemen.


Marco Luyendijk
webmaster, Nieuws tijdens de race
Peter & Tine Capel
opname en finishschipper

Jan Luyendijk
organisator
Solo-schippers
bij de prijsuitreiking

Bob Luyendijk
regattabureau en meldingen
Esther Luyendijk
telefonische meldingen
Uitgebreid bedankt werden :
Marco Luyendijk, die de opzet en een gedeelte van onderstaand ‘Nieuws tijdens de race’ en foto’s voor z’n rekening nam, alsmede met scripts en internet-ondersteuning/supervisie de webmaster van de 200 myls ‘SOLO’ is.
Bob Luyendijk voor het vele extra werk wat hij deze keer moest verzetten, vanwege toch de kontakten/passagemeldingen met de schippers, uitslagverwerking en de coordinatenvergelijkingen. Ook
Esther Luyendijk voor haar gewaardeerde assistentie bij deze vele telefonische meldingen
Peter Capel, de start- en opnameschipper, alsook natuurlijk de schipperse
Tine Capel voor hun gastvrijheid en ontvangst voor de uitgezeilde solisten op de M/Y Capella.
wsv AVOH om ook voor deze keer hun clubhuis beschikbaar te stellen voor de 200 myls ‘SOLO’ prijsuitreiking.
Wim Dercksen havenmeester van de Stichtingshaven Muiden, vanwege z’n extra inzet om de maximale in- en uitstroom van jachten voor en na de 200 myls ‘SOLO’ in goede banen te leiden.Frits Bartels bedankt, vanwege zijn adviezen inzake de weersvoorspelling en handicaps.
Joke Bartels voor haar treffende – 200 myls ‘SOLO’ – gedicht, welke werd gepubliceerd achter op het logboek.


alleen – met het weer en de wind
de snelheid – het water is wijd
en wij – in de race die ons bindt
de mijlen – de boeien de tijd

De barbediening van de wsv AVOH te Huizen was weer het toonbeeld van gastvrijheid en zorgde er voor dat iedereen het prima naar de zin had. Al met al een heerlijke avond, waar alle kontakten weer eens stevig werden aangehaald.

de tiende 200 myls ‘SOLO’
wordt verzeild van …. >>

Jan Luyendijk, Huizen,
14 oktober 2004

Prijsuitreiking
Nieuws tijdens de Race 2004

Zondag, 3 oktober 2004, 12:00 uur – Einde wedstrijd
De 9e 200 myls “SOLO” begon voor het regattabureau vrij hectisch. Al tijdens de eerste avond bleek dat het niet mogelijk was alle dat welke door de zeer goed werkende GPS van My-Safety verzonden posities werden verzonden handmatig te verwerken. Hierdoor werd noodzakelijkerwijs die avond besloten het My-Safety systeem als back up informatie te hanteren.
Langzamerhand werd het bij de meeste schippers duidelijk, door het aan elkaar doorgeven en een door het Regattabureau veroorzaakte sms regen, dat de posities als voorgaande jaren tussen 18.00 en 22.00 uur telefonisch, per fax of e-mail doorgegeven moesten worden.

Vooral 02 en 03 oktober 2004, was het My-Safety systeem een perfecte uitkomst. Hierdoor konden wij precies zien hoe laat en wie zich bij de IJM 17 afmeldde.
Langs deze weg willen wij alle deelnemers die reglementair zijn gefinisht al van harte feliciteren met hun prestatie.
Op 03 oktober 2004 rond 17.00 uur zijn van alle gefinishte deelnemers de gegevens bijgewerkt en zal de ongecontoleerde. onofficiële stand bekend zijn.
Iedereen alvast bedankt voor zijn deelname,

namens het regattabureau 9e 200 myls ‘SOLO’ – 2004
Bob

Zondagochtend, 3 oktober tot 12:00 uur

Zaterdag, 2 oktober 2004, 23:13 uur

Dik Geurts legt om middernacht aan in de Stichtingshaven van Muiden, nadat hij om 23:13 uur is gefinisht bij de IJM 17 en wordt opgewacht door fotograaf Albert Broshuis.

Zaterdag, 2 oktober 2004, 16:30 uur
Drama aan boord van de Happy.

Tijdens het zeilen liep de snelheid van de Happy langzaam terug. De oorzaak kon niet direct achterhaald worden. John heeft alles nagelopen om de reden te vinden van de vertraging. Hij voelde duidelijk dat de boot niet op snelheid kwam en geremd werd. Opeens werd duidelijk dat de spinaker uit de zak in het water terecht was gekomen. Ruim 100 vierkante zeil werd door het water gesleept. Snel binnen halen van de spinaker lukte niet.
Het zeil leek vast te zitten om de kiel of het roerblad. Alle zeilen werden neergelaten en de Happy kwam tot stilstand. Vliegensvlug werd het surfpak aangetrokken en John dook het water in. Met de grootste moeite kon hij de spinaker bevrijden van de kiel én het roerblad. Uitgeput klom hij aan boord om opnieuw te proberen de spinaker binnen te halen.
Tijd om bij te komen was er niet. Als de wiedeweerga zeilen hijsen en koers zetten na het volgende waypoint. Zodra de boot op snelheid was kon de spinaker worden gezet, hetgeen ook gedaan werd. Bron: www.happyzeilen.nlOok Dik Geurts had de pech minstens een uur en een kwartier te hebben vastgezeten, ook hij moest de Bandos zwemmend bevrijden. waardoor hij ’n waarschijnlijke betere klassering is misgelopen.

Zaterdag, 2 oktober 2004, 15:49 uur
Pamela van der Vleuten krijgt de schrik van haar leven en heeft een aanvaring.
De voorstag is gebroken en de preekstoel van haar Lady Blanche is totaal ontzet. Even denkt Pamela aan opgeven, maar dat strookte niet met haar karakter. Ze gaat naar voren, bindt de voorstag met lijnen aan de nog aanwezige verbogen zaken op het voordek. Ze hijst de zeilen en zet haar aandewindse koers naar de finishboei voort.
Om 22:49 uur na de finish blijkt ook nog haar motor niet te starten. Gelukkig dat reddende engel Anje Valk Pamela dit na haar finishpassage bij de YM 17 in de gaten heeft en de Lady Blanche naar de haven sleept.

Zaterdag, 2 oktober 2004, 12:15 uur
Om vijf uur vertrok ik uit Hindelopen. Het eerste rak (het eind in Lelystad, maar eerst naar de VZ4 bij Stavoren) was meteen niet bezeild. Kruisen dus op een hobbelig meer. Zowaar op dit rak -’s ochtends net licht- een voorrangsvraag met een mede 200 mijler: de Catootje. Ik had voorrang (en zag hem kijken) dus hij moest wijken: het is tenslotte een wedstrijd.
Uit het verslag van Kees Rijniersce :
Verslag Kees (Update 03-10-2004 8:30)

Zaterdag, 2 oktober 2004, 12:00 uur
line honours – Frits Brattinga met zijn Lady A, een Maxi 999
Om 10:23 uur finishte Frits bij de IJM 17
Nummer 2 om 11:35 uur had ook Bertus Buijs met de Sea-Beryl zijn 200 mijls erop zitten en vond het toch hard werken op de rakken met telkens overstag te gaan op zijn aandewindse koersen. Op de oceaan, vindt Bertus, heb je het toch makkelijker, met wat zal ik doen … ga ik morgen of overmorgen overstag ….
De derde doorkomst was voor Henk Bulthuis, met de Chill Out.

Zaterdag, 2 oktober 2004, 11:30 uur
Diverse meldingen van schippers komen binnen, die zich hebben afgemeld. Het zijn weer de stuurautomaten en electrische systeem, die maar niet opgewassen zijn tegen een paar dagen knalhard zeilen.
De wind is zuid op de terugweg voor de schippers.
Heen noord en terug dus zuid. Veel, heel veel kruisrakken, In baan 3 en 4 meer dan 50% (Het lijkt wel een kruisweg vertelt een van de solisten).

Zaterdag, 2 oktober 2004, 11:00 uur
Theo Hin stuurde onderstaande foto’s

Heb helaas moeten besluiten om me terug te trekken uit de race. In de uitslagenlijst (www.200myls.nl) zal dus RET achter mijn naam staan. Ik heb gisteren goed kunnen zien dat een schip dat ik normaal makkelijk voorbij moet kunnen lopen, sneller en hoger vaart. Zonder stuurautomaat kan ik de boot nog wel mannen en bij aan de windse koersen kun je het roer best even los laten. Maar bij de ruimere koersen loeft de boot op zodra je het roer loslaat, kun je niet weg bij het roer om de zeilen trimmen, kun je niet naar het voordek om de fok te wisselen voor de genua als het wat minder waait, kun je niet spinnakeren op de voordewindse koersen, is het overstag gaan niet vloeiend te doen en kost dat dus teveel tijd, is er nauwelijks tijd om te navigeren, en dan heb ik het nog niet over de niet aan zeilen gerelateerde activiteiten.
Ik heb me afgemeld bij het regattabureau en met een knik in de schoot zeil ik van Den Oever met WZW 5-6 Bft in no time terug naar de thuishaven Lelystad, waar mijn lieve echtgenote klaar staat om het voorlandvast aan te pakken bij de box.
Deze winter wordt het dus sparen voor een nieuwe stuurautomaat, want ik heb het vaste voornemen om volgend jaar weer mee te doen en hoog te eindigen.
Otto Maitimu
o/b S/Y Content

Vrijdag, 1 oktober 2004, 22:00 uur
Om een beetje voortgang te boeken al om half vijf opgestaan. Tot mijn verbazing had ik voor anker liggend toch prima geslapen. De olielamp, die ik als ankerlicht had aangestoken, brandde nog en niemand was tegen mij aangevaren. Het woei nog fors, dus een rif gelegd. Ik had mij wat zorgen gemaakt over het anker op gaan, maar het verliep zonder enig probleem. Wel werd de hele boot meteen met klei besmeurd. Uit het verslag van Kees Rijniersce :Verslag Kees (Update 01-10-2004 21:00)

Vrijdag, 1 oktober 2004, 16:00 uur
Eric ten Bos met z’n nieuwe schip een Comfortina 35, de Dondersteen vaart aan het einde van de Dove Balg een overstekende boei aan.
De schade blijkt behoorlijk, dat Eric z’n boot in Harlingen op de wal moet laten hijsen en de strijd staakt.

De nog in de strijd liggende jachten van alle vier routes komen er zolangzamerhand achter, dat er moet worden opgekruisd vanuit het noorden naar het zuiden om hun nog resterende boeien te ronden. Het is druk op het IJsselmeer met de vele 200 myls ‘SOLO’ schippers. Ze zien elkaar wel, maar hebben nog geen idee, wie welke baan moet hebben gevaren,

Vrijdag, 1 oktober 2004, 13:46 uur (WP 12)
Anjo Veerman van de Aurum klikt hier op de gsm/gps-unit MY-Safety en maakt tegelijkertijd de foto.
De positie, alsook datum en tijd worden ogenblikkelijk naar de server van het regattabureau van de 200 myls ‘SOLO’ verzonden. Hierdoor kunnen de data, die door de klik is verstrekt, worden verwerkt en op het internet gezet.
3 weken geleden wisten we allemaal nog niet, zowel organisatie als deelnemers, dat deze high tec unit door MY-Freedom zou worden geleverd en gesponsord. Nu kunnen we al spreken van een behoorlijk succes, ondanks een paar aanloop-probleempjes met het opladen van gps en het de verwerking van de nog niet geheel (te korte termijn) geautomatiseerde hoeveelheid datagegevens.

Vrijdag, 1 oktober 2004, 01:00 uur

In dikke buien, 6 bft met onweer, zeilen nog vele soloschippers op het wad en de Noordzee naar hun rusthavens.

In Breezanddijk loopt een schip van zijn anker af en knalt 60 meter verder tegen het schip van een medezeiler aan.

De volgende morgen blijkt, dat er een grote baksteen zat tussen de bladen van het Danforth-anker.

Donderdag, 30 september 2004, 20:00 uur
De dag begon met een windkrachtje 2 a 3 en prachtige luchten. In de loop van de dag werd het dobberen met windkracht 1. Nu regent het en kan er lekker gezeild worden met een windje 4 a 5.

Prachtige lucht met de zonnestralen door de wolken, een mooi plaatje!

 

Donderdag, 30 september 2004, 16:30 uur
Om acht uur werd ik wakker vanmorgen, met een strakblauwe lucht boven me. Als ik later weer boven dek rondkijk, ben ik de enige die er nog ligt. Onbegrijpelijk dat de anderen vertrokken zijn, de wind zou immers pas iets aanwakkeren in de middag. Ik wil wachten tot ik weg moet om binnen de 24-uurs limiet van stilliggen te blijven. Gelukkig genoeg te doen aan boord; nog eens het weer checken, het dek schrobben, en er achter komen dat mijn watertank weer is leeggelopen in de bilge. Uit het verslag van Michel Capel :Verslag Michel (Update 30-9-2004 16:30)

Donderdag, 30 september 2004, 16:00 uur
Veel schippers lopen na hun passage van het merkteken de Sport B, zie foto hierboven van Peter Mueller van de Tam Tam van Jan Luyendijk, de werkhaven Breezanddijk aan om aldaar in de prut proberen te ankeren. Er is vannacht wel slecht weer op komst, 6 bft en dikke buien.

Donderdag, 30 september 2004, 14:00 uur
Kees Riemer, diverse malen deelnemer van de 200 myls ‘SOLO’ heeft de pech, dat z’n schip de Poespasop de wal ligt voor reparatie. Uit frustratie vliegt Kees met z’n vrouw naar Madeira. Meldt op de terugvlucht, terwijl hij op de de aanvliegroute naar Schiphol zit, boven IJmuiden: “Heel wat zeilboten van baan 1 in de nabijheid van de Baloeran,” en geniet (met weemoed) van dat uitzicht…..

Donderdag, 30 september 2004, 00:30 uur
Om 06.15u start mijn buurman (nr 3 vanaf de steiger) zijn motor en ik neem aan dat hij niet aan de walstroom kon liggen en daarom nog even stroom gaat draaien. Tot mijn verbazing gooit hij echter los van mij en het gevolg is dat de hele zwik boten nu stuurloos ronddrijft. Als vervolgens schippers de motor starten en voor- en achteruit gaan manoevreren, klinkt al gauw het gekraak van preekstoelen in hekstoelen: de drieletterige woorden zijn niet van de lucht, maar de veroorzakende schipper blijft er stoïcijns onder. Uit het verslag van Otto Maitimu :Verslag Otto (Update 30-9-2004 00:30)

Woensdag, 29 september 2004, 22:00 uur
Het was een prachtige zeildag. Genoeg wind om heerlijk te zeilen, zon, regen en prachtige wolken partijen. Nu schijnt de volle maan over het water, wat een licht, welke er vannacht voor zal zorgen dat het water verlicht zal zijn. En dat betekend voor de schippers die een gat in de nacht willen zeilen dat het een stuk prettiger varen is. Het regattaburo heeft het druk met alle meldingen. De gegevens die daar binnen komen moeten ‘helaas’ nog handmatig worden overgezet naar het uitslag programma. Veel werk, tevens zullen de GPS meldingen en de logboeken na de race naast elkaar worden gehouden. De uitslag welke nu op het internet staat is daarom ook onder voorbehoud.

Woensdag, 29 september 2004, 12:00 uur
Foto’s : Jan Luyendijk

Piet van der Zwaan – Dehler 34 en Jules Banffer op z’n Rush 21 opweg naar de OVD 3 bij Lelystad

Woensdag, 29 september 2004, 08:00 uur

Woensdag, 29 september, 07:00 uur

Het is weer de nerveuse drukte in de Stichtingshaven op deze vroege ochtend. De solo-schippers willen snel jk naar de M 1 om te starten voor de negende 200 myls ‘SOLO’, nu er nog wind staat. Later in de race zal naar alle waarschijnlijkheid de wind afnemen. Nu is dus de kans om veel mijlen te maken.
De schippers hebben hun zeilen klaarliggen en moeten richting het noordwesten aandewinds de eerste rakken zeilen. Het is droog en de temperatuur is prima om lekker bezig te zijn.


Palaver, 29 september, 20:30 uur

In het barstensvolle cafe Ome Ko werd weer het traditionele palaver gehouden met de bekende appelgebak met slagroom en koffie.
Alle schippers kregen hun overlevingspakket aangeboden om mee te nemen met de morgenvroeg startende 200 myls ‘SOLO’.
Naast de groene (super) caps met het logo van de 200 myls, de Kodak foto wegwerpcamera’s en logboeken, dit keer ook een pakketje met oplosbare voeding om extra energie op te doen.

Daarnaast werd uitleg gegeven over de My Freedom GPS/GSM positie melders. Deze zullen bij iedere boei worden gebruikt en zenden dan een SMS naar het regattabureau. In het regattabureau zullen de data worden verwerkt en op het internet worden geplaatst. Het weer voor de komende dagen werd voorspeld door Frits Bartels. Woensdag nog wel wat wind, maar langzamerhand als de race vordert komt er minder wind. Dus de solo-zeilers zullen vooral de eerste dagen veel mylen moeten maken. Daarna werden de eerste GPS/GSM klikken op de MY Safety uitgeprobeerd. Diverse cameraatjes werden al uitgepakt en o.a. werden de 4 deelnemende vrouwen op de kiek gezet. V.l.n.r. Anje Valk, Pamela v.d. Vleuten, Jacqueline van Amstel en Marjan v.d. Vrie.

Dinsdag, 28 september 2004, 17:00 uur
De haven ligt vol, barstensvol. Voor het opnameschip met Tine & Peter Capel werd nog een plaatsje aan de steiger gevonden.
Om 20:30 uur is er bij Ome Ko het alom bekende palaver met de koffie en appelgebak met slagroom. Er is al een stukje spanning merkbaar bij de schippers op de steiger ….

Maandag, 27 september 2004, 19:15 uur
De Stichtingshaven is al redelijk vol met de vele solo-jachten, die hebben aangemeerd. Wim Dercksen en z’n vrouw hebben in ieder geval hun handen vol om de schepen een goed plekkie te geven.
Handen worden geschud en de verhalen verteld. Het weer is goed, lichte bewolking, droog met een prima temperatuurtje.

De gsm/gps unit geeft uitstekend zijn meldingen door en worden door de server goed ontvangen.

Zondag, 26 september 2004, 16:55 uur
De testen gaan door.
Vanaf nu staat de server dag en nacht aan in het Regattabureau.
De programmering is vrijwel gereed en kan vanavond worden afgesloten in afwachting van het grote werk beginnende bij het Palaver en vervolgens de start op woensdag de 29e.

Zaterdag, 25 september 2004, 12:00 uur
Een drukte van belang in het Regattabureau, waar de server, sms receiver en wat dies meer zij wordt geplaatst door MY Freedom BV, Mark Wilbrink, Rob Kuipers, Bob & Marco Luyendijk. De testen zijn in volle gang …..
In de korte termijn waarin de gps/gsm-unit MY Safety en de 200 myls ‘SOLO’ met elkaar in kontakt kwamen, amper twee weken geleden was het nog niet mogelijk de waterkaarten zichtbaar te maken aan de websitebezoekers. Op de server van het Regattabureay echter staan alle merktekens in hun juiste posities ……
Ook werd de produktie aangepast, de MY Safety voorzien van een batterijlader met sigaren-aansteker-plug, klittenbandset en de riemclip.

Vrijdag, 24 september 2004, 10:00 uur

Vele ongeruste e-mailtjes komen binnen over het barre weer, wat de afgelopen week heerste en wat de komende week zal brengen. De halve 200 myls vloot is al onderweg en zal bij aankomst in de Stichtingshaven te Muiden, dit weekend of in de twee dagen erna, er al een halve of meer 200 myls op hebben zitten.
Het is nu nog rustig in de haven …….

200 myls ‘SOLO’ versus Singlehanded door Henk Bulthuis

200 myls ‘SOLO’ versus Singlehanded door : Henk Bulthuis
‘de Drietand’, Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers

Dé Nederlandse solo wedstrijden vergeleken

 

Inleiding

Dit jaar heb ik voor het eerst in één seizoen de 2 vooraan- staande solo zeilwedstrijden op het Nederlandse water gezeild: de 200 myls ‘SOLO’ en de Singlehanded. Aan beide heb ik reeds eerder deelgenomen maar niet in hetzelfde sei- zoen. Met de ChillOut!, een J/109, zijn beide solo tochten uitgezeild, een prachtige reden om deze wedstrijden aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen.
De tweede reden is dat deze wedstrijden door Henk Bezemer in zijn voorwoord van het prachtige boek “Sailing Solo” van Nic Compton over de geschiedenis van shorthanded zeilen worden afgedaan als Hollandse kneuterigheid. Terecht of onterecht?

De overeenkomsten
Beide tochten zijn voor de solozeiler bedoeld en wordt de 1 vlag gevoerd:Er wordt gevaren in het najaar, in de maand oktober, zodat het relatief rustig is op het water en de solozeiler minder kans heeft andere scheepvaart tegen te komen. Het weer is meestal winderig, nat, mistig en koud. Als vaargebied geldt voor beiden IJsselmeer, Waddenzee en Noordzee en moet er 1 maal geankerd worden voor een aantal uren. Het invullen van een gedetailleerd logboek is verplicht, evenals het regelmatig nemen van voldoende rust. Het motorverbruik is sterk gelimiteerd, want zeilen voert de boventoon. De duur van tochten is maximaal 4 dagen, waarbij tussen de 200 en 300 mijl moet worden afgelegd. 95% van de deelnemende schepen is een monohull.
Het zijn zeer sociale evenementen, wat in tegenspraak klinkt met het solo varen. In havens en ook op het water is er veel contact; menige borrel en maaltijd wordt gedeeld in de verschillende havens en gezelligheid is troef! De uitslag wordt bekend gemaakt tijdens een aparte bijeenkomst, echter niet direct na afloop van de wedstrijd. Deelnemers die de tocht reglementair hebben uitgevaren ontvangen een herinneringsplaatje met het jaartal als aandenken.
Om de kosten hoef je het niet te laten: een meerdaagse tocht met aandenken, gratis liggen voor en na de start, goede organisatie en reünie bijeenkomst voor 40 euro. Je moet wel bereid zijn 3 dagen vrij te nemen.
Zo op het oog dus 2 maal hetzelfde recept: echter niets is minder waar!De verschillen
De verschillen zijn legio en die bepalen ook in belangrijke mate het verschillende karakter van de beide tochten: een wedstrijd versus een prestatie tocht. Zo is de 200 myls ‘SOLO’ ontstaan uit een stuk onvrede met de Singlehanded. Een deelnemer had een logboek ingeleverd in de vorm van een
stripverhaal en won op basis daarvan de wisselprijs. Jan Luyendijk dacht toen: “dat kan anders en professioneler”. Dat heeft hij geweten: de 200 myls is uitgegroeid tot een groot evenement met maximaal 80 deelnemers, terwijl hij voor de afgelopen editie wel 200 solo schippers heeft moeten teleurstellen! Hierbij steekt de deelname aan de Singlehanded een beetje schril af: al jaren zo’n 35 deelnemers.
Ik behandel de verschillen tussen beide a.d.h.v. een aantal onderwerpen en voeg daar eigen ervaringen aan toe.

Imago en bekendheid

De 200 myls ‘SOLO’ is nu voor de 9e keer gehouden en wordt georganiseerd door Jan Luyendijk en zo ongeveer zijn hele familie. Jan vaart zelf ook mee. Deze wedstrijd geniet grote bekendheid, wordt gezien als een moderne serieuze zaak met een hoog innovatief karakter. Er wordt gevaren onder het SW handicap. Bijvoorbeeld de website (www.200myls.nl) is een juweeltje en volgens ingewijden de beste zeilwedstrijd website van Nederland. Prachtige pagina’s met de routes en alle verslagen van alle jaren. Tijdens de race wordt hier de positie van de deelnemers bijgehouden evenals de laatste info en foto’s. Dus ook een aanrader voor de thuisblijvers.
De Singlehanded is een echte klassieker en kent nu 28 edities. Ooit bedacht door Reid als een “andere” tocht met hindernissen. Dat imago heeft het nog steeds en er is in die 28 jaar weinig veranderd. Er wordt zonder handicap gevaren. Voortbewegen met de puts is geoorloofd. Sinds een jaar is er ook een eenvoudige website (www.singlehanded.nl).

Blad 2

Bij de 200 myls ‘SOLO’ is ChillOut! volgens de SW factor de snelste boot op handicap in 2003. Een rating die gebaseerd is op 6 man in de reling. Dus op basis daarvan zijn we al kansloos. Gelukkig doet Paul Peggs dit jaar mee met een JOD 35 met waterballast. Hij moet nóg sneller zijn.
Bij de Singlehanded is ChillOut! ook niet de snelste:

de Octavus doet mee, een Arcona 400, die volgens de ORC rating sneller moet. Op het traject van Terschelling naar Kornwerderzand varen we samen op en ontspint zich een prachtige matchrace. Tijdens de passage over de Boontjes krijgen we een bui over ons heen en lopen we 8 knopen terwijl we maximaal 10 meter uit elkaar varen. Geweldig en beide schippers hebben een enorme grijns op het gezicht. Vooral bij mij als ik toch een paar minuten eerder bij Kornwerd aankom….


Deelnemers
 Bij beide tochten is een groot contingent vaste deelnemers, echter er zijn maar weinigen die beide tochten varen. Dit jaar waren Jan Smink, Leon Bart en ondergetekende de enige deelnemers die aan beide tochten deelnamen, terwijl vorig jaar alleen Jan beide heeft gevaren. Toegegeven: beide evenementen zitten dicht op elkaar in de kalender en voor beide moet je een paar dagen vrij nemen. Maar gegeven het beperkte aanbod van singlehanded evenementen zouden we toch meer combi deelnemers verwachten. Wellicht kan een gezamenlijk klassement helpen?

De 200 myls ‘SOLO’ is zo’n succes dat er plannen zijn om de tocht uit te breiden volgens het 24 uurs model: starten vanuit verschillende havens. Er is sprake van regelmatige deelname van vrouwelijke schippers en er is zelfs een aparte wisselprijs. Hoewel: Jacqueline van Amstel heeft hem “even” 3x achter elkaar gewonnen en dus moet Jan op zoek naar een nieuwe. Het afgelopen jaar hebben alle 4 vrouwelijke deelnemers de tocht volbracht.De meeste deelnemers zijn toch wel fanatieke wedstrijdzeilers en beschikken over de beste materialen zoals kevlar zeilen.
Het succes van de Singlehanded is dat het al zo vaak georganiseerd wordt. Hier veel minder vrouwen en ook meer toerzeilers aan de start.

Ik start bij de 200 myls ‘SOLO’ bijna als laatste want ik lig achterin de overvolle haven en mag een lekkere inhaal race houden. Als ik langzaam maar zeker de collega deelnemers inhaal valt mij op hoeveel niet witte zeilen er gehesen zijn. Daar steek ik met mijn witte zeilen wel wat eenvoudig bij af. Gelukkig kan ik op het rak van Hoorn naar Lelystad de gennaker zetten en die is knalgroen en loopt ChillOut! geweldig. Anderen lopen uit het roer of verliezen schoten. Behoorlijke ravage om ons heen. Hier bewijst het J/Concept zich weer en zeilen we zonder problemen naar de OVD 3 bij Lelystad en zo nu en dan raakt mijn fijne scheepje in planné.
Daarom zet ik bij de Singlehanded vol trots na de start mijn groene gennaker voor het eerste rak naar Urk. Echter na een paar minuten waarschuwt een collega deelnemer mij dat er een scheur in zit. Ik dacht dat het de reparatie

van de Flevo Race betrof, maar na goed kijken blijkt er helaas een nieuwe scheur in te zitten. Zeil naar beneden en de scheur van 50 cm aan dek repareren met duck tape. Wat is dat toch geweldig spul. En het is blijven zitten tot het einde!

Zelf ben ik wel een fanatieke wedstrijdzeiler. Ik heb daar natuurlijk ook een boot voor en dus probeer ik altijd zo snel mogelijk te varen. Dat geldt voor alle deelnemers aan de 200 myls ‘SOLO’.
Bij de Singlehanded is dat anders. Na een schutting wordt rustig een zeil gehesen en dobbert men de haven uit. De Blauwe Slenk richting Terschelling was dit jaar een echt kruisrak met een windje 4 tot 5. Ik was als bijna laatste weggegaan uit Vlieland waar ongeveer 75% van de vloot overnachtte en kon in de Blauwe Slenk mijn hart ophalen want kruisen wil de ChillOut! wel. Met de nieuwe afstandsbediening voor de stuurautomaat gaat dat geweldig goed. Binnen 3 mijl bijna de gehele vloot ingehaald. Ook hier komt het toeren weer naar boven: een aantal deelnemers rolt de fok weg en gaat “relaxed” kruisen tegen wind en 2 tot 3 knoop stroom. Dat duurt dan wel even langer en je moet niet 2 maal vastlopen…
Voor de start van de 200 myls ‘SOLO’ doet iedereen geheimzinnig over de te zeilen route. Sommigen hebben na de OVD 3 bij Lelystad nog contact via de mobiel met hun route planner thuis en besluiten dan de weg naar de roem. Bij de Singlehanded is er veel overleg over bijvoorbeeld de juiste vertrek momenten op het Wad tijdens de tocht. Sommige deelnemers varen ook echt gezamenlijk op. Maar als ik 2 keer vastloop op de harde drempels in de haven word ik een beetje uitgelachen als ik bezorgd kijk. Andermans leed is dus helaas toch leedvermaak voor deze “zogenaamde” collega’s.

De routes
Beide tochten geven keuze mogelijkheden in de te varen route. De 200 myls ‘SOLO’ kent 4 banen waarbij gebruikt wordt gemaakt van bestaande boeien. Bij de Singlehanded krijgen

Blad 3

de deelnemers bij de start een envelop mee waarin de plaatsen staan vermeld waar een stempel gehaald dient te worden.

 

De 200 myls ‘SOLO’ heeft als start en finishplaats Muiden. Een gezellige plek waar het goed toeven is voor en na de strijd. Briefing is bij Ome Ko en met koffie en appelgebak een gezellige happening. De start is tussen 7.00 en 10.00 uur door de M1 te passeren. Het maken van de keuze uit de 4 vaste routes hoeft pas rond het middag uur als men bij de OVD 3 bij Lelystad aankomt: de keuze is dan of schutten naar het IJsselmeer of doorzeilen naar Amsterdam en via de Noordzee terug. Na het schutten en het passeren van EZ29 moet de keuze voor route 2, 3 of 4 gemaakt worden.
De Singlehanded startte vroeger vanuit Workum bij de vuurtoren van Reid. Sinds een aantal jaren is het verlaten Lelystad het begin en eindpunt. 2 uur voor de start worden de schippers gebrieft met een stevige kop erwtensoep. Pas op: eet niet te veel want het ligt als beton op de maag! De start is een soort “Le Mans start”: de schepen varen achterelkaar langs de steiger om de envelop met opdrachten en stempelkaart te ontvangen. De gehele tocht blijven alle opties open wat betreft de te varen route, een blijvende uitdaging.

Tijdens de 200 myls ‘SOLO’ had ik dit jaar het vaste plan om route 1 te gaan zeilen om zoveel mogelijk stroomvoordeel te hebben. Echter de dag voor de start wordt voor dag 2 van de tocht, als de Noordzee bedwongen moet worden, geen wind voorspeld. Dus op dag1 bij Lelystad toch maar besloten om op het IJsselmeer te blijven. Ben ik een uur bezig tegen de wind in hoor ik de weersverwachting voor morgen op de marifoon: en jawel hoor morgen ZO 4 tot 5 in het Noordelijk Kustgebied. Als dit bewaarheid wordt ben ik nu al kansloos voor een goede klassering. Verkeerd gegokt! Maar we gaan vrolijk door want het zeilen is prachtig en meedoen is toch belangrijker dan winnen…

Na de start van de Singlehanded besluit ik evenals vele collega’s eerst naar Urk te gaan. We doen de elfsteden tocht. Daarna gaat bijna iedereen plat voor het laken naar Lemmer. Dat is met de ChillOut! niet zo fijn want ik beschik alleen maar over gennakers. Dus dat moet op de terugweg maar. Staveren is een perfecte koers voor ons met gennaker en we houden een 37 voet trimaran goed bij. Van Staveren in het donker lekker naar Den Oever. Als ik daar lig kijk ik nogmaals op de stempel lijst en zie dat daar ook Medemblik op staat. Oeps. Dan moet ik dus op de terugreis van de eilanden nog even naar Medemblik en Lemmer. Dat is een flink eind om.

De wedstrijd/tocht
Beide wedstrijden kennen strikte regels m.b.t. rusten en motorgebruik.

Tijdens de 200 myls ‘SOLO’ krijgt iedere deelnemer een variabele rusttijd van minimaal 27 uur mee. Deze rusttijd is opgebouwd uit rusten/ankeren in een haven van de gekozen route, de tijd van merkteken t/m haven/sluis voor en na de rust/sluisperiode. Een rustperiode wordt pas als rusttijd aangemerkt, als deze minimaal 6 uur duurt. Minimaal zijn 3

rustperiodes verplicht. 1 rustperiode dient een ankerperiode te zijn. Een rustperiode mag maximaal 24 uur duren.Het motorgebruik is qua tijd ongelimiteerd, echter niet in de te zeilen baan. De motor mag gestart worden na het passeren van een boei en de schipper rust neemt

Voor de Singlehanded gelden veel strengere regels, vooral m.b.t. het motorgebruik. Het moment van aanleggen tot het moment van afvaren in sluizen en havens en het vastliggen achter het anker is rusttijd. Per etmaal dient het schip tenminste 8 uren aaneengesloten in een haven afgemeerd te liggen.Het motorgebruik is vrijwel geheel aan banden gelegd: max. 5 minuten met als doelstelling helemaal niet. Meer dan 60 minuten motoren betekent niet reglementair gevaren. Het motorgebruik is ook een belangrijke factor voor de einduitslag. Het bepaald 33% van je resultaat: 5 punten als de motor niet is gebruikt en 1 punt minder voor elke minuut motorgebruik.In de praktijk betekent dit zeilend de haven in en uit met alle toestanden van dien. Ook zeilen op plekken waar dat niet mag. Het is een beetje een achterhaalde regel die vooral ingegeven wordt door nostalgie en geen rekening houdt met de veranderingen op het water in 30 jaar tijd.

Tijdens de Singlehanded probeer ik kruisend in het Krabbersgat door een dikke mist de haven van Enkhuizen te halen voor weer een broodnodig stempeltje. Daar mag alleen stuurboord wal gehouden worden en ik krijg ook direct de verwensing van een bruine vloot schipper naar mijn hoofd gesmeten, dat hier niet gezeild mag worden, als ik in zijn buurt overstag ga. We varen hier met zijn vijven richting de sluis en mij bekruipt toch de vraag waarom dit nu nodig is.
Eigenlijk zijn we in overtreding en of dat in de geest is van Reid betwijfel ik. Verder is het manoeuvreren in een haven zonder motor best te doen bij weinig wind. Ik heb wel

Blad 4

steeds de motor standby. Maar soms gaat toch behoorlijk mis, zoals in Vlieland. Mijn buurman gaat eerder weg uit zijn box en ligt met de boeg in de wind. Hij hijst eerst zijn grootzeil en gooit daarna het schip los. Ik lig nog te slapen en hoor een ferme dreun tegen de ChillOut! Ik spring uit mijn bed en zie nog net dat hij met zijn anker op de boeg langs mijn bakboord achterpreekstoel schraapt, blijft hangen en toch weer losschiet voordat ik wat kan doen. De schipper durft mij vervolgens niet aan te kijken en roept alleen dat het niet helemaal goed ging. Helaas geen excuses, zal wel de spanning zijn.
Als ik de schade opneem constateer ik dat ik mijn 2e kras op de boot heb en weer niet door eigen toedoen. Foute regel dat zeilen in de haven!

De verplichte rustperiodes tijdens de 200 myls ‘SOLO’ zijn bij uitstek geschikt om de juiste wind af te wachten. Zowel in 2003 als dit jaar heb ik de eerste nacht gerust in Urk. Beide keren wordt ik na een heerlijke nachtrust wakker en getrakteerd op geen wind. In 2003 gelijk maar mijn ankerrust genomen van 6 uur en lekker in de zon liggen lezen. Alleen om 20.00 uur moet ik weer varen (max. 24 uur rust). Het wordt spannend, maar een half uur voordat ik weg moet begint het heel voorzichtig te waaien. Ik vertrek met de gennaker op en wordt het een prachtige nacht zeilen. Ook in 2004 precies dezelfde situatie. Alleen is de verwachting dat er ’s nachts helemaal geen wind is. Dus niet gewacht en na de middag van wal gestoken. Na veel dobberen en afkruisen met de gennaker kom ik tegen het donker aan bij Breezanddijk. En het begint te waaien! Lang leve het weerbericht. Dus vaar ik door naar Enkhuizen via Lemmer. Veel tegenwind en regen maar toch voldaan als ik in Enkhuizen aankom. Alleen wel met het gevoel dat ik beter had kunnen wachten zoals vorig jaar.

Aantonen gezeilde route
Beide wedstrijden zijn volgens mij de enige in Nederland waar je een bewijs moet overleggen dat je de route hebt gevaren. Beide doen dat op geheel eigen wijze en passend bij ieders imago: high-tech versus de traditie.

Tijdens de briefing van de 200 myls krijgt elke deelnemer een KODAK wegwerp camera. Hiermee moeten alle boeien worden vastgelegd. Dit jaar was de camera vervangen door de MySafety, een GPS/GSM unit. Bij het passeren van een boei kon op de knop gedrukt worden en werden de gegevens automatisch doorgegeven aan het wedstrijdsecretariaat die deze gegevens vervolgens direct op internet kon zetten (in theorie). De praktijk leerde dat zij daar heel veel werk aan bleken te hebben, maar dat zal in 2005 allemaal goed komen….
Elke schipper krijgt tijdens de “Le Mans start” van de Singlehanded een stempelkaart uitgereikt van organisator Henri Steneker persoonlijk, met daarop alle havens die aangelopen moeten worden.
De schipper dient een stempel te halen ter verificatie bij bijv. de havenmeester, de bakker, de fietsverhuur of zo maar iemand….

Tijdens de laatste 200 myls ‘SOLO’ werd ik de eerste rakken

echt enthousiast over de MySafety. Bij een boei even op de knop drukken en je kunt verder. Met de camera is dat wat lastiger. Je moet naar de boei varen, de zeilen vieren en binnen 4 meter een kiekje maken. Overdag gaat dat nog wel maar in het donker is het een regelrecht drama. Als je door de zoeker kijkt zie je niks en dus ook niet waar je naar toe gaat. Bij een verlichte boei is het contrast tussen het aan en uit zo groot dat je moet gokken. En soms weigert de flitser en kun je terugvaren. Dat er in het verleden niet meer boten tegen boeien zijn aangevaren is voor mij een raadsel, of zou dat tussen schipper en boei blijven…. Dus zeker in het donker lijkt de MySafety een uitkomst. Het ding hangt om je nek en drukken en klaar. Alleen dan moet ie het wel doen. De mijne werkte helaas na 2 boeien niet meer. Gelukkig had de organisatie ook nog een camera ter beschikking gesteld. Dus die maar weer in ere hersteld.

De finish
Over zwaarte van de beide tochten verschillen de meningen nogal. Een goede maatstaf in dit kader kan het aantal deelnemers zijn dat de tocht reglementair heeft uitgevaren.

200 myls ‘SOLO’ Singlehanded
In 2004: 66% In 2004: het merendeel (nog niet officieel bekend)
In 2003: 43% In 2003: 40%
In 2002: 63% In 2002: 11%

De 200 myls ‘SOLO’ heeft meer finishers. Komt dat doordat deze tocht minder zwaar is of door het fanatisme van de “echte” wedstrijdzeiler?

Beide tochten finishen in dezelfde plaats als is gestart. Als je als solo schipper na vele omzwervingen het karwei geklaard hebt verwacht je wel een ontvangst: dat heb je wel verdiend…

Blad 5

In de Stichting Haven Muiden ligt de familie Capel met hun comfortabele vlet Capella. Daar wordt je ontvangen met koffie en koek of een andere versterking (afhankelijk van het tijdstip) en lever je logboek en fotocamera in. Er zijn altijd wel andere deelnemers die je ontvangen en het is een erg enthousiaste bende.
In de Houtribhaven is geen ontvangstcomité aanwezig. Kale boel en een beetje een domper na al dat gezeil.

Op dinsdagavond om 22.00 leg ik aan in de Houtribhaven. De Singlehanded zit er op. Blij, voldaan en toch ook wel een beetje vermoeid meer ik af. Ik tel slechts een 4 tal andere deelnemers zonder dat er nog een teken van leven is. Het restaurant is wel open. Dus ik ga daar naar toe voor het stempeltje, een echt tapbiertje en het ontmoeten van de andere gefinishte collega’s. Echter tot mijn grote spijt is er niemand behalve de barkeeper. Van hem krijg ik mijn stempel, maar de tap is dicht en zo eindig ik met een flesje bier op de boot. Dat is in Muiden toch wel anders! Na het douchen lekker babbelen met andere deelnemers en gewoon met 15 man eten en drinken bij Graaf Floris.

De uitslag
In beide gevallen komt er een ingenieus puntensysteem aan te pas om de winnaar te bepalen, die de wisselprijs voor een jaar mee naar huis mag nemen.

De uitslag van de 200 myls ‘SOLO’ is gebasseerd op de gegevens in ’t logboek en onderstaande puntenberekening: · (((Inschrijversx5)+5)-(handicap-plaatsx5))· + 200 – gezeilde baanmijlen volgens vermelding logboek· – 012 p/u minder dan in totaal 27 uur rusttijd· – 003 per andere haven/merkteken/géén foto-opname/niet gemeld· – ??? niet ankeren/ ontbrekende tijd/gegevens logboek, etc.
Bij de Singlehanded vindt waardering plaats door punten toe te kennen aan de volgende elementen:· Motortijd: 5 min 1 voor elke 3 minuten motortijd· Kortste vaartijd: 2· Best geschatte zeiltijd: 2· Meest volledige logboek: 3· Beste reisjournaal: 3De beste schipper wordt aangewezen door een commissie bestaande uit een lid van de organisatie, een deelnemer en een derde aan te wijzen persoon en heeft waarschijnlijk de meeste punten verzameld

Conclusie
Beide tochten zijn de moeite waard om mee te doen. Zowel op sportief als sociaal vlak. Als je wel eens short-handed zeilt hoort het reglementair uitzeilen van beide tochten op je CV te staan. De 200 myls ‘SOLO’ is veruit het populairst. Het is toch verassend dat deze wedstrijd zwaar overtekend zou worden bij vrije inschrijving, terwijl de Singlehanded op het vertrouwde niveau blijft van 30 tot 35 deelnemers.
Je zou verwachten dat de vaak zeer teleurgestelde schippers die niet toegelaten zijn tot de 200 myls ‘SOLO’ de kans, om 2 weken later de Singlehanded te kunnen varen, met beide handen aangrijpen. Wellicht toch een imago en/of bekendheid probleem. Het is in beide gevallen een goede opstap naar het echte short-handed zeilen in

Nederland en internationaal: denk daarbij aan de Driehoek Noordzee, de Round Britain & Ireland, de AZAB en natuurlijk de STAR.
In Nederland is geen organisatie bekend die het short-handed zeilen promoot of begeleidt. Daar lijkt het wel tijd voor te worden. Short-handed zeilen krijgt nationaal en internationaal steeds meer aandacht.

Het aantal wedstrijden neemt toe en het Nederlandse aandeel groeit internationaal sterk: op dit moment zijn er reeds 5 Nederlanders ingeschreven voor de STAR 2005, waarvan het merendeel ooit is begonnen in de Singlehanded en/of de 200 myls ‘SOLO’.
Dat Henk Bezemer maar ongelijk mag gaan krijgen!

Henk Bulthuis
S/Y ChillOut!

 

 

Solozeilen met een feestjurk door Anje Valk

Een zeiler,  een boot,  vier routes,  vijf zeildagen,  27 uur rust en 200 mijl. Ziedaar de basis van de 200 myls ‘SOLO’, de jaarlijkse uitdaging voor schip en schipper. Anje Valk zeilde mee met haar Vancouver 27 Warber en doet verslag vanuit de kuip.   Na een flinke worstelpartij – zoveel routine heb ik nog niet met dat ding,  maar na deze wedstrijd zal dat een stuk beter zijn stáát het kreng einde- lijk, en het zweet óók (op mijn rug). Tjonge, wat mooi,  wat loopt dat lekker,  Warber  bruist  met een gretige snor door het water.
  FOTO’S EN TEKST ANJE VALK

H et is dinsdagavond,  28 september.   De Stichtingshaven in Muiden zoemt van ac- tiviteit. Het ligt er tjokvol met 71 jachten

met allemaal een 1-wimpeltje in hun hekstag: de deelnemers aan de negende 200-mijls solo, die morgenochtend van start gaat.
Het veld is heel gevarieerd, van klein (21 voet) tot groot (44 voet), gewone toerschepen en vol- bloed racers, gelegenheidssolisten en oceaanve- teranen, mannen en…vrouwen. Jawel! Er star- ten vier solovrouwen, ten opzichte van de twee vorige jaren een toename van 400 procent.

Een goed ontbijt is het halve werk.Het is 6 uur, woensdagochtend, winderig, donker, koud. Koortsachtige onrust in de haven. Navigatielich- ten flitsen aan, boten jagen elkaar de haven uit, last in first out, de meesten willen zo gauw moge lijk starten. Slaapdronken ontvlucht ik de drukte en leg nog even aan bij de meldsteiger van de Koninklijke. Een goed ontbijt is het halve werk, het houd je zwaartepunt laag, en geeft tijd voor strategie: welke baan? Alles pleit voor baan 1, het “rondje Noord Holland”: het is springtij, en het wordt morgen zuidoosten wind, op het IJssel meer zwak, maar op zee in de middag matig tot krachtig. Vanaf circa 1330 gaat bij IJmuiden de vloedstroom lopen.
De morgen is verbleekt van donker naar zacht- blauw als ik vertrek, om als één van de laatsten om 0858 uur de M1 te passeren: gestart!
Er staat een NW 5-6. Onder de hoge wal vliegen we naar het Paard, daarna naar het merkteken bij

Volendam, en dan wordt het een paar uur hak- ken naar de NEK bij Hoorn.Feestjurk    Om 1435 klok ik de NEK, en vanaf daar moet ik  eerst naar Lelystad  en  dan naar Durgerdam.  Tijd voor de gennaker!  Die heb ik sinds vorig jaar.   Hij lag  bij de zeilmaker op de plank en ik kon hem met flinke korting kopen. Hij is wel wat  groot  voor mijn bootje,  maar geen nood:  om hem toch  goed passend  te kunnen voeren tuig ik mijn spiboom op als boegspriet.
  Bij Lelystad gaat de feestjurk weer uit, en naar Durgerdam is het wederom áán de inmiddels tot een viertje afgenomen wind, die later in de sche mering krimpend ineen zal zakken tot een weste lijk tweetje.
In de stille avond vaar ik naar de verlichte sky line van de Randstad en luister naar de geluiden om me heen – ritmisch motorstampen van een passerende binnenvaarder, gegakgak van over vliegende ganzen, eendengesnater ver weg – tegen het eeuwig achtergrondgeraas van de Grote Stad: een vreemde mengeling van natuur en techniek.
Hier is de stilte voor altijd vermoord.
Ik ga naast het geultje naar Durgerdam ten anker.Het onderste uit de kan    Geen haast in de ochtend, en op mijn akkertje vaar ik door het Noordzeekanaal naar IJmuiden. Er staat geen klap wind. Ik denk aan de ongelukkigen die baan 3 of 4 hebben gekozen: op het IJsselmeer heb je nu niet veel te zoeken. Ik ben benieuwd of er meer boten net als ik baan 1 doen. En ja hoor, als ik rond half twee langs Seaport Marina vaar, komt de één na de andere solist naar buiten – zeker twintig boten, waaronder rasracers als Paul Peggs, Bart Boosman en Jacqueline van Amstel. Ik bevind me dus in goed gezelschap. Met haar feestjurk in de aanslag hobbelt Warber gretig met de snelle jongens mee het zeegat uit en even later maken we deel uit van een kudde kleurige spinnakers die zich langs de Blanke Toppen der Duinen noordwaarts spoedt. De zuidoostenwind haalt nu lekker door. Diverse boten wisselen hun spinnaker voor een
kleinere. Warber heeft er echter maar één, en die trekt zo hard dat het de oude Hasler windvaan soms te machtig wordt. Na twee keer uit het roer te zijn gelopen stuur ik zelf maar, uren lang, het hele klere-eind tot Den Helder. Maar móói! Bijna voortdurend surfen we op romp- snelheid ( 6 à 7 knopen ) over de Vriend’lijk Bruisende Noordzee. Voor een toerzeiler zoals ik is het heel gezond om eens aan zo’n wedstrijd mee te doen. Zo haal je ook eens het onderste uit de kan, terwijl ik met dit weer normaliter niet meer spinnaker omdat ik het zonder ook wel hard genoeg vind gaan.Schoonheid van het Wad bij Nacht   
Het is volle maan (zeggen ze, want ik zie geen hand voor ogen). Ver vooruit zie ik de toplichtjes van een paar mede-solisten, en vlak achter me ook één of twee. Half verblind door massieve regen tuur ik ingespannen de duisternis in, op uitkijk naar een blinde ton die hier ergens moet liggen. De nijdige steile golven – gevolg van de sterke vloedstroom tegen een krachtige zuidoos- ter – geven Warber er flink van langs. We kruisen in de Texelstroom op weg naar de BO 9 bij Korn-werderzand, het negende merkteken. Zelden heb ik zo verlangd naar die sluis, belofte van een stille steiger, pak en laarzen uit, droge kleren, hete soep, warme slaapzak. Lijden is lekker als het ophoudt….
Tegen achten – rond halftij – ben ik het merkte-ken bij Oudeschild (de T12) gepasseerd, en ik had daar kunnen gaan rusten. Maar het stuitte me te-gen de borst om zo’n mooie springvloed mee naar Kornwerderzand te laten schieten. Ik kan vanaf de T12 pal oost varen en – met een oplettend oog op de dieptemeter – mooie lange klappen maken. Mijn enige zorg zijn de onverlichte boeien waar-van er hier een heel aantal liggen. Ze zouden die van zacht plastic moeten maken. Grinnikend mijmer ik verder op die gedachte: … het zouden grote badeenden kunnen zijn, vrolijk rood of groen gekleurd, hier en daar een gele, met van die guitige oogjes erop. Shit, daar flitst zo’n rakker vlak langs me heen, ik schrik me lam – had er ook bovenop kunnen knallen!
Even na 0100 uur liggen we met twee andere druipnatte solisten in de nachtelijke Lorentzsluis. Ook de hemelsluis staat open: het stroomt van de regen. De sluiswachter roept bemoedigende woorden door de intercom, lief vind ik dat. Ik neem me voor hem even te antwoorden, maar murw als ik ben blijft het er helaas bij. De stille steiger, de droge handdoek, een borrel en dan….zzzzz.Kleine uurtjes   Er volgt alweer een lange dag. Voor een kleine boot als Warber betekent 200 mijl in maximaal 74 uur zeiltijd – inclusief kruisrakken is het gauw 300 mijl – dat je behoorlijk dóór moet varen. Snellere boten kunnen veel meer rusturen nemen, en toch nog op tijd vóór
zondag 1200 uur binnen zijn. Zo kunnen ze de krenten uit de windpap pikken, vooropgesteld natuurlijk dat je die weet te vinden. Veel boten zijn met een laptop on line of bellen met een meteo-fluisteraar aan de wal; ik doe het gewoon met het weerbericht en mijn gevoel.   Vandaag zeil ik van Kornwerd naar het nieuwe vogeleiland bij Medem- blik, dan spinnakerend via Hindelopen naar Bree- zanddijk, in de late avond met een afnemend zui- denwindje kruisend naar Stavoren en dan in de kleine uurtjes nog naar Den Oever. Om twee uur maak ik mijn bootje vast. Afgepeigerd maar tevre- den kruip ik in mijn mandje. Het grootste deel van de race heb ik er nu opzitten. Morgen ben ik rond borreltijd in Muiden! Met die mooie gedachte sus ik mezelf in zoete slaap.Onweer, windstoten    De volgende ochtend vaar ik om 0900 alweer. De wind is ZW-W 4 tot 5 gewor- den, en ik zie knarsetandend dat boten die gistera- vond op een christelijke tijd in Breezanddijk zijn gaan rusten nu het rak naar Stavoren bezeild heb- ben. Kijk, dat bedoel ik nou! Diep zuchtend stook ik mijn halfcardanische eierenbakmachine maar eens op.   Goed nieuws is dat de rest van de baan – Enkhuizen, Lelystad, de NEK en dan de finish bij Muiden – nu feestelijk bezeild ligt. Een belletje naar de sluis leert me bovendien dat het nog steeds zomerpeil is. Zo kan ik vanaf het merkteken bij Enkhuizen met mijn diepgang van 1.30 m. dwars over het Enkhuizerzand, laagvliegend over het vlakke water onder de dijk naar Lelystad denderen. Soms heeft een klein bootje ook voordelen!

Zelden heb ik zoverlangd naar drogekleren, hete soep,warme slaapzak …

Het weerbericht waarschuwt nu voor buien met onweer en zware windstoten. Inderdaad hangen er op het Markermeer dreigende buien, die meestal langs schampen maar ons af en toe flink te pakken hebben. En alles bezeild? Dat had je gedacht! Na een paar buien krimpt de wind naar zuid en blijft daar uiteindelijk hangen, zodat het van NEK naar Muiden toch nog kruisen wordt!
Tegen achten ben ik voorbij het Paard en wordt het langzaam donker. Aan de zuidwestelijke hemel hangen inktzwarte donderbuien dreigend te weer- lichten. Samen met mij kruist een ander solisten- lichtje naar het zuiden, wie zou dat zijn?
Finish!   Om 22:28 uur rond ik plechtig de IJM 17,

waarmee ik gefinisht ben. Dolgelukkig slaak ik een woeste vreugdekreet: yeehee!! Het is gelukt, het zit erop!Sleephulp    Ontspannen maak ik de boel klaar om te strijken en de motor te starten, als ik iemand hoor roepen en er een schijnwerper op me wordt gericht. Het solistenlichtje dat met mij opzeilde en vrijwel gelijktijdig met mij is gefinisht, blijkt Lady Blanche van Pamela van Vleuten. Ze roept dat ze de motor niet gestart krijgt, of ik haar naar de haven wil slepen. Túúrlijk wil ik dat. Pas als ik langszij vaar om een lijn aan te pakken zie ik dat haar preekstoel er droevig verkreukeld bij hangt. Ze heeft in het donker bij Marken een aanvaring gehad met een charterschip. Balen! Maar inplaats van op te geven heeft ze een noodvoorstag opgetuigd, en de wedstrijd uitgezeild! Wat een klassevrouw!
Gezusterlijk komen we de donkere haven in, die al vol ligt met eerder gefinishte boten. Hier en daar brandt nog een lichtje maar veel leven zit er niet meer in deze moegezeilde solistenvloot. Ik weet niet waar ik het meest naar snak, naar een borrel of naar mijn slaapzak. Omdat ik van het eerste niks meer aan boord heb wordt het de laatste optie.Na afloop    De hele nacht en de zondagochtend komen er nog boten binnen. Op de steiger en in de kuipen wordt het een levendig rendez-vous. Solozeilers zijn vaak heel gezellige mensen, dat blijkt maar weer bij een evenement als dit. Verhalen en ervaringen worden uitgewisseld. Paul Peggs, een Mini-Transatveteraan die speciaal uit Engeland is overgekomen om mee te zeilen, vond het “the finest race I have ever sailed”. “You are lucky, we don’t have any nice singlehanded events like this in England, apart from the very big ones. You have two!”, waarmee hij ook doelde op de Singlehanded van Lelystad, die twee weken later wordt verzeild
De winnaar van de race, Bart Boosman, is al jaren van de partij met zijn zelf ontworpen en gebouwde Boosman JB 30-voeter. Solozeiler in hart en nieren: afgelopen zomer zeilde hij singlehandend een rondje IJsland. Hij wil volgend jaar in de OSTAR starten. Nummer twee werd Bart van Breeschoten met een Waarschip 660 en nummer drie Bauke Yntema met een Winner 950.Alle vier vrouwelijke deelnemers hebben de race uitgezeild, waarvan de snelste Jacqueline van Amstel was met haar X-362 Xinia. (foto’s)
Warber is uiteindelijk 48ste van de 53 gefinishte boten geworden . We hebben precies 85,5 uur over de wedstrijd gedaan, waarvan we slechts 27.06 uur hebben gerust, de minste rusttijd van alle gefinishte boten. Warber ( Fries woord voor bedrijvig, ijverig) heeft daarmee haar naam eer aangedaan!

Gepubliceerd in ‘Zeilen’, december 2004

 

Sunk in the North Sea Menko & Victor Poen

My son Victor (13) and I set sail from Lowestoft on the afternoon of 29 June heading for Ramsgate, on our way to the Scilly Isles, where the rest of the family planned to join us for a holiday. Our yacht, Laughing Gull III, is a 32ft GRP fin-keeled boat, built in 1981 in Amsterdam.

The weather was a squally SW Force 6 to 7, veering and easing to westerly Force 5. Keeping clear of sandbanks in the Thames Estuary, I plotted our position on the chart regularly and although it was wet and windy and hard work in the squalls, it was also exhilarating sailing.
We were 25 miles north-east of Ramsgate and I was on watch, while Victor rested in his bunk below, when at around at 0130BST, I heard a bumping sound and the boat’s speed dropped.
She was also pushed to port. Although this seemed consistent with the conditions, I felt something was wrong.I turned my head and listened, waiting for the sound to come again. But it didn’t. I leaned through the companionway and asked Victor if he had noticed anything. He told me he’d heard a sound like a loud knock on a door. He’d also noticed we were pushed to port. Still not sure what had happened, I checked the bilges and saw to my horror they were full of water. I couldn’t see any damage and the keel bolts seemed fine. Soon the water level was above the floor and, despite bailing with a bucket, continued to rise, pouring into my boots.
I checked the seacocks. If something was wrong with them, I could stop the flow with a wooden plug. But they were OK.
This meant there must be damage to the hull itself. I continued bailing and considered pulling a sail around the outside of the hull to try and stem the flood. But with a fin keel, it was unlikely I’d get the sail close enough to the hull to have any effect. I thought of breaking off the cupboards and interior fittings to inspect the hull for damage, but the water was pouring in so fast, there wasn’t time.

By now, water was up to my knees and rising. I told Victor we had to abandon the yacht. I stressed there was nothing to be afraid of and discussed what had to be done: sending out a Mayday, firing flares (if appropriate) and preparing the liferaft.
I didn’t want to go on deck to lower the sails in case this caused the boat to capsize. I trimmed the sails so the movements were steady. I sent Victor into the cockpit to help stabilise the yacht and started to send the first Mayday on VHF Channel 16. I had an instruction booklet handy to remind me of the procedure. I also had the ship’s name written out in the phonetic alphabet.
I transmitted five to 10 Maydays, but with no response. By now, I realised, the batteries were completely underwater. As I was transmitting the last Mayday, the water was up to my chest as I sat at the chart table,

LEFT: Sørlandetscrew offered hot drinks and dry clothes after the Poen’s ordeal, but most of all kindness and understanding !

At 0210 BST we cut the liferaft loose from Laughing Gull III – an emotional moment as it meant a final goodbye to my yacht.

ebb. Taking into account the tide and our approximate position, I realised we were slowly drifting towards the Traffic Separation Scheme (TSS). I looked back at Laughing Gull III and could still see her masthead light. Just before sunrise the light suddenly disappeared, meaning that she had
sunk, or the batteries had gone dead.
In the liferaft it was cold, with a water temperature of only 9°C. Keeping up our morale was my number-one priority. I was completely soaked and my muscles were aching. I was also very tired, but I was still and the switchboard was half underwater. Before I left the cabin, I wrote on a piece of paper that the crew had abandoned the sinking yacht and were all OK – in case Laughing Gull III was found afloat.
I carried the liferaft from the front cabin, wading through the water in the saloon, into the cockpit. On the horizon, I spotted two ships. I fired two parachute flares and lit one red hand-flare. Although I estimated the ships were only a few miles away, they didn’t respond.
Not all our hand and parachute flares worked, although they were almost brand new.
We deployed the liferaft, after carefully studying the instructions. We tied it to the stern and dropped it overboard, yanking the rope to activate automatic inflation when it was about 10m away. We pulled the raft against the stern and I told Victor to jump – but safely!

A horrifying moment it was! Then I followed Victor, remembering the phrase: ‘Only use your liferaft when the step into it is a step upwards!’ I can assure readers that we were just in time!

The only things we took with us were two torches, a knife, my passport and credit cards.
Everything else we left behind.
At 0210 BST we cut the liferaft loose from Laughing Gull III – an emotional moment as it meant a final goodbye to my yacht. Until then, I was still hoping for rescue by a lifeboat or any other vessel with an electrical pump. The weather was fair: it was dry, the wind was westerly Force 5, with good visibility and a moon shining through the clouds. I remember thinking it was beautiful sailing weather.
It was almost High Water and the tide was soon going to turn with the north-going

 

Verslag Leon Bart

Verslag Leon Bart (2004)

Leon Bart met z’n trimaran Houd van Hout moet z’n zeemijlen maken om mee te doen aan de Star 2005.
Evenals Bart Boosman en Bertus Buys heeft Leon Bart zich daarvoor al gekwalificeerd.
Koste wat kost wilde Leon de 200 myls mee verzeilen, al was het maar buiten mededinging. Onderstaand verslag werd geschreven vlak na de race.
De daaronderstaande e-mail werd verzonden aan de Petit Bateau group

Na de start liep ik lekker en passeerde op weg naar het Paard vele makkers. Na de Nek lag ik na een kort kruisrak nog steeds in tweede positie (1, ik dacht Jacqueline van Amstel en 3 Dick Geurts)In de frisse bries was ik niet van plan te gaan spinakeren, maar toen 1 en 3 dit wel deden, kon ik niet achterblijven.
Tot halverwege de OVD 4 ging het redelijk, maar toen hield mijn stuurautomaat het niet meer en liep met 15 knopen uit het roer! De spi klapte in en schoot aan de haal. Voor dat ik het wist voer ik over de spi heen. Gelukkig bleef hij nergens aan haken. Ik zag nog een rood puntje boven het water uit steken. Ik lag letterlijk achter een parachute ten anker.
Het kostte me minstens een uur om het zaakje te klaren. Zie foto van de Gordiaanse knoop. Later in het Noordzeekanaal was ik pas in staat alles weer voorelkaar te maken.

Bij vertrek uit IJmuiden ging de stroom om 03:00 uur meelopen. Dus :”Go with the fow”. De slimmerikken keerden echter weer terug toen er geen wind bleek te staan.

Als enige zette ik door en haalde precies op kenteren van het tij Den Helder, anders had ik ergens moeten ankeren en was de trip naar de KMJC (waar ik wilde rusten) wel erg lang geworden.
Van Den Helder zeilde ik via Oude Schild naar Kornwerd, waarbij ik van de T 12 naar BO 8 geen slag behoefde te maken en over de banken zeilde en het volle profijt had van weinig diepgang.

Als ik volgend jaar terug ben van de Star 2005 doe ik weer buiten mededinging mee !

De GPS/GSM-unit deed het prima.
Bij het passeren van Lelystad ben ik in mijn box gaan liggen (thuishaven) voor een rustperiode.
De GPS/GSM-unit deed het prima. De volgende morgen ontmoette ik de havenmeester, die me vroeg :”Heb je opgegeven ?”. Waarop ik verbaasd reageerde: “Hoe weet jij, dat ik aan de 200 myls meedoe ?”.
De GPS/GSM-unit deed het prima. Antw.: “Via internet” Vraag :”Sta ik er dan op ?” Antw.:”Ja, en je ligt in je box, ook dat kon ik zien”.
Ik ben even naar zijn kantoortje gelopen om dat wonder zelf te aanschouwen.

Na mijn ankerperiode bij Makkum was ik het zo zat (stampen en slingeren, Bart Boosman had me nog gewaarschuwd) dat ik na 6:00 uur rust maar weer ben gaan zeilen.
Het woei flink en de WP 12 was goed te bezeilen. Wel ontmoette ik een palingvisser, die tijdens het oplopen plotsklaps SB uitkwam, waardoor ik met een klapgijp een aanvaring nog kon voorkomen. Door zijn vele werklichten neem ik aan, dat ze mij nog niet eens hebben gezien.

Het aanlopen van de ‘blinde’ WP 12, was dankzij een perfecte positie in de GPS toch vrij eenvoudig. Op het moment, dat deze piepte, had ik de WP 12 ook recht vooruit op ongeveer twee meter.

Mooiste stuk ? Van de Nek naar het Paard, waarop ik regelmatig 15 mijl klokte
(zie foto hiernaast als bewijs !)

Leon Bart
a/b Houd van Hout

E-mail Leon Bart (2004)

Hi all and Bart in particular,

Bart congratulations!
Bart sailed a great race indeed, he managed to sail when there was enough wind to let the Franschman (his remarkeble self designed and build live-aboard open 30) fly. During the 200 miles we had all kinds of weather from zero to Bf. 6, rain and sun. In this race it is the trick to sail when there is wind and take your rest during calms. I sailed (indeed without competition, multis where excluded although the locks are wide enough Jerry) the same course as Bart and many others like Paul and Dick, but no one could manage to sail out Bart with his handicap (as you understand I had none). Sometimes also now the PB virus strucked me when I left IJmuiden without wind at all, while Bart took another 10 (!) hours rest.
Nevertheless it was a very good experience. Paul (Peggs) is really a brave man to sail the Waddenzee during a drizzleling black night with a strong current/wind and plenty blind bouys around, waters where all the other dutchies where familiar with. He is not stranded but flew to Greece the same day he finished his 200 miles. (He justed phoned me, had a sunny sky and 28 degr. C., lucky guy).

Cheers,

Leon
Houd van Hout

 

De negende 200 myls ‘SOLO’ door Nico Benink


Muiden 29-09-2004 – Het palaver is weer geweest, en zoals altijd is dat een gezellig, en lekker rommelig gebeuren waarin een enorme hoeveelheid info zit.

Wat ik nu met die “My Safety” moet dat is mij nog niet duidelijk, want my safety zit vooral in mijzelf, en als ik er niet meer uitkom dan doen we wel een roepie op kanaal 16 (wedden dat het ook goed komt zonder “imei nummer”).

Oké, ik ben altijd een beetje sceptisch wanneer het gaat om nieuwe gadgets, en de gedachte erachter “trackability” (volgbaarheid) is natuurlijk goed in het kader van de wedstrijd.

De routekeuze is een groot dilemma dit jaar, en met de voorspelde 2 dagen wind vaar je natuurlijk geen 200 mijl. Vooralsnog lijkt route 1 een aantrekkelijke trip, want voor de kuststreek wordt wat meer wind voorspeld dan in de rest van het land, en je kunt de woensdag ten volle benutten door tegen de tijd (ingeschat) dat de wind wegvalt in A`dam te zijn.
Nouja, onder het motto; hoe moeilijker de opgave hoe groter de uitdaging, gaan we er weer helemaal voor!

Seaport marina 30-09-2004

Vijf voor half 8 langs de M1 met een stevige WNW wind 4 bft, voor “Het paard van Marken” komt er uit de buien nog een Beaufortje bij. Voor het mooie heb ik net te laat gereefd, en er moeten twee slagen gemaakt worden om bij de GZ2 te komen (09.37). Met bezaan, 2 x gereefd grootzeil (dan loopt ze wat hoger aan de wind), en de genua, verder aan de wind naar de NEK boei. Bij het in de kajuit stappen om wat te controleren (of wat te snaaien) ruikt het anders; normaal hangt er een lichte petroleum lucht, maar dit was duidelijk : rode wijn azijn! In een van de foerage kastjes was het flesje omgevallen, (dat doen ze anders nooit) waarbij het dopje (van inferieure makelij) losgeschoten moet zijn. Het mag duidelijk zijn dat dit soort producten niet het “200 myls proof” keurmerk kunnen krijgen!
Om de NEK heen om 12.10, en op weg naar de OVD 3 Murphy tegengekomen. Echt alles wat maar fout kan gaan………..

14.25; Murphy op de OVD 3 boei achtergelaten, en zeldzaam lekker gezeild naar de P 15 waar ik om 17.34 aankwam. Rustig aan doortokkelen op het motortje en voor de Schellingwoude brug gaat het licht bij aankomst meteen op groen/rood. Een trosje 200 mylers dat aan de remming lag maakt zich los, en gezamenlijk passeren we brug en Oranje sluis. Noordzee kanaal over (was ik nog nooit geweest, maar heel leuk met al die lampjes) en om 22.30 in de marina van Ijmuiden waar nog een stel 200 mylers liggen. Indra, De Franschman,Connector,Lady Blanche, Cras fuctum est,Aurum, onder andere.
Terugkijkend was het een leerzame dag, zo moet je niet de neerhaler van de spi boom uit zijn klemmetje trappen, want daar krijg je niet alleen schade, maar ook een heleboel werk van!

Oude Schild 01-10-2004

Vanmorgen de spinakerboom “gerepareerd” met behulp va Gio z`n telefoon en een harp met snapsluiting.
Wachten op het tij duurt altijd lang, en iets over enen hield ik het niet meer uit, voor het eerst alleen en op eigen kiel de Noordzee op, en dat is toch anders dan meereizen als opstapper naar noordelijke wateren, of raggen met de “man over boord rescue boot”. De reparatie aan de spi boom werkt goed, en na de “baloeran” om tien voor 2 gepasseerd te hebben, het hele rak gespinakerd. We hadden ongeveer 5 uur en een kwartier nodig om van de Baloeran naar de MH 4 te komen, op 33 mijl is dat ongeveer 6 knoop en een beetje (niet gek voor de oude dame).
De wind begon eenmaal op het wad nog wat meer aan te trekken, en dat is mooi zolang je lange bezeilde rakken vaart, op het gedeelte richting afsluitdijk staat nu wind tegen stroom en moet je kruisen. Dit in combinatie met “blinde” tonnen doet mij besluiten om in Oude Schild te blijven voor dit tij, en over 6-7 uur weer verder. Lekker even warm eten, en douchen natuurlijk (ik had nog zo`n SEP key overgehouden van de zomer, dus havenmeester; de ligplaats is niet betaald voor die paar uur, maar met het warme water zit het wel goed!)

De windverwachting voor morgen is: Wadden; 3-4 bft. Zuidzuidoost, en later ook op het IJsselmeer wat meer wind , en dat tot zaterdag nacht aan toe.
Het plan is om morgen een flink gat in het aantal mijlen te slaan. Het was een meesterlijke zeildag vandaag. “My Narigheid” (of is dat narrigheid van mij?) maar weer eens aan de lader gezet.

Ergens tussen WV14, en de EZ29 02-10-2004

Ja het is nu eenmaal de 200 Myls, en die moeten ook echt allemaal gemaakt worden.
Jasses vroeg opgestaan, wassen, afwassen (niet verder vertellen), boot gereed gemaakt en om 06.42 langs de T12, gelijk word je met 7,5 knoop naar Kornwerd gesleurd, en het stuk dat zuid oost loopt van de Texelstroom richting afsluitdijk moet gekruist worden (was de wind gisterenavond toch niet iets gunstiger?). De Boontjes 8 wordt om 09.55 gepasseerd , en voor de Lorentz sluizen in Kornwerd sluiten de Frequent Flyer en de Nescio aan. Gerben doet als een van de weinigen route 2 en heeft daar nu al spijt van. Alles weer terugspoelen naar zoet water (dat bruist lang niet zo fris in de pot!), en Mevr. Benink geruststellen dat “hij” weer op `t IJsselmeer zit. De WP12 is wat lastig te bezeilen, daar de windrichtingen tussen oost- en westzijde van het IJsselmeer duidelijk verschillen. De WP12 wordt om 16.11 gerond samen met de “Airborne”, en dan de spinaker weer omhoog. Tegen de tijd dat de spi staat, en dat is zo`n 10 minuten later, is Gio uit het zicht verdwenen (toch minder zicht dan dat ik dacht, of……) Op naar de H2, en deze ronden om 18.28, omdat de spiboom nu maar aan een zijde aan de mast kan, wordt het gijpen van de spi een speciaaltje (volgens mij zit Murphy nog steeds op de OVD 3).
Door naar de “Sport B” een klein stukkie 20.15, en dan naar de VZ1. Dit laatste stuk was een lang rak tegen de wind in, en die wind zakte ook iets in naar mijn gevoel , bijna 6 uur verder wordt dan toch de VZ1 gerond (en dat voor een stukje van 10 mijl, dat is gemiddeld 1 knoop onder 200 myls minimum).
Dan Met 4,5 knoop op de Wieringer Vlaak 14 af, en wanneer deze gerond is om 03.52 komt het gevoel “ik ga in ieder geval finishen!” los, terwijl we nog 49 stuks te gaan hebben met voetangels en klemmen.

Muiden 03-10-2004 04.00 uur

Dit weer met regen en vlagerige wind is vermoeiender dan de editie 2003 (of wordt ik nu een oude man?)
Vanmorgen in Lelystad bij de Houtrib sluizen gearriveerd, er staat een stevig windje 5-6 bft (en een windwaarschuwing 6-7bft is later op de dag van kracht)
Om 10 over 11 langs de OVD3 (Murphy was weg, en kan dus makkelijk bij jou aan boord zijn gaan zitten.), en aan de wind op weg naar de NEK. Als het hier golft dan golft het goed (zou een songtekst kunnen zijn) en wat een drukte op het Markermeer zo op een zaterdag wanneer je van een nachtelijk rustig IJsselmeer af komt.
Na de NEK gefotografeerd te hebben om 13.11 (heerlijk ouderwets; fotograferen, en bellen met Bob, zo hoort het ook), nog even doorhobbelen naar het kommetje van Hoorn voor de verplichte 6 uur ankerrust. Bij het wakker worden om 18.00 uur ligt de Airborne hier ook.

Bakje koffie opdrinken, en de genua wisselen voor fok-1 Het giert laag in het want, en dat is een hoge 5 bft, of een lage 6bft (zintuiglijke sport eigelijk wel dat zeilen).
Terughobbelen naar de NEK, en zien dat we de IJM17 op de gevoelige plaat kunnen vastleggen. Oh, ja waarom foto`s? Vanmorgen was mijn accu zo plat, dat bij het indrukken van de motor startknop de GPS uitfloepte, en de oude Sabb alsnog op gang geslingerd wenste te worden met behulp van een startlontje en een kneepje olie. “My problem” is leeg, en blijft dat ook.

03.03 uur (en dat op 03-10, je bedenkt het niet) foto gemaakt van de IJMeer 17, uiteindelijk weinig wind na een onstuimige dag met veel windvlagen en buien, de déjà vu met vorig jaar is treffend.
De 200myls was weer niet eenvoudig dit jaar, en dan heb ik het nog niet eens over de ploeteraars die alles zonder hulp van stroming moesten doen, maar het was wel weer een mooie wedstrijd.
Uitvaren blijft het belangrijkste, maar op welke plaats ik nu kom te staan gaat ook tellen, ambitieus? Neuhoor!

P.s. Die rode wijn azijn lucht begint langzaam te wennen.

Nico Benink
Brandaan

 

 

 

Verslag Michel Capel

Verslag Michel Capel

Donderdag, 30 september 2004, 12:47, a/b Tumlare
Een weemoedig gevoel overvalt me als ik me realiseer dat ik waarschijnlijk de hekkesluiter ben van de 80 boten die deelnemen aan de 200 mijls 2004. Zelfgekozen hekkesluiter, dat wel, want het past in mijn plan. De start, gisteren, was weer de gebruikelijke nerveuze chaos.
Elk jaar wordt het erger, want elk jaar zijn er meer deelnemers. Gedwongen door de buren vertrek ik ook maar, om kwart voor acht passeer ik de startlijn. Eerst is het nog redelijk bezeild naar marken, maar met een bui ruimt de wind wat en moet het paard laten gaan. De volgende twee rakken kruisen, fijn! Omdat het kruisen vrij redelijk gaat – ik heb me voorgenomen wat minder te knijpen en niet meer naar de VMG meter te kijken – kan ik aardig bijblijven.

Na de Nekboei nog even ge- twijfeld, maar dan toch de bezaanspinnaker omhoog, en kijk, we vliegen meteen weg en laten de anderen achter ons. Die eerste paar rakken tot Lelystad geven altijd het meeste wedstrijdgevoel, omdat je allemaal met elkaar opvaart. Goed om scherp te blijven en je best te doen voor een halve knoop extra. De sluis in Lelystad. De achterblijvers komen gezellig met ons de sluis in, zodat we toch weer gelijk op kunnen varen.

Samen met Marjan van de Mathilde en Peter van de Jager ga ik even aan de remming liggen om het plan voor het vervolg te bepalen. Peter heeft kennelijk al een plan, want hij loopt macaroni etend over de remming heen en weer en vertrekt al weer snel. Ik weet het nog niet, en zet mijn pc aan om mijn favoriete weerwebsites om raad te vragen. Leuk dat het kan, internetten via je mobieltje, maar langzaam! Als ik drie kwartier later naar buiten kijk, lig ik alleen. Het is inmiddels over drieën, en ik besluit in de spuikom te ankeren en het voor die dag voor gezien te houden. Ik ben niet de enige; we liggen er met zeven boten, waaronder de Batavus van Henk.
Een rustige middag en avond, met een prachtige zonsondergang. Tussen de lagen grijs van de wolken vallen door een paar gaten in het dek rood-oranje stralen omlaag. Alleen het verkeer op de dijk Enkhuizen-Lelystad, waar we vlak onder liggen, verstoort de rust.

Om acht uur werd ik wakker vanmorgen, met een strakblauwe lucht boven me. Als ik later weer boven dek rondkijk, ben ik de enige die er nog ligt. Onbegrijpelijk dat de anderen vertrokken zijn, de wind zou immers pas iets aanwakkeren in de middag. Ik wil wachten tot ik weg moet om binnen de 24-uurs limiet van stilliggen te blijven. Gelukkig genoeg te doen aan boord; nog eens het weer checken, het dek schrobben, en er achter komen dat mijn watertank weer is leeggelopen in de bilge. Een klein potje thee pers ik nog net uit de leidingen. Ik koppel het expansievat af en stop de slang dicht; daar lijkt de lekkage vandaan te komen. Een anti-insectenbetenstick past precies in de slang. In de jachthaven haal ik water en ga daarna inderde dijk, zo dicht mogelijk bij de boei, weer voor anker. Over een uur moet ik weg, maar ik rek het zo lang mogelijk, want de wind zou moeten toenemen. Als de voorspelling niet uitkomt….oei….dan heb ik een probleem. Gisteren had ik weinig zin in een heel lang kruisrak, naar Medemblik 18 mijl of nog verder, naar Den Oever, 25 mijl. 25 mijl kruisen, daar doe ik makkelijk 10 uur over. Vandaag lukt het me, zelfs met dit lichte windje, wel in een uur of vijf-zes. In Den Oever gooi ik de haak er dan weer in, om te wachten op de beloofde Westenwind. Zaterdag geeft de verwachting zelfs W tot ZW 5 tot 6, en daar wil ik zoveel mogelijk van profiteren. Mijn keuze is route 3, en daar heb je Westenwind bij nodig. Zometeen achter het anker optuigen en naar de EZ29 voor het rak naar Den Oever.

Donderdag 30 september 2004, 16:27, a/b Tumlare Nog vier uur naar Den Oever, en ik ben al drie uur onderweg. De wind is toch zwakker dan voorspeld. Net Gio van de Airborne aan de telefoon gehad. Hij zat voor Egmond en hoopte op tijd in Den Helder te zijn voor de blauwe hap in de Marine Yacht Club. Hij heeft vier Beaufort en loopt 6 -7 knopen. Ik sukkel voort met een gangetje van nog geen 4 knopen. Maar ja, morgen zal alles beter zijn, want morgen is er meer wind. Zeggen ze.

Michel Capel, startnummer 21

 

 

Online Verslag Erik Jan Hardonk

Online Verslag Erik Jan Hardonk (2004)200 Myls 2004

Dit jaar doe ik voor de vierde keer mee aan de 200 mijls. Dit jaar hoop ik het resultaat van vorige jaar te evenaren. Als je naar het deelnemersveld kijkt, zal dat wel weer moeilijk worden.

Dinsdag 28 september begon de race met het palaver. Dit jaar is er een nieuwtje. In plaats van de geronde boeien met een wegwerpcamera te fotograferen, moeten we nu een melding doen met behulp van een GSM/GPS apparaatje.
Verder is het palaver als vanouds, er is koffie, appelgebak en veel sterke verhalen.

Woensdag 29 september, rond 6 uur wordt het al onrustig in de haven. Om 7 uur mag er gestart worden. Nu er nog wind staat, uit de goede hoek, wil iedereen weg. In een lange rij varen de deelnemers naar de start. Bij de M1 dit keer geen foto’s, maar een druk op de knop.
Automatisch wordt tijd en positie naar het regattabureau verzonden.

De wind is goed, stevige bries. Na een paar mijl gaat er toch maar een rif in het grootzeil. De boot gaat nog steeds hard, maar minder schuin. Het rak naar het Paard van Marken is bezeild, maar om de MN1/GZ2 te bereiken, moeten toch een paar extra slagen worden gemaakt.
Op weg naar de Nek weer bezeild, de wind blijft goed doorstaan, een goeie 4 Bf. Na de Nek op weg naar Lelystad. Dan moet de spi erop. Het doel is immers bovenin het klassement te eindigen en dan moet je wel. Als de spi staat, blijkt de stuurautomaat het allemaal niet aan te kunnen. Dus sleept de zeilzak van de spi door het water en moet ik noodgedwongen de fok laten staan. Ik probeer het een keer, maar voor ik bij de mast ben, begint de boot al enorm te loeven. Snel weer terug en met de hand sturen. Het hele stuk naar de Nek probeer ik de Mary Bryant voor te blijven. Dat lukt niet, hoe ik ook mij best doe. Toch geen schande om de winnaar van de 24-uurs race (in de ORC klasse geloof ik) voor te moeten laten gaan. Hij blijkt naar Amsterdam te gaan. Ik ben benieuwd of het een beetje waait oop de Noordzee. Ik heb ook aan de Noordzeeroute gedacht, maar de noordelijke wind weerhoudt me. Te riskant.
In de sluis gaat het gedisciplineerd. Het lijkt wel beheerster te gaan naarmate er minder bemanningsleden aan boord zijn. Na de sluis op naar de EZ29. Daar hoog aan de wind richting Vrouwezand. De wind is nog steeds noordwest, dus moeten we kruisen.
Het is inmiddels donker als ik de H2 bij Hindeloopen rond. Vlak voor me zit de Lupa Maris. Bij Kornwerderzand ga ik voor anker, naast de Lupa Maris. Daar aan boord drink ik nog een borrel, maar het lampje gaat snel uit.

Donderdag 30 september kan ik uitslapen. Om 10:00 moeten we met het laatste restje tij mee naar Harlingen. Om half tien liggen we in de sluis. Er blijjken toch meer mensen voor deze route gekozen te hebben. In de sluis liggen we met vier deelnemers, direct na de sluis ligt er nog een, de Myrlette. Ook een Etap 30, maar dan een ‘i’.
Op de Boontjes gaat de spi erop.

Ondanks de lichte wind, maar dankzij de stroom, gaan we nog ruim boven de 4 knopen over de grond.

 de Pollendam moet de spi eraf, maar in de Blauwe Slenk kan hij er weer op. Ed heeft gisteren zijn spi verspeelt, maar heeft hem kennelijk niet nodig om hard te varen. Het lukt me niet om hem in te halen. In Vlieland liggen we naast elkaar. De havenmeester vraagt of het toeval is dat er zoveel boten met een ‘Japanse vlag’ varen, of dat het race is. We vertellen hem waar het om gaat. We zijn prettig verrast om te horen dat we geen havengeld hoeven te betalen, omdat we ’s nachts toch weer weg gaan. Er liggen een stuk of zes deelnemers in de haven, waaronder de Myrlette. Waarschijnlijk hebik hem op dit rak wel achter me gehouden. Na de douche nog even het verslag bijwerken. Vanavond captain’s dinner bij Ed aan boord, later vanavond gaan we weer op pad, richting Den Helder.

Vrijdag 1 oktober, om 0:45 uur sta ik op. De wind giert door het want en de regen roffelt op het dak. Toch maar vertrekken. Buiten op het water valt het eigenlijk wel mee. De wind is een goeie 5 Bf, uit het zuidoosten. De regen is grotendeels weg. Bij de ZS13 druk ik op de groene knop en ga ik richting zee. Ik verbaas me erover dat de Lupa Maris nog zo ver weg is. Toch maar doorvaren. Ik heb het druk genoeg met de navigatie. Als ik eenmaal over het Stortemelk ben (stukje afgesneden, vlak langs het strand), krijg ik Ed aan de marifoon. Wat het karakter en de positie van de ZS 13 is. Het blijkt dat op zijn kaart (met de nieuwe inlegvellen!) de positie niet juist is opgenomen. Kost hem al met al een uur. Met een goeie vaart gaat het in het donker naar Texel. Onderweg word ik voorbij gelopen door een deelnemer, maar ik kan niet zien wie het is.
Bij Den Helder aangekomen is het nog steeds donker. De boei is goed te vinden, daarna door richting Oudeschild.

Als ik daar kom, is het inmiddels licht. Met een paar slagen kan ik doorvaren naar Kornwerderzand. De wind is lekker, een kleine 4. Samen met de Frequent Flyer en de Brandaen door de sluis. De Frequent Flyer gaat voor anker, de Brandaen doet route 1 en gaat meteen richting WP12. Ik twijfel nog, het is niet echt bezeild.Via de telefoon verzamel ik wat weerinformatie en besluit toch te gaan.Later zal de wind richting ZW draaien en dat is nog minder aantrekkelijk. Met een paar klapjes kom ik bij de WP12, daarvandaan richting VZ1, Stavoren. Dat gaat met een goeie vaart. In Stavoren leg ik onder zeil aan, bij het gemaal.
Even uitrusten na bijna 16 uur in touw geweest te zijn. Dutje doen, eten, schoon schip maken.
En wachten op de zuidwesten wind om naar Lelystad te gaan.

Zaterdag 2 oktober

Om kwart voor zes steekt Ed zijn hoofd in de kajuit en roept me wakker. De wind staat goed! Van mijn voornemen om in de nacht een paar keer te kijken hoe de wind staat, is weinig terecht gekomen. Kennelijk toch te vermoeid.
Tegen half acht ronden we de VZ1. Om het Enkhuizerzand is de EZ29 net te bezeilen. Naarmate het lichter wordt, zie ik steeds meer zeilen aan de horizon. Er zijn er kennelijk meer vroeg op pad. Vlak voor de EZ29 haal ik de Piccolo in, een Mini Transat van 6.5 meter lang. Petje af voor de schipper, zo’n boot heeft een stuk minder comfort dan een groter jacht.
Zijn prestatie is eigenlijk groter dan die van iemand met een groot jacht.
Na de sluis gaat het met een klein knikje in het schoot naar de Nek. Af en toe trekt een bui over en komt er een dikke 6 Bf over dek. De boot loopt lekker. Voor me vaart Ed, het lukt me niet echt om dichterbij te komen. Als ik mijn genua wissel voor de high aspect fok, laat ik de vokkeval schieten. Die wappert als een vaantje achter de mast. Tot overmaat van ramp komt er ook nog een golf over en natuurlijk had ik mijn zeilpak niet aan. Nat tot op het vel.
Na een paar minuten krijg ik de val weer te pakken en kan ik verder. Onder een mooie buienlucht met felle zon ertussen gaat het naar Volendam. Daarvandaan meteen door richting het Paard van Marken. Bij het ontreven breek ik de klem van de grootzeilval. Toch meteen maar een oplossing regelen. Ik laat het zeil zakken en zet de val op de klem van de spinakerval. Die heb ik vandaag toch niet meer nodig.
Het laatste stukje naar de IJM17 bij Muiden moet ik kruisen. Om 16:20 ben ik er. Ed en ik zijn als nr. 7 en 8 op line honours gefinished. Nu wachten op de einduitslag op handicap.

Maandag 4 oktober
Lang sta ik op de 10e plaats. In de loop van de week zak ik naar de 13e plaats. Ed start op 17 en eindigt op 18. Deze keer was de Waddenroute niet de snelste. In tegenstelling tot vorig jaar heeft deze keer de Noordzeeroute gunstig uitgepakt.
Juist die dingen maken deze race zo spannend. Je kiest een route, vaart zo hard mogelijk, maar uiteindelijk is de routekeuze een allesbepalende

Eric Jan Hardonk
Nescio

Verslag 200 myls 2004

Verslag Otto Maitimu

Donderdag, 30 september 2004 – 00:30 uur

Het palaver op dinsdagavond in het café van Ome Ko in Muiden stond in het teken van de nieuwe positiemeldingen. Iedere deelnemer (inmiddels 80 in totaal) kreeg een GPS-GSM unit mee, waarmee je bij het passeren van een merkteken in jouw route via de satelliet een positiemelding doet aan het regattabureau. Een hele vooruitgang ten opzichte van een camera, waarmee het in enige zeegang al knap lastig is om de boei sowieso in de zoeker te krijgen.

Peter Mueller tracteerde vervolgens alle deelnemers nog op een doos met astronautenvoeding, die volgens hem ook tijdens de laatste Olympische Spelen in Athene werd gebruikt. Daar heeft het voor zover ik weet ook niet geholpen. Een zwangere uitzwaaier had in de gauwigheid al in de bijsluiter gelezen dat het niet geschikt is voor zwangere vrouwen, maar ik heb geen enkel woord daarover gehoord van Peter in de richting van de 4 vrouwelijke deelnemers. Wel goed trouwens dat Jacqueline nu wat concurrentie krijgt.

Omdat ik de boot afgelopen weekend al naar Muiden heb gevaren, lig ik dicht tegen de steiger: als nr 2 om precies te zijn. De Stichtingshaven ligt nu zo vol met deelnemers dat er geen roeiboot meer bij kan. Ik hoef me derhalve niet druk te maken over vroeg vertrekken en zet de wekker op 06.25u. Ruim voor zessen word ik echter wakker van stampende voeten op mijn dek: een nadeel als je zelf dicht tegen de steiger aan ligt met nog een hele rits boten die weer aan jou liggen.

Om 06.15u start mijn buurman (nr 3 vanaf de steiger) zijn motor en ik neem aan dat hij niet aan de walstroom kon liggen en daarom nog even stroom gaat draaien. Tot mijn verbazing gooit hij echter los van mij en het gevolg is dat de hele zwik boten nu stuurloos ronddrijft. Als vervolgens schippers de motor starten en voor- en achteruit gaan manoevreren, klinkt al gauw het gekraak van preekstoelen in hekstoelen: de drieletterige woorden zijn niet van de lucht, maar de veroorzakende schipper blijft er stoïcijns onder.

In de haven worden nog snel de laatste nieuwtjes uitgewisseld – het waait buiten 6 Bft, er staat een file op de A1 – en even na 07.00u ben ik echt op weg. Ik hijs de zeilen pas buiten de haven en om 07.40 passeer ik de boei M1 en ben ik gestart. Van Muiden gaat het naar het Paard van Marken. De wind is 5 – 6 Bft en ik zeil onder vol tuig. Vlak voor het Paard zie ik een bui aankomen en het lijkt me verstandig alvast een rif te steken. Binnen 5 minuten waait het 7 Bft over dek. Een klein half uur later is alles voorbij en haal ik het rif er weer uit. De wind is NNW 21 – 24 knopen en dat gaat bij de huidige zeegang nog net zonder rif. Van Marken moet iedereen naar Volendam en vervolgens naar de Nek bij Hoorn. Nu moet er echt gekruist worden, want de Nek ligt pal tegen de wind in. Onderweg word ik voorbij gelopen door Paul Peggs, de enige Engelse deelnemer, in zijn HOD 35.

Vanaf de Nek krijgen we een ruimwindse koers naar de OVD3 bij Lelystad. Hier besluit ik de genaker te zetten om wat meer snelheid te maken. Voor mij zie ik de Lupa Maris met bijgezette spinaker tot 2 keer toe uit het roer lopen en daarna zie ik dat hij dikke problemen heeft: zijn spinaker ziet eruit als een zandloper, dwz een knoop in het midden, terwijl het zeil daarboven en -onder wind vangt. De schipper draait bij en probeert halve wind de zaak te klaren, wat na een half uur ook inderdaad lukt. De wind neemt ondertussen toe tot een echte 6 Bft en ik concentreer me volledig op het in balans houden van schip en zeil. Maar mij lukt het uiteindelijk ook niet en ik besluit om de genaker te strijken. Maar nu ontstaat een probleem: de stuurautomaat kan de boot niet echt op koers houden bij de achterop lopende golven. Als ik de koers te ruim kies, loop ik het risico van een klapgijp en als ik wat scherper ga varen, vangt de genaker zoveel wind dat hij niet te strijken is. Dan slaat de genaker ook nog eens om de opgerolde fok en tot overmaat van ramp schiet de lijn van de slurf los (waarmee de genaker opgeborgen wordt). Uiteindelijk besluit ik om het spinakerval maar te laten zakken en alles door het voorluik naar binnen te proppen: de rest zien we wel als het weer wat rustiger is.

In de sluis van Lelystad hoor ik van de schipper van de Silent Lucidity dat hij ook al problemen met zijn spinaker had: het topoog was uitgescheurd waarna de spinaker horizontaal wegwoei. Nog een geluk dat die niet onder het schip gekomen is!

Na de sluis motor ik rustig naar het volgende deel van de etappe om wat tijd te maken voor een lunch.Vanaf de EZ29 zijn we weer in de race. Ik heb gekozen voor route 2, dwz van IJsselmeer naar Harlingen, Vlieland, over de Noordzee naar Den Helder en dan weer over het wad naar Kornwerderzand. Helaas waait de wind precies uit de richting waar ik heen wil, dus moet er gekruist worden. Onderweg merk ik dat de bilgepomp spontaan staat te draaien; het lampje brandt op het schakelpaneel en als ik de buikdenning optil, hoor ik hem ook echt lopen. Na korte tijd houdt het weer op.

Bij Stavoren wil ik overstag, maar als ik daarvoor de stuurautomaat bedien, gebeurt er niets. In de afgelopen zomervakantie hebben we dat ook al eens gehad en ik dacht dat het nu verholpen was, maar dat is kennelijk niet zo. De stuurautomaat doet het niet meer, dus moet vanaf nu met de hand gestuurd worden. Op zich is dat geen probleem, zolang je aan de wind vaart. Bij voor de windse koersen is dat veel lastiger, omdat je niet goed de kuip kunt verlaten om naar het voordek te gaan om de genaker te zetten of te strijken.

Als ik tegen 20.27u eindelijk bij Hindelopen ben, vind ik het wel mooi geweest. Vandaag bijna 80 mijl gevaren (mede door opkruisen en sluispassage) en in Hindelopen is een werkplaats waar ze me wellicht kunnen helpen met de stuurautomaat. Het strijken van het zeil gaat niet echt handig, omdat de boot niet goed met de kop op de wind te houden is en de zeilwagentjes niet lekker door de mast lopen als je het zeil probeert te strijken terwijl de kop niet in de wind ligt. Uiteindelijk lukt het en tuf ik rustig naar de haven van Hindelopen. Er ligt hier een ondiepte aan weerszijden van het vaarwater; dat vaarwater is wel betond, maar de betonning is niet verlicht. Geen probleem, want daar heb ik een radar voor, maar die verdomt het. Hier begrijp ik niets van, want dit heb ik afgelopen zondag nog gecontroleerd.

In stationair loop ik naar het knipperende licht op het havenhoofd van Hindelopen. Op de kaart staat er niets over aangegeven, maar het knipperende licht staat boven een vast licht en het lijkt me verstandig om dat aan te houden. De rode tonnen moet ik aan bakboord houden en er is één groene ton die dus aan stuurboord moet blijven.

Op 50 mtr voor de golfbreker van de haven zie ik plotseling dat ik de groene ton op 3 meter aan bakboord heb. Ik realiseer me dat ik fout zit en op hetzelfde moment voel ik de boot opgetild worden en lig ik zo vast als een huis. Motor in zijn achteruit en weer in zijn vooruit, niets helpt; de groene ton kan ik bijna aanraken, maar wel van de verkeerde kant. Na een half uur martelen kom ik toch los en kan ik Hindelopen binnenlopen. Een dag met een gaatje …

vrijdag 1, oktober 2004 22:05 uur

De wekker staat op 00:45u, maar ik word al eerder wakker door een forse regenbui. Van de dingen die ik doe, is maar weinig waar ik een hekel aan heb, maar in het holst van de nacht een nat zeilpak aantrekken hoort daar zeker bij. Als ik buiten kom, zie ik dat we al 90 graden gedraaid zijn en het is dus doodtij. Anker op gaat soepel en om 01:17 passeer ik het merkteken van de volgende etappe. De wind is OZO 4 – 5 Bft, dus het eerste stuk langs de Pollendam gaat voor de wind. Spinakeren in het donker op stromend water lijkt me geen optie, maar ik zou de fok te loevert kunnen zetten met de spiboom. Dat betekent dan wel dat de boot enige tijd op de stuurautomaat moet varen en dat lijkt me met de huidige stand van zaken geen goed plan. Don’t push your luck.

De Furlex rolt nu wel voortdurend heen en weer en ik heb al eens meegemaakt dat de furlexlijn gaat lussen en klem komt te zitten. Ik kan het vanaf de stuurstand niet zien en ik kan ook niet naar het voordek.

Doordat het vaarwater nogal kronkelt, moet ik voortdurend gijpen. Om de stuurautomaat niet te gebruiken doe ik dat vanachter het stuurwiel, dwz met een hand sturen en met de andere hand de hele grootschoot naar de andere kant trekken. Handig is anders en soms lukt het niet om goed voor de wind te blijven varen, waardoor het mislukt. Doordat het stevig waait, zwiept de giek bij het gijpen met een rotgang naar de andere kant en ik probeer dan af te remmen door de grootschoot zoveel mogelijk tegen te houden. Op een gegeven moment word ik door de krachten op de grootschoot behoorlijk tegen het stuurwiel aangetrokken en opeens hoor ik een plof en blaast mijn reddingsvest spontaan op. Waarschijnlijk is de zouttablet verpulverd, waardoor de CO2-patroon afging. In eerste instantie laat ik het zitten, maar zo’n opgeblazen reddingsvest klemt behoorlijk om de borst en bovendien kan ik alleen nog maar rechtuit kijken. Als we even een stukje rechtdoor kunnen varen, zet ik de stuurautomaat aan en ga in het vooronder zoeken naar het reddingsvest van mijn echtgenote. Solo-zeilen heeft zo zijn voordelen.

Om 03:21u ben ik bij de ZS13 en een uurtje later kan ik mijn kooi opzoeken in de haven van Vlieland.

Omdat het tij pas na de middag gaat meelopen, kan ik de wekker op 09:45u zetten. Om acht uur ben ik echter al wakker van alle bedrijvigheid in de haven, maar ik blijf mooi liggen: vandaag heb ik vrij.

Om 11:30 gooi ik weer los en om 12:20 passeer ik opnieuw de ZS13 voor het vervolg van de race. Ik hoop vanavond weer in Kornwerderzand te liggen. De wind is matig, 3 Bft en zit bovendien in de verkeerde hoek. Tot de Eierlandsche Gronden, het zeegat tussen Vlieland en Texel is het bezeild, maar daarna moet er gekruist worden. En dan gebeurt waarvoor ik al bang was: de stuurautomaat begeeft het opnieuw. Eigenlijk zou ik bij de geringe wind van vandaag de high aspect fok willen wisselen voor de genua 1, maar zonder stuurautomaat naar het voordek vind ik maar niks. Het gevolg is wel dat de snelheid behoorlijk terugloopt en ik krijg er flink de ziekte in. Nu kom ik te laat bij het Molengat, waardoor de stroming tegen gaat lopen. Wind tegen, te weinig wind en nu ook nog de stroom tegen. Kornwerderzand kan ik wel vergeten en als ik om 19:49u voor Den Helder lig, besluit ik om de Marine jachthaven binnen te lopen. Ik zal er nog een nachtje over slapen, maar ik vrees dat de tijd te kort is geworden om de race te kunnen uitzeilen.

zaterdag, 02 oktober 2004 – 22:10 uur

Heb helaas moeten besluiten om me terug te trekken uit de race. In de uitslagenlijst (www.200myls.nl) zal dus RET achter mijn naam staan. Ik heb gisteren goed kunnen zien dat een schip dat ik normaal makkelijk voorbij moet kunnen lopen, sneller en hoger vaart. Zonder stuurautomaat kan ik de boot nog wel mannen en bij aan de windse koersen kun je het roer best even los laten. Maar bij de ruimere koersen loeft de boot op zodra je het roer loslaat, kun je niet weg bij het roer om de zeilen trimmen, kun je niet naar het voordek om de fok te wisselen voor de genua als het wat minder waait, kun je niet spinnakeren op de voordewindse koersen, is het overstag gaan niet vloeiend te doen en kost dat dus teveel tijd, is er nauwelijks tijd om te navigeren, en dan heb ik het nog niet over de niet aan zeilen gerelateerde activiteiten. Ik heb me afgemeld bij het regattabureau en met een knik in de schoot zeil ik van Den Oever met WZW 5-6 Bft in no time terug naar de thuishaven Lelystad, waar mijn lieve echtgenote klaar staat om het voorlandvast aan te pakken bij de box. Deze winter wordt het dus sparen voor een nieuwe stuurautomaat, want ik heb het vaste voornemen om volgend jaar weer mee te doen en hoog te eindigen.

Otto Maitimu

 

Verslag s/y “LAYAM” # 46 door Barend Peters

200 mijls Solo 2004
29 september t/m 3 oktober 2004
www.200myls.nl


– Foto toegevoegd –
– Op schrijffouten nagekeken –
– uitslag toegevoegd –
– conclusie aangevult –
– GPS track in JPG en PDF formaat toegevoegd –

Verslag s/y “LAYAM” # 46 (Barend Peters)

Het is alweer de 4de keer dat ik mee aan de 200mijls Solo van Jan Luyendijk meedoe. Nu met een ander schip, een Beneteau First 35, iets groter, iets confortabeler, iets minder uren varen als het goed is. Ik heb er zin in ieder geval. De week ervoor dagelijks vele keren de weerkaartjes van de KNMI en de rekenmodellen van Weeronline.nl bekeken.. Een hoge druk komt over Noordzee en Nederland. Als dat maar goed gaat, want weinig wind zou dus kunnen..  De route’s 1 en 2 zijn van te voren al bekeken en berekend qua stroom en weer. Route 1 is ongunstig vanwwege het vertrektijdstip midden in de nacht of 12 uur later in de mddag. Route 2 over het Wad lijkt goede tijden te hebben. Vanaf ong. 11 uur vertrekken vanaf Harlingen. Met voldoende wind en snelheid zou het  mogelijk moeten zijn om dit in een tij van Harlingen naar Oude Schildd te gaan. Route 3 & 4 vind ik minder belangrijk om te plannen omdat het alleen IJsselmeer is.

Dinsdag 28 september 2004
Mijn schip in orde en hoef daar weinig aan te doen. Laad de accu de avond ervoor nog goed op, doe paar boodschappen en maak even schoonschip. Met een mooi windje ga ik dinsdag vanuit Monickendam (m’n tijdelijke ligplaats) middag richting Muiden. Rond 16:30 arriveer ik in de inmiddels bomvolle haven en krijg van de havenmeester een mooi plekje naast een stoer (huur)race schip… Goed plekkie dus, geen schepen langszij. Zoek m’n zeilmaatjes Albert (” t Waere hout” ) en Frans (” Zeebeer ” ). Even bekijken Albert en ik het racemonster van Peter v/d Schaaf. Ik frons en kijk bedenkelijk als ik zijn SW rating (91) hoor en het totale scheepsgewicht. Dezelfde rating en de helft van het gewicht van mijn schip met moderne en nieuwe zeilen!!.. “Moet ik hier tegen strijden” denk ik nog. (later blijkt het verschil in uitslag heel erg mee te vallen). Rond etenstijd arriveerd mijn vriendin Jolanda en gaan we samen met Hans Pietersma (Francis), Frans, Albert mijn Marokaanse stoofpot “A la Layam” eten. Na de afwas richting palaver… Uiteraard is het te verwachten weer en de dit jaar nieuwe manier van melden via een GSM/GPS ding de hoofdmoot van deze avond.  Nog wel krijgen we een fototoestel mee om mooie fotos te maken…

Woensdag 29 september 2004
s’Morgens de wekker om 06:45 om dan om 07:40 te vertrekken. Om 07:58 passeer ik de M1 boei en is mijn wedstrijd begonnen. Wind WNW 5 en ga met enkel rif richting Paard van Marken en na het Paard is het een kruisrak naar de GZ2 boei. Ook de Nek boei die ik om 11:36 passeer is niet bezeild.  Leuk om zo met meerder schepen op te varen. Voorgaande jaren moest ik met mijn 22 voeter iedereen voor later gaan. Nu kan ik door te trimmen sommige schepen zelfs goed inhalen.. Dit is leuk!. Het is mooi en stevig zeilweer. De NEK boei wordt om 11:36 gerond en ga de zuid in richitng naar de OVD3 boei een mooi ruim rak en hijs de gennaker… Dit is wel zwaar zeilen maar wel leuk…” Welke route, welke route” spookt door m’n hoofd.. Leg me er bij neer dat ik pas na de Houtribsluis en halverwege het IJsselmeer hoef te beslissen want route 1 lijkt toch geen optie volgens de laatste weersberichten.
Echter om 13:05 vertelt de kustwacht een iets ander bericht op VHF Ch 23/83 ong. 15 min voor de OVD3 boei en dus net op tijd.

capable of thinking clearly. Victor was in a bad condition and was severely seasick and unable to swallow water. He had to pee and he asked me where he should do that. I told him I had just done so myself a moment ago in my trousers and the warmth on my legs had been very welcome to me. We both tried to sleep for a while or at least closed our eyes. When we noticed vessels in our vicinity, we fired red parachutes and hand flares. Although the ships were close – we could see their navigation lights reflected in the water – they didn’t respond. After sunrise, more ships in the TSS became visible. They were moving to the SW and, as the wind was blowing us to the east, there was a risk of being run down.LESSONS LEARNED

Be mentally prepared for shipwreck.
Do not panic. Be prepaired for failures, but maintain morale.
Have the VHF Mayday-procedure at hand, including your ship’s name in the phonetic alphabet.
Being able to drop the mainsail and take all speed off the yacht might have reduced the flood of water.
Make sure you have your emergency grab bag in a place, where it can be easily found. We left ours behind, with its orange dye and signalling mirror. A
handheld VHF would have been useful, too.
Have the liferaft stowed on deck, if possible, or in the cockpit or a locker.
Stowing it in the forward cabin is not the best place. In case of collision.
There might not be time to carry it through the saloon in case of fire aboard.
Reading the instructions for deploying your liferaft when you are abondoning ship is not the best time! Find time to rehearse your emergency procedures on a normal sailing outing.
Make sure you have wooden plugs tied to the seacocks and
they are the right size.
Make sure your bilge pump is not blocked by debris.
Do you have an emergency kit aboard so you can make provisional repairs on the hull?
Don’t count to much on VHF Ch 16. These days a DSC VHF is better. And an EPIRB (Electronic Position Indicating Radio Beacon) is even better. A Search and Rescue Transponder (SART) also improves your chances of detection by SAR.
Even with just two of us, we found space in the four-man liferaft limited and suffered cramp and fatique.I looked at the liferaft’s solitary paddle, which was very small. I decided to wait until the ebb, which would push us in a N to NE when looking ahead from the ship’s bridge. I waited for the right moment before using our last two orange smoke signals and our last red hand flare.
Almost immediately after using the red hand flare we saw the ship’s three masts becoming one.
The ship had turned in our direction! We were saved and we embraced each other! After eight hours adrift in our liferaft, we were taken onboard the Norwegian Tall Ship Sørlandet on her way to Dunkirk at 1010. Dover Coastguard and the French authorities were informed. Victor and I were offered hot drinks and a meal, dry clothes and even a bunk, but, above all, a lot of understanding, warmth and kindness. Later, the crew of the Sørlandet told me that they could smell but not see the smoke from our flares, being on our leeside.
direction. By paddling, with the help of tide and wind,
I hoped we could move to the NE, alongside the TSS. I calculated that the ebb would start running again at about 1400. So, I still had time to rest. Then I heard an aeroplane above us.
I regretted that I hadn’t had time to grab our emergency bag with the orange dye. It would have coloured the water to draw the aircraft’s attention. I also missed a mirror to give light-signals to ships. A handheld VHF would have been useful, too. Most of the time I kept a lookout with one of my hands holding Victor’s ankle to reassure him I was there.
The silhouettes of the ships in the TSS were visible for some time when I saw a dot on the horizon slowly becoming a vertical line, then changing into two larger lines and finally transforming in three larger lines. It was a ship with three masts, slowly heading SW and closer than all other vessels. This could be our opportunity!
We still had left one red hand flare, two orange smoke signals and three white parachute flares. I reasoned that I had to wait until the ship was close enough but, on the other hand, our liferaft still had to be visible.Menko Poen is a 49-years physician who started sailing 30 years ago and who extensively cruised the North sea, the Channel and the Baltic, mostly singlehanded. He took part in the North sea Race, the Driehoek Noordzee and the 200 myls ‘SOLO’.
His wife is therapist and his second son, Rednar (15), works as a part time sailing-instructor.
Menko Poen, SYLaughing Gull IIIGepubliceerd in ‘Yachting Monthly’ – DECEMBER 2004 –www.yachtingmonthly.com
A warning to shipping : IJsselmeer bft 614:00 untill 02:00
Marken N 4/5 later W 3/4  IJsselmeer N 5/6 decr. W 3/402:00 untill 14:00
IJmuiden W 3/4 incr. Z 4/5 IJsselmeer W 3/4 incr. Z 4/5.

Dus dit geeft andere mogelijkheden voor route 1 die buitenom loopt.. Jhippieeeee!!!.. 1 & 2 blijven mijn voorkeursroute’s misschien vanwege het zoute water in m’n bloed. Bel nog even m’n vriendin of die het weerbericht nog eens controleerd met Weeronline.. Ook daar komt een gunstige wind uit voor de volgende dag uit… Bel nog even met m’n zeilmaatje Zeebeer Frans maar hij kiest toch voor het IJsselmeer..  Tijdens het hijsen van de gennaker schoot de haallijn van de slurf de hoogte in en het voorzeil ontvouwde zich dus zelf spontaan. Met de gedachte “wie dan leeft wie dan zorgt” denk ik nog maar niet over hoe ik het zeil weer naar beneden krijg. De Engelsen hebben een gezegde wat zegt ” You will get what you deserve”. Dit blijkt soms echt zo te zijn!.. 8 kabels (0,8 mn) voor de OVD3 boei schiet de sluiting op het ankerboegbeslag los en een stukje duur RSV verdwijnt voorgoed naar de IJsselmeer bodem. De gennaker kiest de weg van de minste weerstand en duikt achter het grootzeil. Ik ren naar voren, en laat de gennaker zonder problemen in het voorluik zakken.  “Dank u, en kijk naar boven. Ik groet mijn engeltje”. Om 13:28 ga ik half aan de wind ga ik richting P1 boei die ik om 15:52 klok.. Te laat voor de Schellingwouderbrug maar dat  geeft niet want kan ik ff rustig koken aan de remming. Enkele solozeilers en -zeilster meren na mij af. Ik kook pasta, met zalm en roomsaus. Heb nog geen honger maar wil dit op het NZK al varend nuttigen. Om 18:00 gaan we door de brug en gelijk de Oranjesluis door. Om 18:25 vaar ik op samen met andere solisten richting IJmuiden. Een saai stuk door de Amsterdamse haven. Ik eet onderweg m’n pasta met zalm met een wit wijntje.. Nee, het (solo)zeilers leven is niet verkeerd. 21:20 – 21:40 passage kleine sluis IJmuiden. Om 22:10 gemeerd langszij de steiger in Seaport Marina. De “Lady Blanche” van Pamela en de “Cras Fuctum est” (wat betekend “morgen klaar”) van Henjo Ruiter meren naast mij af. Even een babbeltje over de volgende etape. Het plan is om om 02:30 op te staan en dan met het ochtendtij en vermoedelijke zuidelijke wind 2-3-4 naar Den Helder te vertrekken. OK, vroeg slapen dus. Nog een borrel en de wekker zetten.

Donderdag 30 september 2004
02:45 steek slaperig m’n hoofd boven het luik uit en er blijkt geen wind. Vorig jaar hadden we precies dezelfe situatie!!  Rook v/d hoogovens gaat recht omhoog dus varen heeft geen zin. Om 06:00 word ik nog eens wakker maar nu waait het wel iets uit het SSE-en maar een snelle blik in de HP33 leert mijn dat varen niet handig is omdat het tij in Den Helder dan tegen stroomt. Slaap dus lekker uit en sta om 10 uur op. Beetje knutselen en laad mijn GPS met alle boeien en route voor het komende traject totaan de Lorenzsluis. Om 14:00 vertrek ik samen met Henjo en Pamela richting de Baloeran boei. Deze passeer ik om 14:35 middels een druk op de GSM/GPS unit en ga met grootzeil en gennaker richting Den Helder. Mooi weer en de snelheid is goed… Even vaar ik op met de Seamaster (9mtr) van Pamela en maak een paar foto’s van haar schip en zij van mijn schip. (leuk! krijg ik ze nog?). Na een beetje zeiltrim loop ik haar goed uit. De “Catootje” (Winner 9.5) zit net echter me en we varen uren precies gelijk op. HIj heeft een grote spi staan dus het zou kunnnen. Voorbij Petten gaat de stroom echt meelopen en geeft de GPS ong. 8.5 kts aan. Later in de buurt van de Lange Jaap loopt dit op tot max. 9.7 kts. Bij Den Helder moeten we loeven en laat ik de gennaker zakken en rol de genua uit. MH4 boei om 18:58 (75 baanmijlen gevaren). Aan de wind naar T12 bij Oude Schild. De wind trekt aan tot bft. 5 en ik zet een rif. In de tussentijd loopt de “Catootje” me op en we varen  boeg aan boeg samen op.. T12 om naast de 19:33 en wil met dit tij gelijk door naar Kornwederzand. Ik denk aan mijn lijfspreuk:

Je moet zeilen bij de wind van vandaag
de wind van gister helpt je niet vooruit
de wind van morgen blijft misschien wel uit
Je moet zeilen bij de wind van vandaag.

Met een snelheid van  9 knopen aan de wind ga ik de Texelstroom geul bij Oude schild in en het word al bijna donker. De geul is echter goed verlicht en dit geeft geen probleem. Alleen een klein stukje geul vanaf de T26 tot  de Doove Balg is niet bezeild en moet gekruisd worden. Voor strooms gaat het lekker snel. De “Catootje” vaart naast me en ik slack even af en laat haar voorgaan en rol mijn genua verder in om beter overstag te gaan en beter zicht te hebben. Ben wel blij dat ik allen boeien van deze route in m’n GPS heb staan en de GPS als plotscherm kan gebruiken. Hoef daardoor maar zelden op de kaart te kijken alleen af en toe voor de diepte. Af en toe heeft mijn dieptemeter kuren en dient dan gereset te worden. Ja. juist nu, tijdens het kruizen in een smal geultje, voorstrooms met een wind SE 5 nokt dat K-ding er mee. Dus ik durf niet te ver achter de boeien door te varen.. Neem even geen risico qua diepte. Er zit nog een (solo?) schip voor me uit. Later blijkt dit de “Indra” van Eric-Jan te zijn die net voor me bij de sluis arriveerd. Ik ben precies 8 keer overstag gegaan zie ik later op de door laptop gelezen GPS-track. Als ik het kruisrakje gepasseerd ben en de Texelstroom overgaat in de Doove Balg ga ik lekker zeilend richting sluis. Het is druilerig regenachtig en zwaar beworkt en donker weer en geen maan te zien. Toch genieten zo lekker alleen op het Wad met alleen wat knipperende boeien.. Het laatste stukje geul naar de sluis, het begin van de Boontjes is net niet bezeild en moet nog een slagje maken.. Om 22:38 passeer ik de BO8 boei en heb ik 98 baanmijlen gevaren.  De stroom in de Boontjes in nagenoeg nul dus precies met het hele tij van IJmuiden naar Kornwederzand gevaren… Goed uitgerekend dus. Ik strijk zeilen, start motor en ga richting sluis. De “Catootje” en de “Indra” liggen al te wachten voor de brug. Samen schutten we naar binnen. Tijdens uitvaren krijgen we nog een opmerking over de laudhailer van de sluismeester : Hij wenst ons goede reis verder raadt ons aan voorzichtig te doen omdat we alleen aan boord zijn” Vriendelijke mensen en geef nog even antwoord op de VHF.  Na de sluis gaan de “Catootje” en de “Indra” zeil zetten en door naar Medemblik, een rak van 16 mijl. (~ 2,5 uur zeilen).. Eric Jan roept nog of ik mee ga. Ik twijfel even maar wil eigenlijk gaan rusten. Buiten de zuidelijke pieren wil ik ten anker om mijn verplichte ankerperiode te doen maar het is niet echt rustig daar en draai om en vraag de sluis om een plekje voor de nacht; “zuidelijke remming kleine sluis” krijg ik te horen.. Ik ben moe en ga na een welverdient borreltje slapen.

Vrijdag 1 oktober 2004
Vrijdag ochtend sta ik om 8 uur op en wordt langzaam wakker (Ja, bij mij gaat dat net andersom ;~) ). Wind S 4.  Gooi om 09:00 los en ga naar VF4 waar om 09:19 de wedstrijd weer begint. Kruisrak naar Medemblik dus.Had ik dit toch vannacht met de SE wind moeten doen? Nee, rust is ook belangrijk. Het is niet helder en schat het zicht niet meer dan 1 tot 1,5 mijl. Onderweg kom ik  de “Warber”, een stoer met bruine zeilen en voor zeereizen uitgerust scheepje  van Anje Valk tegen op mijn koerslijn. Ik loop haar bovenlangs en maak een paar foto’s en zij van mijn schip. We praten wat heen en weer en ik loop weer iets uit op haar en vaar ook iets hoger door mijn diepe kiel (2 mrt). De wind zakt in tot SSE2-3. Enkele lange slagen naar de WP12 die ik om 13:15 passeer. Ga nu gelukkig op het bezeilde rak naar de H2 bij Hindeloopen. Dit is een gennaker rak en het schiet gelukkig weer op. De H2 boei passeer ik om 15:20 en gijp de gennaker naar de andere boeg. Dit loopt niet lekker en moet dit eens vaker oefenen. De “Lady Blanche” zit weer achter me zie ik en gaan gezamelijk naar de Sport B boei die om 16:23 gepasseerd wordt en de wind is nog S 3. Nu een kruisrak naar de LC6-VZ1. Het weer wordt langzaam aan bewolkt en passeer de LC6-VZ1 om 19:38. Volgende rak is een voor de winds rak naar de WV14 boei nabij Den Oever.. Het wordt donker en besluit geen gennaker te zetten en een beetje al varend eten te koken en koffie en thee te zetten. Dat is de luxe van dit grotere schip, dat kom met m’n vorige bootje echt niet. Zittend op de kajuitingangdrempel met armen op het schuifluik hou ik di goed uit, de Autohelm zacht brommend en goed sturend richting Den Oever. Van Den Oever naar de EZ 29 bij het Commissarislicht is met deze wind niet bezeild en volgens de Weeronline gegevens zou de wind rond 02:00-05:00 s’nachts naar het SSW of SW draaien.. Na het ronden van de WV14 boei om 21:41 probeer ik nog even het aan de windse rak maar ik kom niet hoger dan 120-130 graden terwijl de koers 145 RW moet zijn. Zo’n lang kruisrak is niet handig. Dus besluit om ten anker te gaan iets onder de dijk bij het haventje “Oude Zeug”.Om 22.15 plopt het anker het water in en drink een borrel. Even later komt Pamela -“Lady Blanche” -ook vlak bij me ten anker liggen. We praaien wat heen en weer over wat we willen gaan doen. Op een licht deinend schip val ik een diepe slaap.

Zaterdag 2 oktober 2004
Als s’morgens de wekker afloopt on 05:30 is de wind inderdaad SSW- tot SW kracht 3/4. Om 06;15 haal ik het anker op en en vaar onder vol tuig naar de WV14 boei waar om 06:40 ik aan een van de laatste rakken begin. Goed dat ik de avond ervoor op de SSW  of SW wind heb gewacht want het is nu een mooi bezeild rak.  Met mooi zeilweer ga ik richting het nieuwe vogeleiland “de Kreupel” nabij Medemblik. In vaar net onder langs het eiland en overweeg even in de luwte van het eiland de gennaker te zetten. Nee, de wind trekt toch aan denk ik en doe het niet.

Net na het eiland lijk ik heel langszaam vast te lopen en gooi het roer om. Nee, ik zit nu echt vast… Het is nu 07:57. Onder zeil en vol motorvemogen probeer ik los te komen in de richting waar ik vandaan kwam. Zit dus aan lagerwal op het bankje. Ik stop de motor en zet even de positie nauwkeurig in de kaart. 1,7 mtr zegt de kaart en dat is niet genoeg vooor mijn 2 mtr. diepe schip. Balen zeg… “Vaar je de avond ervoor in het donker met SE 5 het halve Wad over met de ene bank na de andere en een diepte meter die het soms even niet doet” denk ik nog… Loop je met mooi weer, lekker uitgerust en genietend van een kopje koffie op klaarlichte dag aan de grond. Na een 15 min besef ik dat ik zelf niet los kom, strijk de zeilen en besluit op Ch 16 Den Helder Rescue maar te roepen of ze “toevallig” een reddingsboot hebben. Gaan ze voor zorgen beweren ze.. Ik blijf stand-by op Ch 16 en hoor een reddingsboot uit Andijk zich melden voor een actie. Evenn later, rond 08:35 komt een snelle RIP aanstuiven met 6 man aan boord. Snel zetten ze 2 mensen over op mijn schip en we stellen on voor. “Met 6 man sterk” merk ik op, en krijg het antwoord ” ach, het is zaterdagochtend en het is mooi weer” Ze suggeren dat ze zo’n actie ook wel leuk vinden.. Ik weet uit mijn werk dat deze mensen van de reddingsdienst zo fanatiek zijn in hun (vrijwillige) taak. Daar kun je een bepaald respect voor hebben. Op het voordek wordt snel een sleepverbinding belegd op de beide kikkers en de redddingsboot gaat langszaam trekken. Met eigen vermogen volaan komt het schip langzaam los en rond 08:40 vaar ik weer op eigen kiel. De 2 bergers aan boord willen nog wat gegevens vann het schip hebben en vertel dat ik met een zeilwedstrijd bezig ben.. “Waar is de rest van het veld dan?” vraagt een andere berger.. Ik vertel van de “200 mijls solo” en geef het www adres. Ik vul een donatieformulier in voor hun broodnodige financieele steun en bedankt de mensen hartelijk. Hijs m’n zeilen en ga met een “ruime boog” om de (voor mij gevaarlijke?) ondiepte heen. Weer terug in de strijd met eeen beetje schaamrood op de kaken…

Verder richitng de EZ27 boei. Op het laatste stukje zie ik meerdere solovaarders hoger varen en begin het vermoeden te krijgen dat ik niet naar de juiste boei vaar. Inderdaad, het moet de EZ29 zijn en ga snel loeven, en moet uiteindelijk de laatste kabels nog een kleine slag maken. Om 11:52 klok ik deze boei middels en druk op de groene knop. Telkens moet ik denken daan de waarschuwing om de rode knop niet te gebruiken. Wat voor effect zou dit hebben houdt me bezig. Snel motor aan en naar de Houtribsluis. Tussen 12:10 en 12:30 passeer ik de sluis en ga richting OVD3 boei. Ga samen met een Etap 30 ( Baraka II ) het gat uit daar en jammer dat die iets verder weg zit want ik zie deze Etap flinke sprongen maken op de best wel hoge golven. Dit zou leuk zijn voor foto’s!!. Om 13:39 passeer ik de OVD3 boei en ga op een mooi bezeild half/aan de winds rak naar de Nek boei. Best wel hoge golven in dit hoekje van het Markermeer merk ik op. Dit zeilen is echt genieten, goede snelheid ( 6,8 tot 7,2 kts) en bereken later een gem. van 6.8 kts. Maak een paar foto’s van andere zeilschepen, en loop enkele schepen voorbij. Ik bel met het thuisfront over een mogelijke aankomsttijd in Muiden. Besluit na de Nek boei (ETA 13:15) een betere ETA Muiden te geven. Na de Nek boei blijkt mijn vermoeden waar en het rak naar het Paard en de IJM17 boei is niet bezeild. Enkeke hele donkere buien trekken over en zie soms 35 kts (dikke 7 kleine 8 Bft)  wind op de windmeter staan maar het gaat goed en vaar nauwelijks overtuigd. Zie Paul Heijmerink met zijn “Ami Bai” in noordelijke richting varen met dubbel rif en geen fok. Die verwacht zeker ook de voorspelde windstoten, en vriendelijk wijst ie op de donkere wolken in de ZW hoek van het Markermeer. Maak een lange slag richting de Block van Kuffelen en ga net voor de dijk overstag. het laatste stuk een nek aan nek gevecht met de “Almare” (Spirit 32) van Jaap Homan. Hij wisseld zijn voorzeil voor een HA fok en loop iets uit op ‘m. Hij heeft een snel tuig zo te zien en besef dat ik iets aan m’n tuig en trim moet doen want ik zou in pricipe sneller moeten kunnen. We gaan beide overstag wat hij sneller doet met zijn HA dan ik met mijn volle genua en loopt.

Ondertussen mijn ETA Muiden doorgegeven aan mijn vriendin die me komt verwelkomen in Muiden. Nabij de IJM geul zie ik de “Almare” doorvaren richting Muiden en vermoed dat ie vergeten is naar de IJM 17 te varen ipv de M1. Even twijfel ik ook en kijk nog even in het Logboek. Nee, alle banen moeten naar de IJM 17. Om 18:51 klok en fotografeer traditiegetrouw ik de boei en is mijn 4de  200 mijls solo wedstrijd een feit!!. Ik heb het weer gehaald, genoten en nog redelijk goed gevaren vind ik zelf. Baankeuze 1 was een topper. “Well done, Beetje!” zeg ik tegen mezelf. Strijk zeilen, start motor en ga al opruimend richting Muiden. Meer het schip in een nauwe opening naast een Transat genaamd “Piccolo”. Ben wel benieuwd hou hij heeft gevaren.

Na een warme ontmoeting met vriendin en wat gegroet en geklets met medezeilers op de kade besluiten we bij de hinees in de hoofdstraat te gaan eten en heb een voldaan  gevoel over de afgelopen dagen. Na een comfortabele nacht thuis gaan we de volgende ochtend het logboek inleveren op het start-finishschip en ons afmelden voor deze wedstrijd. Begin middag zeilen Jolanda en ik samen (de solo vlag gestreken) en relaxed met gennaker op richting (tijdelijke) thuishaven Monickendam waar we om rond 17:00 meren en opruimen.

Nu ik dit schrijf (11 oktober ) en af en toe de 200mijls site heb gezien en als ik denk aan de mensen die ik voor, tijdens en na de wedstrijd tegenkwam valt het me op dat dit zo’n enthousiast groepje mensen is. Op foto’s lacht iedereen, iedereen is tevreden lijkt het wel. Een wedstrijdleiding die daar zo veel tijd en energie instopt en dit met een geweldig fanatisme doen.

Jan Luijendijk, Bob en Marco Luijendijk, Fam. Capel, sponsors en iedereen die meegeholpen heeft; allemaal bedankt voor jullie inspanning. Ik waardeer het! Een inschrijfformulier voor volgend jaar! Zou dat kunnen??.

Op dagen erna zie ik op de site dat de voorlopige wedstrijdstand 22 is en wat ik prima vindt..

– 80 solo schippers hebben ingeschreven w.o 4 vrouwen
– alle 4 de vrouwen voeren de wedstrijd uit
– 71 solo schippers zijn gestart
– 53 soloschippers zijn gerelementair gefinshed
– 16 schippers hebben de wedstrijd gestaakt

Uitslag wedstrijd

1e prijs : Bart Boosman ( Boosman JB )
2de prijs : Bart van Breeschoten ( Waarschip 660 )
3de prijs : Bauke Yntema ( Winner 950 *130 )
Vrouwentrofee : Jacqueline van Amstel ( X-362 )

Van de 15 gezeilde rakken 5 kruisrakken waarvan 15 mijl de langste was (Nek –  IJM17).
Van Bart v Breeschoten geleerd ” een geduldig schipper heeft altijd de juiste wind” dus soms proberen te wachten op de juiste wind en zo proberen kruisrakken te voorkomen of juist s’nachts doorvaren als de wind goed is..

  • De gem. snelheid per rak zou omhoog moeten kunnen dus daar moet ik nog iets aan doen…
    Betere zeiltrim, nauwkeurig sturen. Zo goed mogelijk trimmen op aan de windse rakken meer HA fok gebruiken.
  • De lengte van route 1 = 230 nm en heb volgens het track 255 nm gevaren. Deze 25 nm zijn onnauwkeurig sturen en de kruisrakken. Zie item 1, kruisrakken proberen te voorkomen.

met vriendelijke zeilersgroeten

Barend Peters

s/y “Layam”     NED 7359
Beneteau First 35
startnummer 46

 

Logboek gegevens

merkteken datum /  tijd wind zeilvoering rakafstand
M1 woensdag
29/09/04
07:58 WNW 5 0 nm

afstand

zeilkoers gem. speed
per rak
grootzeil – 1ste rif – genua 10 kruisrak 5 kts
GZ2 “–“”– 10:00 NW 5 10 nm
grootzeil – gennaker 7 kruisrak 4,38 kts
NEK –“”– 11:36 NNW 5 17 nm
grootzeil – genenua 11 ruime k 5,89 kts
OVD3 –“”– 13:28 NNW 5 28 nm
grootzeil – 1ste rif – genua 15 a/d wind 6,25 kts
P15 –“”– 15:52 NW 4 43 nm
Oranjesluis-Noordzeekanaal-Sluis IJmuiden – Seaport Marina
Baloeran donderdag
30/09/04
14:35 ESE 3 43 nm
grootzeil – gennaker 32 ruime w. 7,30 kts
MH4 –“”– 18:58 SE 4 75 nm
grootzeil – 1ste rif – genua 5 a/d wind 8,58 kts
T12 –“”– 19:33 SE 5 80 nm
grootzeil – 1ste rif – genua 18 div krsn 5.84 kts
BO8 –“”– 22:38 SE 5 98 nm
grootzeil  – genua Lorenzsluis
VF4 vrijdag
01/10/04
09:19 S 4 98 nm
grootzeil – genua 16 kruisrak 4.02 kts
WP12 –“”– 13:15 SSE 2 114 nm
12 5.71 kts
H2 –“”– 15:20 SE 3-4 grootzeil – genua 126 nm
grootzeil – genua 6 5,45 kts
Sport B –“”– 16:26 S 3 132 nm
grootzeil – genua 10 kruisrak 3.13 kts
VF1 –“”– 19:38 SSE 3 142 nm
grootzeil – genua 9 4.39 kts
WV14 –“”– 21:41 S 2-3 151 nm
grootzeil – genua ten anker nabij WV14
WV14 zaterdag
02/10/04
06:40 SSW 3-4 151 nm
grootzeil – genua 23 4.42 kts
EZ 29 –“”– 11:52 SW 5 174 nm
grootzeil – 1ste rif – genua houtribsluis
OVD3 –“”– 13:39 SW 5 174 nm
grootzeil – 1ste rif – genua 11 6.88 kts
NEK –“”– 15:15 SW 5 185 nm
grootzeil – 1ste rif – genua 15 kruisrak 4,14 kts
IJM 17 –“”– 18:52 SW 5/6 -> 4 200 nm

gem. 5,54 kts

Je moet zeilen bij de wind van vandaag
de wind van gister helpt je niet vooruit
de wind van morgen blijft misschien wel uit
Je moet zeilen bij de wind van vandaag.

 

 

Verslag 200 mijls 2004 door Bauke IJntema met Catootje

Verslag 200 mijls 2004. Bauke IJntema met Catootje
29-09-04 Woensdag Muiden.
Om 6.30 uur maken de eerste schepen los, om de schepen die achter in de haven liggen ook de kans te geven om op tijd te starten. Ik lig in de voorste rij dus ben ik vroeg het water op.
Ik besluit om nog een even te wachten omdat ik route 1 wil gaan varen en vanmiddag niet te vroeg bij de P15 (Durgerdam) wil zijn vanwege de maximale rust tijd van 24 uur die waarschijnlijk nodig zal hebben om met het juiste tij te start te kunnen maken bij IJmuiden.

Ik lig aan een platbodem en zie zo een groot deel van de deelnemers voorbij varen naar de start. Maak van divers foto’s van optuigende collega’s. Ik wil rond 15.00 uur bij de P15 zijn en besluit om 7.30uur maar te starten. Ik heb een rif gezet maar als ik buiten ben besluit ik toch maar vol te gaan. Het is op laatst een wedstrijd. Het waait w/nw 4 tot 5. Vlak voor het paard van Marken ruimt de wind naar n/nw en neemt toe tot een kleine 6 in een bui. Gelukkig op tijd het rif weer gezet! Ik loop niet goed aan de wind en heb eigelijk nog te veel zeil.
Besluit door te zeilen omdat na de bui de wind wel weer zal afzwakken. Ik ben net achter Erik Jan Hardonk gestart en ben hem na de GZ2 nog niet voorbij. Zit me niet lekker. Ik moet sneller kunnen. Bij de Nek aangekomen zit ik wel dichterbij hem. Als ik de Nek boei rond geeft mijn GPS/GSM melder geen enkel sjoege. Geen piepje of lampje! Nou ja het is ruime wind naar de OVD3 (Lelystad) dus eerst maar de Spi omhoog! Na wat geworstel met de spi gaat het super! Lekker surfend op de golven. Ga nu eindelijk Erik Jan voorbij!

Voor de OVD3 op tijd de spi er af. Ik begin daar 0.7 mijl voor de boei mee en dan kan dat net. Het is wel hard werken. Dan bij de boei gps/gsm indrukken (misschien doet hij het nog) log stand en tijd noteren en ook nog een foto maken en snel gijpen, Sjit de bak stag staat nog door! Dit soort momenten is het wel zweten! Tjeerd (de windvaan) aangekoppeld en de boel lekker getrimd en we stuiven met 6.5 tot 7.2 knop richting Durgerdam. Eta 14.45 uur! Komt mijn inschatting van 15.00 uur aardig uit. Zo nu eerst even uitgebreid lunchen terwijl Tjeerd stuurt. Om 14.51 uur gefinisht bij de P15. Samen met Gio Schouten de tocht door A’dam en het Noordzeekanaal gemaakt. Rond een uur of 19.00 uur de Marina binnen. Het was een mooie zeildag! Morgen wordt het spannen of er genoeg wind zal staan om Den helder te bereiken.

Donderdag 30-09-04
Ik had graag willen uitslapen maar ik ben te onrustig en ben voor achten al op. Vandaag alle tijd ik hoef pas om 14.50 te starten. Later kan niet i.v.m de maximale 24 uurs rust periode. Het tij begint pas om 16.00 uur mee te lopen. De meeste andere deelnemers die ook in IJmuiden liggen moet al eerder weg dus zullen toch al gauw de eerste 2 uur stroom tegen krijgen. De verwachtingen die ik van Erik Opmeer (mijn steuntje op de wal) door krijg van de windguru beloven niet veel goeds. De kustwacht en de windlijn voorspellen wel wind.

Rond 14.00 uur al buitengaats en er is een prima zuid oostenwind kracht 4. Er staat duidelijk nog stroom tegen bij de boei dus besluit ik maar zo lang mogelijk te wachten. Om 14.44 uur dan toch gestart.
Het gaat erg hard op spinaker. Ondanks een klein beetje stroom tegen toch nog 6.5 tot 7 knopen op de gps. Doordat het schijnbaar halve wind is loop ik zelf enkelmalen uit het roer.
Ik loop op een paar voor mij gestarte schepen in. En door niet door het schulpengat te gaan maar dicht onder de Noord-Hollandse kust en heel dicht om het kaap hoofd haal ik er weer een paar in ik kan dierdoor ook net de kardinale boei (MH14) voor de haven ingang van denhelder aanlopen zonder een slag te maken. Na deze boei gaat het loeihard naar Oudeschild.

Ik was van plan geweest om te stoppen bij oude schild maar de het gaat nu zo lekker dat ik besluit om door te varen en dan kan ik de Z.O wind voor het eerste rak op het ijsselmeer nog goed uit nutten.

Ik zeil samen op met Barend Peters. Samen duiken we nacht in op de Texelstroom richting Kornwerderzand. Er is een stuk niet bezeild en de wind zet flink door. Eerst maar een rif steken.
Het stuk tussen de Texelstroom en de Dove balg lijkt eindeloos en als ik mooi de ton kan bezeilen dan lijkt het er weer op of de wind krimpt naar het oosten. Uiteindelijk in de Dove balg kan er weer een knik in de schoot en zijn we zo maar bij Kornwerderzand. Barend Peterse heeft me niet bij kunnen houden met beneateau 35 voet! Geeft me wel voldoening.

Met 3 solo zeilers gaan we door de sluis. De sluis wachter vraagt of er soms een race is. Ik leg hem uit wat we aan het doen zijn. Als we de sluis uitvaren wenst hij ons een goed tocht en of we wel voorzichtig doen zo alleen op het water. Ik vaar gelijk door richting de VF4 waar ik opnieuw start en halve wind met windkracht 5 richting de WP12 stuif. (ligt in de buurt bij het nieuwe eiland bij Medemblik). Het eerste eind laat ik Tjeerd (windvaan stuur inrichting) sturen. Kan ik even rustig aan doen en wat eten en een lekker muziekje op de walkman maakt het weer een prachtig tocht. Het is wel k. weer. Veel regen en slecht zicht. Dat belooft nog wat bij de wp12 die is namelijk onverlicht! Op een gegeven moment komt de maan door de wolken heen en dat geeft de burger moet. Met dit licht kan ik de boei toch zeker wel vinden.

Vrijdag 1- 10-04
Maar helaas als ik bijna bij de WP12 ben en ik moet gaan opletten, begint het flink te regen en ik zie helemaal niks! Ik rol de fok in en zwalk even rond op het waypoint maar kan geen boei vinden. Ik besluit nog een stukje (0.2 mijl ongeveer richting Medemblik te varen zodat ik zeker ben dat ver genoeg geweest ben. Ga dan overstag en vaar door richting Hindelopen. Noteer mijn geschatte tijd en druk toch nog maar even op de gsm/gps zender voor de zekerheid. Ik denk dat die het toch niet doet.
Helaas geen foto van de WP12. Ook naar Hindelopen gaat het weer hard. 6.7 tot 7 knopen snelheid. Ik meer af in de oude haven vlak naast het sluisje. Het is nu kwart over 4 s,ochtends.

Ruim de zooi op en neem nog een flinke bak soep en ga slapen. 2 uurtjes later krijg ik een buurman. Het is Bart Breeschoten met een Waarschip 660. Hij heeft dezelfde route en is ook uit IJmuiden vertrokken.
Om 9.00 uur maak ik Bart wakker ik wil naar buitenom te ankeren. De wind zou west worden maar blijkt vandaag ook nog in de z/zo hoek te blijven. Dan wil ik gelijk mijn ankertijd in vullen. Bart gaat mee naar buiten en zo liggen we beide voor de rede van Hindelopen.

Ik twijfel zal ik blijven liggen totdat de wind draait of toeneemt? Ik besluit maar naar de sportb te varen en dan in Breezandijk mijn 3e rust periode te pakken. 16.24 uur gestart. Op spi gaat niet erg hard maar ben mooi voor donker binnen in Breezandijk.
s’nachts komt Bart weer naast me liggen. Hij houd me wel uit de slaap zeg!

Zaterdag 2-10-04 Ik had verwacht dat de wind in de nacht zw ging worden maar pas in de ochtend is het zover. Ik wil zo spoedig mogelijk vertrekken, als het een beetje mee zit wil ik vanavond in Muiden zijn.
Na de start bij de sport b begin ik te twijfelen. Nog maar weinig wind en nog niet eens bezeil ook! De wind zou vanochtend nog ruimen was de voorspeling. Nou niks aan te doen, doorzetten. Inderdaad als ik bijna bij de VZ1 (Stavoren) ben, ruimt de wind flink en loop ik met een kink in de schoot naar de ton. Dit betekend wel dat het volgende rak naar de WV14 (Den Oever) bijna niet meer bezeild is! Ach je kunt niet altijd geluk hebben! Ik had toch beter wat later kunnen starten. Na de WV14 is het een lang rak richting Lelystad. Ik vaar samen op met Martin Selles.

Ik gaat lekker hard. Doordat ik afsteek over het Enkhuizerzand komen we toch bijna gelijk aan in Lelystad. Plotseling zie ik Albert Broshuis ook varen en rond na mij de ton. In de sluis even bij praten. Het is 14.51 uur Als ik weer van start ga bij de OVD3 (Lelystad zuid) op naar de Nek (Hoorn). Een prachtig halfwinds rak. Eerst wat weinig wind maar op het laatste stukje komt er een bui over en ik loop 2x uit het roer. Toch maar even reven. De reef zit er in maar kan er na 15 minuten ook wel weer uit. Ik ben bijna bij de Nek, eerst maar even kijken maar het is op dit moment niet bezeild naar het Paard v Marken. Ik twijfel. Passeer de ton foto, plaatsbepaler indrukken, logstand en tijd. Ben ondertussen overstag gegaan. Alles gaat mis. Schoot blijft hangen, de stuurautomaat schiet los, Ik vloek een keer hard en besluit niet door te gaan maar een rustig anker plek op te zoeken aan hoger wal. Bewust ga ik niet Hoorn binnen omdat ik nu beter de het weer en de wind in de gaten kan houden. Ik ga vannacht of morgen ochtend wel verder. Het weer wordt er ook niet fraaier op. De ene bui naar de andere.
Een lekker potje koken, logboek bijwerken en even rusten. Ondertussen luister ik diverse weersberichten af. Als ik het goed begrijp kan het tussen 00.00 uur en de ochtend wat rustiger worden en kan de wind iets gaan ruimen. Op zondag ochtend wordt weer z zo voorpelt. Ik besluit maar rond middernacht te starten. Om 23.00 uur anker op en op naar de Nek. Het is nog 4.5 mijl varen naar de Nek.

Zondag 3-10-04 00,17 uur gestart. Het is nog steeds buiig en het paard v marken is nog niet bezeild over bakboord. Eerst maar een slag over stuurboord richting de Hollandse kust.

Later ruimt de wind inderdaad en kan ik met een klein knikje flink snelheid maken naar het paard. Op het IJ meer neemt de wind inderdaad af en kan het rif er uit. Het wordt een hele mooie heldere nacht met een bijna volle maan als feest verlichting erbij. Het is nu wel een vol kruis rak naar Muiden. Maar het gaat best goed. Catootje met haar korte kiel presteert met lichter weer beter aan de wind. Dus denk ik dat ik toch een goede keuze heb gemaakt.
Ik geniet echt met volle teugen en zit lekker zelf te sturen. finish om 4.19 uur bij de M1. Als ik binnen loop ben ik best tevreden over deze 200 myls. Ik denk dat ik best wel aardig mee tel in de uitslagen. Mij gevoel zegt me dat ik wel bij de eerst 5 kan zitten. Nou ja afwachten.

Binnen in de haven is het al erg druk met solo schepen. Ik ga maar naast het statenjacht liggen op de buitenzijde.

Vul eerst mijn logboek nauwkeurig in voordat ik op bed ga. Tot mijn grote verbazing ontdek ik dat ik niet bij de M1 moest finishen maar bij IJM 17!! Alle jaren was de finish bij de M1 en dit jaar dus niet!

Ik baal vreselijk!
Ten eerste was dat dichterbij dus had dat zeker een 15 tot 20 minuten zeiltijd gescheeld en ten tweede, hoe gaat de organisatie hier mee om? Nou ja mopper, mopper, de boel in gevuld en klaar gelegd zodat ik dat straks kan inleveren. Ik wil vanochtend nog richting huis. (Workum)
Eerst nog maar even slapen.

In de paar uurtjes dat ik nog slaap heb ik de vreselijkste visioenen van boeien dit ik moet ronden en fotograferen maar niet kan bereiken.

Bauke IJntema (Catootje)

 

Verslag van Jules Banffer

Heb Ernst met zijn Pogo ook gemist. Had dat snelle bootje graag van dichtbij gezien, maar heb niet het gevoel dat hij er dit jaar veel wedstrijden mee heeft gevaren.

Voor mij was de 200 myls in- derdaad een erg pittige wed- strijd.
De eerste dag hield mijn stuurautomaat er mee op.
Op de terugweg bij Lelystad viel mijn gps stuk in de kajuit en bij de Nek-boei woei mijn kaart overboord. toen ik in het donker de gz2 niet kon vinden, ben ik naar het open Markermeer gezeild en heb de Blocq van Kuffeler opgezocht.
Even rust in de boot. Daarna de tocht dus weer uitgezeild.
Ik zie dat mijn logboek niet duidelijk genoeg is ingevuld, dus de tijden op internet kloppen niet. Dat is niet zo’n probleem, want dicht bij de laatste was ik toch wel geeindigd en voor mij blijft alleen al het uitzeilen een geweldige prestatie.
Welliswaar noem je de Rush 21 een Mini, maar het model is al 20 jaar oud (eerder een Mini IOR-racer) en ik heb absoluut niet zoveel zeil op als Riaan of Ernst.

Het is buffelen en beulen op 21 voet, maar het blijft een geweldige tocht.

Groeten en hopelijk lukt het me om er woensdag 13 oktober bij te zijn.

Jules Banffer
Dondersteen

Woensdag “Gehaktdag” door Gerrit Schuur

Harderwijk 07-10-2004

Woensdag “Gehaktdag”
Door: Gerrit Schuur

Ik weet niet , of dit gezegde algemeen in Nederland bekend is , maar in elk geval wel voor de Veluwe en omstreken , is het een bekende kreet . Op de bewuste woendag kun je dan goedkoop alle soorten van vermalen vlees krijgen en , mits goed bereid , is het best lekker .

 

Woensdag 29 – 10 -2004 was voor mij een echte “gehaktdag” , maar dan meer in het persoonlijke vlak , ik voelde mezelf als gemalen vlees , als een “gehaktbal” aan het einde van het eerste stuk van de 200-myls .Ik moest en zou nou eens een keer het Wad op gedurende deze 200 myls en zo geschiedde dus —.

Bijna het gehele traject Muiden- Kornwerderzand was hakken en nog eens hakken tegen die wind in.

Dan blijkt ook , dat je met een kortere kiel (1,42 M ) niet mee kan komen met boten met ongeveer dezelfde waterlijn maar met meer diepgang .

Al met al , toch redelijk heel , in het donker ,met buien , aangekomen ,waarbij de VF 5 bij druk verkeer gepasseerd werd en zie m`n werkte mooi—-niet!!

Ondanks het opladen (dacht ik!) bleek er onvoldoende power in te zitten.

Jammer dan.

Het ding had voor die tijd feillos gewerkt ,dus werd gewoon verrast.

Donderdag ,30-09-`04 beloofde een mooie dag te worden dus wonden gelikt en gewoon doorgaan.

Na geschut te hebben,alles klaar gemaakt voor de trip Kornwerderzand – Oost-Vlieland.

Moest wachten op gunstig tij en zie , daar kwamen nog drie andere “Wadgangers” aan!

Na goed positie te hebben gekozen t.o.v. BO 8 werd de gennaker gezet met het doel nu eens even fluitend naar Oost-Vlieland te sprinten , maar het werd toch een beetje kommer en kwel omdat continue zeil gewisseld moest worden tussen die gennaker en de genua omdat met de wind precies achter die gennaker niet werkt , en met lede ogen moest ik toezien dat de anderen met normale spi op , weer wegliepen!

Maar het was toch een heel mooie trip en je krijgt weer ontzag voor die sterke stroom met springtij in die geulen en het was echt oppassen met die tonnen , dat je er niet opgezet werd met die variabele zwakke wind.

`tWas lekker rustig in de haven en kon m`n eigen “batterijen” weer wat opladen.

V.w.b. die gsm/gps–problematiek , het bleek dat het ding niet goed genoeg in de oplader bleef zitten (vooral als het wat bumpy was ) waardoor het niet genoeg oplaadde na een gemelde positie

Na hier wat aandacht aan te hebben gegeven ging het een stuk beter (vond ik teminste!)

Vrijdag , 01-10-`4 moest het dan maar gebeuren ,lekker “buitenom” weer naar Kornwerderzand via Marsdiep en het Wad.

Dacht toch echt zorgvuldig geplanned te hebben maar aan gekomen dicht bij het Schulpengat bleek de stroom al tegen te staan en er moest gelaveerd worden dus—–“tel uit je winst”!!

Doch eenmaal Texel gerond te hebben via het Marsdiep floten de boeien langs.
Was nog nooit in het donker het Wad over geweest en zeker niet alleen maar het moest er nu toch maar eens van komen .

Is me best meegevallen , goed plannen en het systeem van de boeien even doorhebben EN redelijk zicht houden zijn wel belangrijke voorwaarden , heb ik gemerkt .

Zelfs een klein stukje laveren is me meegevallen ,dus dit smaakt naar meer.

Kon het hele stuk over het Wad met de genua doen hoewel er , zo nu en dan , wel wat veel wind voor stond maar kwam moe , maar voldaan weer in Kornwerderzand binnen.

Daar hadden ze typisch op me zitten wachten want ik kon zo naar binnen om te schutten en een plekje om af te meren was gauw gevonden.

Daarna begon het flink te regenen wat het slapen allen maar aangenamer maakte!!

Zaterdag , 02-10-`04 , tja , ik moest nog een keer ankeren en de wind zat nu natuurlijk pal Zuid/Zuid-West.

Dan maar in een keer door ,via Medemblik , Stavoren , Lelystad ,naar Hoorn waar een goede ankerplaats is en vandaar het niet ver meer is naar Muiden.

Dus weer een hoop “hakwerk” tot aan Lelystad en daarna naar de NEK en Hoorn.
Het hele stuk tot aan Lelystad werd weer “high-aspect” en grootzeil met een à twee riffen erin.

Bij de OVD 3 was de wind weer wat afgezwakt en waagde ik weer de genua-grootzeil –combinatie —en jawel hoor , halverwege de NEK werd het erg donker in de verte en kon de genua er dus weer afhalen .

Beetje aan de late kant , want de wind was al toegenomen en had een aardige klus om die grote lap naar beneden en geborgen te krijgen .

Dat kostte me dus weer de zeilinvoer van het voorstagprofiel ,welke met een triomfantelijke “pinggg” uit het profiel sprong en in de plomp verdween.

Je zit dan met een kale voorstagprofiel met heel scherpe randjes en hijs daar dan maar eens een zeil in—!!

Maarrrr je wordt inventief , — gewoon zodanig voor de wind gaan varen dat je voorstag bijna afgedekt wordt en krijg je toch die High-Aspect er weer op.

Ankeren in Hoorn in het donker was ook wel aardig , `twas erg druk en vond een goed plaatsje dicht tegen de wal van de baai.

En ja hoor , de eerste keer hield het anker voor geen meter, gauw ophalen —–bleek er een jute zak om m`n anker gewikkeld te zitten !!

Er zat gelukkig niemand in (je verbaast je tegenwoordig toch nergens meer over??!!) ,zelfs geen “kat in de zak” dus gauw die handel er af en de tweede poging was raak en rust in de tent dus —SLAPEN.

Zondag 03-10-`04 , was vroeg wakker want was niet helemaal zeker wat die wind zou doen.

Dat `ie “tegen” stond , had ik me al mee verzoend maar blijft `ie ook waaien , want ik herinner me nog dat het weekend windstil zou zijn—–.

Nou het werd geen probleem hoor, het werd weer high-aspect/grootzeil met rif , zo nu en dan ,en natuurlijk was niets ineen keer te bezeilen .

Om iets voor elf uur werd de IJM 17 vastgelegd en was deze “Happening” ook weer teneinde.

Het geheel overziend , was het weer een leerzame en mooie reis en houd me weer aanbevolen voor volgend jaar !!

Met vr. zeilgroet

Gerrit Schuur met “Myrlette”

 

Is er nog clementie? door Kees de Wit

Is er nog clementie ?Door : Cees de Wit
200 myls ‘SOLO’ 2004Dinsdag 28 september palaver bij ’ome Ko’ in Muiden.
Een hartelijk ontvangst met koffie en gebak, ik begroet oude bekenden en de andere ook maar tegelijk. We krijgen onze cap(een groene dit jaar) logboek, fototoestel en GPS uitgereikt.
Deze laatste is nieuw in de wedstrijd, hij moet worden geactiveerd binnen 5 meter van de ‘aan’ te varen boei, en geeft de preciese positie en tijd door. Verder ‘weer’ adviezen en er werden energie-pillen uitgedeeld: Wham dit is TOPSPORT.Woensdagmorgen 29 september koos de Foetsie het ruime sop tegelijk met een Trimaran, slechts 7 min, heb ik deze kunnen bewonderen toen was ze uit het zicht verdwenen: Wat een speed!!!!!

Het is niet echt zonnig en bij het ‘paard’ brak de bui los, reven en inrollen, Nu is zo’n inrolding wel handig maar het kruist voor geen meter. Met lede ogen moest ik toen zie hoe iedereen mij voorbij vloog. Had ik maar gewisseld voor de highes a Spack.
Waarschijnlijk had ik dan hetzelfde gevoel ‘van had ik maar’ gehad want Ik zag, me toch een schip met van die prachtige strakke zwarte zeilen Black Magic voorbij komen. Schijnbaar hoeft die niet te reven.

Bij de O.V.D. was ik compleet uitgewoond dus maar een rustpauze inlassen. In de Bataviahaven lag de oudste deelnemer al afgemeerd en met een hartelijk ‘ha die Kees’ wilde hij zijn pannetje eten wel met mij delen. De gedachte alleen al! Met een smakelijk Harm, dook ik de kooi in.
Het thuisfront gebeld, en Ans mijn gade, je weet wel waar ik mijn hele leven al meegetrouwd ben, wilde me wel komen halen.
‘Ach, ik ga sluizen, voor anker en na een flinke boerennacht zie ik wel verder’. Het is ong. 17 uur en ik ben wat ver van de sluis. Probeer zo snel mogenlijk door te varen. Voor de sluis ligt een groot schip, het krijgt groen licht, en ik hoor nog ‘Als je door vaart kees, houd ik de brug nog even voor je open’ ik bedoel maar!!!!
Ik ga voor anker met in mijn nabijheid Henk van Breda met de Batavus en een Waarschip.
‘s-morgens om 06:30 uur wakker en kiplekker….. als nieuw.

Hendrik gegroet Kees is op weg naar de EZ.29 een zeldzaam schitterende zonsopgang. Spi er op en richting Wieringer Vlaak 14, speed 2,5-5,2 zm.
Op mijn heklicht zat een spinnetje dat in een razendtempo een webje spinde (later op de dag zag ik dat hij zeer effectief voor een week voedsel had verzameld z’n web vol met mugjes).
Bij het eiland regen, bij de WV 14, richting KG 2 geeft Kees er de brui aan. Ben ik hier voor mijn plezier of niet! Die knakker van het weerbericht op 01,wordt bedankt. 3/4 inrollen en een reef erin windkracht 5 a 6 plus regen, dus naar Enkhuizen.

In twee dagen slechts 66 zm, ‘Cornelis dat red jij niet’! Opgeven? Mooi niet! Zondag dan zien wij wel verder. Morgen om 5.30 uur varen.

Bij Staveren Piet Zwaan,’wat een mooie spinaker, zeilmaker zeker’!!

vandaag, vrijdag 1 oktober, (dag van de oudjes) mooie zeildag alleen mijn hoop op zw 4 wordt niet gehonoreerd, ik moet kruisen naar de UK 16 en kon hem pas om 20.02 uur ronden. Ik zou wel de hele nacht door willen zeilen tot aan Kornwerd, maar de te ronden onverlichte WP 12 kun je in het donker nooit vinden. ‘Jan doe je dat niet meer’! Dat betekent voor mij 24uur zeilen, of ik lig er uit …….. offf…krijgen 70 plussers clementie?
In Urk s’nachts dikke buien en ik draai me nog maar eens om. ‘s-morgens windkracht 5 a 6 en het wedstrijdcomite van Urk is druk doende met een wedstrijd naar Enkhuizen.
Ik mocht niet mee doen maar ik wilde wel varen!
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en met de wedstrijdzeilers mee. 09:30 uur van de Urk 16 naar ’t Wagenpad 12 wedstrijd bij Enkhuizen, Klippers, Bollen, Twee- en Driemasters en de Foetsie er midden in .

De boegmannen schreeuwen dat ik moest maken dat ik weg kwam, maar dan moest ik gijpen, zij in de wedstrijd ….. ik in de wedstrijd ….ik wees naar mijn 1 vlag en je zag ze na denken …maar het geschreeuw verstomde.
Hetzelfde geschiedde bij Hindenlopen een veld met X 99 jachten, een grote I.O.R. wedstrijd en … Kees in het midden ertussen, en weer schreeuwen en gebaren …
Met het succes van de vorige keer nog in mijn gedachten wees ik naar de magische vlag! Deze komt in heel het wedstijd-gebeuren niet voor. Maar het geschreeuw verstomde, dat ik wijken moest.
Bijna eerbiedig lieten ze me doorgaan. Van de WP 12 naar de VZ 1, niks stoppen … door naar de VF04.
Menigmaal 6,5 geklokt met uitschieters (dit is een ingekorte finish) naar 7,5 zm. Het gaat fantasties en er is hoop.
Bij de 04 blik naar boven en wat ik daar zag deed me als een haas naar Kornwerd gaan. Goed en wel lag ik afgemeerd en brak de bui los. Windkracht minstens 7 en in zo’n bui naar de Hindeloopen 2 aan lager wal en dat met mijn 70 lentes, ja, dat is de goden verzoeken.
En s’avonds even rekenen. Als ik vanacht om 0.00 uur ga varen dan is het haalbaar. De wind zal west worden… de wekker op 23.00 uur en toen de wekker ging op dat tijdstip …nog steeds regen, onweer en felle lichtflitsen ….inplaats van gaan, de antenne er maar uit.

Zondagmorgen 2 oktober om 5.30 uur starten: in het vaarwater Friesche Vlaak, de 04, geklokt en op naar Hindeloopen 2, een prachtige sterrenhemel, iedereen aanwezig: de Orion, de grote en de kleine Beer en een ster zo groot als een bouwlamp. Het schone van de ochtend duurde niet zo lang, snel wakkerde de wind aan tot een dikke 5 a 6 zzw en regen.
Voor twaalf uur binnen, dat kon ik wel vergeten. De Hindeloopen 2 lag uit de broodnodige hoogte en die 7 mijl redde me toch ook niet, in ieder geval levert het geen beker op.

Op naar de hoge wal. Wat een golven beukten er daar tegen mijn scheepje, vooral toen de wind ruimde naar west. Voorbij Enkhuizen zzw. Eerste slag naar Lelystad, 2e Edam, ver na 12:00 uur om 18:30 uur uur IJmeer 17

Geklokt . Om 22,30 uur in de haven met 292 zm op mijn conto en een goed gevoel in mijn lijf.

p.s.
Is er clementie voor de oude man,
mag hij volgend jaar voor de 10de keer mee doen.????.

Kees de Wit
S/Y Foetsie

 

Wolkenridder Actueel 29 september 2004

Wolkenridder Actueel 29 september 2004

KLM’ers in zeilrace 29 september 2004 –

KLM’ers Gerben Bos, copiloot 737, en Theo Hin, change manager bij het Data Control Centre, nemen deel aan de negende 200 mijls solo zeilwedstrijd van 29 september tot en met 3 oktober.

Beide KLM’ers verschenen met een eigen schip aan de start in de haven van Muiden. Het bijzondere aan deze wedstrijd is het solovaren. Normaal wordt er gezeild met een team van 4 à 5 personen. Nu varen de deelnemers de 200 mijl – ongeveer 350 kilometer – helemaal alleen. De regels schrijven voor dat minimaal zes uur per etmaal moet worden gerust. Dat wordt bijgehouden in een logboek. Nieuw dit jaar is een GPS-systeem dat de afstanden tussentijds peilt.

Het evenement is live te volgen via internet www.200myls.nl, waar Gerben terug is te vinden onder startnummer 12 en Theo onder startnummer 30.

Met de “Rocinant” in de herkansing door Ids Witteveen

Met de “Rocinant” in de herkansing.
Door: Ids Witteveen

Geplubiceerd in het clubblad van De Nederlandse Vereniging van ToerzeilersMijn tweede 200myls

Vorig jaar heb ik na 150 zeemijl opgegeven met de mededeling dat ik het in 2004 weer zou proberen. Nu was het dan zover. Dit jaar had ik mijn kooktoestel cardanisch gemaakt zodat ik ook onder helling wat warms kon maken. Op de andere pit een klein “tafeltje” gemaakt. Prima voor een kop koffie e.d. Tevens een spinnaker geleend. Mijn grootste angst was dat mijn beperkte lichtaccu te weinig capaciteit zou hebben om evt. een hele nacht het 25 watt 3 kleurentoplicht brandende te kunnen houden als ik overdag ook veelvuldig van mijn stuurautomaat gebruik zou maken.Maandagochtend vertrokken uit de thuishaven Makkum. Via een overnachting in Enkhuizen, alwaar ik nog met Fries sprekende Amerikaanse toeristen in gesprek raakte, beland ik ’s middags in Muiden. Daar voorlopig de laatste uitgebreide maaltijd met verse groenten klaar gemaakt te hebben nog even een douche en dan op naar Ome Ko.
Daar waren bijna allemaal oudgedienden. Dat is ook logisch met het voorrangssysteem op de inschrijving. Wel een paar nieuwe dames in ons midden om het Jacqueline van Amstel, meestal de enige vrouwelijke deelnemer, wat moeilijker te maken.
Dit keer kregen we naast het bekende fototoestel, om de boeien op de foto te zetten, ook een pakketje vitamine krachtvoer in 3 verschillende “smaken”, 2 x poeders en 1 x pillen. Dat alles in een veelvoud van vijf zodat we de hele reis optimaal konden presteren. Ook kregen we hier een GSM-GPS apparaatje in bruikleen (kost een vermogen maar is voor het regattabureau natuurlijk een uitkomst om tijdens de wedstrijd de stand op het internet te kunnen laten zien). Dit apparaatje geeft door een druk op de knop (bij de verplichte tonnen) exact de tijd en positie door. Als gevolg van problemen met het opladen werd toch weer het oude systeem van het ’s avond doorbellen van de tijden van die dag gepasseerde tonnen in ere hersteld. Niet iedereen heeft de hele dag een sigarettenplug aan boord over om het apparaat van voldoende stroom te voorzien.De race:Woensdag
Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt, brood voor onderweg klaargemaakt evenals een thermoskan koffie. Ook de gekregen vitamine preparaten tot mij genomen onder het motto: baat het niet, schaadt het niet. In de haven liggend was ik weer te optimistisch met betrekking tot de zeilvoering. Buiten de haven snel de genua voor de standaard fok verwisselt en op weg.
Lekker zeilweer met een windje 5 Bf. Tot Volendam bezeilt. Daarna gaat het rif er uit. Bij een ongelukkige overstag manoeuvre raakt de sluiting van mijn fokkeschoot los. Dat valt niet mee om de fok met de hand in bedwang te houden om de snapsluiting weer te bevestigen, maar het lukte na een aantal moeizame pogingen. Van Hoorn (de NEK-ton) naar Lelystad was een ruim bezeild rak. Hoewel ik een spinnaker geleend had, vond ik het te hard waaien om daar mee aan de slag te gaan. Er zit namelijk geen slurf bij en alles aan boord is wat tijdelijk geïmproviseerd, lees: niet optimaal. Teruggevallen op het extra aan loef uitgeboomde voorzeil liep “Rocinant” ook fantastisch. Regelmatig 7 knoop!
Vandaag moesten er flink wat mijltjes gemaakt worden. De verwachting voor morgen was namelijk weinig wind uit zuidelijke richtingen. Dat betekende dus lang doorvaren. Daar ik op het IJsselmeer wilde blijven had ik de keuze tussen route 3 en 4. Vorig jaar route 3 gevaren. Dat zou met de huidige weersvoorspelling een moeilijke worden was mijn inschatting. Gekozen dus voor route 4. Dat betekend na Lelystad (tot Lelystad is de baan voor alle vier de routes gelijk, namelijk vanuit Muiden via Volendam en Hoorn naar Lelystad) voorlopig via Medemblik en Urk naar Breezanddijk.
Het was al weer donker toen ik in de buurt kwam van de onverlichte ton WP 12 bij het nieuw aangebrachte vogeleiland voor Medemblik. Het bleek dat mijn kompasverlichting, hoewel vorige week nog gecontroleerd, het niet deed en ook niet aan de praat te krijgen was. Het verlichte schermpje van mijn GPS dan maar als stuurreferentie. Eigenlijk te fel om continue naar te kijken (slecht voor mijn nachtzicht en irritant) maar er was geen andere keuze. Toen ik volgens mijn GPS ongeveer op de positie van de WP-12 moest zitten liet ik mijn schijnwerper rondgaan. Na enig gezwaai blinkte daar het reflectorbandje om de staak van de WP 12 op.
Hebbes! Gezien de voorspelling van afzwakkende wind en draaiend naar het zuidoosten, zou het wel erg fijn zijn om vannacht nog in Urk te komen. Dan morgen tenminste weer een bezeilde koers met licht weer naar Breezanddijk. Het lukte. De wind, hoewel niet sterk, bleef doorstaan tot na middernacht. “Rocinant” stuurt zichzelf op aan de windse koersen, evt. geholpen door een elastiekje. Voor dit ruimwindse traject wilde ik toch de stuurautomaat voor het eerst
vandaag gebruiken. Blijkt er een slecht contact in de stekker te zitten. Dan maar op de hand en morgenvroeg de stekker even opnieuw monteren. Om 00.33 uur de UK16 op de gevoelige plaat vastgelegd en voorzichtig tussen de onverlichte tonnen mijn weg gezocht naar de haven voor wat rust. Over het traject heb ik 4 uur 23 minuten gedaan. Marjan van de Vrie, met een theoretisch sneller schip (handicap 105,2), die het traject 4 uur later zeilde deed er 7 uur en 7 minuten over! En kwam pas om 7.30 uur in Urk aan toen het al weer licht was. Zij had de hele nacht doorgehaald!Donderdag
Het vertrek uit Urk benauwde mij. Vorig jaar te vroeg vertrokken met te weinig wind. Dat zou me niet weer overkomen. Geen haast dus. Na de reparatie van de stuurautomaat en na meting geconcludeerd te hebben dat het het lampje van het kompas moet zijn dat stuk is, toch maar los gegooid. Dit echter niet nadat de havenmester nog langs was geweest om het speciale tarief voor ’s nachts binnengelopen solozeilers te ontvangen, voor “Rocinant” het vermogende bedrag van welgeteld € 3,nogwat. Buiten met twee andere schepen nog even gedobberd om te kijken wat de wind gaat doen. Voor een goede classificatie in de wedstrijd moet je pas gaan varen als het hard genoeg waait. Daarbij loop je altijd de kans, als er veelvuldig weinig wind is, dat je misschien juist te lang wacht en daardoor niet voor de uiterste tijd van 12.00 uur zondag middag in Muiden terug bent. Daar ik het reglementair uitzeilen van de tocht als hoogste doel had gesteld, toch bij een klein zuchtje om 10.59 vertrokken.
De geleende spinnaker kon nu dienst doen. Ondanks al die vierkante meters doek kwam de snelheid de eerste uren nauwelijks boven de 2 knoop. Daar word je niet echt vrolijk van. Juist op dat moment komt er een sms-je binnen van een paar collega’s die mij veel sterkte wensen en mijn prestaties op het net volgen. Dat geeft de zeilende burger weer moed. Later trok de wind gelukkig aan. Helaas begon het ook te regenen. Voor de kajuit span ik dan een kleedje zodat het niet al te nat wordt binnen maar ik er toch gemakkelijk in kan. Met de paraplu op viel het wel uit te houden en bleef mijn zeilpak grotendeels droog. Met een stevige bries klokte ik, samen met nog een aantal deelnemers, in de schemering om 18.57 de SPORT-B ton. Hoewel de totale afstand na twee dagen pas op 88 mijl stond, genoeg voor vandaag. Eén van de drie rustperioden moet voor anker doorgebracht worden. Daar ik mijn rusttijd het liefst slapend in het donker doorbreng zitten er op route 4 niet veel goede ankermogelijkheden. Breezanddijk is een uitstekende beschutte ankerplaats. Anderen deelden die mening, want de nacht werd daar met minstens tien andere solisten, al dan niet geclusterd, voor anker doorgebracht.
Een aantrekkende wind en veel regen bevestigden de keuze om niet nog een rak door te gaan. Hoewel mijn anker beslist niet overbemeten is, had ik er wel vertrouwen in. Op de motor achteruit bleef het goed zitten. Prima geslapen zonder de wekker op een anker controle tijdstip te zetten.

Vrijdag
Op de christelijke tijd van 7.00 uur werd ik vanzelf wakker. Het ochtendritueel herhaalde zich. Het ontbijt beperkte zich echter tot een klein bordje muesli en brood maak ik helemaal niet klaar. Gisteren niet eens warm gegeten. Normaal ben ik een stevige eter. Zou het komen door die vitamine preparaten die zorgen dat je vet verbrandt in plaats van koolhydraten? Vet heb ik voldoende op navelhoogte. Zou ik daarom geen trek hebben? Na ankerop tegen achten weer in de race. Een kruisrak richting Stavoren. Daar moet “Rocinant” het van hebben. Ze loopt erg hoog aan de wind. Dat bleek ook wel omdat ik een aantal schepen met ongeveer mijn handicap (108) voor Stavoren al weer ruim had ingehaald. Eén daarvan was de “Sun Dance Kid” van Fred Avezaat, een Dehler Optima 830 met handicap van 108.6 die een kwartiertje eerder was vertrokken,
Op het traject naar Lemmer van 10 mijl met een koersje net aan de wind en een afnemende wind, liep deze “Sun Dance Kid” echter weer 24 minuten op mij in. Leuk toch die handicapcijfers! Even dacht ik dat ik er nooit zou komen. Vier mijl voor de SB-10 bij Lemmer en een snelheid van 4 knoop zou het nog een uurtje duren. Drie mijl voor de SB-10 was de snelheid gedaald tot 3 knoop. Nog steeds een uurtje te gaan. Twee mijl voor de ton was de snelheid teruggelopen tot 2 knoop. Gelukkig nam de wind weer iets toe en kon de SB-10 toch gerond worden. Vlak voor de ton wilde een vermoeide spreeuw tevergeefs een bochtje draaien om op mijn schip te landen.
Vijf meter achter de boot belandde hij in het water. Dat was waarschijnlijk zijn laatste landing. Via Enkhuizen. op naar Hindelopen. Dat laatste was een mooi spinnakerrak. Toen ik had besloten om in Hindelopen te overnachten (Het daarop volgende traject van 25 mijl naar Lelystad vond ik een te groot risico. Ik voelde dat ik mijn ogen niet zo lang open zou kunnen houden.) heb ik een maat van mij gebeld of die daar nog voor een nieuw kompaslichtje zou kunnen zorgen. Helaas lukte dat niet meer. Wel lekker in een box gelegen en gedoucht.

Zaterdag
Het begint al routine te worden. In het donker aankomen en in het donker vertrekken. Vandaag moest de beslissende dag worden. Na drie hele dagen zeilen 134 mijl afgelegd. Vandaag moest er dus stevig aan getrokken worden. Vroeg op dus maar. Om 5.33 uur was ik weer in de wedstrijd. Voor mij voer Pamela van der Vleuten met haar “Lady Blanche” onder halfwinder. Ik zag het gebeuren: haar val knapte of iets dergelijks en haar voorzeil belande in het water. Dat betekende weer 10 minuten dobberen (niets vergeleken wat voor haar de komende nacht nog staat te gebeuren, namelijk een aanvaring met een charterschip).
Omdat de punt van de ondiepte bij Trintelhaven niet al te ruim bezeild was en je nooit weet of de wind niet 10° draait, eerst maar iets hoger gestuurd. Ik wist niet of er op de hoek een ton zou liggen. Ik voer op een kaart van 2002 die ik slechts globaal had bijgewerkt betreffende de wijziging van vorig jaar voor deze ondiepte. Scherp op de GPS sturend zoveel als ik durfde af te snijden. “Rocinant” steekt met haar 27 voet lengte maar liefst 1,75 meter diep! Daarna moest er nog een slagje gemaakt worden om de EZ-29 bij Lelystad aan te lopen. Vanaf de EZ-29 tot de OVD-3 aan de zuidzijde telt als rusttijd. Inclusief schutten kost dat grapje toch ongeveer anderhalf uur.
Mooie gelegenheid om op de motor varende en dobberend wachten voor de sluis de inwendige mens met een warme hap te versterken. Naar Pampushaven is het pal in de wind. De zuidwesten wind staat evenwijdig aan de dijk. Inmiddels is de wind nog wat toegenomen. Ik steek een extra rifje, wetende dat “Rocinant” bij 5 Bf met standaard fok en een tweede rif prima loopt op een hoog aan de winds rak. Net toen ik via de zuidelijke uitgang het Markermeer op draaide om bij de OVD-3 weer te starten zie ik twee mensen in een blauw scheepje verwoed naar mij zwaaien. Dan zie ik het. Het zijn zeilvrienden van mij die de tocht tot nu toe via internet hebben gevolgd en mij “toevallig” bemerkten.

Via de marifoon even bijgekletst en natuurlijk wensten ze mij het beste voor de wedstrijd. Heerlijk zeilend in de zon ga ik al kruisend op weg naar het in de GPS geprogrammeerde way-point van de PH ton bij Pampushaven. Er liggen op dat traject een aantal grote rood-witte tonnen waarvan de PH er één is. Op de aangekomen positie lag echter geen ton. Verderop was niets te zien. Een halve mijl terug wel. Wat stom. Thuis had ik nog gecontroleerd of de door de organisatie opgegeven posities ongeveer klopten met die uit mijn kaart. Voor die tonnen waar dat niet voor klopte heb ik met Jan gemaild en hij heeft een paar kleine foutjes rechtgezet.
De PH ton behoorde niet tot dat rijtje. Ik dus mijn zwaar bevochten hoogte weer opgeven om terug te varen. Nog een geluk dat hij het inderdaad was, anders had ik echt verboden woorden geroepen. Nu bleef het bij een ingehouden frustratie. De wind nam in de loop van de namiddag verder toe tot een echte 6 Bf. Ik had de standaard fok al verwisseld voor de kleine. In het donker op weg naar de NEK-ton bij Hoorn. Wat doet de wind? Dan weer stevig aantrekkend, dan weer tijdelijk afflauwend. Zo nu en dan viel de snelheid best tegen. Onder deze omstandigheden durfde ik echter niet meer zeil te zetten.
Het geflits kwam niet van de NEK-ton fotograferende mede solozeilers, ook niet van de laag overvliegende vliegtuigen maar van echt onweer boven Hoorn. Wat doet iemand in oktober ’s nachts met onweer en windkracht 6 op het IJsselmeer? Was dit nog leuk? De maan was laag boven de horizon deels zichtbaar tussen flarden wolken. Boven mij een mooie sterrenhemel. Het had allemaal ook wel weer wat. Toch besloot ik om de laatste twaalf mijl, waarvan de tweede helft niet bezeild zou zijn, morgen vroeg maar af te leggen. Tijd genoeg als ik niet te laat op zou staan. De nacht bracht ik door in Volendam. Toen ik de zeilen al had neergegooid en de motor had gestart, bekeek ik de aanloop pas goed. Veel onverlichte tonnen maakten het er niet gemakkelijker op onder deze omstandigheden. In Volendam genoot de jeugd ook van het weekend en was erg luidruchtig tot diep in de nacht.

Toch een paar uurtjes geslapen. Zoals voorspeld nam de wind in de loop van de nacht wat af. ’s Morgens om 5.30 uur al weer in de race. De wind kromp nog iets zodat ik het tot Pampus met slechts één maal overstag kon doen. Om 8.11 uur finishte ik. Yes, mijn doel, het reglementair uitvaren van de 200myls race (tegen jezelf) was gehaald. Na in Muiden het logboek bijgewerkt en ingeleverd te hebben, besloot ik direct weer terug te varen naar Makkum. Hoewel ik pas woensdag weer aan het werk hoefde, wilde ik deze gunstige wind niet voorbij laten waaien. Wederom in het donker liep ik om 20.00 uur de haven van Makkum binnen. Onderweg alle voorzeilen nog droog gekregen en het schip schoon gemaakt. Voordat ik mijn reddingsvest kon afdoen stond mijn vrouw al op de steiger. Lekker samen naar huis.

Naast finishen is thuiskomen ook altijd erg prettig. Alles op zijn tijd.

Vorig jaar aan de race geproefd.
Dit jaar uitgevaren!

Volgend jaar voor een classificatie?

Ids Witteveen
S/Y Rocinant

 

 

Oceaanveteranen in 200 myls ‘SOLO’

      

Oceaanveteranen in 200 myls ‘SOLO’
7 oktober, 2004De negende 200 myls ‘SOLO’ kende een internationale deelname en niet de minste. Tweevoudig Mini-Transatzeiler Paul Peggs uit Engeland meldde onomwonden: “The finest race I ever sailed.”Hij was een van de maar liefst 71 deelnemers, die op 29 september startten. Hiervan finishten 59 op 3 oktober. De soloschippers die voor de Noordzeebaan, route 1, hadden gekozen waren duidelijk in het voordeel gedurende deze 200-Myls solo. De IJsselmeerbanen bleken met eerst een wind uit het noorden en vervolgens een uit zuidelijke richting, te veel kruisrak. Ostar-veteraan Bertus Buijs, ingeschreven voor de Star 2005, vond baan 3 maar ‘verrekte lastig’ vanwege het vele kruisen. “Op de oceaan heb ik het makkelijker,” vertelde Bertus, “met de vraag of ik morgen of overmorgen overstag zal gaan.”
Een van de vier deelnemende vrouwen, Pamela van der Vleuten, toonde karakter door toch door te zeilen naar de finish, na een aanvaring. Het voorstag brak en de preekstoel raakte ontzet. Na noodreparaties wist ze te finishen.
De line honours was voor Frits Brattinga uit Sneek met de Maxi 999 Lady A. De officiële uitslag wordt op 13 oktober a.s. bekend gemaakt. Dit vanwege het puntensysteem, die gecombineerd wordt met de uitslag op handicap.Zie ook voor de uitslag www.200myls.nl

 

 

 

Jantje huilt, Jantje lacht ! door Eric-Jan Wiebenga

Jantje huilt, Jantje lacht !
Door Eric-Jan Wiebenga

Het is nu maandagavond 4 oktober en ik kruip achter de PC om toch ook mijn verslag van de 9e 200 myls in elkaar te flansen. Maar voordat ik me hierop concentreren zal, surf ik als een bijna automatisme de laatste paar weken, eerst weer eens naar die schitterende website van Jan Luyendijk: ik geloof m’n ogen niet als ik zie dat de ‘Indra’ niet meer op 25 staat, maar nummer 6 !!!Met een kreet van geluk en ongeloof, verdring ik in één keer mijn teleurstelling over de oorspronkelijke 25e plaats, en deel ik verrukt mijn sprong in het weliswaar nog steeds voorlopige klassement aan mijn Moniekje mee. Haar droge opmerking dat de 25e plaatst toch ook een mooi resultaat was, heeft niet het ontnuchterende effect op mijn prille euforie. Ineens ga ik rechtop zitten om aan m’n verslag te beginnen.Als één van de laatste boten rond ik op woensdag 9 september om 7.44 uur de M1 ton waarmee de 9e 200 Myls solo ook voor mij daadwerkelijk is begonnen. Met een straffe NW 4/5 is het Paard van Marken mooi bezeild. Al snel is het zetten van een 1e rif nodig als in een dikke bui de wind aantrekt tot een dikke 6. Als de bui al snel weer over is, kan het 1e rif er weer uit. Na het ronden van het Paard is de MN1-GZ2 niet bezeild en kan ik de andere deelnemers trots laten zien hoe hoog aan de wind mijn ‘Indra’ wel degelijk kan zeilen. Genieten doe ik hier dan ook van, als blijkt dat ik zowel qua snelheid als qua hoogte nauwelijks hoef onder te doen voor de moderne schepen van vandaag de dag. Als het maar waait, dan loopt ze wel !Nog voor het Paard waait m’n ‘200 Myls 2001’ pet me van het hoofd en drijft terug naar Muiden. “Pik ik over 5 dagen wel weer op” denk ik nog, maar balen doe ik er wel een beetje van. Die pet is (was….) voor mij als een soort trofee, als wat een elfsteden-kruisje is voor een ander.Op weg naar de NEK ton, die ook niet bezeild bleek, nog snel de laatste weerberichten voor de komende dagen bij het thuisfront opgevraagd. De voorlopige route keuze nummer 1, moest immers vóór de OVD3 namelijk nog wel definitief gemaakt worden !

Na het ronden van de NEK ton hezen we de genaker. De Spi had wellicht ook gekund maar daar woei het me toch net even te hard voor. Mijn spi is namelijk nog gloed hageltje nieuw en pas de vrijdag voor de 9e 200 myls opgehaald. Met m’n prille spi ervaringen van nog geen 2 seizoenen lang, heb ik het al gepresteerd om er 2, weliswaar beide 2e handsjes, om zeep te helpen. Wellicht hierom ben ik toch iets terughoudender geworden in het zetten ervan… Even later kon ik me deze terughoudendheid goedpraten, toen ik links en rechts bij andere deelnemers de nodige vierkante meters spinakerdoek wild om zich heen zag wapperen.

Met inmiddels de routekeuze definitief gemaakt te hebben, was ook de P15 ton onder genaker grotendeels bezeild. Bij het begin van de vaargeul naar het buiten IJ moest ik de genaker echter weg halen en met de genua verder. Ook hier was ik achteraf niet rauwig om want met de genaker op tussen de snel in- en uitvarende binnenvaartschepen met een nauwelijks (niet) bezeilde (genaker) koers, had wellicht vragen om moeilijkheden geweest… Met het draaien van de Schellingwouderbrug had ik mooi mazzel; iedere keer weer vergeet ik namelijk dat deze brug niet draait tussen 16.00 en 18.00 uur…

Rond de klok van 20.00 uur meerde ik af aan een kopsteiger in Seaport Marina IJmuiden, waar Gio Schouten van de Airborne attent een lijntje van me aanpakte. De touwtjes nog niet eens vast, kwamen op hoge poten de heren Marechaussee mij vragen waar ik vandaan kwam, met hoeveel mensen ik aan boord was en of ik ook papieren bij me had die konden bewijzen wie ik was. Duidelijk geïrriteerd door de wijze waarop ik werd benaderd, wees ik naar mijn vlag met rode stip en antwoordde uit Japan te komen, maar dat ik heus geen 15 illegale Chinezen aan boord had ! Niet echt gecharmeerd van mijn antwoord deed men mij uitleg over ene meneer Schengen en vroeg men mij om paspoort of rijbewijs. Dit laatste kon ik ze tonen waarop men driftig begon te bellen, waarschijnlijk om na te gaan of het ik werkelijk was die op de foto van het rijbewijs stond, o.i.d…..Toen de heren mij klaarblijkelijk op geen enkele overtreding konden betrappen, kreeg ik m’n rijbewijs terug en wensten we elkaar schijnheilig een prettige avond toe.

Na de rommel op de boot weer enigszins georganiseerd te hebben, de waypoints op Noordzee en Wad in GPS ingevoerd en studie van de getijden gemaakt te hebben, trakteerde ik mezelf op 2 potjes babyvoeding waarvan ik er 20 had ingeslagen. De (dins-)dag ervoor was een verstandskies van me getrokken en kon ik m’n mond nauwelijks nog open krijgen. De keuze viel op de spaghetti bolognese; met een beetje knoflookpoeder en wat zout en peper best in te nemen !

’s Avonds nog paar biertjes samen met Paul Peggs en Bart Boosman in ‘de clubkantine’ gedronken waarna het rond 23.00 uur weer welletjes was.

Donderdagmiddag, rond de klok van 14.00 uur passeerden ‘we’ de Baloeran ton op weg naar het ‘noorden’. Hoewel de stroom op dat moment nog niet echt mee, bleek pas toen eigenlijk dat er nogal wat meer schepen route 1 als favoriete route hadden gekozen. De wind was ZO 3/4 en dus kon er niet langer meer een excuus gevonden worden de spinaker niet te hoeven zetten: omhoog dus met dat ding ! Nog voor het passeren van de Baloeran ton ging het al mis. De sluiting van de lij schoot had ik klaarblijkelijk niet goed dicht gedaan en schoot dus al bij het hijsen van de spi los. Door snel af te vallen kon ik de schoot in de luwte van het grootzeil weer vast klikken. Nu snel oploeven want de Baloeran was nog maar zo’n 50 meter verwijderd. Het passeren ervan ging weliswaar goed maar ik moest nog duidelijk vertrouwd raken met m’n nieuwe aanwinst: het wou gewoon niet ! Pas na een half uur had ik ‘m goed staan en liep ik zowaar gelijk op met de Franschman ! Dit succes bleek al snel kortstondig toen, hééél vreemd, de loef schoot uit de spi boom schoot !? Spi naar beneden en meteen maar vervangen voor de genaker waar ik simpelweg meer vertrouwd mee ben. Dit bleek achteraf toch ook weer niet zo’n slechte keuze, dat hoewel de spi weliswaar 20 m2 groter is, de wind tevens een beetje naar het Oosten toe kromp waardoor de schepen die hun spi nog wel hadden staan stuk voor stuk moesten afvallen terwijl de genaker boten rechtstreeks op de Lange Jaap (of Jan ?), konden varen.

Rond de klok van 17.00 uur begon de stroom behoorlijk mee te lopen en met een dikke 8 knoop over de grond schoot dit mooi op ! Om 18.48 uur passeerden ‘we’ de MH4 bij Den Helder en stoof ik vervolgens met een continue speedalarm (gaat bij mij af boven de 8 knoop) richting de T12 Oudeschild, Texel die ‘we’ 19.25 uur passeerden.
Aangemoedigd door het feit dat het merendeel van de route ‘1-gangers’ nog doorging naar Kornwerderzand en de wetenschap dat de stroom in ieder geval tot 23.00 uur nog zou mee staan, ging ook ik door naar de BO8.

Gewapend met een vooraf opgesteld lijstje met daarop in volgorde de te ronden tonnen en hun kleur en ISO kenmerken, stoof ik met een noodgang in het donker over het wad. In het begin best spannend, maar viel al snel ook wel weer mee als je bedenkt dat het varen op de verlichte tonnen misschien zelfs wel duidelijker is dan overdag. Alleen die onverlichte tonnen, die moet je zien te vermijden….Het laatste stukje was de BO8 ton hoog aan de wind keurig bezeild, ware het niet dat mijn aandacht toch verslapte. Zo’n 50 meter voor de ton werd ik pijnlijk herinnerd aan de sterke stroom die er toch nog steeds stond waardoor ik toch nog 10 meter te laag uitkwam. Met de ‘My Freedom’ in de hand was de verleiding groot op het groene knopje te drukken, maar de waarschuwende woorden van BOB Luyendijk tijdens het palaver “We kunnen de positie op de meter nauwkeurig bepalen !!” schoten door m’n hoofd. Ik kon de verleiding weerstaan toch op het groene knopje te drukken, maar moest daardoor nog wel weer over stag. Dit ging natuurlijk met te weinig gang weer niet vlekkeloos en had ik nu bovendien de stroom tegen! Met een hoop geklungel in het donker bij de BO8, kostte me dit zeker 2 kostbare minuten. Jammer, maar ook stom !Inmiddels had ik mobiel contact gehad met grote vriend Bart, die de sluis van Kornwerd al lang had gepasseerd, en had mij over zijn besluit geïnformeerd door te varen naar Medemblik. Er stond nog een dikke ZO 4 en waarom ook eigenlijk niet ? De brug en het schutten ging redelijk snel waardoor ik een uur na het ronden van de BO8 ook de positie van de VF4 aan Bob kon ‘door GPS’en’. Met een stevige halve wind liep de Indra soms 7 knoop richting de WP12, waarvan ik er halverwege achterkwam dat dit een onverlichte ton betrof…. Nee hé, daar gaan we weer !! Met de pijnlijke ervaring van de onverlichte V15 2 jaar geleden, werd ik een beetje zenuwachtig en besloot de positie van de WP12 nog maar eens heel nauwkeurig na te meten. Zo’n 0,20 mijl voor de WP12 draaide ik de genua weg en ontkoppelde de automatische windvaan stuurinrichting, zodat ik meer zicht rondom zou hebben, makkelijker kon manoeuvreren, maar ook niet met een noodgang er langs zou kunnen varen. Gewapend met handschijnwerper en My Safety in de hand, dook in enen de silhouetten van de WP12 aan stuurboordzijde op ! Oefff, dat ging goed.Vrijdag 1 oktober 10.50 uur verzond ik wederom de coördinaten van de door velen ongetwijfeld gewraakte onverlichte WP12 ton richting Bob. Met een windje Z3/4 ging het spinakeren deze keer goed en kreeg ik de smaak ervan weer te pakken. Ook het gijpen met de Spi bij de H2 (Hindelopen) richting de Sport B, ging in één keer goed. Aangezien de verwachtingen waren dat de wind verder zou ruimen naar het ZW met bovendien iets meer wind, gooide ik m’n ankertje ’s middags rond de klok van 14.30 uur in de vluchthaven bij Breezanddijk uit. Ik lag bovendien mooi op schema, zo vond ik zelf.’s Ochtends 2 oktober had ik om 5.00 uur m’n wekker gezet. Buurman Martin Selles van de ‘Kim’ was toen al weer op pad, althans hij lag er in elk geval niet meer. De wind was inmiddels geruimd naar de beloofde ZW hoek en na ruimschoots te hebben ontbeten en koffie gezet te hebben, ging ook ik anker op. Om 6.44 uur passeerde ik wederom de Sport B ton, waarbij aanvankelijk bleek dat de VZ1 (Stavoren) toch niet bezeild zou zijn. De wind was klaarblijkelijk toch meer Z dan ZW althans het eerste haf uur want even later was de VZ1 ruim bezeild en moest ik hoog aan de wind de WV14 (Den Oever) nog maar zien te halen. Dit ging goed.

Het daarop volgende lange rak van 23 mijl lang naar de EZ29 beloofde een makkie te worden. Met een inmiddels stevige ZW 4/5 besloot ik toch maar niet de genaker te zetten op dit ruim bezeilde rak, wat tegelijk mijn enige goede ingeving dit rak zou blijken. Nog geen 20 minuten later stootte op een heel knullige manier de lierhandel uit m’n handen, plons het water in. Shit, heb ik weer, maar gelukkig heb ik een reserve ! Even later bleek ik het pas opgespoten vogeleiland (wat een werelduitvinding !) toch wel erg dicht te passeren. Een (te) snelle blik op de kaart leerde me dan ook beter meer afstand te houden, en dus viel ik iets af. Met het passeren van het eiland dacht ik het ondiepte gevaar gehad te hebben, ware het niet dat ik even later alsnog door een ‘Bonk, Bonk, Bonk’ werd opgeschrikt. Snel afvallen en goed helling houdende, kwam ik gelukkig op eigen kracht van deze ondiepte af die ik over het hoofd had gezien. Dat was niet handig !

Tussen Stavoren en Enkhuizen werd de aandacht opgeëist door het feit ik dwars door het wedstrijdveld van de deelnemers aan de Bolkoppenrace moest. Deze grote jongens stoven met een rotgang voor en achter me langs en was het een kwestie van even goed anticiperen om hier fatsoenlijk door heen te komen. Met een dikke ZW 4/5 was het overigens wel een schitterend gezicht deze grote bolle koppen onder vol tuig door het water heen te zien banjeren.

Ongeveer 4 mijl voor het ronden van de EZ 29 had ik m’n 3e onfortuinlijke actie die dag: óók mijn reserve lierhendel viel overboord, en had ik er dus geen één meer !! Twee lierhendels op één dag over boord, zo iets bedenk je toch niet ? Ik klaarblijkelijk wel. Gelukkig verplichte de koers naar de EZ29 me niet de genua strak door te moeten zetten en kon ik door de kop even in de wind te gooien de schoot ook met de hand voldoende aantrekken. Om 14.08 uur passeerde ik de EZ29. Alvorens naar de sluizen te varen, schoot ik eerst nog snel de jachthaven van Roy Heiner in, om aldaar een veel te dure Harken lierhandel aan te schaffen; maken ze die dingen van goud of zo ?

Rond de klok van 16.00 uur werd ik tezamen met Albert de Brouwer met zijn Waarschip ’t Waere Hout’ geschut. Albert had voor route 3 gekozen en wist me te vertellen dat hij tot dan toe maar liefst 26 mijl van de 170, bezeild had gehad ! Route 3 was dit jaar dus niet de juiste route, zoveel was duidelijk.

Om 16.37 uur passeerde ik onder genaker de OVD3 richting de NEK ton voor de laatste loodjes. De genaker stond hooguit 20 minuten want toen de lucht dreigend zwart begon te worden verruilde ik deze voor de genua. Vlak voor de Nek ton trok de wind nog even stevig aan en besloot ik met een kruisrak voor de boeg, ook maar vast een rif te zetten. Echt veel harde wind kwam er steeds niet uit die dreigende luchten en dus kon het rif na het ronden van de NEK ton (18.12 uur) er ook weer vrij snel uit. Het Paard van Marken was met 180 graden in ieder geval bezeild.

Het begon inmiddels al weer donker te worden en het lampie van de ‘My Safety’ verried zijn aanwezigheid weer onder de buiskap: best gezellig zo’n groen flikkerend lampje ! Hoewel de spanning van het ’s nachts correct fotograferen van een ton binnen 4 meter afstand ervan, ook wel iets had. Ook het bij tijd en wijle zien flitsen van de camera’s van andere deelnemers elders op het water, had iets gemeenschappelijks….

Na het Paard van Marken moest ik nog 3 slagen maken alvorens de IJM17 bezeild zou zijn. Het einde was in zicht. Nu de kop er nog even goed bijhouden want ook hier staan onverlichte tonnen en de binnenvaart vaart óók ’s nachts. Om 22.02 ronde ik de IJM17 en zaten de 200 mijlen er voor mij op.

Marco, Bob en Jan hartelijk dank ook dit jaar weer voor dit geweldig evenement !

Eric-Jan Wiebenga, s.y. ‘Indra’

 

 

The finest race I ever sailed

200 myls ‘SOLO’
The finest race I ever sailed
Jan Luyendijk | 06-10-04
“The finest race I ever sailed”, vertelde Paul Peggs laaiend enthousiast, 2 maal een uitgezeilde Mini Transat, ook o.a. winnaar van de Fastnet race, over de negende 200 myls ‘SOLO’, die werd verzeild van 29 september t/m 03 oktober 2004.
De solo-schippers welke voor route 1, de Noordzeebaan hadden gekozen waren duidelijk in het voordeel gezien de voorlopige uitslag. De weersvoorspellingen op woensdag voor de start leken aanvankelijk in het voordeel van keuzeroute 4, een IJsselmeerbaan te zijn. Met heen Noordenwind en de terug-rakken zuid werd baan 4 en ook 3 een grote kruisweg. 95 mijl aandewind 3-4-5 Bft kostte heel veel, te veel tijd. Bertus Buijs, die diverse Ostars verzeilde en zich tevens voor de Star 2005 inschreef, vond baan 3 maar verrekte lastig met het vele malen overstag gaan. Op de Oceaan heb ik het makkelijker, vertelde Bertus, met de vraag zal ik morgen of overmorgen overstag gaan. Een van de 4 vrouwen, Pamela van der Vleuten, toonde een enorm karakter door toch door te zeilen naar de finish, nadat ze voor het paard van Marken een aanvaring had met een bruine vloot schipper, waardoor haar voorstag brak en de preekstoel volkomen was ontzet. Met allerlei lijnen werd de voorstag weer vastgezet en de genua gehezen en haar laatste rak naar de finish voortgezet.Van de 80 aangemelde schippers startten er op woensdagmorgen 71. Achttien solisten haalden de eindstreep niet, door materiaalpech met o.a. hun stuurautomaten, electrische systemen. Hiervan waren drie schippers, die door fysieke problemen, de race niet meer konden voltooien. Uiteindelijk finishten er 59 schippers, waaronder alle vier vrouwen.De officiele uitslag, zal eerst op 13 oktober 2004 bekend zijn. Dit vanwege het puntensysteem, die gecombineerd wordt met de uitslag op handicap. Alle logboeken met daarin de tijden van de merkteken-passages moeten nog worden gecontrolleerd en vergeleken worden met de coordinaten gegevens, die zijn verzonden door de meegegeven gps/gsm-units XMARK.Meer op de 200 MYLS SOLO website

’t Waere Hout door Albert de Brouwer

De koorts.
Sinds ik er voor het eerst van hoorde wist ik het: ik moet mee doen, de 200 myls solo varen.
Een uitdaging voor schip en schipper. Verrassend was het toen half maart mijn naam in de lijst van deelnemers opgenomen was. 2004, dit jaar moet het dus gebeuren.
Gelukkig is het schip in de afgelopen jaren aangepast voor deze tocht der tochten. Alle lijnen zijn nu vanaf de kuip te bedienen, het elektrische systeem is verbeterd, er hangt een nieuw roer onder het schip en dit voorjaar is een sterkere stuurautomaat aangeschaft met afstandsbediening. Een van de laatste voorbereidingen was het solo varen van “het Paard van Marken”. Dit is een 50 myls race van Waarschepen tegen Kolobri’s. Een dag lang hakken op het IJsselmeer met 6Bft, goed gevaren, alles heel gehouden, gaf mij een positief gevoel over de mogelijkheden de 200 myls uit te varen.
De laatste week voor de start kwam de koorts. Avonden over de kaarten gebogen, iedere weersite wel 101 maal geraadpleegd, alle opties de revue laten passeren. Ook de site van de organisatie regelmatig geraadpleegd om oude verhalen te lezen, tactieken te bestuderen, kortom mijn leven draaide maar om een ding: de 200 myls.
Maar werd ik er ook wijzer van?? Nou, ja en nee. Uit de oude verhalen bleek dat de tijd die gegeven wordt om de 200 myls te varen met een beetje wind voldoende is. Dat schepte vertrouwen. De weersverwachtingen wisselde enorm naarmate de start dichterbij kwam, daar was geen zinnig woord over te zeggen. Mijn meteo-team kwam tot dezelfde conclusie als ik: gokken en hopen dat het goed uitpakt.

Dag 0. (28 september 2004)
Eerst even langs mijn werk geweest voor een periodieke medische keuring om op de weg terug bij de plaatselijke supermarkt inkopen gedaan. Drinken, brood, beleg, warme hap en chocolade vormden de hoofdmoot. Vervolgens weer snel achter de computer voor de laatste weerberichten . Hierna rustig naar Naarden gereden, ’t Waere Hout geladen en vaarklaar gemaakt. Een domper was dat, ondanks de belofte van de zeilmaker, mijn nieuwe genua 2 niet klaar was. Toch vol goede moed, maar met de nodige spanningen in de maag, rond 15.00 uur vertrokken naar de Muiden. Na een klein uurtje varen (op de motor) kwam ik aan in de drukke stichtingshaven. De havenkom lag al vol en maakte ik vast naast de “Jager” van Peter vd Schaaf in de doorvaart. Deze non-alcoholist had een lekker biertje aan boord. Na nuttiging hiervan op de steiger kennis gemaakt met wat medestanders waarbij de discussie over het weer de boventoon voerde.  Ondertussen uitgenodigd door Barend Peters om bij hem aan boord te komen eten. Hij, of was het zijn vriendin Jolanda, serveerde een naar eigen zeggen “Marokkaanse stoofpot”. Deze heerlijke pot werd vier man en een dame soldaat gemaakt. Daarna was het haasten naar Ome Ko voor het palaver. In de drukte aldaar koffie met appeltaart, de nodige zegjes van oa organisator Jan Luyendijk, het uitreiken van het logboek met de wedstrijd bescheiden. Speciaal dit jaar was een apparaat “My-Safety”. Met een druk op de knop wist het regatta bureau hoe laat ik waar was en zou het thuisfront via de site binnen enkele minuten dat ook weten. Ook het weer werd aangehaald, weinig wind en waarschijnlijk moeilijk om de 200 myls uit te varen. Het zal eens mee zitten op mijn eerste.  Na nog een laatste borrel aan boord de kooi opgezocht.

Dag 1. (29 september 2004)
Half zeven ging de wekker en buiten was het al een drukte van jewelste. Gedurende de nacht drie keer eruit geweest en slecht geslapen, de zenuwen spelen op. Tien minuten later vertrokken de eerste schepen al richting start. Eerst maar aankleden en de PV (persoonlijke verzorging)uitvoeren. Tijdens het warmen van water voor de koffie genua 1 aangeslagen, er was tenslotte weinig wind voorspeld. Na het ontbijt, het zetten van koffie en vullen van het etensvak onder de overloop werd ook mijn buurman Peter een beetje actief. Hij wist te melden dat er 20 knopen wind stond. Gevolg: nog in de haven vond de eerste zeilwissel plaats, genua 3 de High Aspect erop.  Op de motor en de stuurautomaat aan het roer onderweg naar de M1 zeil gezet. Om 7.23.44 uur was het moment daar; mijn start van de 200 myls 2004. Er stond een dikke 4 Bft en samen met de andere schepen op weg naar de tweede boei in de wedstrijd, bij Volendam. Tot het Paard van Marken was het bijna bezeild, daarna begon het kruisen. Om 09.18 de MN1GZ2 gerond en verder stampen naar de NEK met iets meer wind. Jos Valkering van de Magic was ik net na de MN1 voorbij en Bart van Breeschoten was voor de NEK het haasje. Hoewel ’t Waere Hout licht overtuigd was bleef hij wonderwel veel snelheid houden, onder toch wel forse helling. Om precies 11 uur om de NEK en bakstag naar Lelystad. Met de huidige tuigage schoot het niet op, voor de spinnaker vond ik het te hard waaien. Ik heb een kwartier met lede ogen rondgekeken hoe de schippers, die beter geoefend waren dan ik, het grote bolle zeil hezen en er vandoor gingen. Er liepen schepen uit het roer, er hingen spinnakers alleen aan de val zodat ik besloot de genua 1 vliegend te hijsen.  Het zeil vatte gelijk wind, het hijsen moest dus via de lier. Half uitgeput trok ik aan de schoot en de snelheid nam direct toe. Om 12.45 uur bij de OVD3. Een aantal schepen voeren richting Amsterdam, route 1 dus voor hun. Na het problematische hijsen was ook het strijken van de genua een enorme klus, na vieren van de val lag 50% van het zeil in het water. Op het voordek van een stampend Waarschip 900 heeft uiteindelijk domme kracht het gewonnen en kon koers gezet worden naar de sluis. Na een minuut of tien wachten, samen met meerder solisten, werden we geschut. De weerberichten gingen over en weer. Achter de sluis even vast gemaakt en samen met Jaap Broer en later ook Peter vd Schaaf een goede lunch genuttigd. Onderling overleg had de tactiek voor de rest van de dag bepaald. Ten westen van het eiland langs Medemblik. Daar (bij de WP12) kijken of we route 3 of 4 gaan doen. Tijdens de herstart bij Lelystad (EZ29 om 15.41 uur) werkte My Safety niet, accu leeg, en men had gezegd dat hij minstens 24 uur mee zou gaan. Onder HA en vol grootzeil begonnen aan de trip naar het noorden. Niet bezeild maar dat zullen we komende dagen wat vaker tegenkomen. Onder een kleine 30 graden helling ben ik gaan knutselen om My Safety op te kunnen laden. Op mijn schip is een klein 12V contact waar de meegeleverde plug niet in past. Met wat draden en plakband lukte het om de elektronen vanuit de grote accu te transporteren naar het blauwe apparaat. Ondertussen werd het donker, waren de toeristen van het water af en nam de wind af en af, zo ook de snelheid van het schip dit ondanks dat ik gewisseld had naar genua 1. Eindelijk, na 7 uur en een kwartier (22.54 uur) was ik bij de WV14. Ik had het licht van deze boei al zo lang in zicht maar kwam zeer langzaam dichterbij. Het laatste uur rond de 2 knp gevaren. Plan was om onder spinnaker naar Enkhuizen te gaan maar het gebrek aan wind heeft ervoor gezorgd dat in Oude Zeug werd overnacht. Met de schippers van de Jager en later ook de Di Vagi een borrel gedronken. Moe maar voldaan de kooi opgezocht.

Dag 2. (30 september 2004)
Wakker geworden door een zonnetje dat de kajuit in scheen. Vandaag, op mijn verjaardag, zit het weer in ieder geval mee. Een vroeg SMS-je van mijn zoon en een telefoontje van mijn vrouw maakt de feestvreugde compleet.  Eerst even rustig rondgekeken in de haven waar veel bieten overgeladen werden van vrachtwagens in binnenvaartschepen. Vervolgens het weer bekeken en samen met de anderen grappen gemaakt over de solisten die in IJmuiden liggen. Wij hadden namelijk 0,2 knp wind uit het noorden. Ontbeten, de PV gedaan en gezamenlijk nog een kop koffie (thee voor Peter) gedronken. Na alles klaargemaakt te hebben voor vertrek rustig richting de WV14, de startboei voor vandaag, gevaren. Na wat treuzelen, en balen (de wind was naar zuid gedraaid) ben ik om 11.14 begonnen aan het kruisark naar Enkhuizen. Weer tegenwind, weer weinig wind onder vol tuig met zeker 3 knp. In het gangboord, met de stuurautomaat als roerganger, naar het “bruisende”water gekeken en de nodige foto’s gemaakt van mijn medesolisten. Net als gisteren, de boei reeds lang in beeld maar nog o zo ver weg. Hemelsbreed, volgens het logboek, was de afstand 13 mijl. Ik heb er ruim 4,5 uur over gedaan. Onderweg wel opgevrolijkt door de nodige felicitaties per telefoon. Bij de EZ1KG2 werd het spannend. Voor het eerst helemaal alleen met spinnaker varen. Ik had het zetten al vaak alleen gedaan, ondertussen sturen en alleen strijken echter nog niet. Het begon rustig met een knoop of 4 maar het weer betrok en de wind nam toe. Steeds harder werd ’t Waere Hout achter de spi aan door het water gesleept, de golfhoogte nam toe en de stuurautomaat kon het niet meer aan. Handmatig sturend dacht ik na over het hoe en wanneer strijken van de spi. Eigenlijk ging het best lekker snel en kon ik voor donker binnen zijn als ik hem liet staan, eigenlijk ging het net iets te hard om het 110% onder controle te hebben. Besloten om toch tot een mijl voor de Sport B de spi er bij te houden. De snelheid liep op tot 8 knp en het water kwam ondertussen ook van boven. Op een wild Waarschip 900 met gehele bemanning aan dek (ik dus) op een zeer nette manier de spi gestreken. Het ging, mede door een goede voorbereiding, vlekkeloos. Alleen de schoten waren een beetje nat geworden. De boei om 19.36 uur gerond, 18 mijl in een kleine 4 uur.  Op de motor richting Breezanddijk en daar voor anker, aan de Jager gelegen. Blij dat mijn grote anker aan boord was gebleven want dat gaf gedurende de nacht een rustig gevoel. Voor het eerst sinds de start weinig deelnemers op het water gezien maar de haven aan de Afsluitdijk ligt redelijk vol. Ook Jaap Broer komt bij ons liggen en we vertellen de sterke verhalen van vandaag. Na de warme hap en een goede borrel (ik was tenslotte jarig) lekker geslapen. Nog wel even gedacht aan de solisten uit IJmuiden die een wereld dag gehad moeten hebben met deze wind.

Dag 3. (1 oktober 2004)
Vandaag weer een mooi rak, van de Sport B naar de UK 16 bij Urk.  Redelijk op tijd opgestaan en alles geregeld voor vertrek. Er schijnt vannacht nog wel het eea gebeurd te zijn maar ik had daar weinig van meegekregen. De organisator van dit evenement was van zijn anker geslagen en bijna bij een mede-solist naar binnen gevaren. Jan had zich bij deze actie zo erg bezeerd dat hij moest opgeven, enorm jammer voor hem. Met goede moed begon ik om 08.08 aan het 24 mijl lange rak. Het begin, onder HA en vol grootzeil gaat vrij snel. De wind neemt al snel af en, zo handig als ik ben, ga ik precies voor de haveningang van Stavoren de fok wisselen. Onder alleen grootzeil voor drie charters uit moeten wijken. Na het Vrouwenzand gaat het steeds langzamer en het kost me ruim 7 uur om bij de UK 16 te komen. Ik rond de boei, op naar Medemblik, zet de spinnaker maar het 75 meter extra doek levert geen extra snelheid. Ik maak eten, rijst met een blik stoofvlees, en ga binnen aan tafel eten onder de verbluffende snelheid van 2,5 knp. Niemand in de buurt en hard gaat het dus niet. Net voor donker zie ik de onverlichte staak van de WP 12. Ik strijk de spi, zet genua 1 en lig compleet stil. Het begint te regenen en ik ga binnen een boek lezen. Na een minuut of 15 hoor ik de zeilen klapperen en buiten staat een weer een briesje, op naar Stavoren. Het briesje neemt toe tot een 4 Bft en ik stuif, met eigenlijk te veel zeil om de LC6VZ1 en stuur op richting Makkum. Shit, de verlichting van de GPS houdt het voor gezien. Door de regen weinig licht en op Noord is het zo wie zo gewoon enorm donker. Met een zaklantaarn in mijn mond voor de koers  (ook de kompasverlichting was nog nooit aangesloten) en de kaart op schoot vaar ik via de midvaarwaterboeien  naar de VF4. Onderweg vraag ik me meerdere malen af waarom ik dit doe. Makkum komt in zicht en met moeite vind ik de VF4 tegen de vele lichten van de sluizen. Ik haal de zeilen omlaag en vaar richting de haven. Op dit stukje bel ik Peter uit zijn bed en maak moe aan hem vast, de tijd 23.47. Van hem hoor ik dat Jaap is uitgevallen met een kapotte overloop, sneu voor hem.
Ik laat de boel de boel, kleed me om en val als een blok in slaap.

Dag 4. (2 oktober 2004)
Volgens de planning kan dit de laatste dag zijn van mijn eerste. Ik start niet te fanatiek dus ontbijt uitgebreid want het kan wel eens een lange dag worden. Het weer is goed en zelfs de wind is gunstig. Onder HA en een enkel rif start ik om 09.15 richting Hindelopen. Een bezeilde koers naar de H2. Het bestaat!! Bij de H2 vaar ik slim door een groot wedstrijdveld, de deelnemers vonden het iets minder slim geloof ik. Met twee klappen voorbij het Vrouwenzand om vervolgens iets af te vallen richting Lelystad. Het schip loopt prima en ik schiet lekker op. Om 14.37 klok ik de EZ 29 en heb 173 wedstrijdmijlen op de teller staan. Vol vertrouwen dat ik de finish ga halen vaar ik naar de sluis waar, met diverse mede-solisten, snel geschut wordt. Weer komt vervolgens de vraag: Welke zeilvoering nu??
Na de sluis, bij de OVD3 start ik met HA en vol grootzeil. De buien die rond hangen dwingen me tot zeilwissels. Van de genoemde set tm genua 4 met dubbel rif. Bij de NEK staat eigenlijk weinig wind maar ik bij in storm uitrusting varen en inderdaad, tegen de schemer neemt de wind toe tot een dikke 5 Bft. Via de MN1GZ2 bij Volendam en de PH-boei vaar ik het laatste stukje naar de IJM 17. Om 22.20 klok ik de finish van mijn eerste 200 myls. Ik geef ’t Waere Hout een klopje op het kajuitdak en bedankt haar voor het vertrouwen en de goede zorgen. Trots start ik de motor en vaar naar de haven van Muiden.
Bij mij aan boord wordt het nog gezellig en laat door een aantal lotgenoten die net als mij hun verhaal kwijt moeten. Moe maar zeer voldaan val ik in de kleine uurtjes in slaap.

De day after. (3 oktober 2004)
Het is een drukte van belang in de haven als ik mijn hoofd naar buiten steek. In een mooi ochtend zonnetje worden sterke verhalen verteld en wordt Jan Luyendijk regelmatig bedankt voor de mooie tocht.
Een aantal deelnemers vertrekken reeds want die moeten nog een lange weg. Zij kruisen de solisten die de nacht bezig zijn geweest om Muiden te bereiken. Halverwege de ochtend vertrek ik, op de motor, naar Naarden. Ik ruim het schip een beetje op en pak de auto naar huis. Onderweg merkt ik hoe moe ik eigenlijk ben. De 200 myls heeft meer energie gevergd dan ik had gedacht.
Thuis nog even rekenen. Bezeild waren 105 mijl van de 200. De gemiddelde snelheid over de 200 myls was 4,2 knp.

Van de 80 ingeschreven schepen, zijn er 71 gestart en 53 gefinishte. Met een totaal gezeild tijd van 47 uur en 31 minuten ben ik 36ste geworden. Ik ben er trots op.

 

 

De 200 myls ‘SOLO’ uit Schipper

SCHIPPER   nummer 6   2004
De 200 myls ‘SOLO’
voor de negende keer
De singlehanded zeilwedstrijd van 200 mijls ‘SOLO’ wordt op  29 september  t/m 3 okto-
ber voor  de negende keer  gevaren.   Deze wedstrijd wordt gevaren onder 80 schippers
die  in  kajuitjachten  binnen  5  dagen  een wedstrijdbaan van 200 mijl vol te maken.De
solozeilers kunnen kiezen uit  4 routes  over Markermeer, IJsselmeer, Wad en Noordzee.
In  elke baan  zijn er  17 boeien die gerond moeten worden. Dienden de geronde merk-
tekens in vorige edities van de zeilwedstrijd te worden  gefotografeerd  en de  pasages
per  gsm  te worden gemeld aan  het regattabureau als bewijs van passage. Nu krijgen
de deelnemers een gps.gsm-unit mee.
Info: www.200myls.nl

De 287 mijls door Marjan van de Vrie

De 287 mijls.Door : Marjan van de Vrie

Ik ben dus weer thuis, en aan het bijkomen van de tocht. Ik heb nog nooit zo’n zware en intensieve tocht gevaren. 200 mijls heet het, maar op het log zijn het er toch bijna 290! Als ik de windvaan niet had gehad, de gps niet, en het overlevingspak van Martine, dan had ik hem nooit uitgevaren.
Mijn tocht was relatief wat zwaarder omdat ik de eerste dag zoveel mogelijk mijlen wilde maken, en daardoor uiteindelijk wat vaker ’s nachts moest varen. Op zich was dat plan meteen veel mijlen te maken goed. De windverwachting was toen we vertokken 2, soms 3, NW draaiend naar ZO, maar ik had de pech dat bij de WP12 de wind helemaal wegviel. Een uurtje of 7 heb ik gedobberd om naar Urk te komen.

De eerste dag was meteen de zwaarste. Het begon er al mee dat ik nog nooit solo met de nieuwe Mathilde had gevaren, de stuurautomaat nog niet had gewerkt op deze boot, en dat ik de windvaan nog niet meteen had ingezet. De start was te vroeg, althans te ongeorganiseerd. Meteen had ik al een dobberende aanvaring met de M3 omdat ik wat spulletjes nog niet boven had, enz enz. De wind was een NW4, en al gauw moest ik een eerste rifje steken.

Overdag was een leuke dag, veel andere boten in zicht. Alleen naar de NEK was het kruisen, de rest was bezeild. Na de sluis kwam nog een stuk wat weliswaar kruisen was, maar toen had ik mijn duitse windvaan ‘Kurt’ aan de praat en kon ik zelfs even eten opwarmen onderweg.

Langzaamaan raken dan alle boten buiten beeld, want erg veel zijn toch wel sneller, alhoewel Mathilde zeker niet traag is. In het donker de WP12 gezocht, en dat viel niet mee. Geen maan, en geen idee waar nu dat eiland was waar ze het op de kaart over hadden. Uiteindelijk dankzij de gps en goed kijken de staak toch gespot, en op pad richting Urk. Na een half uur was er bijna geen wind meer, maar gek genoeg bleef ik toch een knoop of anderhalf varen gemiddeld.

En dan duurt de nacht heel erg lang. Het was erg moeilijk om wakker te blijven, maar het anker uitgooien en slapen vond ik geen optie. Dat zou in de wedstrijd teveel tijd kosten. Motor aan en ergens naartoe? Ik dacht dat je in Medemblik geen officiële rustplaats had, dus dat heb ik niet gedaan, want ik wilde de tocht wel erg graag uitvaren. Er was gelukkig geen scheepvaart, maar wel een mooie sterrenhemel. Ik heb nog een meteoor gezien en een planeet zo helder dat ik hem bijna voor een toplicht aanzag toen hij in het begin van de nacht nog erg laag stond.

’s Morgens dan eindelijk aangekomen in Urk. De beroepsvaart begon ook weer tot leven te komen. In de haven lagen al een aantal bootjes, en meteen vroegen een paar solo’ers of ik zin had in een ontbijt met warme broodjes. Erg lekker, maar ik wou alleen maar slapen.

Toen ik wakker werd waren de meeste boten weer vertrokken, alleen de Chill Out en de Scheerling lagen er nog. Die laatste moest nog op een accu wachten. We luisterden even naar het weerbericht op de marifoon. Er zou die middag wat meer wind komen, een 3. Ik besloot eerst maar eens te gaan douchen, want ik had een houten kop waar je u tegen kunt zeggen. Nee, daar kan geen drank tegenop!

Vervolgens toch maar vertrokken, want alleen achterblijven in Urk leek me ook maar saai. En ik had geen zin om te gaan slapen. Op pad dus voor het volgende stuk. Eerst voor de wind op grootzeil en uitgeboomde genua. Mathilde liep 2, soms 3 knoopjes. Eigenlijk niet zo snel. Voor me stonden al heel wat spinnakers, dus ik besloot Truus de stuurautomaat maar eens aan het werk te zetten en de spinnaker maar eens te hijsen. De boom stond toch al.

Eenmaal onder zeil liep het een stuk lekkerder. De 3 knopen waren nu constant, tot tijdelijk de wind wegviel, en de spinnaker in begon te vallen. Even later begon de wind aan te trekken, en kwamen we al aan de 6 knopen, soms wat meer. Dat schoot tenminste op. Lastiger was wel dat de wind in vlagen kwam, en daarin ruimde. Zonder neerhouder kwam de spi wel erg hoog te staan.
Het Vrouwenzand kwam in zicht, en ook wat charterboten, dus viel ik wat af en gooide ik de lijschoot los. De boom stond inmiddels zo hoog dat ik moest rekken om erbij te komen, maar uiteindelijk kon ik de spi zonder verdere problemen binnenhalen. De genua uitgerold, en met ruime wind verder.

Mathilde liep lekker door. Het eerste rifje volgde niet veel later. Voor een ruime koers was het misschien niet noodzakelijk, maar het zit ook niet in de weg. Des te makkelijker zeilt het mocht je uit moeten wijken. In het donker kwam ik bij de Breezanddijk aan, Sport B. Het was er echt donker. Het stuiterde vrij aardig, en het was niet in te schatten hoe ver de ton van de dijk stond. Ik was blij toen ik hem ‘aangetikt’ had en weer terug naar het zuiden kon, naar de LC 9, die net niet bezeild was. Uiteraard begon het juist wat donkerder en natter te worden tussen het Vrouwenzand en het eiland in. Mijn voornaamste bezigheid was een koers zoeken buiten de onverlichte tonnen om. Lang leve de gps en de windvaan die maakte dat ik mijn handen vrij had voor navigatie.

Het was weer erg laat toen ik eindelijk in Stavoren in de haven lag, een uurtje of 2. De Skua was vlak voor me aangekomen, en er lag nog een andere solo’er. Liggen is dan slapen, echt meteen vertrokken. De volgende morgen een wandelingetje naar de havenmeester, en naar de supermarkt. De waspeentjes waren op, maar het winkelpersoneel was erg aardig en ontgroende een bosje worteltjes voor me. Onderweg was dat lekker knabbelen. Terug in de haven kwam ik Bart tegen, die op zoek was naar een warme bakker. De broodjes waar hij het waarschijnlijk op had staan, had ik al in de supermarkt te gescoord.

Met nog warme, verse broodjes met kaas vertrok ik weer naar de LC 9. Een uurtje motoren, om stroom te draaien voor de gps, navigatieverlichting en het gps/gsm kastje dat ook graag opgeladen wilde worden. Het was een beetje heiig, maar gelukkig was het zicht best goed. Halve wind naar het oosten, en onderweg gezelschap van een vogeltje dat plotseling achter me op de kuipbank zat. Het was een groenig beestje, met een lange staart, een kwikstaartje, denk ik. In de kruimeltjes die ik op de kuipbank legde was hij niet geinteressseerd, maar toen hij een minuut of tien later vertrok was de boot ontdaan van alle insecten.

Bij de B8 kwam ik de ocean 25 tegen. Gek dat hij wel zo dicht langs de ton voer, maar niet naar 226 graden opstuurde daarna. Zou hij een andere route varen? Eerst maar eens het logboek invullen. B8? B10 had je moeten hebben! Wat een sufferd. Gauw weer afgevallen, naar de B10, en de positie nog een keer doorgeseind.

Aan de wind ging het verder met de windvaan aan het werk, lekker opschieten naar de volgende ton. Beetje eten maken, even lekker zonder overal onder de buiskap zitten, pauze houden en uitrusten. Daarna weer een voor de windse koers tot ruime koers naar de VZ4. Van daaruit door naar Hindelopen. Ook dit rakje begon weer erg rustig zodat ik de spi weer overwoog. Maar zonder neerhouder vond ik het toch minder prettig zeilen, dus liet ik het maar achterwege. Dan maar wat wat langzamer.

Bij de ton van Hindelopen was het druk. Vissersboten en jachten die allemaal de haven in wilden. Goed opletten, en weer zo snel mogelijk weg daar. Ik had nog heel wat mijltjes te gaan naar de volgende stop. Mathilde liep lekker door aan de wind, en de windvaan deed het prima. Zelf zat ik onder de buiskap en keek goed om me heen om zeker geen andere schepen te missen.

Weer het stukje tussen Vrouwenzand en het onzichtbare eiland in het donker! Goed opletten, zeker zo stuiterend en in het donker. Het verbaasde me dat het me zo makkelijk viel om wakker te blijven. Ik was erg geconcentreerd, ik wist niet dat dat kon na zo weinig slaap in de afgelopen dagen. Wanneer de boot maar snelheid heeft, kostte het bijna geen moeite. De wereld is op zo’n moment erg klein. Jij en je boot, het water en het weer, het wordt bijna een eenheid. Af en toe een smsje van het thuisfront, heel af en toe een lampje in de verte van een andere solo’er, en verder denk je niet meer.

Voorbij de VZ4 kwam ik weer op ruimer water. Helaas was het wel kruisen. Alles deed ik met extra voorzichtigheid, vooral in de laatste nachten. Zo weinig mogelijk naar beneden, alleen als het echt moet. Aangelijnd, de weinige keren dat je naar voren moet. Bij overstagmanoevres gewoon jezelf de commando’s geven, zodat je daar geen fouten bij maakt. Alles twee keer controleren bij het navigeren. Jezelf voor alle zekerheid niet vertrouwen. Alles ging vlekkeloos.

Het was bijna licht toen ik bij Lelystad in de buurt van de sluizen kwam. Nog voor de sluis, vlakbij de zendmast lag een zeilboot voor anker. Dat leek me een prima plek om het nieuwe anker uit te proberen. Bal ophangen, een lampje was niet meer de moeite. Tussendoor een keertje wakker geworden toen de wind wat aantrok, maar het anker hield het goed.

Het voelde weer als erg vroeg toen ik bij de sluis aankwam, al was het al middag. Er lagen nog wat bootjes te wachten. De Xinia, de Airborne, de Warber, en de Cras Factum Est.
De schipper van het laatste bootje vroeg meteen of de tocht me beviel. En ook Anje maakte in de sluis aangekomen een foto van mij en Mathilde en vroeg of ik volgende keer weer mee ging doen. Dat was echt niet het moment om dat te vragen. Het was vroeg, er zat een ouder echtpaar voor me dat zo traag de sluis in ging dat ik bijna klem kwam te zitten tussen hen en de Airborne, en ik was de motor vergeten in z’n vrij te zetten zodat die nog vrolijk de boot aan het achteruit trekken was terwijl ik de touwtjes om de bolders had gelegd. Nee, dit was mijn moment niet.
Maar ook dat kan veranderen.

De brug ging omhoog en de sluisdeuren open. Rustig aan naar buiten, achter me wat geroep van andere schippers. En boven op de sluismuur stond Tiny! Die had op internet gezien waar ik uithing, en was ‘even’ vanuit Brabant komen kijken. Hij moest rennen toen hij een bekende mast boven de sluismuur uit zag steken, en dus kon hij nog even zwaaien. ‘Hij houdt van je’ riep de schipper van de Airborne naar me. En ik denk dat er stiekem wel een aantal schippers een klein beetje jaloers waren.

Ik zat nog in de wedstrijd, dus het was jammer, maar ik moest wel meteen door. Geklooi met de stuurautomaat om ook eens te proberen of dat nu handiger ging om het grootzeil te hijsen terwijl je nog voortgang maakt zoals alle andere schippers. Daarna meteen besloten dat nooit meer te proberen. Gewoon kop in de wind, en terwijl je wat afvalt het zeil omhoog. Veel makkelijker, rustiger en meer contact met de wind. Het tweede rifje gelijk erin, want de verwachting was ZW 5. Dat ZW klopte bij nader inzien alleen in buien, verder was de wind puur Z.

Het kruisrak naar de PH duurde en duurde maar. Ontevreden was ik niet over het bootje. De windvaan stuurde strak, net niet hoog aan de wind, en alles bij elkaar liepen we toch een knoopje of 5 op het log. Die snelheid haal je zelf niet, omdat je teveel wilt knijpen om je doel te bereiken. Een paar slagen en een paar uur later rondden we de PH. De Skua was vlak voor me, Net voor me rondde hij ook de NEK.

De lucht was behoorlijk donker vooruit, en ik was blij dat het tweede rifje stond en het voorzeil grotendeels was ingerold. De wind varieerde tussen 3 en 6 Bf. De Skua had erg weinig zeil, alleen zijn grootzeil met een tweede rif. Ik zag de boot twijfelen toen we de wind uit de bui voor ons kregen. Allebei vielen we af naar het westen. Halve wind.

Ik besloot eens te kijken wat Mathilde van een meer aan de windse koers vond. Het gaf wat meer helling, maar het maakte ook dat ik meer naar het zuiden kon. Weg van de bui en het open water op, dat werd mijn keuze. Mij niet gezien met veel wind onbekende havens aanlopen. En wat meer helling en door in minder goed weer, met Rudy samen vaak genoeg gedaan, dus dat voelde gek genoeg als vanouds. De Skua zag ik achterblijven in het slechte weer, ik dacht dat hij waarschijnlijk naar de Hoornse Hop o.i.d. zou gaan. Hogerwal, maar wel in de bui.

Eenmaal verder naar buiten bleef het hard waaien. Maar op het water was het verder rustig. Het zicht was goed, nauwelijks regen gehad. Liever dat dan bij de kust met meer kans op boten, tonnen en andere obstakels. Na een uurtje of anderhalf maar weer eens overstag, naar de GZ2 bij Volendam. Een vervelende ton om aan te lopen. In die buurt zit een ondiepte en ik vond het lastig om in te schatten hoeveel ruimte ik daar had. Tijdens een overstag om de ton aan te varen was er een vlaag, draaide de wind en kon ik me niet orienteren. Terug naar de koers die ik eerst had maar weer, en nog eens opnieuw proberen.

Eindelijk zag ik de vorm van de ton. Het knopje ingedrukt om de positie door te seinen, en dan zo snel mogelijk weer weg van het land. Mij niet gezien om daar te blijven, teveel wind. Mijn telefoon piepte: een sms’je, je gaat het halen!

De BVK was prettig bezeild, daarna werd het een stukje onoverzichtelijker. De wind zakte weer in, wat ik helemaal niet erg vond. Er was ten westen van me zoveel water gevallen, waar ik een klein staartje van meepikte, dat ik blij was dat het niet zo hard ging. Even kijken of het door zou zetten, en anders gewoon de vluchthaven in of desnoods terug het ruime water op, was mijn plan. Een race is leuk, maar het moet wel een beetje te doen zijn.

Uiteindelijk viel het allemaal mee. De wolken trokken weg, en af en toe was het net of iemand een schijnwerper op de zeilen zette. De maan gaf zoveel licht dat ik er bijna bij kon lezen. Ik moest nog een lang stuk doorvaren voor ik overstag kon naar de laatste ton, de IJM17. Nog twee toplichtjes in de buurt van andere solo’ers, wie gaat er anders op dat moment daar varen?

Met een lekkere vaart en een rustig windje op naar de IJM 17. Wat een klein lampje, maar beter dan niets. De gps/gsm unit begon weer te piepen, maar ik kon mijn stopcontact niet missen. De gps heeft voorrang.

Om half vijf kon ik dan voor de laatste keer het knopje indrukken.
Gefinished, het bootje nog heel, mijn doel bereikt.

Ik rolde de genua in, streek het grootzeil en moterde op m’n gemakje in het maanlicht onder Pampus door. De haven lag al vol met boten, maar naast een stalen schip was nog een plekje vrij. Touwtjes vast, nog even een telefoontje dat ik goed was aangekomen, en slapen! Rond een uur of tien hoorde ik buiten wat gepraat, en stak ik toch maar eens m’n kop naar buiten. Leuk, zoveel boten die ook waren aangekomen. En lekker douchen, verhalen luisteren en vertellen over de tocht. Bootje verzorgd, en eind van de middag weer thuis. Na zo’n tocht is het genieten van de kleine dingen. Alsof je maanden bent weggeweest.Marjan van de Vrie, Mathilde

 

 

 

200 myls ‘SOLO’- 2004 met de Lady A door Frits Brattinga

200 myls ‘SOLO’- 2004 met de Lady A

Op 29 oktober is de start van de negende 200 myls ‘Solo’. Maar de eigenlijke start vindt al plaats voor 1 maart als de inschrijving is geopend. Dit jaar was ik er weer als de kippen bij om me in te schrijven. Niets is dan mooier als eindelijk de foto van de ‘Lady A’ op het scherm verschijnt ten teken dat je definitief tot de gelukkige deelnemers behoort.

In de winter zijn er al nieuwe Kevlar zeilen en een spinaker besteld zodat er dit jaar serieus kan worden gezeild. Vele deelnemers kom ik het hele jaar door al tegen en iedereen heeft het over “De Race”. Het is voor mij net als voor vele andere deelnemers dan ook de afsluiter van het vaarseizoen. Na de ‘24 uurs race’ wordt de boot geprepareerd voor de 200 myls.

De uitrusting die net als de inhoud van de vele kastjes zo tegen het einde van het seizoen de boot uitpuilt wordt kritisch onder de loep gehouden en al de overbodige spullen gaan van boord.
Omdat ik dit jaar een route over zee wil gaan doen gaat het reddingsvlot aan boord. En de dacron zeilen worden vervangen door de Kevlar garderobe.

Op vrijdag 24 september word ik uitgezwaaid door de familie en via wat omzwervingen gaat het richting Muiden. Op maandag 27 oktober kom ik in Muiden aan. Het is hier al een drukte van belang.

Een drukte van belang in Muiden

Als Jaap Broer met zijn Di Vagi in de haven arriveert wordt de traditie, die wij voor iedere wedstrijd hebben, in ere gehouden namelijk het gezamenlijk verorberen van enige gerookte palingen terwijl we ze wegspoelen met gerstenat uit Enschede. Het was dit keer de beurt voor Jaap om de palingen te verzorgen. En eerlijk is eerlijk de omweg via Volendam was dit jaar een goede keuze want de palingen waren weer overheerlijk.

Als Dik Geurts de haven binnen komt en hij zijn boot en de Scheerling tooit met zijn sponsorvlaggen kunnen Jaap en ik het niet nalaten ook onze boten te tooien met de Friamco vlaggen.
Zowaar we krijgen positieve reacties en Jan Luyendijk vraagt zelfs of ik ook een vlag voor hem heb, helaas, maar Jan volgend jaar heb ik ook een vlag voor jou aan boord ??

Sponsorvlaggen in de Muider haven

Dinsdag is iedereen druk bezig de laatste aanpassingen aan de boot te doen en heerst er een gezellig sfeertje. Iedereen is bij elkaar aan het buurten en probeert elkaar de tactiek te ontfutselen. Iets waar meestal met een kwinkslag op wordt gereageerd. Dat het ieder jaar steeds serieuzer wordt blijkt wel uit het volgende, er worden namelijk op enkele schepen havenbemanningen gesignaleerd, vooral op de ‘Xinia’ is men daar heel serieus mee bezig en tijdens de race zal Jacqueline vanaf de basis op de wal van advies worden voorzien wanneer en welke baan zij moet zeilen. (Bij Lelystad gaat ze eerst mee naar de sluis, als wij de telefoon bij haar aan boord horen gaan, keert ze op slag om en gaat route 1 zeilen).Op dinsdagavond wordt de plaatselijke Chinees weer door velen bezocht, waarna bij ‘Ome Ko’ de appeltaart met slagroom en de koffie klaar staat. Hier wordt het Palaver verzorgd. Dit jaar is er veel nieuws in het bijzonder de MySafety is nieuw. Dit is een GPS/GSM positiesignalering systeem kompleet met alarmknop en zal de telefoontjes met ‘200 Myls Bob’ vervangen. Het gehele systeem is nieuw en uniek in de wedstrijdzeilerij. Omdat de race zwaar belooft te worden krijgen we een soort peppillen en astronautenvoeding van een sponsor mee. Ik houd het geloof ik maar op mijn vertrouwde maaltijden en probeer een en ander wel op een ander moment uit.

Het weerbericht wat door Frits Bartels wordt verzorgd beloofd weinig wind en de wind die er is zal variabel zijn en in hoofdzaak in de nacht actief zijn. Na het palaver gaat ieder snel terug naar de haven en worden de laatste zaken nog even geregeld onder andere het fotograferen van de eigen boot, waarna door velen de wekkers worden gezet.

Op woensdag 29 september begint 5 uur 30 de telefoon te piepen ten teken dat de dag van de start is aangebroken. Ik steek mijn hoofd uit het luik en helaas voor onze weerman, maar gelukkig voor ons zeilers, het waait! Snel koffie zetten en bacon met eieren bakken voor mijn ontbijt. Links en recht komt er beweging in de haven. Alle afsluiters dicht zetten en de zeilen aanslaan. Om 6 uur 30 vertrekken de eerste boten, enkele deelnemers krijgen opeens een waas voor de ogen en zonder opkijken word er een hele rij boten losgegooid. Dan opeens een enorme knal en mijn boegverlichting is uit. De buurman voor mij is volgas achteruit tegen mijn boeg gevaren. Het gehele twee kleurenlicht is verdwenen. Met een sorry verdwijnt hij snel in de duisternis. Ik hoop dat hij nog eens het fatsoen heeft om zich te melden. Wij liggen met zijn allen nu los en als Frits Bartels probeert weg te varen vertikt zijn boegschroef het. Ik geef hem een zet en hij heeft nu de ruimte om weg te varen.

Omdat er nu ruimte is kan ik weg waarna de ‘Xinia’ van Jacqueline ook weg kan varen. Buiten de haven zet ik mijn zeilen. Nu blijkt ook dat het stevig waait. Om klokslag zeven druk ik de MySafety in en vertrek richting Marken. Voor mij zeilt al een Bavaria, ik meen de Passie te herkennen, deze is waarschijnlijk te vroeg gestart.

Ik besluit om boven Pampus langs te zeilen waardoor ik het Paard van Marken ruim kan bezeilen. Het gaat snel, 6 tot 7 knopen. De trimaran die buiten mededinging mee doet spuit me voorbij. Om het Paard van Marken heen gaat het scherp aan de wind richting de GZ2 bij Volendam. Tijdens een dikke regenbui krimpt de wind en kan ik door één extra slag te maken de boei ronden. Nu gaat het richting Nek, John van der Starre zeilt me voorbij ik lig nu vierde. John heeft het nu wel veel gemakkelijker dan tijdens de surf 11-stedentocht waarbij wij hem massaal steunden om in de februari kou de finish te laten halen, ondanks de kou bleef hij dan lachen, iets wat diepe indruk op velen maakte.

Met één keer kruisen kan om 10 uur 10 Nek gerond worden. Nu een ruime koers richting de OVD. Ik ga de spi zetten, tijdens een dikke windvlaag loop ik uit het roer en schieten de 2 nieuwe titanium sluitingen los. En de nachtmerrie van iedere zeilers is een realiteit. Als een vlag wappert de spinaker hoog in de mast voor mij uit. Eerst laat ik de val vieren, resultaat een spi die hoog in de lucht op 14 meter van de mast afwaait, ik draai het hele zaakje weer in en vaar eerst voor de wind en val dan in een keer af en zie daar de spi zakt in de luwte van de zeilen tegen de boot en kan ik de kletsnatte spinaker binnen halen. Doodmoe zit ik in de kuip.

Na een poosje probeer ik de kleine spi te zetten, en jawel daar schieten de haken weer los. Vloekend bedank ik George Kniest voor de kwaliteits sluitingen. Na enige tijd heb ik de hele kajuit vol liggen met een 130 m2 nat spinakerdoek. Ik ben bekaf en nat van het zweet, ik geloof het wel en zet de genua weer en vergeet het hele spinaker gebeuren. Door dit alles zijn vele boten mij ondertussen voorbij gelopen. Ondertussen beslis ik dat het In verband met de wind vooruitzichten beter is om route 1 maar te vergeten en ik besluit om het noordelijke IJsselmeer op te gaan en route 2 te kiezen.

Vrouwtje van Amstel vaart ook richting Lelystad, bij de sluis gaat haar telefoon en prompt keert ze terug om route 1 te zeilen. Ik zeil Solo en besluit het ook Solo te blijven doen, vrijheid blijheid. Na twee en een half uur is de herstart bij de EZ 29 en stuur ik weer mijn positie via de MySafety naar de sterren. Ik ben er nu achter dat als je het apparaat tijdig rechtop zet hij de satellieten beter vind en het signaal correct wordt verstuurd. Met een scherp aan de winds rak blijkt al snel dat Harlingen niet tijdig is te halen en ik kies nu definitief voor route 4, dus op naar de staak WP 12. De ‘Scheerling’ en de ‘Bondi 2’ zeilen mee. De ‘Chill Out’ passeert ons. Kruisend ronden we achter elkaar om 18 uur 30 de WP 12. Omdat ik ondertussen de spinakers heb opgeruimd overweeg ik om de grote spi weer te zetten. Ik haal de sluitingen weg en knoop de schoten aan de schoothoeken, en warempel zonder problemen bolt de spi zich. En een machtig spinakerrak richting Urk volgt. Bij Urk wordt bijna gelijktijdig met de Scheerling en de Bondi 2 de UK 16 gerond.

Ik besluit hier om de haven op te zoeken. En al is het traditie ook de ‘Chill Out’ ligt hier, hij was net een half uur eerder afgemeerd. Na een dag zeilen vind ik dat ondanks de ellende die ik met de spi’s heb gehad ik toch een goede dag heb gezeild. Na het omkleden even eten bereiden, kip kerrie met rijst, lekker en gemakkelijk waarna ik samen met Henk Bulthuis een biertje drink. Donderdag, de tweede dag, begint met zonneschijn echter de windgoeroe voorspeld voor later op de dag en in de nacht windkracht 4 tot 5. Om een uur of negen laat de wind zich gunstig voelen en ik vertrek richting Sport B. Na bij de UK 16 mijn positie weer verstuurt te hebben ga ik onder spinaker richting het noorden. Het beloofd een schitterende dag te worden.

Onder spi richting Sport B.


Het is volop genieten en met een gangetje van 5 tot 6 knopen vliegen de mijlen voorbij. Ik zet een CD met klassieke muziek snoeihard aan en de klanken van “Sailing” welke tijdens de finish van de ‘Flyer’ werd gespeeld vliegen over het water.

Dit is genieten en achterom ziend ligt er een schitterend zog achter de Lady A.

De Jager

Bij Stavoren zie ik de Peter van der Schaaf met zijn ‘Jager’ en Jaap Broer met de ‘Di Vagi’ onder de wal kruisen. Om een uur of drie wordt het bewolkt en begint de wind iets aan te wakkeren en nadert de Sport B spoedig.
 Tijdens het ronden zet ik de voor route 4 verste boei op de foto en gaat het richting LC 9. Na een dik uur op tegenliggende koers kom ik de achterop zeilende boten tegen.

Om een uur of 5 begint het te regenen en wordt het zeilpak weer aangetrokken. Als ik Ids Witteveen met de ‘Rocinant’ tegen kom zie ik met verbazing dat hij, terwijl het regent, onder een enorme parasol weggedoken is, de optimist.

Ids Witteveen onder de parasol

Ondertussen draait de wind naar het zuidoosten en ik kom er achter dat ik de verkeerde boei ben gerond in de verte zie ik de LC 9 en moet een slag maken om alsnog de juiste ton te ronden. Vanaf de LC 9 welke om 19 uur 9 word gerond gaat het kruisend naar de SB 10 en terwijl de wind aanhaalt kruis ik in de vallende duisternis richting Lemmer.
Ondertussen meld ik me telefonisch bij Bob om alle posities door te geven.
Ik maak eerst een slag richting de Friesche kust om tijdig over stag te gaan want ik blijf zoveel mogelijk ten zuiden van de rode tonnenlijn, dit omdat hier enkele onverlichte tonnen liggen. Ook bij de meetpaal liggen nog twee gele onverlichte staken.
Genietend van een lekkere kop hete koffie zie ik achter mij nog een vaag toplichtje schijnen.
Om 21 uur 45 wordt de SB 10 gerond. Omdat Enkhuizen nu ook met een ruime wind is te bezeilen besluit ik om door te gaan en eventueel bij het museum te ankeren. Met een dikke wind die ruim invalt vlieg ik richting Enkhuizen soms verschijnt er 8 knopen op de GPS.
In een kleine twee uur ben ik bijna bij de KG2. Ik stuur mijn positiemelding weer met de MySafety richting regattabureau, en omdat het heerlijk zeilweer is besluit na het ronden van de KG2 koers te zetten richting Hindelopen.
Terwijl Queen haar klanken over het IJsselmeer schalt, vliegt de Lady met 8 knopen naar het noordoosten. Dit zijn mooie rakken. Bij Stavoren moet ik warempel nog uitwijken voor een visser.
Strak om de pieren van Stavoren zeilend besluit ik definitief om in Hindelopen te ankeren.

Om half twee zie ik het witte schijnsel van de H2 oplichten en om tien voor twee rond ik de H2.
Als ik de zeilen laat zakken komt er nog een grote rode Rib met een enorme schijnwerper bij me om te zien welke idioot nu weer op de drempel bij Hindelopen is vastgelopen. Ik zwaai maar en beduid hem dat er niets loos is.
Om twee uur vind ik een heerlijk rustig plekje achter de dijk bij Hindelopen en laat ik mijn anker zakken. Nog een keertje gas geven met de motor in zijn achteruit om het anker in het zand te trekken en dan gaat de motor uit en lig ik lekker te deinen op een zachte golfslag achter het anker. De stormlamp aan de giek en de natte zooi uit waarna, terwijl ik geniet van een BB’tje, het logboek wordt bijgewerkt.

Ik geniet van een heerlijke nachtrust en om half acht word ik spontaan wakker.
Eitje met spek bakken, koffie zetten, straatje schrobben, scheren, wassen en Frits is weer klaar voor een lekkere dag zeilen.
Om half negen rond ik weer de H2, en omdat de afgelopen nacht de flitser het niet deed zet ik de boei nu op de gevoelige plaat. Met ruime wind richting de pieren van Stavoren. Nadat deze gerond zijn zeil ik ruim om de ondieptes heen om daarna koers te zetten naar de EZ 29.
Helaas een dikke tegenvaller op dit rak de wind is gedraaid en zwakt ook nog af, dus kruisend met zwakke wind richting Lelystad. Op het laatste stuk is de wind helemaal weg en over twee mijl doe ik dik een uur.
Wat kan zo’n rotboei dan ver weg liggen. Nadat ik om drie uur de EZ 29 heb gerond gaat het op de motor richting sluis, het gaat voorspoedig dit keer en anderhalf uur later ben ik al bij de OVD. Hier is YachtVision bezig met televisieopnames. Uiteraard geen belangstelling voor mij maar alleen voor de Primeur van een C-Yacht.
Terwijl ik onder de aantrekkende wind richting de PH boei zeil bak ik voor mezelf een heerlijke maaltijd gebakken aardappelen met spekjes.
Het rak naar de PH is goed te bezeilen echter de spi kan niet omhoog en blijft beneden deks. Daar ik aan de zuidkant van de vaargeul blijf mis ik door het slechte zicht de boei bijna.
Na het ronden om 18 uur 20 gaat het richting Marken. Terwijl k bij Marken contact met het regattabureau zoek om mijn posities door te geven, komt er een pikzwarte lucht opzetten waaruit lekker veel wind komt.
Om een uur of half negen rond ik de NEK boei. Nu zet ik koers naar mijn overnachtingshaven, Volendam.
Dit Rak van Nek naar Volendam nekt me bijna. Tot vijf keer toe een windschifting van 180 graden.
Mijn stuurautomaat weet het niet meer en geeft de geest, da’s pech. Gelukkig heeft ‘Aeolus’ nu medelijden met me en hij begint krachtig uit het westen te blazen. En kan ik de GZ 2 Scherp aanzeilen.
Om 22 uur 02 rond ik de GZ 2 en zoek achter in de haven van Volendam een rustig plekje voor de nacht op. Nu hoef ik morgen maar 12 mijl te zeilen.

Als ik ’s de haven verlaat regent het. Nu de stuurautomaat de geest heeft geven is het zetten van de zeilen nu moeilijker en omdat ik tijdens het zeilen zelf moet sturen heb ik wat koekjes en drinken in de nestkasten gelegd.

Om negen minuten voor acht rond ik weer de GZ2 en met een strak windje uit het zuidwesten gaat het richting de BVK. Ik kan de mijlen nu aftellen en met deze wind gaat het voorspoedig. Onder een mooie bewolkte hemel met zo nu en dan een vriendelijk zonnetje rond ik om zeven minuten over half negen de BVK, nu nog zes mijl al is dit wel kruisend. Mijn GPS geeft een aankomsttijd aan die varieert tussen kwart over tien en half elf. Door de schiftende wind kan ik de hoek van de Pampushaven niet halen en moet nog een keer een slag richting de Hollandse kust maken.
Als mijn GPS een peiling van 80 graden op de IJM 17 geeft ga ik nog een keer overstag en rond om 10 uur 23 de laatste boei terwijl ik nog een keer mijn positie naar de sterren stuur.
Ik verwacht dat er al vele deelnemers in Muiden zijn en dat ik zeker niet de “line honors” heb.

Wat schetst echter mijn verbazing als ik door Jan Luyendijk word gefeliciteerd met het behalen van de ‘Line Honors’.

Als ik later met Jan napraat blijkt dat hij helaas moest opgeven.
Dit nadat hij eerst hard tegen een stag was geknald en de volgende dag zijn oog dicht zat. Dit vind ik hartstikke sneu voor de vader van de 200 Myls. Maar Jan een ding moet me nog van het hart “Het was dit jaar weer Bjusterbaarlijk” en ik wil jou, het team van het Regattabureau en de familie Capel hartelijk bedanken voor alles.

Oant sjen, oant oktober twatûzend en fiif.
(tot ziens, tot oktober tweeduizend en vijf)

Frits Brattinga,
s/y Lady A.

 

200 mijls 2004, de race van 200 weerberichten door Jaap Homan

200 mijls 2004, de race van 200 weerberichten.

door : Jaap Homan

vrijdag 1 oktober.
Het is nu even na 8 uur. Ben op weg naar de WP12. Het is koud en typisch herfstweer. De wind is nu ZO 15 kn. Schiet wel lekker op.. Voor mij enige andere solisten. Kan niet zien wie dat zijn. Hoe anders waren de vorige dagen.

Woensdag 29 november de start:
Vanuit de propvolle haven vertrekken bijna 80 schepen. We zijn allen voorzien van de bekende attributen: cap, logboek en fototoestel. Daarbij nog iets heel speciaals: My Safety, een klein apparaatje dat tegelijk GPS en GSM is. Als je op de knop drukt wordt de positie, tijd en identificatie doorgestuurd. Alle boeipassages worden zo perfect vastgelegd.

Alleen Bob Luyendijk heeft het nu nog zwaarder, want hij moet alle beschikbare gegevens intikken. Daarna zet hij de tussenstanden ook nog op internet. Alleen die van mij weet niet waar hij is. Er zijn meer defecte apparaten. Zenden doet hij wel. Lijkt mij een heel nuttig instrument. Heel veel toepassingen zijn denkbaar.
De weerberichten spreken elkaar tegen. Ruimende wind, krimpende wind, geen wind.

De race:
Start voor mij om 7.14 uur. Tot aan het paard ruim bezeild. Opkruisen naar de MN1GZ2.
Niet echt leuk door een stevige windbui. Meer dan 20 knopen uit NNW. Ook de Nek is niet meer bezeild. Kom een halve mijl onder de boei uit. Daarna onder spi op weg naar de OVD3. Gaat oerend hard. Ben een paar minuten voor 12.00 uur bij de boei. Omdat de wind heel zwak dreigt te worden kies ik voor route 1.Ga dus door naar de P15, direct naast de Y-toren. Op motor door naar de marina in IJmuiden. Met mij enige anderen. De bedoeling is om rond 02.00 uur donderdagmorgen te vertrekken richting Kornwerderzand. Afstand 59 mijl.
Alleen, er is geen wind, totaal niets. Onder de zeilers verwarring. Als eerste moet je binnen 24 uur na de passage van de P15 bij de Baloeran zijn. Als tweede geldt uiteraard het tij. Dat gaat pas meelopen rond 15.30 uur. Uiteindelijk vertrek ik maar. Meld me om 13.20 uur bij de boei.

Onder spi naar het noorden. De wind is globaal ZO 8 knoop. Zal later toenemen. Heel relaxed allemaal. Word opgelopen door alle grotere boten. Als eerste door de Bandos, later door onder meer twee waarschepen 1010. Bij Den Helder even opsteken naar de MH4, voor de deur van de haven van Den Helder. De spi gaat eraf. Het tij staat voluit mee. Met 9 knopen richting Oudeschild. Daarna met veel regen en maar net bezeild richting Kornwerderzand. Ben eigenlijk een beetje overtuigd. Laat het grootzeil maar leeglopen als alternatief voor een rif. Heel slecht zicht. Start de laptop voor de elektronische kaart. In combinatie met de zichtbare boeien een uitstekend hulpmiddel. Om 21.33 uur bij de BO8. Kom tegelijk met de Xinia en even na de Franschman in Kornwerd. Door de sluis en afgemeerd in Makkum. Ben doodmoe. Alles is drijfnat:Zeilen, Spi, Zeilpak. Allemaal niet leuk. Een paar boten gaan door naar Medemblik.

Vrijdag wordt heel bijzonder. Ik meld mij om 7.49 uur bij de VF4. Daarna bezeild naar de WP12.
Dat dacht ik, maar de wind begon te ruimen en af te zwakken. Werd niet leuk. Na de Bandos en de Indra rond ik de boei. Daarna onder spi door naar Hindeloopen. Een gijp en door naar de sport B. Heel moeilijk te verkennen door het nevelige weer. Lang leve de GPS. Met zwakke wind door naar de VZ1 en daarna weer onder spi door naar Den Oever. Achter in de kom nabij het sluisje voor anker. Heerlijk rustig. Hier liggen onder meer de Connector en de Audacious .
Vroeg te kooi. Even later roffelt de regen op het dek. Mooi al het zout van de wadden eraf. Om 6 uur eerst de kachel aan. Een zwak windje waait over de haven..Na een stevig ontbijt maar weer op weg. Om 7.45 uur bij de WV14 tegelijk met een zwart schip waarvan ik de naam niet kan zien. Prachtige wolkenlucht en een zware bui boven Enkhuizen.

Nu twee uur later geen wolk meer te bekennen. De barometer is inmiddels twee punten gestegen! De wind is iets aangetrokken. De Audacious speert mij voorbij. Na de sluis maar door met de HA fok. Is een juiste beslissing.
Bezeild naar de NEK boei. Daarna niet meer bezeild naar de finish. Een zware bui nog voor het Paard. Ook een waarschuwing 6 beaufort van Lelystad. Wissel de HA fok voor de werkfok. Blijkt niet juist, want een half uur later weer de HA. Daarna een gevecht gevoerd met de Layam, een first 35 voet.
Traditiegetrouw gefinisht bij de M1 om 18.54 uur….

Joep Homan,
S/Y Almare.
WV de Schinkel – 2004

 

Weblog Happyzeilen.nl door John v.d. Starre


De 200 myls ‘SOLO’ – 2004

maandag, september 27, 2004

Countdown 200 Myls solo
Nog twee dagen (=48 uur) te gaan voor de start van de 200 Myls Solo. De spanning stijgt en de nervositeit neemt hand over hand toe. Nog enkele kiezen vullen en wat kronen plaatsen, dan is het zover… John’s first solo regatta.
Het weer blijft instabiel. De bewolking houdt aan met zo nu en dan een spatje (prachtige professionele term)regen. Medio deze week verwacht men op het zuidelijke IJsselmeer zuidwestelijke wind rond de 15 knopen. Later deze week neemt de wind of en draait naar het noordwesten. Deze 200 Myls solo lijkt een strategische zeilwedstrijd te worden.

woensdag, september 29, 2004200 Myls Solo van start!
Woensdagochtend 7 uur is John gestart met zijn 200 Myls solo. Alle 70 deelnemers moeten tussen 7 – 10 uur starten met hun wedstrijd. Eerst worden een aantal rakken gezeild op het zuidelijk IJsselmeer, om vervolgens gaat John via Lelystad naar het noorden. Voor vandaag is de doelstelling om Harlingen te bereiken. Gelet op de matige wind moet aankomende nacht Harlingen bereikt zijn, om aldaar te gaan genieten van de eerste rustperiode.
Dinsdagavond is nog een mobiele internetaansluiting tot stand gebracht op en met de Happy. Tijdens de rustige momenten kan vanaf de Happy direct worden ingelogd op het internet om kennis te nemen van de meest actuele weersinformatie. Vanaf de wal houden Marcel van Wijk en ondergetekende continu het weer in de gaten. Minimaal eenmaal per dag is er een update naar de Happy. Bij significante weersveranderingen wordt direct contact opgenomen met Johnnie op de Happy.
Gelet op de (internationale) concurenten zijn alle betrokken, inclusief de schipper zelf, zeer benieuwd naar het verloop van deze zeilwedstrijd. Iedere dag wordt de positie van de Happy doorgebeld naar de wal om op HAPPZEILEN.NL te worden geplaatst. The game is on!!

donderdag, september 30, 2004

Tussenanalyse 200 Myls solo
Na de eerste dag gestreden te hebben, hebben de zeilers van de 200 Myls solo 2005 hun eerste rustperiode ingepland. Het plannen van de rustperioden lijkt cruciaal voor deze zeilwedstrijd. De donderdagochtend en vrijmidag staan volop in het teken van zwakke wind. Zodra de wind ‘dipt’ is het zaak niet te zeilen om geen tijd te verliezen aan gedobber. John heeft gisteren veel mijlen gemaakt en daarmee de eerste klap uitgedeeld. Het kan zijn dat de concurrenten hebben gekozen voor een meer gelijkmatige opbouw en verdeling van de race en de bijbehorende rusturen. Als John op donderdag rond 12 uur weer de zeilen gaat hijsen, kan hij vanaf 14 uur tot vrijdagochtend 11 uur volop profiteren van wind, en dus mijlen maken. Vrijdagoverdag rusten en vanaf 18 uur weer aan de bak. De wind zal blijven blazen (10 – 18 knopen) vanaf vrijdag 17 uur tot aan de finish van deze wedstrijd. Alle beschikbare data omtrent het weer worden John enkele malen per dag aangeboden. Iedere uur wordt de meest actuele data van het internet gedownload. Belangrijk is dus dat wordt gezeild tijdens wind en gerust tijdens een winddip. Het klinkt logisch en misschien zelfs wel simpel, maar het vereist toch planning. John zal zelf een goede inschatting moeten maken wanneer hij gaat zeilen in relatie tot de stroming op de Waddenzee en zijn bootsnelheid goed moeten inschatten om een prognose te maken waar hij wanneer is (of hoopt te zijn). Zijn huidige eerste plaats in het voorlopig klassement is nog allerminst zeker. Als de andere schippers vandaag lang doorhalen is het mogelijk dat zij laat in de ochtend en vroeg in de middag mijlen kunnen maken en dat de rest van de dag continueren. Na vandaag zal bekend worden of de voorsprong van John voldoende blijkt.

Zaterdag, oktober 02, 2004

Drama aan boord van de Happy.
Tijdens het zeilen liep de snelheid van de Happy langzaam terug. De oorzaak kon niet direct achterhaald worden. John heeft alles nagelopen om de reden te vinden van de vertraging. Hij voelde duidelijk dat de boot niet op snelheid kwam en geremd werd. Opeens werd duidelijk dat de spinaker uit de zak in het water terecht was gekomen. Ruim 100 vierkante zeil werd door het water gesleept. Snel binnen halen van de spinaker lukte niet.
Het zeil leek vast te zitten om de kiel of het roerblad. Alle zeilen werden neergelaten en de Happy kwam tot stilstand. Vliegensvlug werd het surfpak aangetrokken en John dook het water in. Met de grootste moeite kon hij de spinaker bevrijden van de kiel én het roerblad. Uitgeput klom hij aan boord om opnieuw te proberen de spinaker binnen te halen.
Tijd om bij te komen was er niet. Als de wiedeweerga zeilen hijsen en koers zetten na het volgende waypoint. Zodra de boot op snelheid was kon de spinaker worden gezet, hetgeen ook gedaan werd. maandag, oktober 04, 2004Toch een mooie 5e plaats.
De strijd was een mooie strijd. Gebleken is dat de Noordzeezeilers de plaatsen 1 t/m 4 innemen en dat John de eerste en enige route 2 zeiler is die in de top voorkomt. Zoals uit de verslagen op de website bleek, hebben de Noordzeezeilers de donderdagochtend meer wind gehad. John lag op wind te wachten en had maar enkele knoopjes over dek, terwijl het op de Noordzee minimaal 10 knopen waaide. De afstand tussen John en de nummer 1 is zo’n twee uur. Net de stroming en de snelheid van de Noordzee. Het is jammer, maar alles is gegeven en er zat niet meer in. Dit is de consequentie van het moeten kiezen van een baan/route. Maar zeker geen teneergeslagen stemming, deze 5e plaats is een welverdiende en een om trots op te zijn. De uitslagen zijn nog onder voorbehoud en kunnen nog wijzigen.
Over 2 weken wordt er weer gestreden om de IJspegel Throphy voor de kust van ons eigen Scheveningen.

 

 

Anje Valk zeilde met haar Vancouver 27 Warber

Solozeilen is gezellig!

Gepubliceerd in de Drietand (Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers) (2004) en in Zeilen (2004)

Anje Valk zeilde met haar Vancouver 27 Warber
de 200-mijls solo, en doet verslag.
De negende 200-mijlsHet is dinsdagavond 28 september. De Stichtingshaven in Muiden zoemt van activiteit.. Het ligt er tjokvol met 71 jachten – dankzij de herdershondkwaliteiten van de havenmeester gaan er veel makke schapen in een hok – met allemaal een 1-wimpeltje in hun hekstag. Het zijn de deelnemers aan de negende 200-mijls solo, die morgenochtend van start gaat.
Het veld is heel gevarieerd, van klein (21 voet) tot groot (44 voet), gewone toerschepen en volbloed racers, gelegenheidssolisten en oceaanveteranen, mannetjes en …. vrouwtjes. Jawel!Bij mijn weten is dit in Nederland de eerste keer in de geschiedenis dat er meer dan één vrouw aan een solo-evenement deelneemt. Er zullen vier solovrouwen starten, ten opzichte van de twee vorige jaren een toename van 400%.
De 200-mijls Solo wordt al sinds 1996 georganiseerd door Jan Luyendijk & Zonen, onder auspiciën van de w.v. AVOH in Huizen. Het eerste jaar waren er maar vijf boten, waarvan er slechts één reglementair is gefinisht. De belangstelling is sindsdien explosief gegroeid, zelfs zó dat het merendeel van de aanmelders (dit jaar ruim 300) moet worden teleurgesteld.
De regels van het spel zijn simpel: de zeilers kunnen kiezen uit vier routes, waarvan er één onder andere bestaat uit een “rondje Noord Holland”, een andere een “rondje Vlieland en Texel west-om” inhoudt, en twee uitsluitend op het IJsselmeer en Markermeer blijven. De afstand tussen de merktekens is precies 200 mijlen. Bij elk merkteken kun je de race onderbreken om ergens te gaan rusten. Je moet minimaal 27 uur rusten, waarvan tenminste drie periodes (één geankerd) van minimaal zes uur. De sluispassages en vaartijd door het Noordzeekanaal zijn bij de rusttijd inbegrepen. Je moet woensdagmorgen tussen 0700 en 1000 uur zijn gestart, en zondag om uiterlijk 1200 uur zijn gefinisht. De snelste boot (gecorrigeerd voor handicap) wint.Een goed ontbijt is het halve werk
Het is 0600 uur, woensdagochtend, winderig, donker, koud. Koortsachtige onrust in de haven, navigatielichten flitsen aan. (foto) De boten jagen elkaar de haven uit, last in first out, de meesten willen zo gauw mogelijk starten. Slaapdronken neem ik eerst nog even mijn toevlucht tot de meldsteiger van de Koninklijke.(foto) Een goed ontbijt is immers het halve werk, het houdt je zwaartepunt laag, en geeft tijd voor strategie: welke baan? Alles pleit voor baan 1, het “rondje Noord Holland”: het is springtij, en het wordt morgen zuidoosten wind, op het IJsselmeer zwak, maar op zee in de middag matig tot krachtig. LW IJmuiden is vanaf circa 1330.

De morgen is verbleekt van donker naar zachtblauw als ik vertrek, om als één van de laatsten om 0858 uur de M1 te passeren: gestart!

Er staat een NW 5-6. Onder de hoge wal vliegen we naar het Paard, daarna naar het merkteken bij Volendam, en dan wordt het een paar uur hakken naar de NEK bij Hoorn.

Feestjurk
Om 1435 klok ik de NEK, en vanaf daar moet ik eerst naar Lelystad (OVD3) en dan naar Durgerdam (P15). Tijd voor de gennaker! (Heb ik sinds vorig jaar. Hij lag bij de zeilmaker op de plank en ik kon hem met flinke korting kopen. Maar hij is wel groot voor mijn bootje, zodat ik, om hem toch goed passend te kunnen voeren, mijn spiboom optuig als boegspriet.)
Na een flinke worstelpartij – zoveel routine heb ik nog niet met dat ding, maar na deze wedstrijd zal dat een stuk beter zijn – stáát het kreng eindelijk, en het zweet óók (op mijn rug). Tjonge, wat mooi, wat loopt dat lekker, Warber bruist met een gretige snor door het water.
Bij Lelystad gaat de feestjurk weer uit, en naar Durgerdam is het wederom áán de inmiddels tot een viertje afgenomen wind, die later in de schemering krimpend ineen zal zakken tot een westelijk tweetje.
In de stille avond vaar ik naar de verlichte skyline van de Randstad en luister naar de geluiden om me heen – ritmisch motorstampen van een passerende binnenvaarder, gegakgak van overvliegende ganzen, eendengesnater ver weg – tegen het eeuwig achtergrondgeraas van de Grote Stad: een vreemde mengeling van natuur en techniek. Hier is de stilte voor altijd vermoord.
Ik ga naast het geultje naar Durgerdam ten anker.

Het onderste uit de kast
Geen haast in de ochtend, en op mijn akkertje vaar ik door het Noordzeekanaal naar IJmuiden.
Er staat geen klap wind. Ik denk aan de ongelukkigen die baan 3 of 4 hebben gekozen: op het IJsselmeer heb je nu niet veel te zoeken. Ik ben benieuwd of er meer boten net als ik baan 1 doen. En ja hoor, als ik rond half twee langs Seaport Marina vaar, komt de éen na de andere solist naar buiten – zeker twintig boten, waaronder rasracers als Paul Peggs, Bart Boosman en Jacqueline van Amstel. Ik bevind me dus in goed gezelschap. Met haar feestjurk in de aanslag hobbelt Warber gretig met de snelle jongens mee het zeegat uit (foto) en even later maken we deel uit van een kudde kleurige spinnakers die zich langs de Blanke Toppen der Duinen noordwaarts spoedt. (foto’s) De zuidoostenwind haalt nu lekker door. Diverse boten wisselen hun spinnaker voor een kleinere. Warber heeft er echter maar één, en die trekt zo hard dat het de oude Hasler windvaan soms te machtig wordt. Na twee keer uit het roer te zijn gelopen stuur ik zelf maar, urenlang, het hele klereeind tot Den Helder. Maar móói! Bijna voortdurend surfen we op rompsnelheid (6 à 7 knopen) over de vriendelijk bruisende Noordzeegolven. Voor een toerzeiler als ik is het heel gezond om eens aan zo’n wedstrijd mee te doen. Zo haal je ook eens het onderste uit de kast, terwijl ik met dit weer normaliter niet meer spinnaker omdat ik het zo wel hard genoeg vind gaan.

De Schoonheid van het Wad bij Nacht
Het is volle maan (zeggen ze, want ik zie geen hand voor ogen). Ver vooruit zie ik de toplichtjes van een paar andere kruisende solisten, en vlak achter me ook één of twee lichtjes. Half verblind door massieve regen tuur ik ingespannen de duisternis in, op uitkijk naar een blinde ton die hier ergens moet liggen. De nijdige steile golven – gevolg van de sterke vloedstroom tegen een krachtige zuidooster – geven Warber er flink van langs. We kruisen in de Texelstroom op weg naar de BO 9 bij Kornwerderzand, het negende merkteken.
Zelden heb ik zo verlangd naar die sluis, belofte van een stille steiger, pak en laarzen uit, droge kleren, hete soep, warme slaapzak. Lijden is pas lekker als het ophoudt….
Tegen achten – rond halftij – ben ik het merkteken bij Oudeschild (de T12) gepasseerd, en ik had daar kunnen gaan rusten. Maar het stuitte me tegen de borst om zo’n mooie springvloed mee naar Kornwerderzand te laten schieten. Ik kan vanaf de T12 pal oost varen en – met een oplettend oog op de dieptemeter – mooie lange klappen maken. Mijn enige zorg zijn de onverlichte boeien waarvan er hier een heel aantal liggen. Ze zouden die van zacht plastic moeten maken. Grinnikend mijmer ik verder op die gedachte: … het zouden grote badeenden kunnen zijn, vrolijk rood of groen gekleurd, hier en daar een gele, met van die guitige oogjes erop. Shit, daar flitst zo’n rakker vlak langs me heen, ik schrik me lam – had er ook bovenop kunnen knallen.
Even na 0100 uur liggen we met twee andere druipnatte solisten in de nachtelijke Lorentzsluis.
Ook de hemelsluis staat open: het stroomt van de regen. De sluiswachter roept bemoedigende woorden door de intercom, lief vind ik dat. Ik neem me voor hem even te antwoorden, maar murw als ik ben blijft het er helaas bij. De stille steiger, de droge handdoek, een borrel en dan….zzzzz.

Kleine uurtjes
Er volgt alweer een lange dag. Voor een kleine boot als Warber betekent 200 mijl in maximaal 74 uur zeiltijd – inclusief kruisrakken is het gauw 300 mijl – dat je behoorlijk door moet varen. Snellere boten kunnen veel meer rusturen nemen, en toch nog op tijd vóór 1200 uur zondag binnen zijn. Zo kunnen ze de krenten uit de windpap pikken, vooropgesteld natuurlijk dat je die weet te vinden. Veel boten zijn met een laptop on line of bellen met een meteofluisteraar aan de wal; ik doe het gewoon met het weerbericht en mijn gevoel.
Vandaag zeil ik van Kornwerd naar het nieuwe vogeleiland bij Medemblik, dan spinnakerend via Hindelopen naar Breezanddijk, in de late avond met een afnemend zuidenwindje kruisend naar Stavoren en dan in de kleine uurtjes nog naar Den Oever. Om twee uur maak ik mijn bootje vast. Afgepijgerd maar tevreden kruip ik in mijn mandje. Het grootste deel van de race heb ik er nu opzitten. Morgen ben ik rond borreltijd in Muiden! Met die mooie gedachte sus ik mezelf in zoete slaap.

De volgende ochtend vaar ik om 0900 alweer. De wind is ZW-W 4 tot 5 geworden, en ik zie knarsetandend dat boten die gisteravond op een christelijke tijd in Breezanddijk zijn gaan rusten nu het rak naar Stavoren bezeild hebben. Kijk, dat bedoel ik nou! Diep zuchtend stook ik mijn halfcardanische eierenbakmachine maar eens op.
Goed nieuws is dat de rest van de baan – Enkhuizen, Lelystad, de NEK en dan de finish bij Muiden – nu feestelijk bezeild ligt. Een belletje naar de sluis leert me bovendien dat het nog steeds zomerpeil is. Zo kan ik vanaf het merkteken bij Enkhuizen met mijn diepgang van 1.30 m. dwars over het Enkhuizerzand, laagvliegend over het vlakke water onder de dijk naar Lelystad denderen. Soms heeft een klein bootje ook voordelen!
Het weerbericht waarschuwt nu voor buien met onweer en zware windstoten. Inderdaad hangen er op het Markermeer dreigende buien, die meestal langsschampen maar ons af en toe flink te pakken hebben. En alles bezeild? Dat had je gedacht! Na een paar buien krimpt de wind naar zuid en blijft daar uiteindelijk hangen, zodat het van NEK naar Muiden toch nog kruisen wordt!
Tegen achten ben ik voorbij het Paard en wordt het langzaam donker. Aan de zuidwestelijke hemel hangen inktzwarte donderbuien dreigend te weerlichten. Samen met mij kruist een ander solistenlichtje naar het zuiden, wie zou dat zijn?

Finish!
Om 2228 uur rond ik plechtig de IJM17, waarmee ik gefinished ben. Dolgelukkig slaak ik een woeste vreugdekreet: yeehee!!

 

Het is gelukt, het zit erop! Onstpannen maak ik de boel klaar om te strijken en de motor te starten, als ik iemand hoor roepen en er een schijnwerper op me wordt gericht. Het solistenlichtje dat met mij opzeilde en vrijwel gelijktijdig met met mij is gefinisht, blijkt Lady Blanche van Pamela van Vleuten. Ze roept dat ze de motor niet gestart krijgt, of ik haar naar de haven wil slepen. Túúrlijk wil ik dat. Pas als ik langszij vaar om een lijn aan te pakken zie ik dat haar preekstoel er droevig verkreukeld bijhangt. (foto) Ze heeft in het donker bij Marken een aanvaring gehad met een charterschip. Balen! Maar inplaats van op te geven heeft ze een noodvoorstag opgetuigd, en de wedstrijd uitgezeild! Wat een klassevrouw!
Gezusterlijk komen we de donkere haven in, die al vol ligt met eerder gefinishte boten. Hier en daar brandt nog een lichtje maar veel leven zit er niet meer in deze moegezeilde solistenvloot. Ik weet niet waar ik het meest naar snak, naar een borrel of naar mijn slaapzak. Omdat ik van het eerste niks meer aan boord heb wordt het de laatste optie.

Na afloop
De hele nacht en de zondagochtend komen er nog boten binnen. Op de steiger en in de kuipen wordt het een levendig rendez-vous. Solozeilers zijn vaak heel gezellige mensen, dat blijkt maar weer bij een evenement als dit. Verhalen en ervaringen worden uitgewisseld.
Paul Peggs, een Mini-Transatveteraan die speciaal uit Engeland is overgekomen om mee te zeilen, vond het “the finest race I have ever sailed”. Sander Bakker had hem toen hij onlangs vroeg of er in Nederland ook nog leuke singlehanded evenementen waren, over de 200-mijls solo verteld. Hij had zich meteen aangemeld.

Peggs: “You are lucky, we don’t have any nice singlehanded events like this in England, apart from the very big ones. You have two!”, waarmee hij ook doelde op de Singlehanded van Lelystad, die twee weken later wordt verzeild.

De winnaar van de race, Bart Boosman, is al jaren van de partij met zijn zelf ontworpen en gebouwde Boosman JB 30-voeter. Solozeiler in hart en nieren: afgelopen zomer zeilde hij single-handed een rondje IJsland. Hij wil volgend jaar in de OSTAR starten.
Nummer twee werd Bart van Breeschoten met een Waarschip 660 en nummer drie Bauke Yntema met een Winner 950.

Alle vier vrouwelijke deelnemers hebben de race uitgezeild, waarvan de snelste Jacqueline van Amstel was met haar X-362 Xinia. (foto’s)

Warber is uiteindelijk 48ste van de 53 gefinishte boten geworden .

We hebben precies 85,5 uur over de wedstrijd gedaan, waarvan we slechts 27.06 uur hebben gerust, de minste rusttijd van alle gefinishte boten. Warber ( Fries woord voor bedrijvig, werklustig) heeft daarmee haar naam eer aangedaan!

Anje Valk, S/Y Warber, 25 oktober 2004

 

 

 

 

 

 

 

De Telegraaf

MUIDEN – Voor de negende maal gaat op 29 september in Muiden de 200 myls Solo van start. De tachtig diehards, waaronder enkele vrouwelijke deelnemers, dienen in hun kajuitzeilboten solo binnen 5 dagen een wedstrijdbaan van 200 mijl vol te maken. Hiervoor zijn op het Marker- en IJsselmeer, het Wad en Noordzee vier routes uitgezet waaruit de zeilers kunnen kiezen.
Tijdens de race moeten de deelnemers minimaal drie rustperiodes houden van tenminste 6 uur. In elke baan zijn 17 boeien die moeten worden gerond. Deze merktekens dienden in vorige wedstrijden te worden gefotografeerd en de passages per gsm te worden gemeld aan het Regatta-
bureau van de 200 myls ’Solo’ als be- wijslast van de passage. Dit keer krijgen alle deelnemers een gps/gsmunit mee. Bij een druk op de groene knop wordt de gps-positie, lengte- en breedtegraden ogenblikkelijk aan het Regattabureau doorgezonden. De posities van de soloschippers, alsook hun voorlopig berekende wedstrijdstand worden op de website: http:// www.200myls.nl weergegeven.
Voor de optimale veiligheid en noodsi- tuaties kan er op de ’My safety’ een noodknop worden ingedrukt, waarmee een noodsignaal wordt uitgezonden dat automatisch de nieuwste positie op 5 meter nauwkeurig doorgeeft.
Alle deelnemers moeten zondag 3 ok- tober voor 12.00 uur finishen.

 

Nieuws op de website van de ‘wsv AVOH’

oktober 2004

nieuws op de website van de ‘wsv AVOH’

Zeemanschap ? door Herman Tieman

Zeemanschap ?
Driebergen, 23 oktober 2004
Het is nu de derde week na de 200 myls en ik heb pas sinds gisteren het gevoel dat ik ervan uitgerust ben.
Deze 200 myls vond ik de zwaarste van die ik gedaan heb. Het was de zevende alweer. Maar het was eigenlijk de eerste waar ikzelf het meest tevreden over ben.
Dat had alles met mijn instelling te maken. Ik had mij niet vantevoren gespitst op een goede classering maar als doel het uitvaren van de tocht binnen de bepaalde tijd gesteld.
Mijn tegenstanders betrof dan ook niet mijn medezeilers maar het weer en bovenal mijzelf. Ik heb van beide gewonnen en dat stemt mij tevree.Naar mijn gevoel zijn er 2 soorten deelnemers in de 200 myls. Degene die gaan voor een classering en degene die hem willen uitvaren. Wat beide kampen delen is de spanning. Vooral voor het vertrek. Met name de ochtend van het vertrek.
Ik was blij dat ik niet in die volle kom lag en mij met ellebogen en schouders er tussen uit hoefde te wringen.Eigenlijk schandalig dat medezeilers zonder overleg hun bootje losgooien en er als een blinde van door gaan.
Zeilen is niet zo moeilijk. Kwestie van die lappen hijsen en dan ga je wel.
Het manoeuvreren en rekening houden met andere vereist daarentegen nogal wat inzicht. Degene die dat niet beheersen zouden niet eens mee mogen doen of achteraf alsnog gediskwalificeerd moeten worden .
Ook een merkwaardige opvatting vind ik (en dat hoor je steeds meer ),dat je dapper gevonden wordt en zelfs bejubeld als je na een aanvaring alsnog de 200 myls uitvaart . Ik zou weleens willen weten hoe het mogelijk is dat iemand zijn boot tegen een ander zet. Voorrangsregels niet kennen ? Oververmoeid ? Niet goed opgelet ?
Ikzelf moest onderweg wijken voor een medezeiler die geen voorrang had op mij. Er was echter niemand aan dek om mij waar te nemen, terwijl het zicht slecht was.
Ik vind dit alles getuige van slecht zeemanschap.
Of wat te denken als iemand in het holst van de nacht in de fuiken vaart, overboord springt, zich lossnijd en vervolgens doorvaart. Is dit dapper? Bedenk dat je met het doorsnijden van fuiken iemands broodwinning naar de klote helpt. Laat in ieder geval je kaartje achter en vergoed de schade.Ik ken mensen die de 200 myls een kamikaze noemen.
Ik ben het niet met hen eens. Het is een fantastische tocht waarbij je je grenzen kunt verkennen en verleggen (soms moet je een stap terug doen).Man\Vrouw, weer en boot. Dat is waar het omgaat. Misschien kun je daar wel nummer 1 in worden of bij de eerste 80 eindigen.Jan, je organiseert die tocht fantastisch. Waak ervoor dat het geen kamikaze tocht wordt.

Met groet en dank,

Herman Tieman. Nan

Geplande schietoefeningen opgeschort Clubracer

200 myls SOLO – 2004
geplande schietoefeningen opgeschort
Jan Luyendijk | 02-09-04
MUIDEN (NED) – Op 29 september a.s. start voor de negende maal de 200 myls ‘SOLO’. Maandag kreeg de organisatie te horen, dat er in deze 40e. week weer eens schietoefeningen waren gepland, in het schietgebied nabij Breezanddijk. Diverse banen, ook i.v.m. kruisrakken (niet te verwarren met kruisraketten) lopen door dit schietgebied heen.Na intensieve onderhandelingen echter is het gelukt de schietoefeningen 2 weken te laten opschorten, zodat de 80 solo-schippers Wad en IJsselmeer probleemloos kunnen bezeilen.foto © marine.nlwww.200myls.nl

Mailtje van Jaap Homan

Amsterdam, 9 juni 2004Waarde Jan,Afgelopen week iets bijzonders meegemaakt. Zoals je weet is de V15 niet meer. Voor altijd weg. Wat je nog niet weet, is dat in stormachtige nachten op de plaats van de V15 vreemde lichtverschijnselen zijn waar te nemen. Alsof iemand met een schijnwerper een spelletje speelt.
Tevens is het silhouet waar te nemen van een jacht met een Japanse vlag. Allemaal heel onduidelijk.Op weg naar de ronde van Texel dit verschijnsel wetenschappelijk benaderd. De GPS gaf de positie van de V15. Ik dacht, dan maak ik meteen een foto van het water. Allemaal digitaal dus hoogst onbetrouwbaar. Wie schetst mijn verbazing als heel onduidelijk een scheepje zichtbaar is. Zelf zag ik niets maar het fototoestel legde het toch vast….

Hierboven dan die twee fotos.

Straks op 10 juli start de Colin Archerrace.
Almare en Catootje mogen hierbij tegen elkaar strijden!
Graag tot ziens en een fijn zomerseizoen

Jaap Homan

 

 

Verslag van de 200myls SOLO door Frans Hoving

VERSLAG VAN DE 200 MYLS SOLO RACE 2004Frans Hoving v/b Zeebeer

Dit jaar hebben we aan boord van de Layam gegeten in plaats van bij Graaf Floris. De Layam is Barends verlangen naar de zee. Barend had een prima Mediterrane pot gekookt, om ons nog even het naderende herfstweer te laten vergeten. Albert de Brouwer van het Waere Hout, een enthousiast verteller, en Hans Pietersma van de Francis aten ook mee.
Dit keer aten we in alle rust en kwamen we mooi op tijd bij Ome Ko.

Behalve de gebruikelijke goede adviezen, het logboek en de pet kregen we dit keer niet alleen een fotocamera mee, maar ook een GSM/GPS-unit met een rood en een groen knopje.
Door op het groene knopje te drukken, zend je tijd en positie door naar een centrale en wordt deze direct op Internet weergegeven. Druk nooooiiit op het rode knopje, maar waarom toch niet? Dat is een van de vragen die mij de komende vijf dagen zal bezig houden. Vele malen heb ik op het punt gestaan het rode knopje toch in te drukken, maar de angst voor diskwalificatie weerhield mij. En als het donker was, pakte ik eerst de zaklantaarn om te controleren of ik wel op de juiste kleur drukte.
Ook mocht je niet zomaar het rode en groene knopje tegelijk indrukken, maar daar kregen we wel een uitleg bij. Dat zou nl. de verkeerspolitie in Driebergen alarmeren. Een beetje onhandig dacht ik nog, je hebt meer aan Den Helder Rescue, maar toen ik weer thuis was, snapte ik de logica. Onze doorgegeven posities werden namelijk getoond op een wegenkaart van Nederland! En daar weten ze in Driebergen alles van.
Ook kregen we een pakket doping mee, bestaande uit poeders en pillen, waarvan ik me direct voornam deze niet tot mij te nemen, voordat ik het wedstrijdreglement opnieuw bestudeerd had. Het zou wel eens een list kunnen zijn van de organisatie om de wankelmoedigen onder ons te verleiden tot diskwalificatie.

Tot slot droeg Jan Luyendijk ons op om vooral weer leuke anekdotes in het logboek te noteren. Daar sloeg de schrik mij om het hart. Ik weet niet hoe dat voor de andere deelnemers ligt, maar ik maak nooit wat mee onder het zeilen! Ik zit vier en een halve dag aan het roer, kijk een beetje naar de zeilen, zwaai naar andere deelnemers, luister naar de radio, lees een boek, overdenk mijn leven en dat is het wel. En als ik wel iets meemaak, is het nooit leuk, dan loopt het schip uit het roer, vaar ik op een onverlichte ton of stoot ik mijn hoofd.

Met een bezwaard gemoed zocht ik die avond mijn kooi op en viel al snel in een onrustige slaap. Ik droomde dat we tijdens de prijsuitreiking om de beurt naar voren werden geroepen om een leuke anekdote te vertellen en dat de zaal stemmen uitbracht met de GSM-units. Woensdag Aan de wind zeilen is een kunst Ik word wakker van de schippers om mij heen, die hun schepen in gereedheid brengen. Ik besluit eerst te douchen en te ontbijten. Onder de douche hoor ik Barend: “Ben jij dat Frans? Ik herkende je schoenen.” We wensen elkaar succes voor de komende dagen. Het loopt al tegen achten als ik mijn ontbijt achter de kiezen heb.
Dit is de tweede keer dat ik mee doe. Vorig jaar met een Waarschip Kwartton, zonder stuurautomaat, dit keer met een Waarschip 900+, mét automaat (en wat voor één, een Autohelm 4000). Ik heb dit schip dus nog maar net, maar lang genoeg om te ontdekken dat het héél anders zeilt dan mijn oude trouwe Iguana Iguana.

Ik maak los en wurm mezelf de box uit. Aan het eind van de Vecht komt Peter van de Schaaf me tegemoet. “Even voorzeil wisselen”, antwoordt hij op mijn verbaasde blik. Ik besluit om ook maar te reven, er komen flinke buien over. Om 8.30 ben ik gestart.
Erg hard gaat het niet, ik heb eigenlijk te weinig zeil op. Ik heb een high aspectfok van 20 m2 en een hoog opgesneden stormfok van 4,5 m2. Dat verschil is te groot.
Bovendien hang ik de theorie aan dat een Waarschip 900+ rechtop gezeild dient te worden. Ik ga in de loop van de wedstrijd steeds meer aan mijn theorie twijfelen, want op deze manier aan de wind zeilen is geen succes. Voor mij uit vaart de Batavus, een zeer zwaar rond schip, maar zelfs die haal ik niet in. Vertwijfeld grijp ik naar mijn ANWB boekje over zeiltrim, dat helpt iets, maar niet voldoende. Mijn gemiddelde snelheid ligt rond de 3,5 knoop. Dat is toch beneden alle peil. Als ik het later vergelijk met de snelheid op hetzelfde traject (M1 – NEK) van het Waere Hout, ook een 900, maar dan zonder +, dringt pas goed tot me door hoeveel beter het moet kunnen. Hij vaart twee knopen sneller!

Enfin, de lucht klaart langzaam op en het wordt een genoeglijke tocht. Jas en zeilbroek gaan uit en ik zit bij een voordewindse koers vanaf NEK heerlijk in het zonnetje. Bij de OVD 3 aangekomen besluit ik route 1 te laten vallen. Hoewel voor morgen de wind uit de goede hoek voorspeld is (ZW) voor een tochtje over de Noordzee, lijkt er zo weinig wind te zullen staan, dat een spi absoluut vereist is. Die heb ik nog niet op dit schip en ik wil niet net als vorig jaar bij Zuiderhaaks moeten ankeren omdat het tij tegenloopt. Dus zeilen omlaag en meteen de motor aan, dat heb ik ook geleerd van vorig jaar, zorg dat je accu’s op peil blijven. Dat is dubbel zo belangrijk nu ik zo een stroomvretende stuurautomaat aan boord heb.
In de sluis praat ik met Henk van de Batavus. Naast mij maakt een Duits jacht vast, met vijf stormvast ingepakte en gezekerde opvarenden, die geïnteresseerd vragen aan welke wedstrijd ik heb meegedaan. Als ik vertel dat die net begonnen is, kijken ze wat bevreemd naar mijn outfit van katoenen broek en lamswollen trui, die in hun ogen geschikter is om te tuinieren dan om mee te zeilen.

Even denk ik dat ik hekkesluiter ben, maar later volgen nog een paar deelnemers. Route 2 laat ik nu ook vallen, het volgende rak is nu niet bezeild en morgenavond boven de eilanden langs naar Texel lijkt me geen optie bij een zwakke ZW. Ik doe als de rest en ga voor anker onder de dijk. Ik kook een heerlijke maaltijd, verse groenten, sla, een stukje thuis gebraden lamsbout en rijst. Vandaag heb ik geen enkele afstand van betekenis afgelegd, maar ik ben zo moe als een hond. Ik hijs de olielamp onder de zaling en kruip in mijn slaapzak. Om acht uur ’s avonds ben ik in diepe slaap. Donderdag I need spi(ed) Om 02.00 ’s nachts steek ik mij hoofd uit het luik, de maan schijnt en het is een prachtige nacht. Helaas is de wind nog steeds NW, dus weer slapen. Om een uur of 7 word ik weer wakker. De zon komt prachtig op, dit wordt een zomerse dag! De wind is inmiddels gedraaid naar ZO, maar wat is ie zwak. Ik sta geamuseerd naar de schipper van de Cygnus te kijken, die onder het ophalen van het anker de ketting schoonborstelt. Hoe ver kan een mens gaan in zijn liefde voor het schip, denk ik. Dan haal ik mijn eigen anker op en zit de kortste keren onder de zwarte pikzwarte smurrie. De schipper van de Cygnus stijgt weer in mijn aanzien…

Direct na de EZ 29 spuit de Magic mij voorbij, een Waarschip Kwartton getooid met een spi en een gennaker, terwijl ik zuur naar mijn slaphangende genua zit te kijken. Dan maar insmeren met zonnebrand en mijn boek gepakt. Ik lees In Europa van Geert Mak, bij uitstek geschikt om te lezen onder het zeilen, omdat het uit allemaal korte stukjes bestaat. De hele dag kijk ik naar de halfwinder van de Cygnus, die een paar mijl voor mij uitvaart.
Urenlang ligt de snelheid rond de 1,5 à 2 knopen. Pas bij de Kreupel trekt het iets aan en als ik keer voor het rak naar Urk gaat de boot zowaar een beetje hellen. Ik stuur maar achter de Cygnus aan en ga een potje koken. Het zomerweer is inmiddels verwaaid en het gaat regenen. Langzaam wordt het donker terwijl ik me voor de variatie op de pasta met gehaktballen stort. Urk is niet bezeild en ik maak in het donker een paar lange slagen. Vlak bij mij zitten twee andere deelnemers, waaronder de Cygnus. Het is lastig oriënteren bij Urk in het donker, er liggen veel te veel tonnen daar. Het valt nog niet mee om de goede boei er tussen uit te halen. Wat ook niet meevalt is dat ik tegenwoordig een leesbril nodig heb, om in het donker kaart te kunnen lezen.
Ik ben al een paar keer in de schijnwerpers gezet door oplopende binnenvaarders, die mij steeds op ruime afstand inhalen. Een ander vaart dwars voor mij langs richting Urk. Plotseling wordt ik weer in een fel licht gezet, maar nu van voren. Die binnenvaarder die voor me langs voer is gedraaid en komt nu recht op me af! Als de hazen val ik 90 graden af en blijf in de wedstrijd. Helaas kost me dit weer een extra slag om bij de boei te komen.


Inmiddels heb ik uitgepuzzeld hoe ik het beste de haven kan binnenlopen zonder op een van de tientallen onverlichte staken te varen. Ik heb het niet op Urker vissers en niet op Urk en mijn vooroordeel wordt hier weer bevestigd. Dit lijkt het verkeerspark in Assen wel! Mijn ligplaats is ook al niet je dat, ik lig te rijen aan de passantenkade in de havenmond. De wind stuwt de golven recht de haven in. Ik zet het roer vast, klem vier stootwillen tussen het schip en de zanderige kade en hoop er het beste van. Ik maak nog een praatje met de schipper van de Cygnus en bel mijn vriendin, die prompt vraagt wanneer ik nou op hou met die onzin. Zij respecteert mijn hobby, maar dit vindt ze zwaar overdreven. Na deze peptalk maak ik maar een biertje open. Ik ben nog steeds niet tevreden over mijn zeilprestaties, na twee dagen heb ik 63 mijl afgelegd. Vrijdag Hoop doet leven Het is een beetje heiig, maar wel droog als ik vertrek. Vlak voor mij uit vaart de Cygnus en deze loopt langzaam van mij weg. Ik baal ervan dat ik geen groter zeil dan mijn genua kan zetten. En er staat wat meer wind dan gisterenochtend. Het hele rak naar de Sport B is voor de wind, dus ik zet de genua ver uit met de spiboom. Erg hard gaat het allemaal niet.
Ik luister naar de radio. Eerst gaat het over de kwalen die je kunt oplopen van pijnstillers. Een vrouw belt op met de mededeling dat zij veel baat heeft bij de bandjes van het RIAGG. De presentatrice heeft geduld en langzaam wordt duidelijk dat het gaat om geluidscassettes met ontspanningsoefeningen. Daar laat ze graag iets van horen over de telefoon, dus ze start het bandje en houdt de hoorn voor de speaker. Ze is blijkbaar vastbesloten ons het hele bandje te laten horen, want ze komt zelf niet meer aan de telefoon. De presentatrice draait een plaatje en probeert het nog eens. Nog steeds die kalme stem die ons tot rust maant. En zo gaat het nog een hele tijd door, totdat het nieuws gelezen wordt en een nieuw programma begint. Nu gaat het over de manifestatie van zaterdag aanstaande tegen het afschaffen van VUT en pre-pensioen.
Vroeger protesteerde men tegen honger en kinderarbeid, nu tegen een jaartje langer doorwerken. Aangezien ik nu al voorzie dat ik tot mijn 75e moet doorwerken om de 55-plussers van vandaag te laten tuinieren, vind ik het allemaal maar flauwekul. Tussendoor doemen steeds schepen op uit mist en lossen dan weer op. Ik bel met Barend en zeg dat ik er mee stop, als het niet wat meer opschiet. Daar houdt Barend niet van, ik moet niet zo snel opgeven vindt hij. En gelijk heeft ie. Maar een mens mag wel eens zeuren.
Na de Sport B doemt er een soort van perspectief. Ik kan in een paar lange slagen tot onder Stavoren komen, het stuk naar Lemmer is exact bezeild en de verwachte draaiing van de wind naar ZW blijft uit. Dat betekent dat Enkhuizen vanaf de SB 10 ook bezeild is!
Onderweg naar de SB10 valt het duister in. Ik zie aldoor een vage vlek voor me uit die ik houdt voor een beginnende staar. De dokter maar eens bellen als ik terug ben. Pas als ik er vlak bij ben, zie ik een platbodem die net ten noorden van de tonnenlijn voor anker ligt. Zijn ankerlicht brandt wel, maar dat is niet te zien vanaf de kant waar ik vandaan kom. Volgens mij hangt zijn wimpel er overheen. Sukkels! Bij de SB 10 doet de GSM-unit het niet, dus ik maak een extra rondje voor een foto en besluit de passagetijd door te bellen. Prompt wordt me gevraagd alle tijden vanaf de M1 door te geven, omdat de units niet goed werken.

Nu vaar ik in het pikkedonker met halve wind naar Enkhuizen. De boot loopt lekker door en ik zit in de opening met mijn benen op het trappetje. Onderweg passeer ik twee zeilschepen, maar kan niet schatten hoe groot ze zijn. Achter mij zie ook nog een zeiljacht, dat langzaam oploopt. Vlakbij de shipping lane Enkhuizen – Urk valt de wind even weg. Gaat ie dan nu draaien, nu ik er bijna ben? Nee, met wat vertraging kom ik toch nog bij de boei. Terwijl ik naar de Compagnieshaven motor, doek ik de zeilen op.
Op een gegeven moment besluit ik toch maar wat op te sturen en 5 seconden later glij ik vlak langs een onverlichte ton. Is dat nu instinct, voorzienigheid of is het gewoon het geluk dat met de dommen is? Ik hou het op het laatste.
Het jacht dat achter me voer, heeft me bij het kruisen van de shipping lane ingehaald.
De volgende ochtend weet ik wie het was, inderdaad, de Cygnus. Dat stemt mij weer tevreden, blijkbaar ben ik bij deze zwakke wind op de aandewindse rakken sneller. In de haven maak ik vast aan een houten kotter en ben tevreden. Ik zie iets dat ik vanmorgen nog niet zag, nl. dat ik binnen de tijd ga finishen. Ik heb nog ruim 24 uur voor 66 mijl, het zou gek zijn als dat niet gaat lukken.

Zaterdag De langste dagHet waait lekker door als ik samen met de Cygnus bij de KG2 vertrek naar de H2. Met een harde ruime wind zijn we in een wip bij Hindeloopen. Als we Stavoren naderen, kom ik er achter dat je wel een rechte lijn kunt trekken tussen de KG2 en de H2, maar dat nog geen vaarbare koers is. Handig zo’n GPS!
Als ik gekeerd ben bij de H2 loopt de Cygnus voorgoed van me weg, hij heeft minder last van de holle golfslag dan ik, bij deze aandewindse koers. Ik vaar met te weinig zeil om hard te gaan, maar voel er niets voor om te ontreven. In de buien is de zeilvoering precies goed, daartussendoor is het duidelijk te weinig. Het is helder weer, ik kan sturen op de Flevocentrale. Onderweg kruis ik een jacht waarvan de driekoppige bemanning lekker achter de genua zit weggedoken. Ik vaar zo dicht onder ze langs dat ik hun koffie kan ruiken en roep dan heel hard BAKBOORD. Dat vinden ze niet grappig. Ik wel.

Naarmate ik Lelystad nader zakt de wind steeds meer in. Nu ontreef ik wel. Bij de Sport wordt ik voorbijgelopen door de Fast Good. Zulke mooie zeilen, daar kan ik alleen maar van dromen. Na de EZ 29 loop ik nog even een jachthaven binnen voor vers drinkwater, ik heb niet veel meer over. Tijdens het schutten kook ik een potje en maak een fraaie foto van Dik Geurts op het voordek van de Bandos.

Nu komen de laatste loodjes. Met een paar lange slagen geraak ik in het invallend duister bij de PH boei. Op de marifoon hoor ik een waarschuwing voor een onverlicht jacht, dat gezien is bij de OVD 3. Ik denk dat het hetzelfde jacht is, dat ik onverlicht heb zien varen bij de BVK. Vlak voor het ronden van de PH kom ik in een heel veld van niet meer zo geconcentreerde solozeilers terecht, die allemaal richting finish zeilen. Eerst wordt ik bijna overvaren door een over stuurboord varende deelnemer, die op het laatste moment uitwijkt. Daarna trekt het gebruis achter me de aandacht van een oploper die van geen wijken weet. Ik sta al achterop met een stootwil in mijn linkerhand en wil net de schipper met de schijnwerper van mijn aanwezigheid op de hoogte stellen, als hij het zelf doorkrijgt. Na het ronden van de PH komt er een derde jacht op me af, maar deze schipper heeft me wel gezien en wil alleen even gedag zeggen.
Ik vaar nu plat voor de wind naar NEK. De maan schijnt, de boot loopt als een tierelier. Wel voel ik steeds vaker een koude windvlaag in mijn nek, wat er op wijst dat de wind weer toeneemt. Als ik dan een keer naar voren reik om de thermoskan te pakken gaat het fout. De boot loopt totaal uit het roer en loeft met een rotgang op. Nu race ik op de kust af. Ik gooi de fok omlaag en breng de boot weer tot rust. Verder naar NEK, nog steeds met ruim 6 knopen. Na de boei zet ik de stormfok er weer op en wil ik eigenlijk eerst een slag maken naar een punt ten zuiden van Hoorn om uit de deining te raken, maar ik verlijer te veel. Dan maar richting Lelystad. Het gaat wel hard, maar ik houd onvoldoende hoogte. Wat ik aan efficiëntie verlies, win ik aan rust. Ik zet de radio aan, kijk naar het maanlicht op de golven, maak soep en vermaak me weer prima.
Dan maar wat later finishen, een wereldtijd zit er toch niet in. Ik ben helemaal alleen op het water, hoe ik ook rondkijk, er is geen andere solozeiler te bekennen.

Van Volendam naar de Blok van Kuffeler gaat weer lekker snel. Wat ze daar aan het doen zijn weet ik niet, maar de hele hemel is oranje gekleurd van het natriumlicht. Over vervuiling gesproken! Dan mag ik eindelijk het laatste rak varen, terwijl het langzaam licht wordt. Het is net niet bezeild met deze zeilvoering en hoewel de wind weer wat is afgenomen, heb ik geen zin meer in een zeilwissel. Ik geloof het wel.

In Muiden aangekomen neemt Al- bert een lijntje aan. Ik ga op zoek maar Barend maar die is gisteren avond al gefinished en slaapt thuis in zijn eigen bed. Na een douche en koffie vertrek ik weer voor het tochtje naar Amsterdam. Voor de Schellingwoude brug geef ik de ruimte aan twee zwervers in een roestige Domp. Met een knallende motor lopen ze op me in en sturen gevaarlijk dicht langs mij. Ze lijken me niet te zien. Staal gaat voor hout!
Bij de sluis wordt ik nog aangesproken door een stel op een Colin Archer. Ik heb de solovlag nog niet gestreken en ze kennen de wedstrijd. Vol trots wijzen ze op hun eigen schip, daar gaan ze volgend jaar een wereldreis mee maken. Tja, baas boven baas!

Na het schutten ga ik naar Aeolus. Ik krijg een box toegewezen en ruim wat op. Als ik ga zitten om een broodje te smeren, zak ik onderuit en wordt een uur later weer wakker van de telefoon. De laatsten zullen de laatsten zijnWelgemoed stap ik 13 oktober in de auto voor een ritje van 20 kilometer. Wat ik gemist heb, is dat er op de rondweg een totale verkeerschaos is ontstaan door een gekantelde tankwagen. Doorijden ho maar. Als ik dan om 21.00 binnenloop, zie ik de toepasselijkheid er wel van in. Als een van de laatsten gefinished, als een van de laatsten in het clubhuis. Gelukkig nog net op tijd voor het officiële gedeelte. En in 2005? Ik denk niet alleen met positieve gevoelens terug aan deze 200 mijls. Ik heb nl. een staatje gemaakt net daarin de prestaties van een aantal deelnemers met dezelfde rating die ook route 4 gezeild heeft. De cijfers spreken voor zich. Mijn gemiddelde snelheid over het gemeenschappelijke traject (M1 – OVD3) bedroeg 3,65 knopen, die van de vergelijkingsgroep hele traject bedroeg 3,52 knoop, die van de controlegroep 5,45. Dat is treurig. Gelukkig deed ik het op route 4 iets beter, mijn gemiddelde snelheid bedroeg daar 3,91, terwijl de controlegroep daar met een gemiddelde van 4,45 iets minder presteerde ten opzichte van het eerste deel.
Mijn voornemen voor 2005 is helder, het gat moet dicht!

Frans Hoving
S/Y Zeebeer

Menko Poen

Menko Poen neemt een foto van zichzelf op z’n Bries
de Laughing Gull II tijdens de 200 myls ‘SOLO’ – 2002

200 myls 2002
Driehoek 2003
200 myls 2003
Zeemanschap
Sunk in Northsea
Schipbreuk

200 myls totaal volgeboekt voor de inschrijvingen

200 myls totaal volgeboekt voor de inschrijvingen
Jan Luyendijk | 26-02-04
HUIZEN (NED) – Was het de bedoeling met 69 schippers eind september 2004 te starten in de 200 myls ‘SOLO’, dan is dat niet helemaal gelukt. 80 solo-schippers, waaronder 4 vrouwen, zijn na een hectische inschrijfperiode verzekerd van hun startbewijs.Ongeveer 250 teleurgestelde schippers sturen een niet aflatende stroom mailtjes om te proberen, alsnog te worden geplaatst.Helaas ’t is niet anders.Eigenlijk te gek. Het is pas februari en een wedstrijd eind september is al volgeboekt !Alles over de 200 MYLS: www.200myls.nl

Martin Selles

Martin Selles van de Kim

stuurde in ‘Exel’ een wedstrijdanalyse – 2004. De daarvan naar HTML overgezette Exel-file nam zoveel Kb’s in beslag, dat de conclusie in onderstaande jpeg is vervat ….
Korresponderen over deze analyse kunt u met Martin … m.h.selles@planet.nl