Met excuses voor de erg late plaatsing, bij deze het verhaal waarvan de auteur Maarten Witlox de prijs Beste verhaal’ kreeg:
“Bahco mee, lang leve de autopilot!”
Toen ik al spinnakerend ’s-nachts onder een prachtige sterrenhemel op de ELB afvoer, realiseerde ik mij dat ik was vergeten hoe mooi het IJsselmeer bij nacht ook alweer kon zijn. Mijn zeilfocus lag ruim 6 jaar buiten de Nederlandse wateren, omdat we met onze vorige boot in Spanje zeilden. Wat was ik blij dat ik nu eindelijk mee kon doen met de 200 Myls solo.
Bij de start heerste er bij mij een gezonde spanning. Baan 1 lonkte, maar uiteindelijk viel de keuze op baan 5. Mijn boot de Miek, een Dehler 31, verscheen in goede conditie aan het vertrek. Ingevroren thuis bereide maaltijden zouden de inwendige mens in dezelfde staat moeten houden.
Nog tot kort voor de start bleef een prangende vraag mij parten spelen: neem ik m’n gereedschap mee? Mijn eerste gedachte was ‘nee’, want twee goed volgestouwde tassen, een boormachine en twee bakken met schroeven en bouten wegen behoorlijk wat kilo’s. En het is toch een wedstrijd. Tot ik dacht aan die keer dat ik als kind met mijn vader bij Alderney voer en we in dichte mist motorproblemen hadden. Met een lijntje en veel stootwillen wisten we de gereedschapskist van een bevriend zusterschip naar onze Friendship 28 te krijgen. Het gereedschap moest dus mee! Een goed besluit, want zo voorkwam ik een vroegtijdig einde van deze race toen ik vol gas richting sluis van Enkhuizen mijn motoralarm hoorde gillen. Na een behulpzaam sleepje van de Sherazade kon ik in de haven van Enkhuizen sleutelen aan m’n motor. Ik ontdekte een kapotte impeller. Een minuut voor sluitingstijd wist ik met gebruikmaking van een leenfiets nog een passend nieuw exemplaar te kopen.
Na de reparatie was ik doodop en wilde maar een ding: slapen. Al die nieuwe regels, spanning voor de race, start, baankeuze, spi rak, het noodzakelijke digitale werk en deze reparatie hadden mij behoorlijk vermoeid. Net voordat ik liggend op de bank mijn ogen sloot, besloot ik nog even de weersvoorspellingen te bekijken. Er zou vanavond en vannacht een mooie wind staan. Niet slapen dus, maar varen was het devies. Om 19.30 was MIEK bij de KG en begon ze aan een fantastisch mooie zeilnacht. Toen ik na een tweede spi rak om 4.00 bij de H2-W1 aankwam, sloeg de vermoeidheid zo hard toe dat ik – ondanks het mooie weer – besloot Hindeloopen aan te doen en mijn eerste 7 uurs stop te pakken.
Na een goede nachtrust, heerlijke douche, noodzakelijke boodschap, een stevig ontbijt en bestudering van het weerbericht vertrok MIEK om 16 uur naar Medemblik om daar de ‘stormvrijdag’ door te brengen. Onderweg ontdekte ik dat mijn autopilot bij me weg wilde. Al een paar keer had ik hem vermanend toegesproken omdat deze elektrische zwarte arm slingerde als een vervaarlijke dronkaard. Het mocht niet baten. Omdat het toch al snel 1 knoop speed scheelde heb ik vrijwel alles met hand gestuurd. Slechts bij manoeuvres deed ik een beroep op hem. Raymarine hoort nog van me.
Met harde ruime wind surfte de MIEK op twee reven en de high aspect van Medemblik naar Enkhuizen, waarbij ze de onwaarschijnlijke nieuwe topspeed van 12,3 knopen aantikte. Het leek wel of de stop uit het IJsselmeer werd getrokken. Kicken. Na veilig ankeren in de kom van de Compagniehaven naast de Motion vertrok de MIEK om 2.00 ’s-nachts voor de tweede ronde IJsselmeer. Het was fijn om enkele oude navigatie skills te kunnen mixen met al het nieuwe digitale spul. Mijn plotter liep netjes baan 5 af en liet mij keurig de DTW en BTW zien naar het volgende waypoint. Gelukkig zag ik – old school – aan de fase Iso R 2s welke van de rode tonnen voor me de UK 10 was.
Tot overmaat van ramp lieten de parkers die de beugel op de helmstok houdt, waaraan de stuurautomaat is bevestigd, los. In Medemblik had ik de gaten doorgeboord en de beugel met bouten en moeren vastgezet. Kennelijk niet goed genoeg, want later kwamen deze grote bouten los. Juist toen ik met een noodgang voor de wind op de aan lager wal gelegen dijk bij Urk afvloog. Een snelle greep naar de Bahco redde mijn MIEK op tijd van een hardhandige stranding. Bij de overstagmanoeuvre na ronding van de KH, vloog de autopilot namelijk in de pikdonkere nacht van zijn bevestigingspin waardoor de MIEK terugdraaide en fok bak met een hele bak wind slechts enkele meters van de dijk belandde.
Tegen 16 uur op zaterdag bereikte ik behoorlijk vermoeid de sluis bij Enkhuizen. Na doorvaart nam ik de begrijpelijke maar achteraf verkeerde beslissing om die avond nog door te varen, omdat er was voorspeld dat de wind er op zondagochtend volledig uit zou gaan. Het liep anders. Maar ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’: deze keuze leverde mij die nacht een werelds ontvangst op in Bataviahaven. Ik liet de biertjes wel onnodig lang op mij wachten, want was in de veronderstelling dat de havenhoofden zowel als start en finish dienden. Daarna heb ik aan boord met volle teugen genoten van bier, wijn, nootjes en collega zeilers. Heerlijk! Gelukkig had ik me even opgefrist, zodat ik niet als een stinkdier in de volle kajuit rondbanjerde.
Op zondagochtend kwam het toetje: zon, koffie, gezelligheid en goede gesprekken. Voor mij was deze race een mooie combinatie voor niet alleen de wedstrijdzeiler, met alle keuzes van zeiltrim, navigatie en tactiek op grond van weer- en windvoorspellingen. Ook de fysieke en mentale kracht van een Elfstedentochtschaatser en de verantwoordelijkheid en precisie van een bergbeklimmer zijn vereist. Wat een heerlijke race! Ik heb er ontzettend van genoten en weet zeker dat ik er volgend jaar weer bij ben. Hulde aan de organisatie.
Rookie en schipper van de MIEK
Maarten Witlox