Title Image

Verslag 2005 (10)

Verslag 2005 (10)

Oude koeien van 2005

  • Er waren dus mensen die onder het werk elk uur keken naar de site tijdens de wedstrijd. Ik kan je zeggen dat er ook waren die onder het kijken elk uur probeerden te werken ;-).
  • De mensen die er aan meedoen zijn (vrijwel?) allemaal reuze aardige mensen (heb je ze daarop geselecteerd?) en je weet dat ook die mensen op het water zijn en je ze straks weer tegen komt. Ook de organisatie, perfect.
    Een race waarvan ik dacht dat ik er niets aan zou vinden, heeft voorgoed een herinnering in mijn geheugen gebrand.
  • Dan komen de tranen en de spanning van de wedstrijd komt eruit. Na 4 dagen ben ik weer gewoon een mens in plaats van een zeilmachine.
  • Knopje drukken, fotootje nemen, tijd noteren, koers verleggen, zeilen bijstellen. Ik vraag me af of ze wel weten welk bouwjaar ik heb.
  • Toen werd het toch weer droog. Tussen de wolken de sterren, voor me de laatste ton. Een laatste zachte bries, druk op het knopje, en Mathilde was weer aangekomen!
  • Tussen GZ 2 en Nek veel zweet en blauwe plekken
  • Dan over het Wagenpad langs de westkant van het vogeleiland. “Geen wonder dat de vogels de griep krijgen, als ze op zo een raar eiland buiten de bebouwde kom moeten overwinteren”
  • Wind kromp gemeen, dwars van Stavoren en werd onaangenaam 6+bft.
  • Zat te snurken bij wind-toename. Had t moeten zien. Kink in de val. ‘Hopies werk’
  • Wat volgt is een rodeorit met 25 kts wind naar Makkum onder vol tuig en de heavy spi met regelmatig een snelheid van 11 kts.
  • De strategie zal dan ook wel weer worden: varen als er wind is en je nog zin hebt en stoppen als van die twee zaken er een ontbreekt.
  • FINISH. Ik vrees, dat het nu echt weer voorbij is.
    Anderhalf uur voor sluitingstijd. Dat is me noch nooit overkomen. Ik moet iets goed gedaan hebben.
  • Als laatste gaat de SOLO wimpel uit het achterstag. Bijna in een ceremonie, want nu moet ik weer een jaar wachten tot de volgende.
  • Op de grote golven kon ik zelfs heel lang surfen met de boot. Gaaf. Heb nog nooit bij zoveel wind met zoveel tuig gevaren.
  • En dan vaar je door terwijl je anderen de haven op ziet zoeken.
  • Platgeslagen nog 2Nm voor ‘paard. Spi weg ! Grootzeil gescheurd onder 1e.rif. Meteen naar zeilmaker, geregeld in Enkhuizen. Vastgelopen op ’t Hop. Stom, vermoeidheid. Joystick gebroken. Scheur in fok bij Breezand. Scheur bij derde rif. Moet met 3e. rif verder zeilen. Iedereen zeilt me voorbij ! In vlagen kom ik nauwelijks door de golven heen. Dikke knie. Maar ik ben wel gefinished !
  • In de sluis was het drukker met de solisten dan op de heenweg !! (de sluis was stuk en heeft de hele vloot in een keer gevangen en weer losgelaten)
  • Teweinig gegeten, teveel gezeild. Lekker !
  • Achteraf kijk je een koe in z’n kont, ik had ook moeten gaan.
  • ” Wat was die 10e Verschrikkelijk Gaaf”
    (dreunt nog steeds na)
  • Murphey zit in ieder geval niet bij mij aan boord ?
  • Finish…..de 200 myls blijft buffelen en beulen !
  • Een perfecte zeildag, mannen met ballen, zon en wind, wat wil je nog meer ?
  • Ik loop vanaf het gangboord de kuip in, maar verlies mijn evenwicht door een onverwachte golf. Daardoor stap ik bovenop de contactsleutel van de motor en breekt het hele slot af.
  • Aan een passerende mountainbiker vraag ik waar de bakker is en hij begint te zuchten. Dat is heel lastig uitleggen en het is een klere eind. In Urk ?! Hoe groot is het hier? Hij biedt aan met me mee te fietsen om de weg te wijzen en inderdaad het was 7 minuten lopen. Voor een Urker waarschijnlijk een hele afstand.
  • Met dank aan mijn lieve echtgenote voor al het kostelijke bootvoer. Nou ja, bootvoer: de eerste avond at ik chili con carne, de tweede avond tagliatelle met huisstijl pastasaus, de derde avond een Indische schotel en gisteravond goulash. Er zullen er best bij zijn, die het met minder hebben moeten doen. Ik zal niet zeggen dat de 200 mijls een eitje is als je maar goed voor jezelf zorgt, maar helpen doet het zeker.
  • Constant sta ik in dubio en heb ik wel zes …. nee zeven keer m’n plannen bijgesteld
  • Het is aarde donker en ik ben alleen op het water
  • Solozeilers ? Die bestaan niet !
  • Ik voelde het 200 myls genot ….
  • Fantastisch. Bij ruim 11 knopen snelheid gaat de boot harder dan de gloven en graaft zichzelf in, in de volgende golf Regelmatig blijft de boot op een golf meesurfen. Niet even maar wel een minuut lang.
  • Goddomme, wat een dag ‘FANTASTISCH’
  • Wie heb r an die knop van de wind gezeten ?
  • Dan komen de tranen en de spanning van de wedstrijd komt eruit. Na 4 dagen ben ik weer gewoon een mens in plaats van een zeilmachine.
  • Nu we weer langs de wal liggen is het me pas echt goed duidelijk wat een geweldige site je hebt gebouwd en hoe goed die werkt. Ik geloof niet dat er iets dergelijks al eerder is vertoond, proficiat.
  • Al met al weer een enerverende 200-myls.
    De weerberichten leidden logischerwijs tot het kiezen voor route nummer 3, dat doen dus de meesten.
    Maar de weerberichten kloppen nooit, dus de meesten kiezen fout!
    Dus was route 2 een uitdagende optie…………..
    Moraal van het verhaal: Weerberichten kloppen wel als het niet uit komt, waarmee bewezen is dat weerberichten onbetrouwbaar zijn.
  • Het is leuk om jullie vorderingen een te volgen via de fantastische site. Vele goede herinneringen komen boven…
  • Je kunt maar beter onderweg zijn voordat de post IJsselmeer zich bedenkt….
  • Vlak achter me kruist de binnenvaarder de OVD3, dat schip had ik dus even niet gezien tegen de achtergrond van de lichten van Lelystad, brrrr…
  • Helaas, met heel veel wind sla ik plat en moet de halfwinder weghalen. Het lukt niet de slurf er omheen te krijgen en na veel geploeter op het voordek heb ik mijn dagelijkse fittness inclusief douchen weer achter de rug. De tijdverlies door het gestunt is goed op de elektronische kaart te zien.
  • Ja Windguru. Dat is een ding. Ineens word het giswerk over de wind heel anders. Nu is er, net al bij een bushalte, de precieze vertrektijd, sterkte en richting bekend. En net zo als bij een echte bus komt die dan ook meestal op het aangekondigde tijdstip op het aangegeven adres en de aangegeven richting.
  • Je ontmoete weer bekende gezichten, schudde handen en haalde gestreden zeeslagen uit afgelopen 200myls naar voren
  • Met deze beslissing – namelijk nu geen beslissing te nemen – ging ik naar bed.
  • Had het knap gevonden om na een paar uur zeilen zonder boei te zien, de eerste die ik tegenkwam, meteen overhoop te zeilen
  • Het water om me heen is groen met een fluwelen oppervlakte van het terug spattende water. Helaas geen tijd om van de verschijning te genieten. Binnen hoor ik heel hard gebonk. De koelbox heeft besloten op pad te gaan en op eigen houtje de binnenkant van de kajuit te verkennen.
  • De nacht was helder (en koel) en het was al goed gestrooid op de kade. Bij ieder zucht wind kwam er weer een lading zand over dek.
  • Want net toen ik klikte, werd ik door een grote golf richting boei gezet. Het ging nog goed maar was wel schrikken …
  • Die poes is kennelijk achter mij aan gehold en aan boord gesprongen. Ik heb haar nog uitgelegd, dat dit een SOLO-wedstrijd is en dat ik al een was, en een tweede dus een teveel en heb haar abrupt van boord gezet.
    Ik vond het wel brut, maar de nacht was al zo kort.
  • Bij het zetten had ik een paar problemen, omdat die niet uit de zak wilde (ook voor een SPI is het vroeg in de ochtend).
  • De lucht is schitterend, de golven hoog en de kleur van het water heel provocatief
  • Magrietforum: ben ook …. ff aan ’t volgen op internet, kan nl op de site van 200 myls solo zeilrace die woensdag begonnen is, precies zien waar die is en op welke plaats die voorlopig staat op de lijst. en waar ie ongeveer uithangt op het ijsselmeer. handig h;e? mannetje is de hort op (hahaha) en je weet bijna precies waar die uithangt.
    De race duurt 5 dagen, dus ik kan lekker overdwars in mn bed liggen.
  • Voor alle andere deelnemers, zet hem op. Iedere mijl is er een, die jullie dichter bij een herinnering brengen, welke jullie nooit zullen vergeten.
  • Het rif steken ging niet helemaal gladjes. Bij het doorsteken van de reefbandjes ben ik met mij vinger in de giek – zeilvoering gekomen, en heb de nagel van mij pink uit het bed getrokken.- erg pijnlijk. Gisteren hetzelfde met de wijsvinger vandaag de pink. Gelukkig heb ik er nog acht, die te gebruiken zijn
  • Ik had waarschijnlijk een bord achter op de spiegel dat zei: “komt u allen maar gezellig bij me langs varen”. Want daar leek het op.
  • Het is inderdaad weer zover, het hele jaar hebben wij uitgekeken naar deze prachtige race.
    De mooiste solorace als afsluiter van het zeilseizoen, dit jaar volgen we alles vanuit het warme zuiden via internet. De online standen en het ‘live’ verslag zijn iedere jaar weer bijzonder spannend.
  • De nachtrust in Urk was uitputtend. Heel lux om 1:00 naar bed en om 6:30 weer eruit. Klinkt weinig maar voor de 200myls is dat uitslapen
  • Al heerst er wel griep, of nog erger, eind september. Ik bestel een ambulance en vaar de 200-myls ‘SOLO’ in 2005 desnoods liggend op een brancard!
  • Durf het haast niet te schrijven maar misschien moeten we terug naar cameraatjes? Dat lijkt de achterdeur uit maar weet jij of de sponsoring van die bigbrotherdoosjes ook in volgende jaren doorgaat? Vond dat geklooi met die wegwerpertjes ook wel wat hebben
  • Ik wil je eigenlijk vooral ook bedanken voor die prachtige onovertroffen 200myls, waar ik hopelijk nog heel lang aan mee zal kunnen doen, waarin ik solo ervaring op kon doen om de stap naar een solo kanaalrace zoals de PB2005 is, te maken
  • Wat een geweldig aanbod! Ik looop te stuiteren door het huis! Ik heb het gevoel dat ik hier nog helemaal niet klaar voor ben en mijn bootje zeker niet… Maar ja, eigenlijk moet ik het gewoon doen! ’t Lijkt me geweldig, én afzien, én een uitdaging. En zeker als ik bedenk hoeveel mensen tandenknarsend hopen op een kans om mee te doen kan ik dit natuurlijk niet laten schieten…
  • Fantastisch dat ik mee kan doen. Al jaren volg ik de wedstrijd op afstand en had bewondering voor jullie organisatie (geen slijmerij!!). Ik kijk er erg naar uit en verdedig met liefde de kleuren van Frits.
  • Het eerste goede nieuws dit jaar: ik mag meedoen!
  • Er werd zelfs gesuggereerd dat die Ostar eigenlijk niet zo veel voorstelde zonder vergelijk met de 200 mijls. Vandaar m’n vraag aan jou, kun je me op de startlijst plaatsen zodat ik in september mee kan doen?
  • Ik lees dat je andere startplaatsen overweegt.En dat vind ik een beetje (erg )jammer. De 200 myls is ,ondanks de 70 a 75 deelnemers,een kleinschalig en intiem gebeuren. Het is ook elitair omdat het voor belangstellende heel moeilijk is om er tussen te komen.
  • Voor al die mensen die (nog) niet aan bod gekomen zijn.Er is hoop.Ik doe nog maar een stuk of 20 keer mee.Dus in 2025 is er weer een plek vrij.
  • The problem in the house makes the best show outside.
  • Heren ik begrijp u probleem maar voor de aspiranten groeit de frustratie.
  • Ook dat is de 200 myls solo. Ik heb iets met die mensen, met de koorts die er heerst. Je zit er middenin en beleeft het met volle teugen
  • Het feit dat hedenmorgen de inschrijf formulieren voor oud deelnemers van de site is gehaald doet vermoeden dat niet alle resterende namen hebben in geschreven. Gister stonden er nog ca. 29 op de lijst.
  • Wat zijn de mogelijkheden voor nieuwkomers al volg je via deze site al meer dan driejaar dagelijks de ontwikkelingen, er is eigelijk geen perspectief.
  • Vakantie dus. Ik hoop dat je toch ook wel genoten hebt. En je moet maar denken dat veel van die sneeuw uiteindelijk toch weer vloeibaar wordt. Dan kun je wraak nemen.
  • Het is flauw: maar helpt het als ik mijn vrouw inschrijf of een rokje aan trek?
  • Nou weet ik dat old sailors niet alleen never died, maar ook zo’n solo niet aan hun neus voorbij laten gaan. Dus deze jongeman met wat ontluikend grijs aan de slapen vraagt zich af of hij, het veteranenplatform beziend, ooit nog wel eens een 200 myls kan varen…
  • Een zeiltocht is pas goed als er meer bier dan diesel wordt verbruikt …
  • Ik zou in Oktober graag weer aan de Solo meedoen! Dat wordt dan mijn vierde. Hoop van je te horen. Neem ik een goede sigaar voor je mee, voor onderweg!
  • 200Myls race singlehanded which I would recommend everyone should have a go at doing, its great fun.(anyone know of a boat I could charter in Holland for the race). ???

Ingeschreven solo-schippers – 2005

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
Hand.
Factor
1 2005 1 6 Bauke Yntema Winner 950 * 1.35 Catootje Workum 98.60
2 2005 2 5 Gerben Bos F & F 95 Frequent Flyer Medemblik 91.00
3 2005 3 4 Egbert v.d. Waal Waarschip 1010 *1.90 Fast Good Workum 92.00
4 2005 4 3 Bart Smulders Compromis 888 Bondi II Huizen 107.0
5 2005 5 2 John van der Starre Sun Fast 37 Happy Scheveningen 88.00
6 2005 6 2 Pamela van der Vleuten Seamaster 925 Lady Blanche Eindhoven 108.0
7 2005 7 6 Peter v.d. Schaaf Stern 33 Jager Medemblik 87.00
8 2005 8 1 GertJan Kos First Class 8 Obsession Huizen 95.50
9 2005 9 1 Fred Knitel Dehler 39 Suntiki Blocq v.Kuff. 85.00
10 2005 10 2 Hans Colenbrander Waarschip 1/4T *1.2 Hebbus Huizen 111.0
11 2005 11 8 Kees Corts First 305 * 1.4 Jean Dix Huizen 99.00
12 2005 12 4 Jan Smink Dufour 4800 Nicky Deux Muiden 98.00
13 2005 13 3 Gilles van Delft Waarschip 1010 *1.90 Lightning Kats 92.00
14 2005 14 10 Han Beijersbergen Bavaria 37 Anne Sophie Makkum 93.10
15 2005 15 5 Rob Jaspers Impact 37 Connector Schokkerhaven 86.00
16 2005 16 3 Theo Hin X-362 Obelix Hoorn 88.00
17 2005 17 6 Erik Jan Hardonk Etap 30 Nescio Lemmer 102.0
18 2005 18 1 Peter van den Driesche Dufour 35 Vagebond IJmuiden 99.00
19 2005 19 3 Anjo Veerman Dehler 39 CWS*vk155 Aurum Amstelveen 92.00
20 2005 20 6 Clemens Sanders Dehler 31 Maran Huizen 99.50
21 2005 21 1 Harry Vogel Cayenne 42 Tzigane Block.v.Kuff. 87.00
22 2005 22 2 Albert de Brouwer Waarschip 900 ’t Waere Hout Naarden 100.0
23 2005 23 2 Paul Peggs Feeling 850S Adopo Hamble (UK) 97.10
24 2005 24 9 Paul Schrier Fellowship 33 Ellship Naarden 110.0
25 2005 25 7 Gert Vink Pion Gambiet Almere-Haven 99.00
26 2005 26 8 Herman Tieman Spirit 28 Nan Blocq v.Kuff. 104.0
27 2005 27 6 Fred Avezaat Dehler Optima 830 Sun Dance Kid Strand Horst 108.6
28 2005 28 5 Paul Heijmerink F&F 65 Funky Feet Naarden 98.00
29 2005 29 3 Michiel Tasseron Bavaria 32 Passie Huizen 98.00
30 2005 30 1 Age van der Bles Spirit 32 * 1.80 Foddebosk Lemmer 98.00
31 2005 31 2 Riaan van ’t Veer Mini Transat Coco Piccolo Lelystad 101.0
32 2005 32 3 Peter Mueller Vision 32 Cassiopeia Huizen 101.0
33 2005 33 4 Ruud Kapteyn IMX-38 Mango Muiden 81.00
34 2005 34 6 Kees Riemer Gib’Sea 84 Poespas Huizen 105.0
35 2005 35 6 Jaap Homan Spirit 32 * 1.80 Almare Het Y 98.00
36 2005 36 4 JanKees Lampe Puffin 50 Little Sarah Rotterdam 91.30
37 2005 37 4 Henk Bulthuis J-109 ChillOut! Lelystad 83.00
38 2005 38 6 Arie Nauta Grinde 820 Scarlet Warns 102.0
39 2005 39 5 Barend Peters First 35 * 1.9 Layam Monnickendam 90.00
40 2005 40 3 Ids Witteveen Granada 27 Rocinant Makkum 108.0
41 2005 41 4 Piet van der Zwaan Dehler 34 NN Lelystad 93.00
42 2005 42 4 Otto Maitimu Contrast 362 Content Lelystad 91.00
43 2005 43 8 Ed Megens Dehler 34 Lupa Maris Den Oever 93.00
44 2005 44 5 Bart Boosman One Off Alca Torda Bergen 117.7
45 2005 45 1 Gert Hoogeveen Bavaria 30 Vire Muiderzand 102.0
46 2005 46 8 Arie Petrus First 285 *1.2 Adventure Almere-Haven 104.9
47 2005 47 3 Henk Euverman Vd Stadt 34 Staal Cygnus Kampen 100.0
48 2005 48 2 Marjan van de Vrie Aquila * 1,60 Mathilde Tilburg 105.2
49 2005 49 10 Cees de Wit Scampi 30 Foetsie Baarn 100.0
50 2005 50 3 Kees Rijniersce Etap 26 Baraka II Ermelo 109.0
51 2005 51 3 Onno Benink Koopmans One Off Exuperantia Zutphen 113.0
52 2005 52 1 Bart Desaunois J-109 J-Action Enkhuizen 83.00
53 2005 53 1 BertJan van Delft Waarschip 1220 Utopia Kats 89.00
54 2005 54 1 Piet Bakker(hn) J-92 Jolly J Hindeloopen 86.50
55 2005 55 2 Bertus Buys Standfast 40 Sea-Beryl Scheveningen 88.00
56 2005 56 3 Gerrit Schuur Etap 30i Myrlette Harderwijk 100.0
57 2005 57 6 Martin Selles Dehler 36 DB Kim Block.v.Kuff. 87.00
58 2005 58 4 EricJan Wiebenga Vanwiele 11.10 Indra Zaandam 101.2
59 2005 59 1 Jurgen Huizinga Scyth Scylla Kampen 105.0
60 2005 60 1 Ron Bree First 30 * 1.7 Serenity Den Helder 98.00
61 2005 61 7 Hans Pietersma Carena 36 Francis Kampen 99.00
62 2005 62 6 Fokke v.d. Valk Dutch Dandy MK IV Douwe Dabbert Amsterdam 116.0
63 2005 RET 5 Frits Bartels Contest 40 S Easy Going Hindeloopen 93.00
64 2005 RET 9 Dik Geurts F & F 110 Bandos Herkingen 85.00
65 2005 RET 4 Jon v.d. Weide Offshore 34 Silent Lucidity Harlingen 101.0
66 2005 RET 1 Jurrien Baretta Etap 22 *1.45 De Vrijheid Termunterzijl 116.0
67 2005 RET 5 Gio Schouten Freedom 44 Cat Airborne Marken 93.00
68 2005 RET 3 Jaap Broer Waarschip 725 Di Vagi Sneek 111.0
69 2005 RET 6 Guus Milani Impala Wigulida II Kampen 95.00
70 2005 RET 1 Andre Rijnbeek Etap 22i On-rust Heerenveen 114.0
71 2005 RET 1 Ruud Roos Freedom 35 Samiel Monnickendam 104.0
72 2005 RET 6 Wim Schreurs Cormoran Mon Ami De Kaag 103.0
73 2005 RET 8 Albert Broshuis Winner 9.50 Scheerling Ketelhaven 94.50
74 2005 RET 1 Jan de Bruin X-332 EsXape Scheveningen 88.00
75 2005 RET 6 Henjo Ruiter Meridian Cras factus est Medemblik 115.0
76 2005 RET 4 Nico Benink Kroes platgatkits Brandaan Hasselt 113.0
77 2005 RET 1 Ronald Boontje North Beach 24 Tadorna Teroosterzijl 117.3
78 2005 RET 1 Harry Immink Banner 41 Banzare Durgerdam 86.00
79 2005 RET 2 Rene Pluymert X-332 Libel Lelystad 88.00
80 2005 DNS 10 Piet Bakker Maxi 77 *1.45 Balder Huizen 108.2
81 2005 DNS 7 Jeroen Groenendijk Contessa 32 Swan of Tuonela Warmond 102.0
82 2005 DNS 3 Frans Hoving Waarschip 900 Zeebeer Amsterdam 100.0
83 2005 DNS 10 Jan Luyendijk Sun Light 30 Tam Tam Huizen 103.0
84 2005 DNS 3 Menko Poen Spirit 28 Laughing Gull IV Naarden 104.0
85 2005 DNS 7 Jaap Verkerk Comet 910 * 1.40 Stella Filante Ketelhaven 104.0

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 2005

 

Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0
Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10
Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17
Lelystad-Z OVD3 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 29 28
S/N.zeekanaal P 15/B’RAN 43 Hindelopen H 2 53 Den Oever WV14 53 Medemblik WP 8 49
Den Helder MH 4 75 S/Kornwerderz. VF 4/BO 8 59
Oude Schild T 12 80 Harlingen BO 44 65 Enkhuizen KG 2 66 Makkum VF04 64
S/Kornwerderz. BO 3/VF 4 96 Oost Vlieland ZS 13 81 Breezanddijk SPORT B 84 Enkhuizen KG 2 85
Medemblik WP 8 112 Den Helder MH 4 112 Urk UK 16 108 Lemmer SB 10 95
Hindelopen H 2 124 Oude Schild T 12 117 Medemblik WP 8 127 Urk UK 16 105
Breezanddijk SPORT B 130 S/Kornwerderz. BO 4/VF 4 135 Makkum VF04 142 Den Oever WV14 127
Stavoren VZ 1 141 Medemblik WP 8 150 Hindelopen H 2 148 Stavoren VZ 1 135
Den Oever WV14 149 Stavoren VZ 1 156 Stavoren VZ 1 156 Breezanddijk SPORT B 146
S/Lelystad-N HR-B/OVD 3 173 S/Lelystad-N HR-B/OVD 3 173 S/Lelystad-N HR-B/OVD 3 173 S/Lelystad-N HR-B/OVD 3 173
Hoorn NEK 184 Hoorn NEK 184 Hoorn NEK 184 Hoorn NEK 184
Volendam GZ 2 191 Volendam GZ 2 191 Volendam GZ 2 191 Volendam GZ 2 191
Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200 Muiden IJM17 200

Verslag 2005 > DE TIENDE

2e. prijs 2e. prijs Vrouwentrofee 2e. prijs M 1 prijs
 Gerben  Egbert  Pamela  Bauke  Dik
 Bos  v.d. Waal  v.d. Vleuten  IJntema  Geurts

Woensdag, 12 oktober 2005 21:30 uur

Na het welkomswoord tot de deelnemers, die van heinde en verre gekomen, aanwezig waren, veelal met hun partners en het bedanken van de sponsors werd er een overzicht gegeven van de race, het weer, het voordeel in de routekeuzes en passagemeldingen door de gps/gsm-unit de X-Trace .

Er werd gesproken over de weersomstandigheden tijdens de race. Dat het na 4 weken met heel weinig wind, de wedstrijd met een dikke wind tot 7 Bft tot een echt zeilfestijn werd gemaakt.
Opvallend waren de tegengestelde berichten van de Kustwacht en Meldpost IJsselmeer op 29 oktober. Per saldo werd art. 10 in de convocatie, niet varen bij waarschuwing, meldpost in je vaargebied, 7 bft. door iedere schipper nauwkeurig nageleefd.
Door vele schippers werd de top-speed van hun boten gemeld. Iedereen, die zich niet had teruggetrokken of niet was gestart, had eigenlijk de mogelijkheid de race binnen kantoortijden te verzeilen.

Weer werden alle 4 routes verzeild.
6 schippers besloten voor, buitenom, dus route 1, IJmuiden, Oude Schild, Kornwerd.
2 namen de wadden-route 2, via Harlingen, Stortemelk en om de eilanden Vlieland en Texel heen.
56 solisten bleven op de IJsselmeer-route 3, terwijl de route 4, ook IJsselmeer, door
12 schippers, als de meest tactische baan werd gekozen.

Op het laatste ogenblik vlak voor de OVD 3 bij Lelystad werden er nog routekeuzes veranderd. Wat het gevolg was van deze tactische (route)keuzes, blijkt uit de eerste 2 plaatsen en verder, dat in route 4 er geen uitvallers (RET) zaten.

Dan de GPS/GSM-units X-Trace, welke door XMark BV werden geleverd en gesponsord. Razend enthousiast waren de fans en het thuisfront, die nu hun favoriete schippers, life op internet konden volgen, als zij hun merktekenpassages doorklikten.

De te korte termijn voor diverse schippers om gewend te raken aan de units (met sigarenaanstekerplug) en om deze correct aan het boordcircuit aan te sluiten of in een stroom af en stroom aan situatie zaten, veroorzaakte een verschil in reeele wedstrijd uitslagen op de finishdag.

De wedstrijd/passagetijdgegevens van de logboeken werden volgens de convocatie weer toegepast en als bewijslast de meldingen van de X-Trace.

In ieder geval zijn we zo razend enthousiast voor wat de X-Trace met Mark Wilbrink van XMark voor de 200 myls ‘SOLO’ heeft gebracht, dit in verband met de directe verslaggeving en ….. veiligheid, zodat we absoluut naar een mogelijkheid zullen zoeken om deze X-Trace als basis voor alle toekomstige wedstrijden aan te schaffen. 

Veel prachtige digitale fotosessies werden er gemaakt. Ruim 30 vergrotingen in A4 formaat werden grif door de schippers na de prijsuitreiking van het wandbord gehaald.
Graag had ik ook nog de foto’s van andere schippers ontvangen, zodat we daarvan een gezamelijke cd kunnen branden om tegen kostprijs te kunnen verdelen.

Er waren talloze positieve en sportieve reakties vanuit het deelnemersveld en ….. vooral van het ook thuisfront, getuige de vele bezoeken (in 4 weken ruim 160.000) op deze website. Veel van deze bezoekers hielden de wedstrijdstanden, van hun favorieten nauwlettend in de gaten en hadden al snel ontdekt, dat men in de X-Webmap met een ‘request location’ de positie van de schipper van op dat moment kon opvragen.
De opgevraagde positiemeldingen werden ook op de sites van de solo-schippers zelf kenbaar gemaakt, wat af en toe tot wat verwarring leidden.

 

Bauke IJntema met Catootje

Verslag 200 mijls 2005. Bauke IJntema met Catootje

Onderweg naar Muiden op dinsdag 27 september bedenk ik me dat ik dit jaar toch echt een gooi naar de winst moet doen. Na de laatste 3 jaar 2 x 4e en vorig jaar 3e moet het toch een keer mogelijk zijn om te winnen. Nou ja vanavond/ morgen eerst maar eens de juiste route keuze maken en als dat goed uitpakt dan gewoon zo hard mogelijk varen. Ik neem me voor om hard te duwen en geen fouten te maken. Ik heb dit jaar ondersteuning van Menno Sappe die mij op de hoogte gaat houden van de wind voorspelling. Menno blijkt voor mij een belangrijke ondersteunende factor te zijn, zowel op het gebied van weersinfo en mij scherp te houden.

Na het palaver rustig op de boot met de verschillende routes zitten te puzzelen.
Het zou 1 of 3 moeten worden. Maar route 1 is risicovol. Dus waarschijnlijk route 3. Ik zie het morgen nog wel even aan als ik de laatst weersinfo heb.
Om een uur of 1 nachts lig ik nog wakker in bed en denk nog eens over de routes na. Er wordt donderdag NW 5/6 voorspeld. Ik spring uit bed. Toch route 4 nog eens bekijken. Ik kom er achter dat route 4 toch meer bied dan 3 met nw op donderdag.

Woensdag 28 september
Ik vaar vroeg uit de haven om ruimte te maken voor de overige deelnemers.
De wind is nog zwak en ik wacht eerst nog een half uurtje. Om 7.43 uur gestart. Twijfel nog, nog geen wind genoeg eigenlijk, maar de spi staat al en besluit maar te starten in de wetenschap dat de wind zal toenemen en ruimen. Na pampus neemt de wind iets toe.
We lopen al gauw boven de 6 knopen. Als er een bui over komt gaat het even flink waaien. Door tijdens de vlagen af te vallen kan ik de spi er net op houden. veel spinakers van de concurrenten gaan er af. Zo loop ik voor het paard verschillende boten voorbij.
Bij het paard even de spi eraf na de GZ2 gaat hij gelijk weer omhoog. Kan ik hem er tot de nek op houden? De wind zal gauw gaan ruimen. Na 20 minuutjes ruimt de wind snel en haalt ook aan.
Ik kan de spi er niet meer voor houden en besluit deze er halve wind af te halen. Hoe weet nog niet. Na wat mislukte probeersels besluit ik hem maar onder de giek door te halen. Na 10 minuten zweten en ploeteren heb ik hem binnen.

De fok er bij en door!! Ik zit Kees Corts op zijn hielen. Na de nek boei richting Lelystad is het eigelijk weer een spinakerrak. Ik kijk het eens aan, 130 graden schijnbaar, 20 tot 23 knopen schijnbaar. Moet kunnen! Ik had de spi in het vorige rak al klaar gezet en ik besluit hem te zetten! Na 2x om de voorstag en 2x uit het roer te lopen te zijn heb ik hem ondercontrole en spuiten we met 8.5 tot 10 knoppen er door. Ik loop Kees Corts voorbij. Dit betaald uit!
0.8 mijl voor de OVD3 haal ik de spi er af en dat gaat zonder problemen. 11.54 uur de OVD3 geklokt.
Ben inmiddels zeker van route 4 en de wind gaat tegen de avond krimpen naar zw en ik heb reeds besloten dat ik na de sluis het anker er in gooi en rust tot 18.00 / 19.00 uur .
Menno zijn voorspeling komt exact uit. Tussen 18.00 en 19.00 uur krimp de wind weer naar ZW en trek weer aan. Een ideale wind om halve wind naar Medemblik te varen.

18.55 uur de EZ29 gerond en op weg naar Medemblik. Het gaat weer hard. In de vlagen moet ik het grootzeil iets laten vieren om niet uit het roer te lopen. De snelheid zit constant boven de 7 knopen! Ik heb zelf een waypoint in gevoerd om zo dicht mogelijk langs het Enkhuizerzand te kunnen varen. Voorgaande jaren ging ik er ook wel overheen, maar het schijnt al winterpeil te zijn en dan wordt het wel erg krap. Als ik de boeitjes van het Enkhuizerzand passeer loopt de diepte meter snel op naar 1.6 m. Ik zou toch nog net in het 2 meter diep stukje van de uiterste betoning moeteen zitten. De snelheid loopt terug naar ruim 6 mijl door de zuiging. Plotseling geeft de diepte meter nog maar 1.4 m aan. Gelijk voel ik de kiel de grond een paar keer raken.
Shit wat nu? Terug of afvallen? In een seconde neem ik het besluit en trek het grootzeil flink door om meer heling te maken en maar te hopen dat ik er overheen kom. Na zo.n 50 meter zo nu en dan over de grond geschuifeld te hebben loopt de diepte meter weer op en kan ik weer opgelucht adem halen. Als ik later mijn waypoint controleer blijkt dat ik een druk fout in de coordinaten heb zitten waardoor ik 1 mijl zuidelijker zat dan gepland!

In de buurt van de GZ1 kom ik veel collega’s tegen die route 3 doen en onderweg zijn naar Enkhuizen. Het is inmiddels donker en kan niet meer onderscheiden wie ik tegen kom.
Boven het vogeleiland neemt de wind iets af maar het blijft hard gaan. 21.51 uur de WP8. Als ik dat snel bereken is dat een gemiddelde van 7.1 over dit rak! De eerste dag ging in ieder geval al goed. Ik heb naar Bob Hanenberg (havenmeester van haven bij het regatta centrum) gebeld en gemeld dat ik vanavond nog aan kom. Ik mag wel aan de meldsteiger gaan liggen.
Nog contact met Menno gehad en samen besloten om de volgende dag rond 9.00 uur te starten bij de WP 8 en tot Urk door te varen.

Donderdag 29 september
S,ochtens na het ontbijt even bij Bob in het havenkantoor bij gepraat en nog enkele weersites bekeken. De verwachtingen komen overeen met wat Menno al aangaf.
Er ligt een solozeiler voor anker net buiten de haven. Het blijkt Gert Jan Kos te zijn. Ik zie dat hij het anker licht en ik moet ook opschieten, want 9.00 uur starten bij WP 8 haal ik niet meer.
Ik heb tel.contact met Menno. Hij zegt dat ik moet opschieten en moet zorgen dat ik voor 17.00 uur bij UK 16 ben! Nou dat knoop ik in mijn oren en ik zal mijn best doen. 9.21 uur WP 8 gestart. Gert Jan Kos voer eerst voor mij uit naar de boei maar wisselt nog een fok voordat hij start. Het waait weer lekker hard 19 tot 26 knopen. Ik moet toch maar een rif zetten want ik loop te vaak uit het roer. De snelheid blijft goed en zit weer constant ruim boven de 7 knopen. Gert Jan volgt mij en ik zie dat hij me niet echt in loopt. Bij Makkum zie ik enkel scheepjes voor me uit de haven komen en starten bij de VF04. Dat zijn dus deelnemers die ook route 4 doen.

Bij de VF04 aangekomen een storm rondje gemaakt en snel het rif er uit gehaald. De koers is nu ruimer. Ik heb ben moe van het sturen en heb het wel even gehad. Ik stel Tjeerd onze bouwvaan in en laat deze voorlopig sturen. Zo kan ik even rustig plassen, eten en drinken. Even tijd voor mijzelf. Na een uurtje bedank ik Tjeerd voor zijn diensten en ga weer fanatiek zelf sturen. Scheelt toch zo een paar tienden van een knop!
Ik krijg zo nu en dan een bui over met 27 tot 36 knoppen wind. Bij de eerste 2 buien heb ik het rif er net op tijd in zitten en kan ik de wind stoten aardig opvangen. Bij Enkhuizen GZ2 is het even rustig voor de bui en kan ik gijpen. Ik zie dat ik duidelijk ben in gelopen op het groepje boten voor me.

In het rak richting lemmer krijgen we nog 2x een bui over. Bij de eerst bui ben ik te laat met reven en sta te kloten met een vast geslagen smeerreep om de giek. met een half gereefd zeil besluit ik eerst maar in de bui door te varen. Als de wind afneemt lukt het me om de smeer reep los te krijgen. Lemmer komt al in zicht maar er dient zich nog een bui aan. Ik besluit nu niet te reven maar af te vallen tot ruime wind. Dit is cool!!! 35 knopen schijnbare wind en dan er lekker door spuiten! Na de bui loef ik weer op en zie dat ik de eerste van het groepje boten voor mij al aardig ben genaderd. Het is Pamela die ik nog voor Lemmer voorbij schuif.
Door een vlottere boei ronding ga ik Kees Riemer met de Poespas voorbij.
Het blijft heerlijk hard gaan en met die bootjes voor me blijf ik hard duwen om ze nog voor Urk te passeren. ETA UK 16 rond 17.00 uur. Menno, het gaat nog lukken ook!! 17.02 uur UK 16 gefinshd! Het is gezellig druk bij de boei. Er zijn ook veel route 3 deelnemers die nu naar Urk gaan.

In Urk naast Arie Nauta gaan liggen. Ik nodig Arie en Gert Jan uit voor het diner. Als je nu kookt voor één of meerdere personen dat maakt niet uit. En vooral voor Gert Jan die weinig luxe aanboord heeft is dit een welkome uitnodiging. Gezellig met zijn drieen gegeten en daarna lekker gedoucht, nog een borrel en vroeg in de kooi. Dit mijn 6e 200 myls maar ik ben nog nooit zo goed aan mijn nachtrust gekomen. Normaal had ik nog wel eens last van onrustige nachten waar ik slaap maar niet kon vatten. Dit jaar geen enkele last en ben elke ochtend fit om er dan weer fanatiek tegen aan te gaan.

Vrijdag 30 september
Er zijn al verschillende deelnemers die vroeg vertrekken. Een paar deelnemers blijven wachten waaronder ik. Met Menno contact gehad en die adviseerde me pas na 11.00 uur te starten. Vandaag gaan we tot Breezandijk.
Om 10.55 gestart. het waait nog niet echt hard. Weer halve wind naar de …. (zw). Naar de vz wordt hoog adw net aan te lopen? Na 10 minuten komt de voorspelde wind door en het is weer ragen met voltuig. Regelmatig het zeil laten vieren om niet uit het roer te lopen. Weer ruim boven de 7 knopen! Na het ronden van de ??? aan de wind naar de ?? het is net een knik in de schoot. In het vorige rak al 1 rif gestoken maar de 2e kan er ook wel bij. door dat we een knikje kunnen varen blijven we tussen de 6.7 en 7 mijl adw lopen! Het gaat heerlijk!!
Na het ronden van de VZ?? gaan we met een bakstag wind naar de sport B. Het waait nog steeds hard. Windkracht 6 en het water is hier voor het vrouwenzand erg onrustig. Ik besluit de spi niet te zetten. (achteraf spijt van) Ik boom de fok uit en dat gaat in het begin best aardig.
Na een uurtje vind ik toch dat het harder moet. Ik hijs daarom de halfwinder er bij. Dit gaat beter. Finish om ???? bij de sport –b . Benm nog wat onhandig aan het klungelen met de halfwinder voor ik die binnen heb ben ik al erg dicht bij afsluitdijk. Het grootzeil op doeken aan lagerwal met flinke wind en golfslag blijft altijd een hele toer en kost weer flink zweet.
Binnen in Breezandijk is het al aardig druk. De hele route 4 ploeg ligt hier zo’n beetje. We hadden met Arie afgesporken dat we vanavond bij hem zouden eten, maar deze ligt voor anker en ik kan naast Bart Smulders gaan liggen. We liggen 4/ 5 dik aan een werkschip.
Gerben Bos kom nog wat later binnen en gaat weer naast mij. Gerben heeft wel op spi gevaren en heeft erg hard gevaren. Via de zijn thuisfront worden we op de hoogte gehouden van de stand.
Van de route 4 deelnemers liggen de eerste 3 toevallig naast elkaar. Bart 1e Gerben nu 2e en ik 3e van route 4. Gerben stond vanochtend nog achter me en heeft blijkbaar over deze dag toch beter gevaren dan ik. Ik verbaas me ook hoe goed bart Smulders het met zijn Compromis doet. Ik ben niet helemaal tevreden over mijn voorlopige resultaat.

Van Menno krijg ik door dat ik na 3 dagen een gemiddelde snelheid van boven de 7 knopen heb gemaakt! Dat zou toch snel genoeg moeten zijn. Ik leg me er voorlopig bij neer dat er nog anderen zijn die met deze wind het ook erg goed doen, en dat ik het zeker nog niet gewonnen heb. Na een goede maaltijd weer contact met Menno.
De wind ruimd morgen ochtend vanaf 5.00 uur naar het noorwesten en blijft hard 5 tot 6. Menno adviseert om vroeg te vertrekken. Ik wil dan ook tussen 5 en 6 uur vertrekken. Gerben lgt naast me maar heeft geen haast en de ander deelnemers willen om 7??? uur vertrekken. We besluiten om dan gezamenlijk dan morgen maar om 6.30 uur te vetrekken. Achter af heb daar de volgende dag wel spijt van.

Bauke IJntema (Catootje)

2e. prijs
Gerben
Bos
3e. prijs
Egbert
v.d. Waal
Vrouwentrofee
Pamela
v.d. Vleuten
1e. prijs
Bauke
IJntema
M 1 prijs
Dik
Geurts

200 myls ‘SOLO’ 2006 januari 2006 – door: Peter v.d. Schaaf

200 myls ‘SOLO’ 2006 januari 2006 – door: Peter v.d. Schaaf

Dit jaar doe ik voor de vijfde keer mee aan deze solo wedstrijd voor kajuitjachten.
Nou ja solo is wel een groot woord want de sociale saamhorigheid is dermate groot dat je nooit het gevoel hebt dat je alleen bent. Je vaart je boot alleen, maar daarna is het sologevoel wel weg.

De 200 myls ‘SOLO’ is een wedstrijd die 200 mijlen duurt, verder moet je tenminste een drietal rustperiodes aanhouden van minimaal 6 uren, terwijl de minimale rusttijd 27 uren is. Kortom aan rusttijd geen gebrek.Op dinsdag vaar ik de boot van Medemblik naar Muiden. Ja waait hard, tot aan Enkhuizen is dat geen probleem, want dat is bezeild en schiet het lekker op. Op het Markermeer staat de wind pal tegen, ik besluit het stuk maar te motoren om zo nog een beetje op tijd in Muiden te zijn.
Er staat 25 knopen wind en op de korte golfslag maakt de boot geweldige klappen. Ondertussen begint het nog te regenen ook, zodat de stemming behoorlijk daalt.

De boot is een one off naar een ontwerp van Peter Bosgraaf. Het casco is in Estland gebouwd en de verdere afbouw heb ik eigenhandig gedaan. De boot is 10 meter lang, 3,37 meter breed en steekt 2 meter.
De boot is ontworpen als high performance cruiser, in gewoon Nederlands betekent dat de boot akelig snel is. Om dat te bereiken is er alles aan gedaan om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Een voorbeeldje het interieur is gemaakt van schuimplaten met een fineerlaagje. Dat gecombineerd met een fors zeiloppervlak resulteert in een boot met een hoog snelheidspotentieel met name op de ruime windse rakken. Wel betekent het dat de rating navenant zwaar is en dus zul je ook snel moeten varen.

Dinsdagavond is er het gebruikelijke palaver bij Ome Ko. Teveel mensen op een te kleine plaats, ik hou er niet van. Dit jaar krijgen we een geavanceerd GSM/GPS apparaat mee die onze posities naar het regattabureau zendt. Eén druk op de knop en de boeipassage wordt doorgegeven.
Handig en van dat geklooi met de wegwerpcamera ben je af. Later zal blijken dat het systeem niet onfeilbaar is. Op moment van schrijven staat Egbert van de Waal op de zesde positie terwijl volgens zijn eigen logboek een derde plaats zijn deel is.Dag 1 woensdag 28 september
Op de woensdagochtend wekt de wekker mij om halfzeven. Het week lijkt rustig, al kun je daar in de haven niet altijd op vertrouwen. Er is nog weinig animo om te vertrekken, rond kwart voor acht gooi ik de meerlijnen los en start onder spinaker om 7.59 uur.
Niet erg slim achteraf, wachten op meer wind werd beloond.
Tot aan het Paard van Marken kan de spinaker blijven staan, daarna tot Volendam is het te hoog voor het rode gevaar en gaat hij in de kajuit. Om het snelheidsverlies te compenseren denk het cardinale boeitje bij het Paard wel af te kunnen snijden. Vorig jaar ging het immers ook. Nou nu niet dus, met een paar verontrustende klappen loop tegen iets erg hards aan. Albert de Brouwer van ’t Waere Hout, die enkele tientallen meters voor me vaart, kijkt verschrikt achterom. Gelukkig blijft de boot niet haken en kan ik mijn weg vervolgen.
Na de MN1GZ2 is het rak naar de NEK boei aan de beurt. Snel staat de spinaker weer, maar er zijn buien op komst waarin de wind en toeneemt en behoorlijk schift, zodat het niet verstandig is de spinaker te laten staan, dus na een kwartier ligt hij weer in de kajuit. Na de Nek is het door naar Lelystad, het waait circa 20 knopen de wind komt schijnbaar 130 graden in, maar ik ben te schijterig om de spinaker te zetten, bovendien het loopt wel lekker; zo’n 8 knopen is niet verkeerd en in de surf loopt de snelheid op naar 10 knopen. Bovendien haal ik Bouke Yntema, die wel spinakerd in, dus waar maak je je druk om.
Fout, dit kost minuten.

De routekeuze dient nu gemaakt te worden; route 1 en 2 vallen af in verband met de windverwachting voor de donderdag. Men verwacht 7 Beaufort en bij deze waarschuwing mag niet worden uitgevaren. Verder lijkt route 2 niet gunstig omdat de wind donderdag uit het zuidwesten zal komen en dan moet je op zee kruisen. Nee volgens Egbert, Albert en mijzelf is route 3 of 4 de keuze dit jaar, helaas geen stroomvoordeel dit jaar. Na de sluispassage besluit ik voor route 3 te kiezen, het rak naar de WP8 (route4) is hoger aan de wind dan de WV14 en daarna kun je mooi halve wind naar Enkhuizen. Het waait nog steeds 20 knopen en met een rifje gaat het naar Den Oever.
Ik start bijna gelijktijdig met Frits Bartels van de Easy Going. Na een tijdje zie ik hem veel hoger varen en begin ik argwaan te krijgen als ik recht op Stavoren lijk aan te sturen. Caramba, de verkeerde boei staat actief in de GPS, nu moet ik veel hoger varen om de WV14 te halen, gelukkig is het nog bezeild. Ik kom een paar minuten voor Frits bij de boei en daarna gaat het rif eruit en is het rak naar Enkhuizen prachtig bezeild. Zo mooi dat ik vergeet op te letten en vast loop op de Kreupel. Het lukt om de boot te laten gijpen en door de ontstane helling komt de boot langzaam los van de plaat.
Bij de EZ1KG2 vind ik het genoeg voor vandaag, er worden veel buien met zeer veel wind verwacht voor de komende nacht, dus ik meer veilig af in de Compagnieshaven. Bart van de J-action helpt me bij het aanmeren en we kletsen nog even na over dit mooie zeildagje.
Allengs loopt de haven vol, het lijkt wel of de hele vloot voor route 3 heeft gekozen, zo druk is het. Albert en Jaap Broer van de Di Vagi liggen naast me en samen met Egbert nemen we de dag nog even door. Egbert is het laatste gestart en heeft veel voordeel gehad van de toenemende wind.
Het loont om te wachten op wind.

Dag 2 donderdag 29 september
De volgende ochtend worden we gewekt met de beloofde windwaarschuwing 7 Beaufort. Wachten dus. In de haven lijkt het alsof het met de wind wel meevalt. Als om kwart over acht kanaal 1 niet meer waarschuwt voor windkracht 7, maakt een ieder aanstalten om los te gooien. Het deert ons blijkbaar niet dat de windverwachting 6 tot 7 is.
Omdat ik aan de steiger lig ben ik laat op het water, de helft van boten voor is weggegaan zonder rif, maar al snel besluiten ze dat deze zeilvoering toch echt teveel is voor een aan-de-winds rak naar Sport B. Zo kan ik de kunst afkijken en in de luwte van de bomen het eerste rifje zetten. Ik start vlak achter Egbert met de Fast Good een waarschip 1010. Ooit was ik de trotse bezitter van een dergelijke boot en weet daarom dat een aan-de-windse koers niet tot favorieten van een 1010 behoort.

Na een aantal mijlen heb de 10 minuten dan ook goedgemaakt, daarna krimpt de wind echter en kan de Sport B met een kleine knik in de schoot worden bezeild. Op deze koers is een 1010 met 25 knopen wind slecht te verslaan. Urk is het volgende doel, tot aan Stavoren is het halve tot ruime wind en Egbert blijft zo’n 2 minuten achter mij hangen. Ik kan dat rooie ding maar niet kwijtraken. Voorbij Stavoren wordt het plat voor het laken, echter door buiige karakter van het weer durf ik de spinaker niet te zetten. Wel als een mijltje of vijf voor Urk de wind iets afneemt besluit ik het rif uit het grootzeil te halen. Op het moment dat de wind iets afneemt loop ik weg bij Egbert, neemt de wind weer toe komt Egbert ook weer dichterbij. Gelukkig voor mij blijft de wind vlakbij de UK16 wat weg en kom ik eerder bij de boei. Omdat het rak naar Medemblik niet bezeild besluit ik maar te blijven liggen, dat denkt ook de halve vloot want het is druk in Urk.

De kade waaraan we liggen is een ramp, de Sahara is er niks bij. Samen met Albert en Egbert willen we visje gaan halen, maar dan blijkt Urk toch niet het vissersdorp van Nederland te zijn; na zeven uur is alles gesloten wat ook maar iets met vis te maken heeft. Toch blijkt Egbert weer op handicap- sneller te zijn dan mijn racemonster en dat knaagt.
Een Waarschip 1010 is zo gek nog niet.

Dag 3 Vrijdag 30 september
Op vrijdag word ik wakker van gestommel op mijn dek. Het is halfacht en er is weinig wind, welke idioot is er nu zo gek om nu al te vertrekken. Wanneer ik mijn hoofd uit het luik steek is Albert al druk bezig om los te gooien. Wel potverdorie. Hij is jarig vandaag en had mij nog een ontbijtje beloofd. Dat loop ik nu mis. Later zal Albert verkondigen dat hij een prachtig relaxed zeiltochtje heeft gehad. Met Egbert, die naast me ligt, bomen we over de juiste vertrektijd. Het thuisfront van Egbert meldt dat later in de ochtend de wind gaat toenemen. Om halfelf waait er een mooi viertje en om elf uur word ik onrustig en besluit te vertrekken.

Achteraf toch weer te snel, want een uur later staat er een nog mooier vijfje. Het rak naar Medemblik is overigens wel heel erg mooi. Halve wind en de snelheid ligt continue zo rond de 8 knopen. De ene na de andere boot wordt ingehaald. Dan plotseling circa 3 mijl voor de WP8 een luide knal, de giek schiet omhoog en weg snelheid. Eerst denk ik dat er iets met de mast is. Gelukkig niet, dan zie ik dat een carbon wartel die de giekneerhouder met de mast verbind compleet doormidden is gescheurd. Met een verschrikkelijke twist in het grootzeil maak ik het rak af en besluit naar Medemblik te varen. Ik denk namelijk nog een wartel in aluminium te hebben liggen, alleen past deze niet goed. Snel op de fiets naar huis en de wartel op maat gezaagd en gevijld. Het spul weer monteren en ik race weer. Nog geen drie uurtjes later ben ik weer bij de WP8. Intussen denk ik dat de wind is afgenomen en besluit de heavy spinaker te zetten, het immers bijna plat voor het laken. Al snel blijkt dat het een tijdelijke winddip is geweest en halverwege neemt de wind toe tot 25 knopen. De boot gaat fantastisch, blijft goed sturen en gaat steeds meer versnellen.
De GPS geeft continue snelheden van 9, 10, 11 knopen aan. Zo nu en dan begraaft de boeg zich in de volgende golf, met als resultaat een spray van water over het dek. Dan gebeurt het een flinke vlaag en een prachtige golf, roerdruk minimaal en de boot blijft maar versnellen. 10, 11, 12, 13……….en dan 14 knopen bootsnelheid. YESSSSSSS. Het lawaai is niet van de lucht, de boot ramt gewoon door het water. De VF4 komt naderbij en dan zit ik toch met kromme tenen aan het roer, de waterdiepte is daar slechts 2,2 meter en de boot steekt 2 meter en met 10 knopen aan de grond lopen lijkt mij niet prettig. Ik besluit de spinaker 3 mijl voor de boei weg te halen. James aan, loef los, lijschoot pakken en rustig de val vieren. Binnen 30 seconden ligt de spinaker in de kajuit. Zo, dat is weer een probleem minder. Oploeven naar de geul en volgens voor de wind naar de boei. Het scheelt wel wat snelheid, maar safety first.

Over het rak doe ik één uur en drie kwartier: 9 knopen gemiddeld. Op de steiger verwonderde blikken waar ik nu weer vandaan kom.
Ik was toch veel eerder vertrokken? Op rating pak ik Egbert eindelijk: 2-1. We vieren Albert’s verjaardag op ’t Waere Hout, samen met Egbert en Fred Knitel. Schade levert soms ook wat op.

Voorlopig lig ik aan de steiger, maar ik moet nog 6 uren ankeren. Ik val in slaap en wordt om één uur wakker. Het waait nog steeds stevig en het miezert. In het Makkumerdiep gaat het anker de plomp in, krabt en de boot loopt vast. Met veel moeite krijg hem weer los. Tenslotte houdt het anker en keert de rust terug.

Dag 4 Zaterdag 1 oktober
Op zaterdag lijkt de wind gunstig om in één keer naar Muiden te varen. Om circa halfnegen vertrek ik weer. Het rak naar Hindeloopen is eerst mooi bezeild maar naarmate de tijd vordert krimpt de wind iets, hierdoor wordt het rak naar Stavoren nog maar net bezeild.
Na Stavoren kan ik afvallen en gaat de spinaker ervoor. Het is wat hoog aan de wind, maar met de heavy spinaker (reacher) gaat het net. Wel moet ik in vlagen flink afvallen. De wind gaat steeds meer toenemen tot 15 knopen en krimpt nog meer, hierdoor is de HR-B niet meer bezeild met de spinaker en besluit ik hem eraf te halen.
Bij de boei zie ik een mededeelnemer worstelen met zijn gennaker. Hij probeert deze aan de wind zeilend eraf te halen, maar dat gaat niet erg vlotjes. Het schutten duurt even omdat er iets met een stroomstoring aan de hand is. Het wordt door het oponthoud ook erg druk met al die japannertjes. Door de krimpende wind is de NEK boei bijna bezeild dus dat is gunstig. Ik de trim de zeilen geheel vlak en loop verschrikkelijk hoog ten opzichte van de overige deelnemers. Uiteindelijk moet ik een slagje van één mijl maken. Daarna is het via Volendam naar Muiden bezeild. Het is een lange dag en hoewel de spinaker er langs de dijk van Marken er waarschijnlijk op had gekund, laat ik deze in de zak zitten. Om 19.25 uur finish ik bij de IJM17. Het zit er (helaas) weer op. In de stichtingshaven krijg ik een leuk plekje. Het is alleen jammer dat de schipper die via mijn achterdek op de kant moest komen, verzuimde te vertellen dat hij de antenne van de weerontvanger heeft gesloopt.
Met Truus en Egbert pak ik op de goede afloop een chinees. En onze strijd, och die bijl hebben we maar begraven.
Je leert je boot steeds beter kennen.

Naschrift.
Uiteindelijk levert een competitie tussen drie boten wel wat op. Albert eindigt uiteindelijk op rating op een 21 ste plaats, ikzelf op een zevende, met maar 50 seconden verschil met nummer 6 en Egbert doet het fantastisch met een derde plaats.
Meer informatie op www.200myls.nl

Peter van der Schaaf
S/Y Jager

’10 jaar 200 myls ‘SOLO”door Ad Beringen

’10 jaar 200 myls ‘SOLO”door Ad Beringen :’de Drietand’, 33e. jaargang, nr 8, december 2005,Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers

Hij heeft het ‘m weer geflikt !Voor de tiende keer een wedstrijd als deze op poten krijgen is een formidabele prestatie. Zeker als men in ogenschouw neemt, dat dit eigenlijk een familieaange-legenheid is. Samen met zijn twee zoons begon Kust- zeiler Jan Luyendijk een wedstrijdje te organiseren
voor een handjevol deelnemers.
En moet je nu eens zien! 85 ingeschrevenen en een veelvoud aan liefhebbers wier gesmeek om deelname steeds luider wordt: “Wanneer komen wij nu eens aan
de beurt, Jan?”
Wat dacht je van de Oosterhaven van Medemblik en
cafe Brakenboer, Jan? Ruimte zat! Maar dit terzijde: Ik heb namelijk makkelijk praten. Ik hoef me niet druk te maken over de organisatie, ofschoon ik best een hand-
je zou willen toesteken.
Als het maar niets met computers heeft te maken.De prijsuitreikingDe ruimte van de gastvrije AVOH in Huizen was weer afgeladen met vele belangstellenden, toen Jan om acht uur de bijeenkomst opende met een praatje dat door-
desemd was met superlatieven, hoe mooi men het gevonden had, maar ook van teleurstellingen. Want vergis u niet, het was dan wel overwegend mooi weer, ook stoof het af en toe behoorlijk, vooral de donderdag. Toevallig was ik ook die dag op het water, dus ik weet waar ik over praat. Gelukkig weerhield dat niemand om toch op pad te gaan, zodat de meesten de finish haalden.Deze tiende aflevering werd gewonnen door Bouke Ynte- ma.
De vrouwenprijs ging naar Pamela v.d. Vleuten. Nee, beide geen Kustzeilers. Hoewel het Kustzeilersgehalte in de 200 myls ‘SOLO’ altijd hoog is, vielen die dit keer niet in de prijzen.Ad Beringen
HuldigingAan het eind van de avond werd Jan verrast met een huldiging, waarvan hij helemaal stil werd. Zonder dat hij daar iets van af wist, had men bij (oud)deelnemers een formidabel bedrag opgehaald, waarvan verschillende cadeaus aangeschaft waren.De belangrijkste daarvan was een Geonav, maar ook een bon voor een etentje met de familie hoorde daarbij. Diep onder de indruk liet Jan alles over zich heen komen. Het was echt een succes en tijdens het slotapplaus begon men prompt te roepen, dat hij ook maar de volgende tien Solo’s voor zijn rekening moest nemen. Daarover hield Jan zich echter wijselijk op de vlakte, maar hij glom wel van alle kanten. En passant werd hij ook nog benoemd tot ‘Commandeur van de 200 myls ‘SOLO’ voor ’t leven.
U begrijpt, daar namen wij er eentje op.Als u meer wilt weten over deze race, bezoek dan Jan’s mooie site: www.200myls.nl
Zeer de moeite waard met links die u zelfs naar de ‘Ostar’ en de ‘Petit Bateau’ kunnen leiden.

Motivatie om mee te doen aan de Schuttevaer race Piet Bakker

http://www.schuttevaerrace.nl/

Motivatie om mee te doen aan de Schuttevaer race – 2006 Overgenomen uit :http://www.schuttevaerrace.nl

Mijn motivatie…… daar moet ik eens goed over nadenken. Met welke sport dan ook doe ik graag in de voorhoede mee, bij de Schuttevaerrace is dit meestal niet het geval dus dat kan het niet zijn. Ook wanneer ik terug kijk op de andere Schuttevaerraces weet ik dat ik niet voortdurend aan het genieten ben. Soms vervloek ik die gekke wedstrijd en zou wat graag de motor willen starten. Dus dat kan het ook niet zijn. Wanneer de fietser in Harlingen zijn traject gefietst heeft en we moeten vertrekken ben ik moe, eigenlijk nog helemaal nog niet geslapen, en door en door koud.

Een slecht gevoel en niet bepaald motiverend. Ook wanneer ik merk dat, wanneer we langs de Pollendam Harlingen weer verlaten, de wind zo is gedraaid dat juist wij nu weer moeten opkruisen word ik niet bepaald vrolijk. En wat te zeggen van het laatste “rakje” naar de kardinaal vlak boven Vlieland, deze ligt altijd veel verder weg dan je ook ooit maar in kunt schatten. Om dan nog maar niet te praten over het rakje daarna wanneer je waarschijnlijk net stroom tegen krijgt. Niet veel maar net genoeg om Vlieland nét niet te halen want uiteraard is in dat latere avonduur de wind ook wat afgezwakt. Dan kun je ook wel nagaan dat de loper al uren klaar zit in zijn maillotje en denkt dat hij “zo” de wal op kan en zijn truckje mag doen. Ook zijn motivatie krijgt dan wel eens een deukje.

Dus wat mag dan wel niet mijn motivatie zijn om voor de 7e keer mee te doen?! Wel weet ik dat ik sta te kicken wanneer ik in het donker met een ruim koersje van Vlieland naar Harlingen zeil, ook al komt de regen met bakken uit de hemel. Mijn jas en capuchon stijf dicht getrokken alleen een spleetje over om het nodige te kunnen zien. En genieten van een kippepootje wanneer de meeste normale mensen allang op één oor liggen. Mijn vrouw zegt ook wel eens dat ik mij na moet laten kijken, want een dergelijke “passie” is niet normaal. Maar ja, nu die motivatie, ik zou het niet weten. Misschien dat we eens moeten informeren naar een groepskorting voor een psychologische check. Misschien zit het wel in ons nieuwe ziektekosten pakket. Ik zal het eens opzoeken.

Met vriendelijke groet Piet Bakker – Hindeloopen – S/Y Jolly S

BAUKE YNTEMA WINT 200 MYLS SOLO

BAUKE YNTEMA WINT 200 MYLS SOLO

Bauke Yntema uit Workum is met zijn jacht  Catootje,  een Winner 950,   winnaar geworden  van de  tiende  200 myls ‘SOLO’. In 2004 won Yntema al het brons.   Gerben Bos  met een F&F 95 won het zilver en Egbert van der Waal met een Waarschip 1010   sleepte het brons in de wacht.   De vrouwentrofee ging dit jaar naar Pamela van der Vleuten. De gouden M 1-prijs werd gewonnen door Dik Geurts.

De weersomstandigheden tijdens de race,  die eind september/be- gin oktober werd gehouden, wa- ren fantastisch.
Na 4 weken met heel weinig wind, kwam  juist  tijdens  de wedstrijd een dikke wind tot 7 beaufort op- zetten.
Opvallend waren de tegengestel de  berichten  van de  Kustwacht en Meldpost IJsselmeer op 29 ok- tober.
Dankzij de  gps/gsm-units de X-Trace, die door XMARK bv werden  geleverd  en gesponsord,  konden fans en familieleden de deelnemers  thuis  op  internet nauwlettend volgen, tenminste als de deelnemers tijdens hun wedstrijd hun merktekenpassages doorklikten.
De te korte termijn voor diverse schippers om  gewend  te raken aan de units en om deze correct aan  het boordcircuit aan te slui- ten,  veroorzaakte  een verschil in  reële  wedstrijduitslagen  op de finishdag.
De volledige  uitslagenslijst  van de tiende 200 myls ‘SOLO’ is te vinden op de website van het evenement: www.200myls.nl

 

Aan de tiende 200 myls op het IJsselmeer en de Wadden namen in totaal 76 boten deel. Daarvan zijn er uiteindelijk 59 gefinisht.

Verdwaald in Petit Bateau door Herman Tieman

door: Herman Tieman
S/Y Nan Verdwaald in Petit Bateau

Pettit Bateau,een Engelse club zeilliefhebbers, die zich inzet voor het shorthanded tour/wedstrijdzeilen op zee.
Goed idee .
Boten vanaf 30ft. Kunnen zich inschrijven maar kleiner is niet per definitie uitgesloten.
Omdat ik mijn 28 footer voldoende zeewaardig acht en het vaargebied een beetje ken, besluit ik in te schrijven.
Mijn inschrijving wordt geaccepteerd en na het overmaken van 150 engelse ponden, definitief.
Tot mijn grote vreugde zijn er nog 2 andere 28 ft’s die hebben ingeschreven. Dat belooft dus een leuk mini competitie veldje te worden
Deze boten, verdwijnen na enige tijd, om wat voor reden dan ook, uit de inschrijvingslijst. Weg competitie…….
Toch heb ik er wel zin in. Ik maak mij echter weinig illusies over het wedstrijd element als ik de overige deelnemers op de lijst bestudeer; Grote “petit bateau’s “,hightech uitgerust .

Op 11 juni verlaat ik mijn thuishaven, de Blocq van Kuffeler, richting Lymington, waar op 19 juni de start van de PB zal plaats vinden.
Mijn vriend Laurens vergezelt mij op de tocht daar naar toe.

Met een N.W’ster wind verloopt de tocht voorspoedig .
De enige minpunten zijn dat; bij een naderende bui, tijdens het wisselen van het voorzeil deze halverwege blijft steken, niet meer te hijsen of te strijken valt, wij het zeil, in heftige wind met het val weten te sjorren, vervolgens in toenemende wind en zeegang uitwijken naar Oostende om daar de boel te klaren, vervolgens in Oostende ook nog een stuk net in de schroef krijgen, maar toch de boot keurig weten af te meren .

Diezelfde avond nog een duiker bestelt die net uit schroef lossnijdt en mij complimenteert met mijn “kloeke“ schroef. Is ook net nieuw, van het klap type, die mij moet doen opstomen in de vaart der volkeren.
Met buitengewoon creatief inzicht van Laurens, die nooit de makkelijkste weg zoekt, maar veel plezier beleeft aan het vinden van ogenschijnlijk ingewikkelde oplossingen, weten we ook de problemen met het voorzeil te klaren .

De volgende dag vertrekken we monter richting Dover.
Veel hoog aan de wind stampen in het Chenal de Four. Al motorzeilend bereiken we de westelijke ingang van de haven van Dover en vragen of we asjeblieft daar naar binnen mogen i.p.v. de gebruikelijke oost-ingang. Gelukkig krijgen we toestemming. Tussen de pieren stopt plotseling de motor .We hijsen een zeil en weten vrij te blijven van in en uitvarende ferry’s.
De havendienst stuurt een bootje die ons naar een veilige plek sleept .

De volgende dag blijkt er een stevige wind uit Z.W 6 tot7 te waaien. We vertrekken toch..
Na een uur op zee, hoog aan de wind, met heftige golven, kijken we elkaar aan; Nee,dit voelt niet goed, terug naar Dover.
Verstandig zeemanschap, niet waar?

Ondertussen begin ik mij af te vragen of ik nog wel op tijd voor de start in Lymington arriveer.

De volgende dag is de wind iets afgenomen en meer naar het zuiden gedraaid.
Dit is onze kans. We besluiten te vertrekken en non stop naar Lymington te zeilen. We komen daar op 17 juni aan en blijken de eerst gearriveerde deelnemer te zijn. Dat is alvast binnen.
De verzamelhaven in Lymington is een sfeerloze en peperdure Marina waar ik mij niet op mijn gemak voel en besluit, na mij aangemeld te hebben, af te meren aan een steiger in de binnenstad, die ik van vorige bezoeken ken.

De volgende dag druipen de overige deelnemers binnen die wel in de Marina gaan liggen
Ik ben een beetje verwend door de 200 myls solo. De start daarvan is in Muiden. Er is een plek gereserveerd voor de deelnemers. Je ontmoet elkaar en groeit naar de wedstrijd toe.
Zoniet hier. Iedereen ligt verspreid en moet elkaar maar zien te vinden.
Uiteindelijk lukt dat, maar een beetje sfeerloos is het wel.

Zaterdagavond palaver met diner .

Zondagochtend dan eindelijk de start. Eerste traject is van Lymington naar Cherbourg. Weinig wind. Voordewinds rak. De spinakers gaan omhoog maar kakken in .
Na het ronden van de Needles is het halfwinds en gaat het met een knik in de schoot richting Cherbourg.
Prachtig weer, heerlijk zeilen.
Dan opeens…………. Een oproep van Paul Peggs aan de Engelse kustwacht; ”Lig naast een boot van een medezeiler, niet bemand, reddingsvlot aan boord, kennelijk over boord gegaan.
Alle deelnemers horen dit bericht en schrikken zich rot. Iedereen strijkt de zeilen, noteert positie van verlaten boot en probeert aan de hand van wind en stroom zoekslagen uit te rekenen om de verloren man op te sporen. Ondertussen doet de Engelse kustwacht hetzelfde en in samenwerking met de Franse kustwacht wordt door laatste besloten een helikopter te lanceren.
De man wordt gevonden. Levend en wel. Het blijkt dat hij overboord gegaan is door dat hij op zijn achterdek probeerde rommel uit zijn schroef te halen. Onaangelijnd, dat wel en ook zonder zwemvest. Hij heeft 3 uur rondgezwommen in water van 14 graden en het overleeft .
Een godswonder.
Zwaar aangeslagen varen de deelnemers op de motor naar Cherbourg. Geen wedstrijd meer . Wederom blijkt het makke/onervarenheid in de organisatie. In het bijna donker scharrelen we de haven van Cherbourg in. De behoefte aan informatie is groot maar niemand weet iemand te vinden. Dus richt iedereen zich maar op de start van de volgende dag.

Maandag.
Start in de haven van Cherbourg. Eindbestemming, Peters Port op Guernsey. Cape La Hague dient gerond te worden om vervolgens in de ziedende stromen van de race koers te zetten naar Peters Port.
Het begint met een kruisrak in pittige wind. Fantastisch zeilen. Ik geniet. Bij het ronde van Cape la Hague ontvangt de Race mij met een spectaculair stroombeeld; golvend, kolkend water.
De stroom is vaak sneller dan mijn bootsnelheid. Soms verlies ik druk op het roer en ben speelbal van de stroom.
Een inderhaast gemaakte berekening leert mij dat als ik zo door ga, ik te laat kom om Peters Port met tij mee aan te lopen. Ik besluit de motor te starten en in rechte lijn op mijn doel af te gaan .
Ik waardeer mijzelf met het gevoel een verstandige, zeewaardige beslissing te hebben genomen.

In Peters Port geen spoor van mijn medezeilers te bekennen. Ik ben een beetje teleurgesteld. Wat een sfeerloos gebeuren.
Dan gaat de telefoon …Henk aan de lijn,of ik in de jachtclub kom genieten van hapjes en drankjes. Op de een of andere manier hebben de deelnemers elkaar gevonden en hebben de verloren zonen opgespoord. Het wordt een buitengewoon gezellige avond en vanaf dat moment verandert er veel in de Petit Bateau. Het gemis aan saamhorigheid blijkt die avond duidelijk en vanaf dat moment wordt er met succes naar verbetering gestreefd .

Dinsdag.
St.Peters Port /Treguier .

Een droomzeildag. Ruime wind. Ik hijs de spinnaker en die gaat er tot aan de finish in Treguier er niet meer vanaf. Het blijkt met mijn 14e plaats mijn beste zeildag te zijn tussen al die racemonsters.
Ik beleef wat angstige momenten bij het opvaren van de rivier. De gegevens op mijn detail kaart kloppen van geen kant, totdat ik erachter kom dat ik sta te turen op de aanloop naar Lezardieux. Das heel wat anders. Eenmaal de goede detailkaart voor mijn neus is het een makkie.
De rivier is oogverblindend mooi en eindigt in een prachtige haven waar de stroom nog flink doorzet. De havenmeester is zeer deskundig. Hij kent zijn haven, is op de hoogte van onze komst en plannen en wijst mij een goede plek aan om af te meren. Treguier is een oase.

Aan de gemeenschappelijke avonddis is ook de overboordgeslagene aanwezig.
Hij heeft die dag weer meegevaren en zowaar de trip gewonnen.
Ik informeer naar zijn drenkelingavontuur maar krijg daar weinig weerwoord op. Wel blijkt dat hij zich schaamt over wat hem, als zeer ervaren zeiler, is overkomen .
Hij toont erg rustig en beheerst.

Mijn conclusie is dat hij binnen het jaar zwetend en gillend uit zijn angstdromen ontwaakt.

Woensdag.
Treguir/Plymouth .

Laat in de middag verlaat het konvooi “Petit Bateau” de haven van Treguier.
In de late middagzon varen we zwaansgewijs de prachtige rivier af richting zee .
Er is totaal geen wind.
Bij gebrek aan deze valt er, op de startplek aangekomen, helemaal niets te starten.
Er wordt besloten dat we gezamenlijk op motorkracht richting Plymouth varen.
Niet sneller dan 5 knots . En dicht bij elkaar blijven.
Het is zowaar een zeer genoeglijke tocht. Twintig boten met stoomlichten over een volstrekt rimpelloze zee moet wel een feeëriek ofwel onwezenlijke aanblik bieden aan schepen die ons tegemoet komen .
Bij tijd en wijle wordt ik overmand door slaap en geef hier aan toe, nadat ik mijn kookwekkertje op 15 minuten heb gezet. Ik dommel meer in dan mij lief is en elke keer dat het alarm afgaat schrik ik mij wezenloos en heb enkele seconden nodig om mij te realiseren waar ik ben.
Zo rond middernacht begint het te waaien .Ik hijs mijn zeilen en constateer dat ik nagenoeg dezelfde snelheid vaar als op de motor. Om mij heen zie ik andere boten hetzelfde doen.
Na marifooncontact met Paul Peggs wordt besloten een start op zee te maken. Paul Peggs manoeuvreert zijn boot in een positie.
Wij dienen achter zijn spiegel langs te varen en zijn vervolgens gestart.
Het wordt een weergaloze zeilnacht. Iedereen zeilt de afgelopen motorfrustratie van zich af .
Opeens is er weer tactiek, opeens is er weer strijd.
Ikzelf ben klaarwakker en tot de tanden toe gewapend.
Ik heb 2 tegenstanders in de strijd waarmee ik mij redelijk kan meten.
Na de start varen we aardig met elkaar op. Dan plotseling zie ik hen oploeven en vraag ik mij af; Waarom? Ik besluit mijn half winds koers te volgen. Ik loop tenslotte zeer geriefelijk mijn rompsnelheid en soms meer. Enige tijd later snap ik waarom de andere twee opgeloefd zijn.
Het is tactiek. Door te loeven lopen zij meer snelheid. Als zij een bepaald punt bereikt hebben zullen zij voorwinds de spinaker hijsen om vervolgens met haviksnelheid op hun doel af te stormen, mij ver achter zich latend. Zo fantaseer ik dat.
Ik zeil uiterst geconcentreerd en probeer de volledige snelheid uit mijn boot te halen.
Dat lukt erg goed.
Ondertussen bereid ik mijn spinnaker voor. Boom erin met op en neerhouder bevestigd, schoten klaar. Spinaker zak op de juiste plek aan de reling. Top en schoothoeken aangeklikt. Ik ben er klaar voor.
En jawel, in de vroege ochtenduren zie ik de twee over stuurboord uit het niets aanstormen.
Onder spinaker zoals ik verwacht had. Ik aarzel geen moment. Hijs de spi en al reachend ga ik de strijd aan.
Het wordt een spectaculaire tocht.
Ik bereik snelheden van soms wel 9 knopen en dat is erg snel voor mijn boot. Het onderlijk van de spinnaker sleurt regelmatig door het water. Maar ik heb het aardig onder controle.
Ik ontmoet de eerste boot. De tweede ligt op forse afstand. Gezamenlijk varen we richting finish. Dan hij voor, dan ik .
En dan gebeurt het onwaarschijnlijke .Vlak voor de finish valt de wind totaal weg. Wat een frustratie.Na meer dan 20 uur en 100 mijl onderweg te zijn geweest blijkt het doel, dat nog nauwelijks 2 mijl verderop ligt, niet haalbaar te zijn .
Ik probeer wat dichter onder de kust te kruipen om daar nog wat landwind op te pikken.
Ik ben echter verder van de kust dan mijn directe tegenstander. Hij haalt het. Tegen de tijd dat ik arriveer is het echt windstil en kom ik geen meter meer vooruit.
Alle deelnemers liggen te dobberen voor de finish. Je zou je er wel naar willen toezuigen.

Ik ga zelfs zover dat ik in de giek ga zitten met gespreide armen en benen om nog enig profiel aan het grootzeil te geven. Dat lijkt soms te helpen. De snelheid loopt op van 0.01 naar 0.03 knopen. Net genoeg om overboord te pissen en je broekspijpen droog te houden maar te weinig om de 2 mijl naar de finish te halen, voor de kentering van het tij .
Dit besef is ook de organisatie toegedaan. Via de marifoon wordt meegedeeld dat de wedstrijd om 16.00 uur eindigt. Ieder wordt verzocht zijn positie op dat moment te noteren en dan naar de haven te gaan .
En zo gaat het ook. Ik heb toch wel bewondering voor mijn directe tegenstander in deze trip die vakkundig en op tijd gebruik wist te maken van de landwind.
Hij is de enige die op zeil gefinisht is. Ik was wel een beetje jaloers op hem.

Iedereen is die avond brak en oververmoeid. Toch een gezellige en hartelijk samenkomen met diner in het clubhuis.

Plymouth-Falmouth.

Uitgeslapen of niet; De tocht gaat verder .
Bij de start is er weinig wind. Iedereen experimenteert met de juiste zeilvoering ; Spi erop, spi eraf, genua uitgeboomd, over bakboord over stuurboord. Dan toch maar de spi. Werkt ook niet .
Dan maar gewoon afwachten .
Ik word lui en besteedt mijn tijd aan het verzenden van sms berichtjes.
De bedoeling is vanuit Plymouth, de Eddy Stone Rock te ronden om van daar uit koers te zetten naar Falmouth. Eddy Stone is een eenzaam baken van fallusachtige afmetingen op een paar vierkante meters rots. Het gebied is tevens militair oefenterrein en ik ben dan ook omgeven door oorlogsvaartuigen waaronder duikboten die hun naam geen eer aan doen. Ik drijf er aangenaam tussendoor.

Na het rondde van Eddy Stone, is er plotseling wind. Ik staak halverwege een zin mijn sms bericht en concentreer mij volledig op het zeilen.
Wat houd ik daar toch van…..Ik, boot en wind
Naar Falmouth is het hoog bezeild. Ik wil snelheid maken en toch niet te hoog varen of teveel afvallen. Ik besluit tot een experiment. Ik laat mij leiden door de eta. van mijn gps.
Dat betekent dat als mijn tijd ten opzichte van mijn waypoint oploopt, ik overstag ga en over de andere boeg verder vaar. De tijd loopt dan terug tot op een bepaald moment. Als de tijd weer oploopt ga ik weer overstag, enz, enz.
Best een goede tactiek. Wel hard werken door veel overstag te gaan.
Maar het betaalt zich uit. Ik vaar op met een Contessa 32 en ik kan hem goed bijhouden en vaak voorblijven. Door mijn voortdurend tacken, wat hij niet doet, loopt hij iets op mij uit .
Uiteindelijk komen we bij de finish met ongeveer 3 minuten verschil .
Ik ben in Falmouth. Bijna het einde van de tocht. Ik ben beretrots, dat ik het gehaald heb en bovenal veel zeilplezier beleefd heb. Ik ben zo langzamerhand ook wel een beetje opgebrand.

Inclusief de overtocht uit Nederland toch ongeveer 500 mijl in 2 weken verzeilt, waarvan 350 mijl solo.
De laatste dag is er nog een wedstrijd voor de kust van Falmouth. Doordat ik mijn boot moet verhalen mis ik het palaver. Aan de start is het mij niet duidelijk hoe en wanneer gestart gaat worden. En eigenlijk vind ik het ook niet zo van belang. Ik ben in Falmouth en daar ging het om.
Ik start dus veel te laat en op de verkeerde manier. Er is weinig wind. De baan is ingekort.
Ik soezel wat dromerig achteraan. Spinnaker op en genietend van de zee en herinneringen oproepend aan de voorbije dagen.

Overmorgen komt mijn vriendin aan boord.
Zij heeft de vakantie bij haar dochter in Italie doorgebracht .
Ik zal haar weer ontmoeten en zal de stap van solo op zee naar zijn twee moeten maken.

We hebben samen een mooie maar beetje gestresste terugtocht omdat ik op tijd wil zijn voor het eindexamenfeest van mijn dochter.
Op de terugtocht voel ik mij moe.
Ik vraag mij af waarom.
Elk jaar op nieuw laat ik mij verleiden door dromen en geef daar een invulling aan. Zo ook deze Petit Bateau.

Weet je wat …..(Denk ik dan). Ik stop ermee en ga volgend jaar lekker met mijn vriendin in Zeeland zeilen. Op de terugweg belanden wij in Vlissingen.
Mijn plan is om buitenom naar IJmuiden te varen .
Mist en gebrek aan wind voorkomen dat. Dus gaan wij noodgedwongen binnendoor. Veerse meer, Oosterschelde, Haringvliet.enz…………Ik voel mij opgesloten…..wat een vaarwater………..tonnetjes, tonnetjes. Mensen die de regels niet kennen. Files van boten…….
Ik stik…..ik wil weg……. Naar ruimte…..de zee……..

Nee, ik wil; geen Petit Bateau meer.
Ik ben moe.
Ik wil gewoon lekker zeilen.

Het is nu ver in de herfst.
Zojuist ontvang ik een uitnodiging van Petit Bateau.
Zal ik……………..?

Verslag door Otto Maitimu

Verslag Otto Maitimu

woensdag 28 september 2005

Vanmorgen om 07.41u voor de 4de maal gestart in de 200 mijls solo race.
De wind is zuidelijk kracht 3 en het wordt een spinnaker start.

De eerste boei is de M3 voor Muiden. Met ingang van dit jaar hebben alle deelnemers een apparaat meegekregen aan boord, waarmee de positie via de satelliet voortdurend wordt doorgegeven aan het regattabureau. Zodra je een boei passeert (moet binnen 5 meter) moet je op een knop op het apparaat drukken, waarmee tijd en positie worden doorgegeven. Deze tijd en positie zijn vervolgens voor het thuisfront te volgen op de website www.200myls.nl. Het apparaat moet wel voortdurend aan de stroom hangen, maar gelukkig is het snoer net lang genoeg om aan de ene kant ingeplugd te zijn op het schakelpaneel en aan de andere kant de drukknop in de kuip te hebben. Ik moet dan wel voor het stuurwiel staan in plaats van erachter en het is even wennen met sturen, omdat je soms geneigd bent de verkeerde kant op te sturen.
Overigens een geweldig hulpmiddel, hoewel ik het fotograferen van de boeien ook altijd wel leuk vond.

Al snel trekt de wind aan tot 4 Bft. Het loopt lekker en in een mum van tijd zijn we bij het Paard van Marken. Mijn spinnaker is eigenlijk een ATS (asymmetrische toer spinnaker) ook wel een gennaker genoemd. Het grote voordeel is dat je die van de boeg kunt varen, zodat je hem tot 60 graden aan de wind kunt laten staan. Bovendien is die wat kleiner dan een volwassen spinnaker en dat maakt dat je hem ook met toenemende wind kunt laten staan.
Dat voordeel buit ik uit, want als we vanaf Marken richting Volendam gaan, varen we ca 60 graden aan de wind en ik zie veel spinnakers opgeborgen worden, maar de mijne dus niet. Helaas is het stuk van Marken tot Volendam slechts een mijl of 2.

Vanaf Volendam gaat het weer omhoog richting Hoorn. Het gaat nu serieus waaien, WZW 5. Het schip dreigt een aantal malen uit het roer te lopen en vlak voor de boei NEK besluit ik om de spinnaker binnen te halen. Dat is echter bij deze wind makkelijker gezegd dan gedaan.
Als ik de schoot losgooi kost het tamelijk veel kracht om de slurf over het wapperende doek te trekken. De slurf alleen vangt echter al zoveel wind dat ik de onderzijde met een lijn vast moet zetten op het dek. Nu komt het volgende probleem: het spinnakerval wordt bediend vanuit de kuip; als ik hem daar laat vieren, valt de slurf in het water. Ik laat het val een klein stukje vieren, maar kan het stukje slurf dat ik nu in het geopende voorluik kan proppen niet op zijn plaats houden. Na 10 keer heen en weer lopen tussen kuip en voordek en door steeds het uit het luik stekende stuk slurf met een lijn vast te zetten, lukt het uiteindelijk. Hier moet ik toch eens iets anders op verzinnen, want dit duurt te lang.

Vanaf de NEK gaat het richting Lelystad. De wind is inmiddels 5 à 6 en op marifoonkanaal 1 wordt een actuele wind Lelystad W 6 gemeld. Ik loop onder vol tuig op een ruimwindse koers en zit bijna voortdurend aan de theoretische rompsnelheid van het schip, ca 7,7 knopen. Alleen als we van een golf afsurfen neemt de snelheid nog toe. Bij Lelystad zitten we aan de lage wal en de golven zijn hier duidelijk hoger dan aan de westkant van het Markermeer. De maximale snelheid die de electronica heeft vastgehouden is 9,5 knoop. Inmiddels ben ik al aardig wat schepen voorbijgelopen (en zelf door weinig schepen ingehaald), zodat ik nu nog 11 schepen voor me tel. Helaas heeft de Content een lage SW-factor en dus zegt het voorbijlopen van andere schepen nog helemaal niks.
Met harde wind wil elk schip wel lopen, dus ik kan verwachten dat bijna iedereen tegen zijn maximale snelheid vaart.

De sluispassage in Lelystad gaat tamelijk snel en vandaar gaan we naar Den Oever. Ik heb daarmee besloten om route 3 te volgen. Vooraf had ik gedacht route 1 te doen, dwz van IJmuiden over de Noordzee naar Den Helder en dan over het wad tot Kornwerderzand. Tijdens het palaver op dinsdagavond is alle deelnemers nog eens op het hart gedrukt om bij windkracht 7 een haven op te zoeken op straffe van diskwalificatie. De verwachtingen voor donderdag zijn dat het mogelijk windkracht 7 of 8 wordt op de Noordzee, dus je loopt het risico dat je 24 uur moet blijven liggen en dan moet je wel erg doorvaren om voor zondagmiddag 12.00u te kunnen finishen.
Het weer is fantastisch! Een stralende zon, een lekker lopend windje en alles is bezeild. Om 17.44u ben ik bij de WV14 bij Den Oever en ik ga nog een stukje doen tot Enkhuizen. Daar moet ik dan net tegen dat het donker wordt aan kunnen komen.
Ik heb nog even overwogen om door te zeilen tot Breezanddijk, maar de weersverwachting voor de komende nacht is buiïge regen, mogelijk met onweer en hagel met windstoten tot 45 knopen (9 Bft). Ik voel er weinig voor om in dergelijke omstandigheden de aan lager wal liggende vluchthaven van Breezanddijk aan te lopen.

Tegen 19.30u zie ik de KG2 bij Enkhuizen voor me liggen. De wind is inmiddels weer ZW 6. Gio Schouten zit vlak voor me en hij heeft pech, want hij moet uitwijken voor een vrachtschip dat ook langs de KG2 wil. Het kost hem tijd en meters, maar hij blijft toch voor me. Ik wil de KG2 aan stuurboord houden, maar als ik er vlakbij ben, komt er een windvlaag en loopt het schip uit zijn roer.
Op het allerlaatste moment besluit ik om de boei dan maar aan bakboord te houden en dat gaat op het nippertje goed. Na het passeren van de boei, wil de rolfok niet goed oprollen en er blijft een stuk zeil staan, waardoor het voorstag er nu uitziet als een zandloper. Ik loop vanaf het gangboord de kuip in, maar verlies mijn evenwicht door een onverwachte golf. Daardoor stap ik bovenop de contactsleutel van de motor en breekt het hele slot af.
Nou, dat is lekker, nu kan ik de motor dus niet starten en de haven ligt precies tegen de wind in. Na inspectie zie ik dat de sleutel in ieder geval niet afgebroken is.
Het deel wat overgebleven is van het contactslot bungelt nu ergens in de bakskist achter het motorpaneel. Het grootzeil laat ik nog maar even staan en ik ga eerst maar op een wat comfortabeler koers liggen. Nu de bakskist openen en op mijn kop hangend met een zaklamp probeer ik de sleutel in de slot te krijgen. Na enig gewurm lukt het zowaar en kan ik de motor starten.
De sleutel valt overigens onmiddellijk weer uit het slot, maar het contact is gemaakt en de motor blijft lopen. Morgenochtend zal ik eerst kijken of in Enkhuizen een ander contactslot te krijgen is en anders laat ik het zoals het is en doe ik het in en uitschakelen van de stroom wel met de hoofdschakelaar van de motor.

donderdag 29 september

Afgelopen nacht zijn er flinke buien gevallen, maar om 07.30u is het heel rustig in de haven van Enkhuizen. Om 07.50u zie ik het licht aangaan bij de Enkhuizer Yacht Service waar ik enkele tientallen meters vandaan lig. Een nieuw contactslot blijkt hier niet op voorraad te zijn, maar het is wel in Andijk: dat kunnen ze morgenochtend hier hebben. Dat schiet natuurlijk niet op. In overleg met de monteur komen we tot de conclusie dat we het contactslot beter kunnen overbruggen met een gewone schakelaar. Om 08.30u zal hij aan boord komen.

Terug aan boord kan ik nog net naar het weerbericht van de Nederlandse Kustwacht op kanaal 83 luisteren. Windwaarschuwing 7 Bft voor IJsselmeer en Markermeer; dat wordt dus binnen blijven.
Om 08.15u is het uurbericht van de Centrale Meldpost IJsselmeer en die geeft een windverwachting van W – NW 6 – 7, een actuele wind Lelystad W 6 en een windwaarschuwing van W – NW 6.
Hier snap ik niks van; ik roep de Centrale Meldpost op en vraag wat ze bedoelen met een windverwachting van 6 – 7 Bft en een waarschuwing van 6 Bft. Dat klinkt alsof je 7 Bft toch niet verwacht.

Ik krijg als uitleg, dat hij ook maar opleest wat ze van het KNMI krijgen en dat hij vermoedt dat de wind mogelijk wel even 7 Bft kan aantippen, maar dat dat onvoldoende is om een waarschuwing van 7 Bft te geven. Verwarring alom op de steiger. We liggen hier met ca. 10 schepen zullen we wel, zullen we niet. De deelnemers die geankerd hadden in de havenkom zien we overigens gewoon vertrekken. Iedereen die ik spreek, is het er eigenlijk wel over eens dat Urk de volgende haven wordt. Als ik tegen 11.00u vertrek, ben ik ruim voor donker binnen en dat lijkt me mooi. Doorgaan tot de volgende ton bij Medemblik is eigenlijk niet handig, omdat de wind in de WNW hoek zit.

Om 10.56u lig ik naast de KG2 en ben ik vertrokken NNW richting de Sport B ton voor Breezanddijk. De wind is WNW, een dikke 6 Bft, en ik heb een dubbel rif gestoken en de high aspect fok opstaan. Tegen de wind in staat er regelmatig meer dan 30 knopen op de windmeter en de hellingshoek is dermate groot dat ik besluit de fok een paar slagen in te draaien en het zeiloppervlak te verminderen. Het IJsselmeer is berucht om zijn korte en steile golfslag en dat is hier te merken. Regelmatig boort de punt van het schip zich in een golf, wordt opgetild en dendert dan met een klap op de volgende golf. Ik zie voortdurend het deksel van de ankerbak omhoog komen in het geweld en de golven spoelen door de gangboorden tot op het achterschip. Op een gegeven moment zie ik dat het deksel van de ankerbak open blijft staan; dat is niet goed. Ik haak de lifeline in en ga aangelijnd naar voren. Een scharnierpen van het deksel van de ankerbak is verdwenen en het deksel zit nu met slechts één scharnier vast. Op dit moment kan ik niets anders doen dan het deksel weer op zijn plaats leggen. Eenmaal terug in de kuip stuur ik met wat meer voorzichtigheid. Ik had wat hoogte gewonnen en als ik nu weer 2 korte hoge golven achter elkaar zie komen, val ik snel af om de golven wat meer dwars te nemen. Het werkt maar even, want al snel zie ik het deksel weer scheef open staan; dat gaat niet goed, nog een paar golven en het deksel is verdwenen. Opnieuw aanlijnen en naar voren, nu met een lijntje dat ik tussen de bakboord en stuurboord toerail over het deksel span: nu kan het in ieder geval niet meer omhoog komen.

5 mijl voor de Sport B lijkt het erop dat ik een extra slag zal moeten maken. Dit is het moment om de fok maar weer helemaal te uit te rollen. Het geeft wel meer helling, maar ik kan ook wat hoger zeilen. Het werkt en ik loop de ton nu zonder problemen aan.

Om 14.05u ben ik bij de Sport B en kan ik omkeren richting Urk. Met enige regelmaat trekken buien over en de windmeter geeft in een bui 27 knopen wind mee aan, terwijl we al zo’n 7 knopen over de grond lopen. Bij het Vrouwezand voor Stavoren lopen de golven altijd wat hoger en op een gegeven moment wordt surfend van een golf 11,0 knopen snelheid geklokt. Ik kan me niet herinneren dat we al eerder zo snel voeren. Voorbij Stavoren zie ik Han Beijersbergen met zijn Anne-Sophie achter elkaar uit het roer lopen. Volgens mij heeft hij gewoon teveel zeil opstaan voor deze wind. Tot mijn verbazing zet hij de fok op de spiboom aan de loefkant. Als je de wind tussen de 140 en 180 graden hebt, kun je dat natuurlijk proberen en daarmee creëert hij een tegenmoment om het oploeven tegen te gaan. Ik vind het riskant en zal het hem niet nadoen. Het effect is overigens wel dat hij nu bij me vandaan loopt, terwijl we voordien redelijk met elkaar opvoeren.

Om 17.31u ben ik bij de UK16 en kan ik de haven van Urk gaan opzoeken. Het is naar schatting 15 jaar geleden dat ik hier binnenliep en ben benieuwd hoe het ernu uitziet.

Tot nu toe 108 mijl van de baan gevaren, dus al over de helft. Morgen van Medemblijk naar Makkum en vervolgens Hindelopen. Gezien de verwachte wind(richtingen) in de komende dagen, denk ik dat ik morgen niet verder ga dan Hindelopen. Alles bij elkaar slechts 40 mijl. Naar verwachting zal het morgenochtend vrij kalm zijn, dus ik denk dat ik morgen maar wat langer in de kooi blijf liggen.

vrijdag 30 september

Om 08.00u vertrekken de eerste schepen al; naar mijn mening veel te vroeg, want het waait nog niet genoeg. De wind zit inmiddels al wel in de zuidhoek en dat is gunstig. Mijn buurman is Paul Peggs, de enige Engelse deelnemer. Het lijkt me een beroepszeiler en hij baalt een beetje van zijn slechte klassering. Al pratend komen we tot de conclusie dat de tussenstanden eigenlijk niets zeggen, omdat ze gebaseerd zijn op gezeilde afstand en niet op gemiddelde snelheid. We weten pas echt wat de klassering is als het zondagmiddag 12.00u is.
Ik loop nog even het dorp in voor een brood. Aan een passerende mountainbiker vraag ik waar de bakker is en hij begint te zuchten. Dat is heel lastig uitleggen en het is een klere eind. In Urk ?!
Hoe groot is het hier? Hij biedt aan met me mee te fietsen om de weg te wijzen en inderdaad het was 7 minuten lopen. Voor een Urker waarschijnlijk een hele afstand.
Om 10.15u ben ik weer aan boord en ga me klaar maken voor vertrek. De wind is inmiddels aangetrokken tot ZZW 5. Ik had vanmorgen nog even twijfels of ik de high aspect fok niet zou moeten vervangen voor de genua, maar met deze wind is de HA prima.

Om 11.12u lig ik weer naast de UK16 en nu is het ruim 18 mijl naar Medemblik. We zeilen halve wind en na ca 10 mijl moet er gereefd worden, want er staat inmiddels weer een dikke 6 Bft. Het schip is nu beter hanteerbaar en het scheelt niets in snelheid. Om 13.41u ben ik bij de WP18 en gaan we richting Makkum. De koers is 027 graden en met ZZW wind is dat bijna voor de wind. Ik zet de spiboom uit om de fok te loevert te houden. Op deze wijze lopen we regelmatig tegen de 8 knopen en van een golf afsurfend is de maximale snelheid vandaag 10,1 kts. De aan het begin van het seizoen vernieuwde stuurautomaat werkt uitstekend en ook bij de achterop lopende golven blijft het schip goed op koers. Toch stuur ik het meeste op de hand om het risico van een klapgijp te beperken en om de accu´s te sparen.
Om 15.51u rond ik de VF04 bij Makkum. Ik heb nu 33,8 mijl gevaren in 4u 39min, dat is een gemiddelde van bijna 7,3 knopen; dat is tenminste opschieten. Nu ben ik in twijfel of ik zal doorgaan naar Hindelopen. De wind is niet echt doorgedraaid naar ZW, maar is ZZW gebleven en Hindelopen ligt in ZZO richting en is net niet bezeild. Dat betekent dus slagen maken en dat is extra af te leggen afstand tegen een lagere snelheid omdat je tegen de wind in moet. Ik besluit door te gaan, maar al snel dreig ik in de ondiepte voor Makkum te verdagen en ik ga overstag. Eenmaal goed onderweg heb ik er spijt van niet naar Makkum te zijn gegaan. De windmeter geeft nu regelmatig boven de 30 knopen wind aan en ik moet de fok weer een stukje wegdraaien om het schip overeind te houden. Het is hakken tegen de golven.

Als ik de H2 boei op 140 graden heb, ga ik weer overstag. Nog ruim 5 mijl te gaan en het is knijpen, want als ik teveel afval heb ik wel snelheid, maar dan haal ik de boei niet en als ik teveel oploef dan haal ik de boei wel, maar heb ik geen snelheid meer. Ik doe van allebei een beetje, eerst een beetje afvallen en snelheid maken en dan weer oploeven om hoogte te winnen tot de snelheid over de grond onder de 5 knopen zakt, dan val ik weer af, enz. Ik troost me met de gedacht dat de wind morgenochtend waarschijnlijk behoorlijk ingezakt is. Hij zal dan wel uit het westen waaien, maar als je vanuit Makkum moet vertrekken, moet je toch bijtijds weg en kun je niet wachten tot het gaat waaien.
Misschien is dit al met al niet eens zo´n slechte keus. Om 17.27u lig ik eindelijk bij de H2 ton en kunnen we de haven van Hindelopen opzoeken. Gemiddelde snelheid over het laatste baanstuk van 6,1 mijl was slechts 3,8 knopen.

In de klassering ben ik nu omhoog geschoten van de 30ste plek naar de 15de. Helaas voor mij zijn er een stuk of 15 deelnemers in Makkum gebleven; die staan dus alleen maar na mij omdat ze tot nu toe minder mijlen gemaakt hebben. Ik was even blij, maar me dit realiserend sta ik weer met 2 benen op de grond.
Morgen via Stavoren en Lelystad naar Hoorn. Daar zal ik voor anker gaan voor de verplichte rusttijd achter het anker. Gezeilde baanafstand tot nu toe is 148 mijl.

zaterdag 1 oktober

Bij het wakker worden realiseer ik me dat ik een tactische blunder heb gemaakt door naar Hindelopen te varen. Het waait nog behoorlijk, zeker 5 Bft, en uit het NW. Om 07.30u loop ik de dijk op om te zien of er al mede 200 mijlers uit Makkum aankomen en ja hoor, ik zie een behoorlijk aantal richting de H2 komen. Die hebben nu een goede wind mee. Dit gaat me waarschijnlijk 10 tot 15 plaatsen schelen in het klassement.

Om 09.16u ben ik weer in de race. Het eerste stuk tot Stavoren is net bezeild, de wind neemt echter steeds verder af. Vanaf Stavoren is het ongeveer halve wind richting de hoek van het Enkhuizer Zand. Ik besluit om de gennaker te hijsen, hoewel de wind inmiddels toch wel weer 5 Bft is. Als de gennaker omhoog is, krijg ik de slurf niet omhoog omdat het bovenin gedraaid zit; alles weer naar beneden en opnieuw proberen. Als alles staat, lopen we toch weer 7,5 knoop.

Vanaf de hoek van het Enkhuizer Zand moeten we nog iets oploeven. De wind komt nu met 20 knopen op ca 60 graden binnen en dat is teveel voor mooi. Maar het is nog maar een mijl of drie en daarna is dit rak klaar, dus ik wil geen tijd verliezen met het binnenhalen van de gennaker en het zetten van de high aspect. De hellingshoek is nu zo groot dat de onderkant van de gennaker door het water sleept en regelmatig loopt het schip uit zijn roer. Het is echt sleuren aan het stuurwiel om koers te houden en ik bedenk me dat ik dit niet verstandig vind van mezelf; maar ja, het is nu nog maar anderhalve mijl. Ik stuur iets hoger op dan nodig is, zodat ik bij het aanlopen van de ton HR-B wat ruimer kan koersen en ik minder druk op het roer heb. Zo kan ik met één hand sturend en in de andere hand het knopje van de Xtrace de boei binnen 5 meter passeren zonder het risico te lopen hem te raken.

In de sluis bij Lelystad duurt het nog al even voordat we eindelijk geschut zijn. Twee uur later hoor ik op de marifoon dat door een stroomstoring de brug van de Houtribsluizen niet meer bediend kan worden. De doorvaarthoogte is beperkt tot 7 meter nog wat. Pfff, voor mij is dat geluk hebben, maar dat is dus heel erg pech voor iedereen die na ons nog door de sluis moet.
Van Lelystad gaat het weer richting de NEK bij Hoorn. Het is niet bezeild en iedereen moet kruisen. Ik zeil zo lang mogelijk door tot de Westfriese kust in de hoop dat door de windschifting onder de kust ik iets hoger kan opsturen en dat er daar wat minder golven zullen staan zodat we meer snelheid kunnen maken. Eenmaal daar zijn er wel minder golven, maar de windschifting is een illusie.
Met nog een extra slag is de NEK vervolgens probleemloos aan te lopen.

Omdat ik nog minimaal 6 uur moet ankeren, heb ik besloten dat bij Hoorn te doen, omdat je daar vrij beschut ligt. Al snel wordt duidelijk dat de meeste andere deelnemers doorzeilen tot Marken. Alleen Herman Tieman van de Nan gaat ook naar Hoorn en we gaan naast elkaar voor anker. Ik nodig Herman uit voor een biertje en hij vertelt van zijn ervaringen in de Petit Bateau race dit jaar in het Engels Kanaal tussen Engeland en Frankrijk. Met zijn Spirit 28 was hij de kleinste deelnemer, maar ik heb in deze race al een aantal keren gezien dat hij zijn mannetje staat en dat hij niet makkelijk voorbij te lopen is; op handicap gaat hij mij voor.

De wekker voor morgenochtend wordt gezet op 06.00u, want na alle ontberingen, sensaties en emoties van de afgelopen dagen wil ik natuurlijk niet na de deadline van 12.00u finishen.

zondag 2 oktober

Terwijl ik dit schrijf, ben ik al weer onderweg naar de thuishaven Lelystad. Vanmorgen om 06.00u opgestaan en het lijkt nauwelijks te waaien. De centrale meldpost IJsselmeer geeft als verwachting NW 4 – 5 Bft, maar dat is dan zeker ergens anders, want hier is het W 3. Herman Tieman en ik varen gelijk op naar de NEK, die nog 3 mijl buiten Hoorn ligt. Tegen half acht zijn we er en Herman start 1 minuut voor mij. Tot mijn verbazing gaat hij direkt overstag. Dat lijkt me niet goed, want als de wind inderdaad nog naar NW draait, kun je beter over bakboord naar het zuiden. Na 200 meter ziet hij zijn vergissing in en gaat hij opnieuw overstag en komt me achterna. De koers in 191 graden, maar we kunnen hooguit 185 graden lopen; dat zal dus een extra slag worden.
Als we bijna bij Volendam zijn, komt er een bui achter ons met een prachtig felle regenboog van Volendam tot Hoorn. Op 1,5 mijl van de GZ2 besluit ik zolang mogelijk over deze boeg door te zeilen in de hoop dat de achteropkomende bui een draaiing van de wind met zich brengt. En inderdaad op het laatste moment draait de wind en kan ik zover oploeven dat ik toch geen extra slag hoef te maken.
Van de GZ2 naar het Paard van Marken is het ruimwindse koers. De wind blijft nu in de NW hoekj zitten en ik zet de gennaker in de hoop dat ik die op kan houden tot de IJM17, de finishboei. Herman heeft zijn spi gezet en loopt nu op me in. Het is ongelooflijk, hij heeft een veel hogere handicap en loopt me voorbij zodra de wind inzakt. Ik ga aan alle lijntjes sjorren om te kijken wat er mis is, maar dat helpt natuurlijk niet en de afstand wordt alleen maar groter. Om 10.31u ben ik gfefinished. Eenmaal binnen hoor ik dat ik voorlopig op de 24ste plaats sta. Vooraf had ik me tot doel gesteld in de bovenste kwart te eindigen van de 84 deelnemers en dat is dus net niet gelukt. Ik ga nog eens uitrekenen wat mijn plaats geweest zou zijn, als ik niet naar Hindelopen was gegaan, maar in Makkum was gebleven. Maar ja, als …Al met al ben ik toch niet ontevreden over mijn klassering.

Op het start- en finishschip van Peter en Tine moeten Xtrace, camera en logboek ingeleverd worden en het is daar altijd gezellig met voor iedere schipper een kop kofiie en een stuk boterkoek. Altijd leuk om naar de belevenissen van de andere deelnemers te luisteren, de sterke verhalen, de opgelopen schades of wat er allemaal misging, etc.

Met dank aan mijn lieve echtgenote voor al het kostelijke bootvoer. Nou ja, bootvoer: de eerste avond at ik chili con carne, de tweede avond tagliatelle met huisstijl pastasaus, de derde avond een Indische schotel en gisteravond goulash. Er zullen er best bij zijn, die het met minder hebben moeten doen. Ik zal niet zeggen dat de 200 mijls een eitje is als je maar goed voor jezelf zorgt, maar helpen doet het zeker.

Helaas kan ik niet bij de prijsuitreiking zijn op 12 oktober in verband met zakelijke verplichtingen, maar volgend jaar doe ik gegarandeerd weer mee.

Otto Maitimu o/b S/Y Content

De 200 myls ‘SOLO’ door: JanKees Lampe

De 200 myls ‘SOLO’ door: JanKees Lampe

28 september 2005
Ik vaar de 200 myls ‘SOLO’ met Little Sarah. Het is mijn weer. Voor woensdag en donderdag staat er 6 bft en meer op het programma. Na de start in Muiden gaan we voor de lap met vol grootzeil en gennaker (145m2!) naar het noorden. Bij het ronden van ‘het paard’ (vuurtoren Marken) krijg ik de gennaker niet omlaag. Ik ga voor anker en klim de mast in maar heb niet de geode klimspullen aan boord. Ik stoom rap naar Volendam en vind daar een stuurman grote vaart die mij in no time naar boven takelt en naar beneden viert. Alles zit vast en dus gaat het mes in de val. Een uur later zit ik weer in de wedstrijd.
Ik kan over stuurboord vooralsnog geen gennaker meer zetten. Maar de wind is doorgekomen en met 27 knopen op de teller gier ik via Hoorn naar Lelystad. Daar wacht ik op de voorspelde windshift en zet dan koers naar Den Oever. Prachtig bezeilt en met een gemiddelde boven 7.3 knopen gaat het hard. Voor Sarah dan. 29 september 2005 Het is Woensdag. Het is Den Oever, Enkhuizen, Breezanddijk en Urk. Dit is een dag uit duizenden, het ultieme Onedin-gevoel! Met een rif, de fok en een 70 procent kluiver loopt zij niet onder zes-en-een-halve knoop, hoog aan de wind. Ik stuur uren aaneen met de hand. Het water staat vast in het gangboord. Volslanke Sarah heft met haar 34 ton maling aan golven en paaltjes! Zware vrouwen zijn niet altijd lelijk! Sport B is zowaar bezeild. Alleen in buien maakt de wind tot 45 graden shifts! Dan weer lig ik voor op Sport B, dan weer op Makkum. Het kan mij niet deren.
Terug naar Urk gaat het zo mogelijk nog harder. Ik ben volop in mijn element. Evenzo Sarah, die mij onverdroten brengt waar ik gaan wil. We ronden Kaap Vrouwezand en zwaaien naar ‘t vrouwtje van Stavoren.
Aan de grijszwarte einder gloort de vuurtoren van Urk. Waarom nog niet wat verder weg. Waarom nog niet wat verder weg. Daar zal ik liggen. Daar zal ik slapen. Medemblik is niet bezeild.
Morgenochtend wel, zo luidt de Guru. Wat zal ik slapen. Wat zal ik slapen. 30 september 2005Onder het moto “als de wind mocht inkakken, dan maken wij die zelf wel” doseert Bart (Boosman) de uien in zijn, voor mij inmiddels, fameuze omeletten. Ik schuif een deel van de ronde vruchten naar de rand van mijn bord omdat twee netjes mij teveel is. Maar het ontbijt is geweldig. Als laatste van vijftig boten verlaten wij Urk. Gewacht op de meeste wind en uit de goede hoek stuif ik op Medemblik aan.
Ineens bezeild en in buien weer dertig knopen op de meter. De centrale meldpost heeft de windmeter binnen staan, zoveel is wel duidelijk. Van Medemblik gaat het op grootzeil, fok en passaatfok met ruim acht knopen op Makkum aan. Daar zal ik ankeren, daar zullen we ankeren! Pasta Bolognese, Rose. Proost!

A/b Little Sarah
mobile +31 6 54 90 89 11
jankees@littlesarah.com
http://www.littlesarah.com

Online Verslag Erik Jan Hardonk (2005)

Online Verslag Erik Jan Hardonk (2005)

Maandagavond ben ik alvast naar de boot gegaan, met de bedoeling dinsdagmorgen vroeg naar Muiden te kunnen vertrekken. Het is altijd een goede opwarmer voor de 200 Myls Solo.

Om 23:00 uur is alles ingeruimd. Het weerbericht voor morgen belooft weinig goeds: zuidwesten wind. Het is nu nog zuidelijke wind. Ik hoef niet lang te twijfelen: ik ga nu nog varen, zolang de wind nog goed is. In het donker langs de onverlichte staken richting Friese Hoek. Gaat allemaal goed. Enkhuizen is in 1 slag te doen. Het is aarde donker en ik ben alleen op het water.

Om 04:00 meer ik af in Enkhuizen.

Dinsdagochtend blijkt de nachtelijke tocht niet echt nodig geweest te zijn. De wind zit nog steeds in de zuid hoek. Maakt niet uit, ik heb lekker in het donker gevaren.

Onderweg naar de sluis valt me op dat er witte damp uit de uitlaat komt. Op een gegeven moment verandert het geluid van de uitlaat: er komt geen koelwater meer uit. Ik ga de oude haven in en controleer de motor. Niets te zien, alles (koelwatersysteem) lijkt in orde. Als ik de motor weer start komt er gewoon weer koelwater uit. Misschien een plastic zak oid om de saildrive?

Uiteindelijk is het pas rond lunchtijd dat ik door de sluis ga. Muiden is niet bezeild, het is kruisen. Hemelsbreed 22 mijl blijkt 34 mijl kruisen te zijn. Om 19:30 ben ik in Muiden. De haven ligt stampvol, allemaal boten met een Japanse vlag in het achterstag.

Het palaver is ouderwets gezellig. Jan krijgt het voor elkaar gezelligheid en professionaliteit op een aardige manier te combineren. Ook dit jaar weer veel aandacht voor de vervanger van de bekende camera. Dit jaar een Xtrace. Een apparaatje om de positie en tijd tijdens het ronden van de boeien door te geven aan het regattabreau.

Van Nita (thuisfront) krijg ik de laatste windverwachting van windguru. Conclusie: route 3 en proberen om woensdag Enkhuizen te bereiken. In de nacht van woensdag op donderdag zal het hard gaan waaien, donderdag elf lijkt ook geen mooie dag te worden (WNW 5 Bf). Ik zet de wekker op 05:00 uur en ga slapen.

Op woensdag word ik rond 06:40 uur ruw uit een hele mooie droom gewekt door gebonk op het schip. Han Beijersbergen wil er tussen uit. Ik ben kennelijk gewoon door de wekker heen geslapen. Als Han er tussenuit is, ga ik weer op zijn plekje liggen. Eerst een goed ontbijt. Dan de spi gereed maken. Het lijkt een rustig windje te zijn. Maar ja, je ligt hier in de luwte.

Rond 0800 start ik, in een lang lint van zeilboten, meest onder spinaker, richting het Paard van Marken. Bij het Paard moet de spi eraf om richting de GZ2 te varen.

Bij de GZ2 aangekomen is de wind zover gedraaid, dat de NEK niet met spi te doen is. Ik ruim de spullen maar weer op. Van de NEK naar de OVD3 is het hetzelfde liedje: net te hoog aan de wind voor de spi. Achter me zie ik Peter van den Driesche zijn halfwinder zetten. Na een paar keer uit het roer gelopen te zijn, heeft hij zijn boot onder controle en loopt me voorbij.

Tegen de tijd dat ik bij de EZ29 ben, belt Peter me op. Hij zit in Lelystad achter een uitsmijter te wachten op meer SW wind.Tevens weet hij te melden dat ik op een 6e plaats lig in het tussen klassemnt. De eerste plaats is voor de schipper die als enige zij spi durfde te zetten tussen de NEK en de OVD3. Peter dus.

Na de EZ29 gaat het om het puntje van het Enkhuizerzand richting de WV14 (Den Oever). Het is nog licht als ik die rond (het waait inmiddle 5 à 6 Bf), ik ga nog naar Enkhuizen. In het donker rond ik de KG2. De wnd is inmiddels weer tot boven de 20 knopen aangetrokken, een halfc uur tje geleden heb ik het zeil nog ontreefd. Na de KG2 vaar ik richting kant om de zeilen te strijken. IN de kom van de Compagnieshaven ga ik voor anker. Er liggen nog meer boten, maar het is te donker om ze te onderscheiden.

Even afwassen, kop kofiie, borrletje erbij, verslagje typen en dan te kooi. Morgen weer vroeg op.

Donderdagmorgen gaat de wekker weer vroeg. De hele nacht heb ik slecht geslapen. Door de harde wind lag ik niet rustig en ben ik elk uur gaan controleren of het anker nog wel hield. Rond 8 uur start ik weer en ga ik onderweg naar de Sport B. Er zijn duidelijk meer mensen die hetzelfde plan hebben, een hele rij zeiltjes begeeft zich naar het noorden.

Van de Psort B met harde wind van achteren richting Urk. Dat gaat lekker. Als ik achterom kijk zie ik dat er één is die zijn spi durft te zetten. Peter van den Driesche misschien weer?

Onderweg heb ik telefonischcontact met het thuisfront. Volgens Windguru draait de wind morgen naar het zuiden en blijft hij vandaag nog in het noord-westen. Ed en ik besluiten door te gaan richting Medemblik (da’s even kruisen) om vervolgens allemaal bezeilde rakken tot aan Lelystad te pakken. Daar rusten en dan het laatste stukje naar Muiden.

En dan vaar je door terwijl je anderen de haven op ziet zoeken. Het plan komt uit, de wind neemt wat af, maar blijft in de westhoek. Rond 05:30 uur meren we naast elkaar af in Lelystad. We nemen nog een borrel en gaan snel te kooi.

Vrijdag gaat om 0930 uur de wekker al weer. Het kost me moeite op te staan, maar uiteindelijk ben ik rond 10:30 helemaal klaar. Ed blijk zijn ankerbak vol met water te hebben als gevolg van een verstopt afvoerpijpje. Als dat verholpen is, vertrekken we richting OVD3. We hebben de indruk dat we vooraan in het veld liggen. Vanaf de OVD3 gaat het in vliegende vaart richting NEK. Met zuidenwind, rond de 5 – 6 Beaufort, onder vol tuig, scheuren we naar Noord Holland. Het lukt me niet Ed in te halen (dat was een paar jaar geleden anders, wat doe ik nu toch niet goed? Of is Ed anders gaan varen?). Van de NEK naar Volendam is niet bezeild. Voor het klassement zou je nu een rust in Hoorn moeten pakken; wij hebben onze zinnen gezet op de line honours en gaan door naar Volendam. Daar pakken we de verplichte 6 uur rust. Vanavond gaan we door naar Muiden.

Als we toch in Volendam zijn, maken we van de gelegenheid gebruik om een visje te eten. Nog even wat slaap pakken, vanavond om 22:00 uur het laatste stukje zeilen. Naast de harde wind, regent het er nu ook bij. Geen fijn vooruitzicht.

Red. in het verslag van de 200 myls ‘SOLO’ Vrijdag, 30 september – 20:00 uurHet schijnt dat het aandewindse rak naar de IJM 17 nog wordt uitgesteld door Ed en Erik Jan , wegens het volmaken van de rusttijd.
Het fanfare orkest wordt dus naar huis gestuurd, de menigte op de wal schreeuwt niet meer en keert teleurgesteld met opgetrokken kragen in de regen naar huis terug, de pers en het vuurwerk worden op non actief gesteld.

Zaterdag, 01 oktober – 03:00 uur
Line honeurs Erik Jan Hardonk met z’n ‘Nescio’

Vrijwel tegelijkertijd passeerden Ed en Erik Jan de IJM 17.
De champagne stond klaar.
Ed Megens had de pech vlak na de start bij de GZ 2, dat z’n grootschoot door het uitstaande grootzeil bij het rakelings passeren van een MN staak daarin bleef hangen met ….. bijna alle gevolgen van dien.
De schoot werd spontaan doorgesne den door het driehoekige MN plaatje boven op de staak !

Eric Jan Hardonk
Nescio

Verslag 200 myls 2004

200 myls ‘SOLO’ – 2005 door John v.d. Starre

200 myls ‘SOLO’ – 2005Overgenomen uit website Happy zeilen van John v.d. Starre
http://www.happyzeilen.nl

John’s eigen verhaal over de 200 myls ‘SOLO’ 2005

Vanaf begin september begint ‘t al weer te broeien, de 200mijls solo komt er aan! Na de deelname van vorig jaar ben ik toch behoorlijk door het 200 mijls virus gegrepen. Op zich is solo varen voor mij een ideale manier van ontspannen, m’n grenzen opzoeken en het verbeteren van de boothandling. Zo heb ik deze zomer dan wel geen OSTAR, Petit Bateau of ander groot solo evenement gevaren, maar als ik de kans had om alleen wat langere trajecten solo te varen , zoals bijvoorbeeld de aanbreng van de SCHUTTEVAERRACE van Scheveningen naar Stavoren via Den Helder en ook na het evenement weer terug, probeerde ik toch om lekker door te pushen. Was het voor mij voor enkele jaren ondenkbaar om bij 25-30 knopen wind in m’n eentje te spi-en, inmiddels lukt dat al aardig en leer je door schade en schande allerlei trucs om alles heelhuids boven te krijgen en vooral heelhuids er weer af te krijgen. Zo had ik terug van de Schuttevaerrace enkele angstige momenten toen ik 20 mijl N. van Scheveningen toch zo’n 30-35 knopen wind over dek had met m’n zwaar weer spi op. Op de automaat (“Harry” genaamd) was ‘t niet meer te doen, ik moest zelf sturen om alles in het spoor te houden. Alles O.K., maar voor Scheveningen moest die spi er toch een keer af. Die 20 mijl sta je dan met het zweet in je handen je af te vragen , hoe pak ik dit aan? Waar is nou m’n bemanning? Nou ja , dan maar plat voor de wind ,risico op ‘n chinees, automaat erop, jump naar de pit,snel loef los, val los en als een waanzinnige die spi naar binnen klauwen, hopende dat “Harry” het ondertussen aankan en het geheel in het spoor houdt. Al deze idioterie onderneem ik met in m’n achterhoofd “straks in de 200 mijls moet ik dit ook kunnen”. Gaat alles goed , niks aan de hand. Gaat het fout dan is het weer een duur leermoment…. Zo heb ik voor deze 200mijls menig ‘peentjes’ moment opgezocht.

De weken voor de wedstrijd zijn bovendien altijd de periode dat de HAPPY weer in topconditie gebracht wordt, zo is weer een nieuwe laag antifouling aangebracht, de tuigage nagekeken samen met Wim onze voordekker en ook een poetsbeurt hoort erbij. Het is net als met een auto, als hij glimt, rijdt hij lekkerder. Ook helpt de rest van het HAPPY team helpt waar ze kunnen, George met de voorbereidingen en delivery, Marcel en Herman met het up to date houden van de site en mij voorzien van extra informatie.

De dagen voor de race kan ik het niet laten om toch regelmatig de sites van o.a. Windguru en Windfinder te bekijken en de voorspellingen te spiegelen op de desbetreffende banen. Na vorig jaar had ik me voorgenomen dit niet steeds opnieuw te doen, je wordt er namelijk helemaal gestoord van ,iedere 6 uur als je internet opgaat, kom je vaak weer op een andere gunstige baan uit. Maar ja, ik kan het toch niet laten om te kijken wat het gaat worden. Een ding is dit jaar zeker, wind gaat er komen. Vrijdag m’n auto in Muiden neergezet,George heeft me daar weer opgepikt. Zondag de boot samen met George naar Muiden gevaren en hem gestald in de Koninklijke ,vorig jaar lag ik op woensdagochtend helemaal klemvast, dat wil ik dit jaar zien te voorkomen, hier kan ik vertrekken wanneer ik wil. Uiteindelijk heb ik woensdagochtend met Gerben Bos om 07.30 nog een bakkie gedaan en zitten bomen over z‘n nieuwe boot, haast was er dit jaar niet, de wind leek later gunstiger.

Woensdag 28 september
Na een slechte nachtrust ,mede omdat ik nog steeds geen vaste keus over de baankeuze heb kunnen maken, kijk ik maar weer eens op internet voor de laatste weersvoorspelling. Baan 1 lijkt me de beste keuze, alleen moet er in het begin 15 mijl gekruist worden van OVD3 naar de P15. Deze investering (nadeel 2,5 knopen/uur) moet wel terugverdiend worden door de 6-7 uur varen over tij (voordeel 1,5-2 knopen /uur). Dit lijkt iets voordeel te geven. Bovendien lijken baan 3 en 4 later in de race ook met kruisen te maken te krijgen.Alleen hoe zit het met windwaarschuwingen? Op het palaver is ons ingepeperd: Als er waarschuwing bft.7 is mogen we niet uitvaren of moeten we zo snel mogelijk een haven opzoeken. Aan de kust zal meer wind staan, echter in de loop van donderdag is de verwachting bft.6. Dus voor mij een voorkeur voor baan 1, ook historisch gezien zijn de banen op stroom meestal de winnende.

Na de start om 09.00 (omdat de wind dan wat sterker is) koers ik naar Marken onder spi.Ik zie bijna het hele veld voor me . Alleen de 2 waarschepen Lightning en Fast Good zie ik achter me evenals mede scheveninger Jan de Bruin met de Escape. Na Marken richting Volendam gaat de spi eraf en de Genua 1 erop. De koers is nu helaas te hoog om te spinakeren. Na passage van de GZ2 richting Nek (Hoorn) trekt de wind aan naar een 16 knopen. Tijdens dit rak probeer ik te kijken of de deelnemers die de Nek gepasseerd zijn de spi opzetten. Ik zie er inderdaad enkele omhoog gaan, waarna ik besluit de spi klaar te maken

In de week voor de race kreeg ik ineens een idee om een nog onder in de kast liggende spi-slurf zo om te bouwen dat ik vanuit de kuip de spi kan ontvouwen en wurgen.Ideaal voor extreme omstandigheden. Na ronding van de Nek besluit ik m’n geheime wapen op te zetten. Piet Bakker van de Jolly J moet in z’n vuistje gelachen hebben toen hij mijn getob aanzag. Spi en slurf gehesen, vanuit de kuip slurf omhoog en…. Alles vast!Net begonnen en nu al vast. Met de spi half ontvouwd en zich ondertussen wikkelend om de bedieningslijnen vaar ik met een vreemd soort 8-vormig gevaarte zwabberend voor de mast mijn eerste mijlen na de Nek. Uiteindelijk weet ik met veel moeite de boel te ontwarren en de spi weer vol te krijgen. Ondertussen is de wind toegenomen tot een 23 knopen. Te veel om te kruisen met m’n Genua 1. Ik moet die dus eraf halen, door t luik proppen,dan Genua 3 aanslaan en omhoog. Veel tijd heb ik niet. Ik besluit dat wanneer ik alles voor de OVD gereed heb , voor baan 1 te gaan,omdat ik dan meteen moet kunnen doorvaren. Krijg ik niet alles gereed dan klok ik OVD3 ,ga links af en ga voor baan 3 of 4 . Met rusttijd om alles te klaren. Precies voor de OVD3 heb ik spinaker en slurf naar beneden, Genua 3 staat inmiddels. Wat een hectiek. Dus:
Te koop: slurf voor spinaker, z.g.a.n. nauwelijks gebruikt,inclusief revolutionair bedieningssysteem .T.e.a.b. tel…….

Tussen het omtuigen door probeer ik nog te kijken hoeveel deelnemers ook voor baan 1 kiezen. Het blijken er bitter weinig te zijn. Ik zie slechts 3 boten voor mij rechtsaf richting P15gaan. Twijfel slaat toe, zie ik het weer anders, mis ik iets??? Niet zeuren ,je tactische keus is gemaakt, het zout roept.. Hoe je uiteindelijk je definitieve baankeuze maakt… Tijdens het schutten komt reeds de waarschuwing ZW bft7 door. Toch wel teleurgesteld. Hierdoor moet ik het eerste tij om 24.00 laten lopen. De windrichting was uitermate gunstig om een toptijd naar de MH4 (Den Helder) te zetten. De verwachting voor morgen is WNW 6bft, waardoor dit rak minder gunstig bezeild is .

Donderdag 29 september
Weer onrustige slaap, om 03.00 het Marifoonbericht van
het KNMI bekeken. Yes!! De waarschuwing is eraf : Ijmuiden en Texel WNW 6bft. Maar:Marken en Ijsselmeer 7bft,! Volgend bericht 14.00 Ik kan dus morgen met het tij vertrekken terwijl de rest nog op slot ligt. Na de wedstrijd wordt gezegd dat dit Marifoonbericht van het KNMI niet door alle marifoonblokken is overgenomen… Volgende keer ga ik ook maar eens een kanaal zoeken waarop misschien geen waarschuwing gegeven wordt, kan veel schelen. Tijdig probeer ik naar buiten te gaan, Gilles van Delft met de Utopia maakt ook aanstalten , de andere 3 IJmuidengangers blijven nog een tij wachten. Voor de pieren is het behoorlijk ruig,golven van 3- 3,5 meter , af en toe brekend,wind WNW 6. Angst voel ik niet, wel wat spanning, in m’n surftijd wel grotere golfjes gehad. Na het passeren van de Baloeran komt de reddingsboot van de KNRM kijken welke idioot daar het zeegat kiest. Na een mijltje mee op gevaren te hebben heb ik blijkbaar hun vertrouwen gewonnen en gaan de duimen omhoog en gaan ze terug richting Ijmuiden.

De boot maakt behoorlijke klappen maar houdt zich goed , speed 7-7,5 knts, rif gezet ,Genua 2 op rol 1/3 verkleind. Voor het Schulpengat ter hoogte van het “Franse Bankje” krijg ik nog een historisch stukje schuim te verwerken. Water tot de kajuitlieren, kuip vol bruin water,verder alles ok. “Harry” krijgt even een stuurverbod, het is echt weer een beetje surfen. Zig zaggen , kijken , snelheid houden en ontwijken. Blauwe lucht , in de verte een bui, wit schuim , dit is zeilen! Bij het passeren van de MH4 blijkt er een probleem met de X-track , z’n knop heeft teveel water gezien vrees ik, wel piepen niet piepen,ik tape hem maar in een plastic zak. Hier gaat het tij echt lopen, 2-3 knopen, en na de T12 Oude Schild gaat de spi er weer op, uiteraard zonder slurf ,want die staat te koop. Wederom kicken, water glad achter de boot, niet eventjes maar minutenlang in plane. Alleen met 7 ton boot. Bootspeed constant 10-11 knopen. Waanzinnig! Na het schutten bij Kornwerd blijkt het gunstig om nog door te varen naar Medemblik en Hindeloopen , daar deze beide rakken nu goed bezeild zijn. Morgen draait de wind naar Z-ZW en is het hier kruisen. Rond 24.00 klok ik af bij de H2 Hindeloopen, en vaar naar de haven. Opeens ben ik gedesorienteerd , ik ben vaak in Hindeloopen geweest, maar dit herken ik niet! Blijk ik de verkeerde geul genomen te hebben en vaar ik in Het Zool. Stikdonker ,onbekend, ondiep ,vastlopen, wegwezen! Uiteindelijk lig ik om 01.30 bij de kraan in de jachthaven van Hindeloopen. Tegenover mij ligt de Escape, maar Jan de Bruin slaapt dus ik doe maar rustig.

Vrijdag 30 september
Mijn plan is zo vroeg mogelijk te starten om de draaiende wind te benutten. Als ik via Breezanddijk Stavoren kan bezeilen voordat de wind in de voorspelde ZZW hoek zit , zou dat mooi zijn. Als ik om 5.30 uit Hindeloopen vertrek slaapt Jan nog steeds. Ik wist toen nog niet dat hij die avond ervoor een genuaschoot in zijn schroef had gekregen en door de reddingsdienst naar binnen was gesleept, waarna hij zich afmelde voor de verdere race. Het traject loopt volgens plan, alleen het laatste stuk naar de VZ1(Stavoren) is net niet meer bezeild, Een slagje van een halve mijl is het gevolg. Later op de dag wordt beduidend meer wind voorspeld,ik besluit hier wederom 6 uur rust te nemen ,wachtend op deze wind, Bovendien kan ik dan deze periode benutten om te ankeren. In de afwateringskom van het gemaal vind ik een mooi ankerplekje. 6 uur later waait het inderdaad 25 knopen ,zoals voorspeld. Het rak van Stavoren naar Den Oever gaat weer zeer snel. Na ronding van de WV14 (Den Oever) iets minder, tot het Enkhuizerzand bezeild, daarna weer een slagje naar de HR-B Lelystad.

Inmiddels is de duisternis ingevallen en is het extra oppassen voor beroepsvaart. Een van de leuke dingen van de 200mijls is dat iedereen zo ontzettend meeleeft. Het is soms alleen jammer dat iedereen die steun kenbaar wil maken door voortdurend mijn mobiel te laten rinkelen. Ik moet Jan Luyendijk eens vragen of een telefoniste aan boord telt als een bemanningslid of als een veiligheidseis. Vorig jaar kan ik me herinneren dat mijn mobiel afging, ik even naar binnen liep om hem op te nemen,kort sprak,weer naar boven kwam en me helemaal kapot schrok van een gigantisch donkere schim welke ik ternauwernood kon ontwijken. (De groeten van “Het Statenjacht” Muiden).
Na schutting besluit ik nog door te varen naar de Nek (Hoorn) gezien de gunstige windrichting. De OVD 3 lijkt wel aan de rand van de wereld te liggen. Door het slechtere weer ,donkere water, weinig boeien/lichten op het Markermeer lijkt het wel of ik een zwart gat inga. Ik zet zelfs de verlichting van mijn meters uit om een beetje zicht te houden. Ondertussen loop ik ook nog een deelnemer voorbij in de nacht. Maar wie? Nog 3 mijl te gaan zie ik het groene isolicht van de Nek. Harry stuurt me strak ernaartoe. De regen komt met bakken naar beneden, Hoorn ziet eruit als een sprookje, onder de scheepsjongens vind ik rust.

Zaterdag 1 oktober
Vannacht goed geslapen,ik kan er weer helemaal tegen. Denk ik. Of ben ik toch niet meer zo fris als een hoentje? Er zijn wat signalen dat ik toch wat minder scherp ben. De voorspelling is WNW 4 ,rond 12.00 het meest NW, daarna wat meer W. Om het rak goed bezeild te hebben besluit ik rond 12.00 te vertrekken,en motor ik daarvoor rustig naar de Nek. Ondertussen kan ik mooi mijn genua2 op het rolsysteem wisselen voor de Genua 1,beter voor deze wind. Dus de 2 naar beneden, door het luik gepropt,de 1 uit de bakskist gepakt, aangeslagen en hijsen maar, shit hij loopt uit de groef, weer naar beneden , weer hijsen ,weer ernaast, pre-feeder zit te hoog, deze verder naar beneden vast geknoopt, weer hijsen, staat. Inderdaad staat top…..die Genua 3! Heb ik de verkeerde zak gepakt en de 3 erop gezet. O.K. de 3 er weer af, ook in het vooronder proppen, de 1 uit de bakskist etc,etc. Gelukkig is dit alles voor de start, maar toch , ik ben al kapot voordat ik moet beginnen. Ondertussen belt mijn broer Dick , die mij gedurende de gehele race overlaad met gemiddelden,feiten, berekeningen etc, met de mededeling dat een aantal boys (en girl) op baan 4 ook wel een erg hoog gemiddelde hebben, en mij waarschijnlijk voor zijn. Nee he, heb ik een top gemiddelde van 7,3 red ik het nog net niet. Nou ja ,dit motiveerd wel om het laatste stukje extra gas te geven.Dus na Volendam gaat de spi voor die paar mijl naar het Paard van Marken nog even omhoog, het laatste rak wordt ingezet , wel wat hoog aan de wind , kost snelheid, de IJM 17 in zicht. Op naar de finish!

Na aankomst is de warme ontvangst op het finishschip altijd weer zeer aangenaam,ervaringen worden uitgewisseld. Het rekenen kan beginnen. Na voorlopige berekening een vierde positie, niet verkeerd,een hoog avontuurgehalte dit jaar, volgend jaar nieuwe race nieuwe kansen! Ik ben er op zeker weer bij!

Online verslag

 

Als maar werken en controleren. Niets wordt aan het toeval overgelaten (zelfgemaakte foto’s).

 

Onderlinge fotowedstrijd en een verlossende kreet na het passeren van de finish(zelfgemaakte foto)

Update 2 oktober; 11:05 (Marcel)
Alweer terug in Scheveningen!
Nadat John gisteren het papierwerk in de haven in orde had gemaakt, begint het alweer te kriebelen. Als ik nu ga, kan ik nog om 24:00 uur in schevingen zijn. Jan de Bruin van de EsXape trok hetzelfde plan en vertrok even voor John naar Scheveningen. Net een sluislichting eerder verkoos de EsXape al het ruime sop, en kort na elkaar kwamen beide “Scheveningers” weer in hun thuishaven aan. John assisteerde Jan nog even bij een ietwat ongelukkig uitgevallen aanlegmanoevre en even later sms-de John het thuisfront dat hij veilig en wel in zijn box lag. Op het voorstel of we morgenochtend nog even zouden gaan trainen reageerde John voor het eerst afwijzend. Nu ging hij slapen.

We blijven in afwachting van de definitieve uitslag. De website geeft nu nog geen goede positie op voor John. Echter wij denken (na enig rekenwerk) dat de uiteindelijke positie toch hoger zou moeten uitkomen. We houden u op de hoogte.

Update 1 oktober; 15:58 (Marcel)
John gefinshed
Om 13:49 finishde John met zijn Happy. In totaal heeft er 27:27 uur over gevaren, wat neerkomt op gemiddeld 7,29 mijl/uur. De website van de 200myls meldt dat John 5e staat in het klassement. Ik denk dat er nog wat berekeningen gemaakt moeten worden, maar voorlopig is zijn strijd gestreden. John voelt zich nog goed en denkt er sterk over na om direct weer los te gooien. Een beetje zeiler als hij is niet te houden, want hij wil alweer naar zee. Als hij nu aan de reis naar scheveningen begint, kan hij morgen weer in zijn box liggen. Een lekker vooruitzicht… Waarschijnlijk geen biertje in Muiden vanavond.

Update 1 oktober; 09:05 (Marcel)
Veel rekenwerk aan boord van de Happy.
George (genuaman a.b. van Happy) belde me zojuist wakker. Nog tijdens dit gesprek wisselgesprek: John. Niemand van het team zit op het water, maar de wedstrijd leeft bij iedereen. John was vanmorgen vroeg al wakker en heeft even naar de posities gekeken. Wie blijkt er ook nog een grote concurrent:Dik Geurts, nota bene onze reserve PIT-man! Dik zit op Vlieland en moet nog ongeveer 120 mijlen en heeft hiervoor 16,24 uur. Dan vaart Dik 7,5 kn gemiddeld en eindigt hij sneller dan John. De wind ruimt voor Dik (en John) de goed kant op. Dik zal nog een beetje last hebben van het tij en moet wellcht nog kruisen naar Hoorn later op de dag….. het bluhft afwachten.
Je ziet maar weer, de 200myls is een bijzondere wedstrijd !

Update 1 oktober; 00:55 (Marcel)
John in Hoorn !!
Om ongeveer 23:06 kwam John aan in Hoorn Hij had een TOP-dag. Hij is er van overtuigd dat hij wederom goede zaken heeft gedaan. Als we even snel rekenen zit de gemiddelde snelheid nu net boven de 7,2 kn. gemiddeld. 184 myl in ca 25,5 uur Wij blijven hoop houden. Wanneer John de resterende mijlen binnen 2:31 uur bezeild, heeft hij een gemiddelde snelheid van 7,2 kn. gevaren!!!
Na het ankerop gaan in stavoren liep het allemaal fantastisch. Voor morgen ziet de wind er redelijk goed uit. Even wachten tot hij uit de goede wind waait en dan: KNALLEN!!

John meldt dat het wachten één van de moeilijkste dingen van deze 200 myls is. In zijn berekeningen moest hij bijvoorbeeld niet gelijk starten, maar pas om ca 11:00 uur. En dan fluitend alle bootjes zien gaan varen, wetende dat je in een wedstrijd zit en NIETS doen…aaaargh zenuwslopend. Vervolgens toen hij achter het veld aanhobbelde en daar totaal niemand voor baan 1 zag kiezen, werd hij wederom wat nerveus. Had hij het dan toch verkeerd berekend wat doe ik verkeerd, het kan toch niet dat ik de enige ben die er zo over nadenkt. Waarom gaat niemand voor baan 1? Op het laatste moment ging nog één andere boot ook voor baan 1 en na John volgden er nog 3. Met zijn vijfen op baan 1… Wachten is en blijft uitermate spannend
Later meer over de finishtijd en gezeilde tijd van John met zijn Happy!

Update 30 september; 14:00 (Marcel)
Strijdbaar na goede “nacht”rust
John belde zojuist vanuit Stavoren. Heerlijk geslape en er helemaal klaar voor. Hij deed nog even verslag over zijn kapriolen gisteren op het wad: “Het was wááánzinnig om gisteren spi-end over het wad te denderen. Conrinue onderspi in plané over een vrijwel vlakke zee. Ik denk dat ik nog nooit zo lang aan één stuk zo hard gevaren heb. Echt Super!” We rekenen zojuist na, dat dit 11 knopen gemiddeld betekend!
Vandaag nog even goed naar de weersvoorspellingen kijken, wat doet de wind?

Update 30 september; 8:50 (Marcel)
Huidige positie 4e plaats!!!
Het gaat goed! Na gisteren optimaal geprfiteerd te hebben van tij en wind staat John 4e in het klassement. Op dit moment plot hij de boei van Stavoren. John meldde zojuist dat hij daar (gezien het weerbericht) een leker uiltje zal knappen, om daarna de strijd weer aan te vangen onder aanzienlijk meer wind.

Gisteren heeft John een enorme tocht gevaren, vanuit IJmuiden, naar Den Helder, Oude Schild, Kornwerderzand, Medemblik en ook nog maar even naar Hindeloopen. John wordt geleefd door weerberichten. Vanmorgen om 05:00 uur vertrok hij alweer omdat de windrichting gunstig was om Breezandijk en Stavoren nog even te pakken. Hier neemt hij 6 uur rust, want vanmiddag staat er veel meer wind.

Het blijft spannend. Het ziet er op zich allemaal gunstig uit, maar de strijd is nog niet gestreden Nog 3 posities omhoog…
We houden u op de hoogte

Update 29 september; 16:50 (Marcel)
Den Helder en Oude schild al voorbij!
John is nu op weg naar Kornwerderzand! In ons korte telefoongesprek wist hij te melden dat het goed gaat. Wel ruig en bakken water binnen, er stond een behoorlijke zee en dat blijkt ook uit de gegevens van actuele waterdata. Er kwam daardoor veel water binnen…
We kunnen aannemen dat het allemaal goed gegaan is, want op dit moment loopt John onder spi met tij mee over het wad met een enorme gang richting Kornwerd.
We keep you informed!.

Update 29 september; 9.45 uur (Herman)
Afgelopen nacht is een behoorlijke storm over Nederland getrokken. John heeft enkele minuten 55 knopen wind over dek gehad. Gelukkig lag hij toen in zijn kooi. Na enkele uren goed slapen is het plan voor vandaag getrokken. De huidige weersituatie is gunstig voor diegenen die in IJmuiden liggen. Inmiddels is de windwaarschuwing ingetrokken voor IJmuiden. Op zijn vroegst wordt de waarschuwing voor het IJsselmeer pas om 12 uur vandaag ingetrokken. Pas dan wordt de nieuwe KNMI weer- en windverwachting bijgesteld voor het IJsselmeer. Zoals John deze situatie zo keurig weet te verwoorden; het wordt vandaag JACKPOT!
Zodra het tij gunstig is zal de Happy IJmuiden verlaten om naar Den Helder te zeilen. Met een goede planning heeft John een aantal knopen stroom mee op de Noordzee, en minimaal 3 op het Marsdiep. Vanuit het Marsdiep wordt langs Texel gezeild naar de sluizen bij Kornwerderzand, om daar weer het zoete water van het IJsselmeer op te gaan. Het uiteindelijke doel is om een aantal rakken op het IJsselmeer te zeilen om in Stavoren te eindigen. Een hele klus, die valt af staat bij een juiste planning en de juiste windveranderingen. Mocht het zeilplan voor vandaag gehaald worden, dan doet John zeer goede zaken. Hij heeft dan ruim 140 mijl van de 200 mijl afgelegd. Dit kunnen alle solo zeilers die op het IJsselmeer zijn gebleven niet zeggen. Vanzelfsprekend is het afwachten wat de concurrentie doet. Er hebben vannacht in totaal vijf zeiljachten overnacht in IJmuiden. We gaan er vooralsnog van uit dat John over voldoende zeilcapaciteiten beschikt om de andere ‘IJmuidengangers’ zijn heklicht te laten zien. Dus alle fans van meneer Van der Starre hopen inderdaad op een jackpot voor hem en een vroege thuiskomst.

Update 29 september; 8:00 uur (Marcel)
Soms ziet het mee en soms zit het tegen (Hé misschien een nieuwe sponsor benaderen?)
Het ziet er naar uit det hat toch meezit. Berichtten we jullie gisteren al over de gok die met de baan genomen is. Het ziet er nu naar uit dat de eerdere keuze toch nog gunstig uitkomt. John mag varen NOg even wachten op de juiste tijstroom en dan met een knallende bloedspoed naar Den Hleder. 200 myls deelnemers beware, de vier route 1 mannen komen er aan!

Update 28 september; 22:00 uur (Marcel)
Het leuke is wanneer je met meerdere mensen aan 1 site werkt je elkaar kunt aanvullen.
Onderstaand plaatje laat zien waar John nu is (bron www.200myls.nl) Net opnieuw met John gesproken. Hij is niet blij. In deze race kun je kiezen uit een 4-tal wedstrijdbanen. John heeft er voor gekozen om de zee route (baan1) te kiezen, omdat er lekker veel zuidenwind zou zijn, waarmee hij dan spi-end naar Den Helder zou kunnen varen. Een logische keuze. Echter op dit moment ligt John met ca 4 andere schepen VAST in IJmuiden. Eén van de wedstrijdbepalingen is dat men niet mag uitvaren bij windkracht 7. Het was een gok of het zou kunnen en zonder geluk vaart niemand wel. We houden hoop. de wind kan nog minderen en over 12 uur loopt eer een nieuw tij de goede kant op…


klik op het plaatje voor de meest actuele gegevens.

Update 28 september; 19.30 uur (Herman)
John zojuist over de telefoon gesproken, terwijl hij net voorbij Amsterdam vaart het Noordzeekanaal op, en direct voor u een update over zijn verrichtingen van vandaag.
Alle solo zeilers hebben hun eerste traject afgelegd met voldoende wind. Hoewel het vanochtend matig was, zwol de wind aan op het zuidelijk IJsselmeer tot wel 25 knopen. John heeft flink wat mijlen met de spi kunnen zeilen. Onderwijl heeft hij de genua-1 verruild voor de genua-3. Ook de lichtweer spi werd na een aandewinds rak ingeruild voor de zwaarweer spi. Vanaf Lelystad heeft John besloten richting Amsterdam te zeilen, het Noordzeekanaal over naar IJmuiden. Het plan is dat hij vannacht rond 24 uur langs de kust zeilt naar Den Helder. Het beloofd een heel zwaar rak te worden. De verwachtingen laten een toename van de wind zien tot ruim 27 knopen uit het zuidwesten, ruimend naar het noordwesten. De golven zullen zich opbouwen tot een hoogte van ruim 2,5 meter. John heeft dus zijn volle concentratie nodig om snel, maar bovenal heelhuids, Den Helder te bereiken.
Zodra Den Helder bereikt is, zal eerst een beetje diesel opgeruimd moeten worden. De reserve jerrycan heeft iets gelekt, net voldoende om een penetrante lucht te veroorzaken. Daarna is het tijd om de kooi op te zoeken voor een welverdiende rust.
Hoewel het op dit moment helemaal niets zegt, toch even de positie van John doorgeven. Bijna de hele dag bezette John de 7e plaats. Als een van de weinigen heeft hij voor de Noordzee route gekozen, terwijl de meesten het noordelijke IJsselmeer op gegaan zijn. Door deze beslissing is John tijdelijk gezakt naar een 68e positie in het tussenklassement.

Via deze website doet John iedereen de hartelijke groeten vanaf de Happy en laat weten dat het goed met hem gaat en uitziet naar een paar uur lekker slapen in Den Helder.

Ook Henk de Velde, Neerlands bekendste solo-zeiler, leeft mee!

John van start in zijn 2e 200 Myls Solo.
We schrijven woensdag 28 september 2005. Voor John is zijn tweede 200 Myls Solo van start gegaan. Hij had zelf een ligplaats gereserveerd bij de Koninklijke om dinsdagavond nog even het water op te kunnen gaan. Tevens was het voordeel dat hij kon starten wanneer hij wilde, er waren namelijk geen andere zeiljachten die de Happy kunnen inbouwen.
Woensdagochtend is John met de Happy in alle vroegte gestart bij het forteneiland Pampus. Rond negen uur viel het startschot en de 200 Myls Solo 2005 heeft zijn aanvang genomen. Al met al wordt het een tactische wedstrijd. Men verwacht wat ruiger weer rond het weekend, en met name aankomende vrijdag. Vanmiddag zal John moeten gaan kiezen welke route hij zal gaan volgen.
Volg de verichtingen dagelijks op de website.

De 2000 myls door Joep Homan

woensdag 28 september 2005, 22.30 uur

Beste Jan, ik heb vernomen dat je opgegeven hebt. Misschien wel heel verstandig. Het weer is nogal wild. Ik zag een paar boten na de OVD3 richting Amsterdam vertrekken. Er is eind van de middag voor de kust een waarschuwing ZW7 afgegeven.
De dag begon zo rustig. ZZW bijna niets. Dus de spi erop en varen maar. X-trace WERKT!!! Eerder vanavond Bob gebeld. Positie en tijd wordt correct doorgegeven. Murphy zit in ieder geval niet bij mij aan boord. Het is tenslotte een Solo race.

Nu even over deze dag: Even na 8 uur vertrokken onder Spi richting paard. Even voor het paard de Spi weg en onder genua 2 verder. Na de MNGZ spi weer op. Duurde misschien 10 minuten. Het begon stevig door te waaien. Vanaf dat moment boord aan boord met de Scheerling. Enig fanatisme was ons niet vreemd. Of zat er toch een stiekem een touwtje tussen ons in. Op weg naar de OVD3 leek het verstandig om uit te bomen. Niemand zag ik dat doen, ik dus ook niet. Even voor half één bij de OVD3.
Na een vlotte schutting op mijn gemak richting EZ29. Ik wissel de genua 2 voor de 100%.Ook zet ik twee riffen. Het lange rak naar de WV14 moet niet overtuigd worden afgelegd. Even na twee andere spirits bij de WV14. Het is nog geen 6 uur, dus door naar Enkhuizen. In ieder geval de Nan en de Foddebosk van mij kunnen afschudden op weg naar de EZKG. Het is inmiddels erg koud geworden. In Enkhuizen wil men de vloot solisten niet hebben. Na het ronden van de boei wordt de deur wijd open gezet met 25 knoopjes wind uit ZW. Ik zoek beschutting in de Buyshaven

Donderdag 29 september 2005, 16.10
Nu op Urk. Met mij veel andere schepen. Allen lijken baan 3 gekozen te hebben. Een onstuimige dag. De wind hield zich niet aan de afspraak met het KNMI. Ruimde in de loop van de dag naar NW 5-6. Dat zou pas zaterdagnacht gebeuren.

Dus op tijd op weg naar de sport B. Was met moeite bezeild. Daarna door naar de UK16.
Vanaf de vrouwenzand plat voor het laken. Vlak voor de UK16 nog een windbui met 36 knopen wind. Ben blij dat ik binnen ben. Vannacht zou de wind naar ZW draaien. Misschien klopt dit wel. Samen met een hoop andere solisten de locale middenstand financieel ondersteund door massaal bij de chinees te gaan eten. Solisten bestaan niet, ze zoeken elkaar altijd weer op. De barometer is de afgelopen 24 uur tijd veranderd van 1020 via 1011 naar 1020!Vrijdag 30 september.
Het begint zo mooi! Met een ZW voldoende voor de volle snelheid op weg naar de WP8. Vlak water en heel relaxed. Na de WP8 door naar de VF4.

Dit rak is plat voor het laken. Ik aarzel om de spi te zetten. Het begint geleidelijk door te waaien. Geen spi dus, wel uitbomen. Denk dat het rak naar Lelystad bezeild is. Ik zet dus kruisend door naar de LCVZ1, om daarna met ruime wind door te zetten naar Lelystad en Hoorn. Is het echter net niet. Ik kom 15 graden te kort voor de HRB, de verkenningston noord van de houtribsluis. Achteraf leek het verstandig een rustpauze in te lassen in Makkum of Hindeloopen. De zeegang was nogal wild. Na Lelystad voor anker in Hoorn. Onderweg daar naar toe ijskoud weer en veel buien. Dus de kachel gestart voor enig comfort.
Tegen 12 uur afgemeerd in de kom. Een tamelijk strakke wind maakt dat ik alert ben voor het krabben van het anker. Pas vrij laat de kooi opgezocht.

Zaterdag 1 oktober.
Om ca. 6 uur gaat het ankeralarm af. Een korte controle geeft aan dat de wind naar WNW gedraaid is. Kom wel erg dicht bij het dammetje te liggen en bij die stokken . Ik ga om 7.15uur van anker af. Rustig richting NEK boei.
Het water is heerlijk vlak. De genua 2 gaat er weer op en om 8.15 uur rond ik de boei. Nog voor de MNGZ word ik voorbijgelopen door de Chill Out. Om 11.12 uur bij de YM16.
In Muiden blijkt dat er maar een paar boten binnen zijn. Het duo Lupa Maris en Nescio hebben onderling een verschrikkelijke strijd gestreden voor de line honours. Ik geloof dat ik als vierde schip binnengekomen ben.
Tot mijn verbazing ben ik eerste in het algemeen klassement. Ik neem het maar aan. Er zijn veel te weinig schepen binnen. Zal vast nog wel ernstig veranderen.

Joep Homan,
S/Y Almare.
WV de Schinkel – 2005

De 200 mijls 2005 van Henk Euverman

De 200 mijls 2005 van Henk EuvermanWat een geweldig spektakel was het weer dit jaar. Maar eigenlijk te kort. Na een paar dagen kom ik pas goed in mijn ritme, stoot me niet meer overal tegen aan en wordt steeds meer gedisciplineerd in het terug leggen van spullen op z’n vaste plek, zodat ik, ‘s nachts niet steeds hoef te zoeken. Volgend jaar een 400 mijls ?

Het zag er dit jaar gunstig uit. Een zware stalen boot heeft veel wind nodig. En wind was er genoeg. Mijn handicap was vorig jaar nog 102 en dit jaar 100. De SW-mensen hebben deze bijstelling vast niet gedaan naar aanleiding van mijn prestatie van vorig jaar. (42 e) Dan was 104 meer op zijn plaats geweest. De bescheiden doelstelling: hoger dan plaats 42! Vanwege de harde wind moest dat toch kunnen lukken. Dag 1 ging heel goed. De eerste klap is een daalder waard. Tot aan Enkhuizen was alles bezeild. Midden in de nacht ben ik toch maar de haven binnen gegaan omdat het anker niet goed hield. (Uiteindelijk brak me dat nog lelijk op omdat ik dus nog een periode moest ankeren).

De volgende ochtend hadden we een uitgebreid dispuut met andere solisten over wel of niet uitvaren. Wat was het geval ? De kustwacht gehad gewaarschuwd voor alle districten windkracht 7. Ook voor het Ijsselmeer. Lelystad berichtte van windkracht 6-7 maar hield de waarschuwing bij 6. Wat nu te doen en wat zegt het reglement hierover? De meningen waren verdeeld. Samen met een aantal anderen heb ik het bericht van 9.15 afgewacht.
Toen door Lelystad nog steeds voor slechts 6 werd gewaarschuwd ben ik uitgevaren. Volgens mij moet je uitgaan van de waarschuwing die door het blokkanaal van jouw gebied wordt gegeven. En als het bericht spreekt van 6-7 maar de waarschuwing blijft bij 6 kun je ook uitvaren.

Van Enkhuizen naar de sport B en vervolgens naar Urk. Ik heb geloof ik nog nooit zo hard gevaren. 9.5 op de gps in een surf. Ongekend voor dit schip. En toch komt dat blauwe waarschip me weer voorbij (’t ware hout , ook sw 100). Dan lijkt het noodlot toch nog toe te slaan. Na de uk16 keurig te hebben geklokt maak ik bij het strijken van het grootzeil een enorme klapgijp. Wat een stommiteit! Hier is het lummelbeslag niet tegen bestand en een van de twee ogen van het giekbeslag breekt af. Einde wedstrijd.

De halve nacht heb ik liggen denken of er een oplossing mogelijk was want opgeven wilde ik niet. Desnoods maar alleen op de voorzeilen verder. Ik kan ook dan nog redelijk hoog aan de wind komen, maar van een wedstrijd is natuurlijk geen sprake meer. Het wordt dan meer en meer een prestatietocht. (was het toch al wel een beetje). Maar…, met een oog ben je dan wel gehandicapt maar je kunt nog steeds zien! Dus met een “lummeloog” moet je ook kunnen zeilen.
Ik heb het ene oog van de giek met een flinke sjorring aan de mast geknoopt en ben gaan zeilen. Eerst met een dubbel rif om niet teveel kracht te zetten op de constructie. Toen dat tot aan Medemblik en Makkum goed ging ben ik weer voluit gegaan. Het zaakje is tot aan Muiden heel gebleven.

Zaterdag was weer een prachtige zeildag. Helaas kon ik na de Nek niet doorgaan naar de ijm 17 omdat er nog moest worden geankerd. Dus naar Hoorn en na 6 uur weer terug naar de Nek. De beloofde “6 uit NW” is niet gekomen. Ik had twee favoriete cd’s voor het nachtzeilen: bach voor windkracht 2 en guns ‘nd roses voor 6. Het werd bach. (totdat de cd er vanwege lage voltage mee ophield, weg bach..) Hoewel ik een aantal slagen moest maken en met deze wind veel te lang deed over de laatste etappe was het een prachtige zeilnacht. Uiteindelijk ben ik gefinisht om 06.15u.

Natuurlijk zul je zien dat de giek niet meer wordt gemaakt en dat ik een compleet nieuwe exemplaar moet aanschaffen. Dus als iemand nog ergens een oude isomat giek heeft liggen, ik houdt me aanbevolen.

Henk Euverman
S/Y Cygnus

De Douwe Dabbert in de 200 myls van 2005 door Fokke

De 10e editie van de 200 myls was voor het DD-team een inkoppertje. De windsterkte is nauwelijks onder de 4 Bft. geweest. Een groot deel van de tijd was er sprake van kracht 5 of meer. Alleen op zaterdagavond en zondagochtend zakte de wind tot een drietje, nog steeds voldoende om vaart te blijven lopen.dinsdagavond, vooravondOp de dag van het palaver werd de boot na een werfperiode van ca. 2 weken te water gelaten. Een klein stukje van het vlak is vervangen en er zijn nu dwarsverbanden over de ballast in de kiel gelast. In geval van doorkenteren blijft de ballast aldus op z’n plaats. Ik hoop zo’n situatie natuurlijk niet mee te maken. Voor het geval de Douwe Dabbert een koprol maakt wordt nu voorkomen dat 900 kg lood en beton als een blok tegen het plafond vallen.
Op weg naar café Ome Ko in Muiden was er net voldoende tijd om bij Albert Heijn proviand in te slaan. Bij Ome Ko de gebruikelijke gezelligheid van het weerzien met oude bekenden. Deelnemers smullen van koffie en appelgebak Er is een chanty-koor voor de muzikale intermezzo’s. Organisator Jan Luyendijk verzorgt de breefing. Zijn secondanten delen aan iedere deelnemer de fotocamera, cap, t-shirt, 200 myls-logboek en gps-module uit. Vanwege werk en studie heb ik een aantal edities van dit evenement moeten missen. Zodoende is laatstgenoemde high tech attribuut nieuw voor mij. Sponsor X-trace heeft voor ieder schip een GPS met een ingebouwd GSM-zendertje beschikbaar gesteld.
Deze apparatuur wordt normaal ter beveiliging tegen diefstal op een verborgen plek ingebouwd in vrachtwagens en dure jachten. Speciaal voor de race is er nu een snoer met een drukknop gemonteerd zodat deelnemers bij het passeren van een boei een signaal naar de computer van de wedstrijdleiding door kunnen geven. Met het fotorolletje uit de wegwerpcamera leverde je voorheen het bewijs dat je de boeien gerond had. Voor de gezeilde tijden was de wedstrijdleiding aangewezen op de gegevens uit de logboeken die deelnemers na afloop van de race inleverden en ’s avonds doorbelde naar Bob Luyendijk. Het nieuwe systeem is exact. Per ongeluk een verkeerde tijd opschrijven of een beetje smokkelen bij het invullen van je logboek heeft nu geen invloed meer op de wedstrijduitslag. Een door Jan ontwikkeld rekenprogramma rekent nu constant de op handicap gecorrigeerde wedstrijdstand door.doelstelling

De Douwe Dabbert is een zwervend kaboutertje dat één keer per jaar aan een wedstrijd meedoet, en dan vooral tegen de Douwe Dabbert vaart. Deelname van het DD-team aan de 200 myls is bedoeld om boot en bemanning te testen, tekortkomingen op te sporen en daar oplossingen voor te realiseren. Bijna iedere 200 mylsdeelname van de DD heeft als deadline gewerkt om bepaalde verbeteringen tot stand te brengen. Zo plaatsten m’n vader (de DD-timmerman) en ik in 1996 (de boot was net gekocht) een windstuurvaan op de dag voor de race begon. Terwijl ik van Monnickendam naar Muiden voer werd het apparaat uitgeprobeerd, letterlijk ter elfder ure. Achteraf denk ik: ‘Had dat niet een week eerder gekund?’ Een hele of halve nacht doorhalen was vaak nodig om op tijd bij de start te zijn.
In de beginjaren van de race, toen het palaver ’s ochtends vlak voor de start was, ontbeet ik tijdens de breefing door een uitsmijter te laten aanrukken. Het eerste doel voor volgend jaar is dan ook ruim op tijd in Muiden te liggen zodat ik de race niet met een slaapachterstand hoef te beginnen. Ook moeten alle
systemen weer werken zodat ik verantwoord naar zee kan en eindelijk eens één van de routes buitenom kan doen.

woensdag, 1e dag

Maar nu de race zélf. Voor de DD is het dus een beetje een toertocht. Om chaos bij de start te voorkomen hoeven de deelnemers niet meer allemaal tegelijk te starten en kan woensdag tussen 700 en 1000 de eerste boei gepasseerd worden.
Terwijl ik enkele vroege vogels onder de deelnemers vanuit Muiden naar buiten zie varen laat ik Noord van het havenhoofd om 700 het anker vallen. Er is dan, zoals vaak ’s ochtends vroeg, weinig wind. Even slapen tot 900, dan rustig ontbijten en vervolgens vlak voor tienen starten lijkt me een goed plan. Om 952 druk ik af bij de M1, een groene ton in de aanloop van Muiden. Voor het eerste rak naar het paard van Marken had ik graag de spinaker gehesen, maar de schoten van de spi waren onvindbaar. Daarmee waren ook de keerschijven die altijd bij de schoten bewaard worden, zoek. Dan maar de genua ervoor. Die trok er lekker aan. Aan de hekgolf te oordelen lag het scheepje, wanneer donkere wolken waar wat meer wind onder zat, overtrokken, op rompsnelheid. Van Marken (MN1GZ2) naar Hoorn (NEK) en vervolgens naar de OVD 3 bij Lelystad is alles goed bezeild. Als de hekkensluiter van het veld kom ik bij de Houtribsluizen (Lelystad). Vanwege de brug die iets voor het eind van de sluis over de kolk loopt vindt de sluiswachter het handig eerst twee binnenschepen binnen te laten varen en dan pas dat ‘jachtje’ (de DD) met die lange mast waarvoor de brug moet draaien. Zo veel mogelijk afstand houdend tot het schroefwater van de binnenmannen meer ik aan stuurboord (i.v.m. linkse schroef, lijzijde van de sluis) met een spring op de middenbolder. De sleper voor me stuwt dermate veel schroefwater weg dat op een gegeven moment de boeg van de DD tegen de sluiswand gedrukt wordt. De RVS-stootrand kan dat wel hebben. Het groene boordlicht niet. Om 1605 ben ik uit de sluis.
Om 1610 staat het grootzeil en zet ik de automaat erop. Rustig doorzeilend is er gelegenheid om ‘ship shape’ te maken: Het boordlichtje wordt gerepareerd en er is gelegenheid tot discreet wildplassen. Daarna haal ik een hinderlijk staalsplintertje uit m’n teen dat vermoelijk afkomstig is van de borstelkop van de haakse slijper. Vervolgens hijs ik de 12-meterfok en zet koers naar de WV14 bij Den Oever, de boei HR-B aan de IJselmeerzijde van Lelystad vergetend. Om een goede eerste dag te maken ga ik vanaf de WV14 (2210) nog naar Enkhuizen. Wanneer ik ’s nachts rond half drie bij de EZ1KG2 ben, is het vlagerig (28-31 kn) en regent het in pittige buien. De boei nu van dichtbij fotograferen terwijl de boot regelmatig uit z’n roer loopt moet om veiligheidsredenen maar wachten tot morgen als ik na m’n rust weer bij dezelfde ton de wedstrijd hervat. Op een wat grotere afstand, met de ton dwars, druk ik af. Een uur later lig ik vast in de Compagnieshaven.

donderdag, 2e dag

De ochtend wordt benut om nog wat aan het want te sleutelen en twee tijdelijke harpen onder aan de beide topwanten te vervangen door passende exemplaren van RVS. Om 1300 gooi ik los en als ik om 1350 opnieuw, maar nu vlak bij EZ1KG2, afdruk zit ik weer in de race. De 9-meterfok staat ervoor en in het grootzeil zitten 2 reven. De sport B passeer ik om 1914. Het haventje van Breezanddijk is vanaf de ton goedzichtbaar en lokt.
Het is regenachtig, winderig en het schemert. Breezanddijk is een schuilhaven van Rijkswaterstaat aan de afsluitdijk. Er zijn geen voorzieningen en er is geen havenmeester. De wat verlaten, desolate sfeer die er tijdens guur najaarsweer kan hangen bevalt me altijd prima. Urk is bezeild en de DD moet ten opzichte van zichzelf, als het kan, een voorsprongetje opbouwen zodat er, als later de wind inzakt, toch nog reglementair gefinisht kan worden. Naar UK16 is een mooi lang rak van 24 mijl. Op het middenstuk van het IJselmeer liggen veel onverlichte tonnen. Met behulp van de GPS worden die secuur misgevaren. Daarna is het tijd om uit te reven en de 9-meterfok te wisselen voor de 12 meter. De zwengel van de mastlieren valt hierbij overboord. ’s Nachts om half twee meer ik in Urk af, vlak voor de watersportwinkel.

vrijdag, 3e dag

Tegen de verwachting in blijkt een nieuwe zwengel uit voorraad te kunnen worden geleverd.De vallen kunnen dus weer strak worden doorgezet. Afgelopen winter heb ik aan stuurboord onder het gangboord een dieselkachel geplaatst. Vanwege eventuele condens en ander vocht heb ik de uitlaat iets aflopend gemonteerd waardoor de uitlaatdoorvoer in de spiegel vrij laag boven de waterlijn zit. In de haven leek dat een prima oplossing want vanwege het relatief lage vrijboord zit alles nu eenmaal laag boven de waterlijn.
Na een ruig dagje zeilen waarbij het water regelmatig door de gangboorden loopt en af en toe de schootlieren raakt denk ik daar anders over. Als ik in Urk de kachel test, doet deze het gelukkig nog. Wél lekt er water uit de inlaat, wat me doet besluiten de spiegeldoorvoer provisorisch af te sluiten. De binnenmaat van het RVS-pijpje stemt aardig overeen met de diameter van de opening van een wijnfles. De schuifmaat geeft ter zake zekerheid dus kan ik een Droë Rooie van m’n favoriete kruidenier opentrekken en tik ik de kurk van buitenaf in de uitlaatdoorvoer. Daarna, het is inmiddels 1015, is het tijd om de tocht te hervatten. Bij de UK16 druk ik de X-trace in om 11:02 en zit ik weer in de race. Met een windje ZZW 5 is het stuk van naar de WP8, nabij Medemblik een halve windsrak. Wanneer ik Zuid van het Enkhuizer Zand beneden kom om koffie te zetten zie ik op de GPS dat we even 6.3 knopen lopen. De zeilvoering is de werkfok (9m2) met een vol grootzeil (10,7m2) Goed zo bootje!
De gemiddelde snelheid op dit rak van 19 mijl bedraagt 5.9 kn. Vanvaf de WP8 naar de VF4 bij Kornwerd gaat het boompje in de fok en doen we voor de wind een gemiddelde van 5.6. Hindelopen ligt (vanaf de VF4) in de wind die volgens de voorspelling later zal ruimen naar West. Tactisch is het verstandig de windschifting af te wachten tijdens een rustperiode in Makkum of Kornwerd. Psychisch is het beter ervoor te zorgen dat de teller na 3 dagen zeilen op 148 mijl staat in plaats van op 142, hetgeen pleit voor doorvaren naar de H2. Bovendien kan een beetje marge geen kwaad om ervoor te zorgen dat wanneer op de laatste dag de wind wegvalt ik toch nog voor 1200 kan finishen. Tijdens de editie van 2000 heb ik zaterdagnacht en zondagochtend liggen dobberen waardoor ik om1200 nog 9 mijl te varen had en dus niet reglementair kon finishen. Herhaling van dit debacle moet voorkomen worden. Het kruisrak naar de H2 wordt ’s avonds in windje 6-7 gezeild met de werkfok en 2 reven. Ter vergelijking trek ik ook nog het 3e rif erin.
Relaxed klieft het scheepje door de golven. In Hindelopen wordt het gezellig met Paul Schrier en Martin Selles.

zaterdag, 4e dag

Zaterdagochtend wordt om 816 opnieuw bij de H2 afgedrukt. Het is licht weer. Vanuit Makkum komt een veld van deelnemers aangezeild die wel in Makkum hebben gerust. Al deze grotere, lichtere boten zullen me voorbijvaren. Na ronding van de VZ1 bij Stavoren hebben we een halvewindsrak naar Lelystad met, aanvankelijk, 4 Bft. Als ik niks doe zal bijna de hele 200 mylsvloot aan me voorbijtrekken. Die spi moet dus omhoog, dan maar zonder keerschijven. Als loefschoot gebruik ik een meerlijn. Een reserveval wordt ingeschoren als lijschoot. Via de (gladde) achterbolders lopen de schoten naar de lieren. Net wanneer ik het boeltje heb staan wordt ik langzaam ingelopen door Cees de Wit met zijn 30-voets Scampi “Foetsie”. Cees is een echte 200 mylsveteraan die er al vanaf ’95 bij is. Hij blijft aan lij bij me hangen zodat we (bijna boord aan boord) een half uur kunnen bijpraten.

De DD weegt ruim 3,5 ton. Onze boten zijn ongeveer even zwaar. De grotere Foetsie voert standaard bijna 2x zo veel zeil, maar door de spinaker van 41,5 m2 kan de Douwe Dabbert hem nu bijhouden. Daar ik aanvankelijk niet van plan was op dit rak te spinakeren heb ik de coördinaten van de HR-B nog niet als waypoint in de GPS ingevoerd.
Nu de wind wat aantrekt kan ik niet lang bij het roer weg en is er geen mogelijkheid dat alsnog te doen. Hierdoor weet ik niet exact of ik voldoende hoogte hou om de boei in één keer aan te varen. Een half uur voor Lelystad gaat de spi daarom naar beneden en zet ik de 12-meterfok. De snelheid op dit rak had dus wat hoger kunnen zijn. Het gemiddelde is nu 5.2 kn. Na de Houtribsluis volgt een rak van de OVD 3 (Oostvaardersdijk, vandaar) naar de NEK. De wind zit in de westhoek en de DD moet een slag maken om bij Hoorn te komen. Op zaterdagavond kom ik om 2301 bij de MN1GZ2. De verplichte 29 rusturen (meer mag ook) heb ik al gemaakt, maar aan de verplichting dat één van de pauzes achter een anker moet worden doorgebracht heb ik nog niet voldaan door het boodschappen doen in Enkhuizen en Urk en de gezelligheid van Hindelopen. Het is nog maar 8 mijl naar de IJ17 waarover ik 13 uur mag doen. Door na het afdrukken even te ankeren voldoe ik aan de eis. Ik heb trouwens best wel zin in een dutje. Traditiegetrouw maak ik een foto van de ankerlijn als bewijs dat ik geankerd heb. Het rolletje van de wegwerpcamera blijkt vol dus gebruik ik m’n eigen digicam. Zekerheidshalve worden 2 wekkers gezet.

zondagochtend, de laatste loodjes

Rond één uur ’s nachts beginnen de wekkers te rinkelen. Na een kop koffie en een ontbijt van kleutertaaien gaat het weer anker op. Om 0124 druk ik nabij de boei de knop in en zit ik weer in de race. Vanaf Het Paard naar de IJM17 loopt de route ter hoogt van Pampushaven langs het eind van de Oostvaardersdijk. Dit stuk heb ik net niet bezeild dus ga ik op 50m van de dijk overstag.
Ik krijg nu een groen knipperende boei voor de boeg (net als de IJM17) waardoor, in het zicht van de finish, een merkwaardig gebrek aan concentratie zich van mij meester maakt. Uren eerder heb ik van de IJM17 zorgvuldig de coördinaten getrokken en die ingevoerd in de GPS waarna de ingevoerde gegevens zijn gecheckt. Nu wordt niet gecontroleerd of de zichtpeiling overeenstemt met de peiling/ afstand die het apparaat aangeeft. De display boven de kaartentafel wordt niet geraadpleegd. Ik ben er bijna.
Ook het lichtkarakter wordt door mij in de vroege ochtend niet uitgeteld en vergeleken met dat wat in de kaart staat. De IJM17 heeft een iso-faselicht van 4 seconden. Vol vertrouwen, op de hand sturend, vaar ik nu door de regen naar een iso 8. Wéér heb ik het niet bezeild en moet ik een slag maken. Terwijl ik daarmee bezig ben ruimt de wind onder een bui 20° en draait daarna nog eens 10° door. Inmiddels vaar ik bijna Noord in plaats van Zuid. Pas nadat ik ongeveer drie kwartier verspeeld heb dringt tot me door dat ik naar de verkeerde boei aan het opkruisen ben. Dit is mijn tonnetje helemaal niet, maar de P1 die in de route van Lelystad naar Amsterdam ligt. Ik moet nu nog 2 mijl naar het zuiden voor ik om 428 bij de IJ17 kan afdrukken.
De DD maakt daarna een slag naar Muiden waar ik om 510 bij de Noordpier het anker laat vallen. Nog even druk ik de X-track in zodat Bob morgenochtend weet waar ik zit. Vanaf dat ik hier vier dagen geleden het anker uit de prut trok heeft de log 259 mijl bijgeschreven. Dit totaal is inclusief extra mijlen op kruisrakken en het varen van en naar sluizen en rusthavens. Na een dutje en een verfrissende duik in het IJmeer gaat om 1100 het anker op en motort de Douwe Dabbert de haven binnen om logboek, camera en X-track in te leveren.

Fokke
DD-team

Wind, zon en regendoor: Jurrien Baretta

Eind augustus werd ik door Jan Luyendijk uitgenodigd om mee te doen aan de 200 mijls. Op een wildcard, zoals hij dat noemt. Een kadootje!! Maar jeetje, wat voor een! Ik schrik me rot, durf ik dat wel, kan ik dat wel? Ik heb daar nog lang niet genoeg ervaring voor, ik begin nét met zelf varen. Solo heb ik zowiezo nog nooit gevaren…
Maar aan de andere kant, varen met twee meiden en een kotsende hond is misschien wel moeilijker dan solo varen…?
Na een nacht heel slecht slapen en peptalk van mijn zusje, Bart en EricJan Wiebenga (die met de doorslaggevende argumenten komt) haal ik diep adem en zeg ik ‘Ja, graag!’

Er volgen nog meer slapeloze nachten, een proeftocht solo naar Borkum – die vlekkeloos verloopt, een op de valreep besteld nieuw grootzeil, mét derde rif en dan moet het maar zo ver zijn. Eerst de lange tocht van mijn thuishaven Termunterzijl naar Muiden. Bart vaart mee, gezellig. Het plan is buiten de eilanden om over de Noordzee maar in het bewuste weekend waait het dat het rookt dus dat plan wordt snel bijgesteld in een tochtje binnendoor.Met Bart erbij is het strijken van de mast gelukkig een fluitje van een cent dus we vorderen rap en zien kans in drie dagen tot in Edam te komen. Het doel was Durgerdam maar op zondagmiddag was zowel het weekend als de wind op.
Het laatste stukje van Edam naar Muiden zeil ik een weekend later, samen met mijn oudste dochter Jiske. Het is stralend weer, de meldpost IJsselmeer rept over een oostelijke wind kracht 4 dus dat moet prima gaan. Waar die meldpost zijn windmetingen vandaan haalt is me na afgelopen week helemaal een raadsel want de wind die wij ter plaatse waarnemen is niet krachtiger dan hoogstens 2 Beaufort.
Langzaam sukkelen we richting Muiden. Uiteindelijk starten we de motor (dat mag nu tenminste nog) en arriveren gelijktijdig met Bart die de Alca Torda vanuit Zaandam heeft gevaren.

In Muiden ligt het mudvol. De vrouw van de havenmeester denkt niet dat we er nog bij kunnen maar zodra de havenmeester hoort dat we aan de 200mijls meedoen grijpt hij in en zegt: “Voor de 200mijls doe ik alles”. We mogen De Vrijheid onder zijn hoede achterlaten tot dinsdagavond.

Dan, dinsdagavond. De boot ligt volgestouwd met warme kleren en voorraden eten en drinken. Ik kan een weeshuis kleden, een dierentuin voeden (heb veel bananen meegenomen, dat blijkt een goede keus) en heb drank genoeg mee om een kroeg te beginnen. Na een gezellig palaver met veel onbekende maar gelukkig ook een paar bekende gezichten rommel ik nog wat op mijn bootje. Ik haal de huik er af, de leuvers van het grootzeil vast op hun plek (lijkt me zo’n rotgezicht als ik dat in de stress vergeet: grootzeil hijsen dat dan als een soort ballonfok aan je mast hangt… geen goede binnenkomer). Ik leg de fokkeschoot uit, maak de motor startklaar. Het wordt route 3. Mijn zusje en zwager vormen het walteam en voorzien me van wind informatie.

Om mijn eigen grenzeloze optimisme wat in realistische banen te leiden – ik denk namelijk altijd dat alles bezeild is, behalve pal tegen de wind in, heb ik van tevoren een ’tegenwindroos’ gemaakt. Uit een cirkel heb ik een hoek van 90° geknipt. Even nagedacht en er toen nog 15° meer afgeknipt. Midden in de ontbrekende hoek heb ik een pijl gemaakt. Als ik nu deze tegenwindroos op de kaart leg kan ik precies zien wat redelijkerwijs bezeild zou moeten zijn.

Woensdagochtend om 6 uur gaat de wekker. Om kwart over zes luisteren naar het weerbericht. Er wordt windkracht 4 tot 5 voorspeld, ZW, ruimend W. Ik besluit de gewone fok te kiezen. Snel nog een thermoskan thee maken voor onderweg.
Ik lig helemaal achteraan in de haven maar er komt snel ruimte. Voor mij vertrekt Ed Megens met de Lupa Maris. Om 7.40 passeer ik de M1. Later blijkt dat ik het knopje van de X-trace niet lang genoeg heb ingedrukt en SMS ik de starttijd naar het regattabureau. Met tellen heb ik zowiezo een probleem. Bij mij kan een seconde iedere tijdseenheid tussen 0.5 en 3 seconden duren. Dat levert onhandige situaties op bij ISO tonnen. Als ik een beetje doortel is een ISO 4 ton precies hetzelfde als een wat langzamer getelde ISO 2. Toch maar wat mee oefenen nog. Of op mijn horloge kijken..?

Al gauw word ik aan alle kanten gepasseerd door kleurige spinnakers. Daar ga ik dan met mijn kleine fokje, met een wind die eerder 3 dan 4 Beaufort is. Dus, genua er op. Dat scheelt meteen enorm en ik loop 6,5 knoop. Bij de NEK ton neemt de wind toe en moet ik de genua er weer af halen.
Het gaat allemaal lekker vlot tot de sluis. Het is voor het eerst dat ik zonder bemanning een sluis door ga dus ik vind het wel spannend. Mijn lijnen liggen klaar, de stootwillen hangen buiten en ik heb een plekje aan hogerwal op het oog. Dan gaat Wim Schreurs met de Mon Ami ineens dwars in de sluis liggen. Dat gaat helemaal niet goed maar gelukkig kan ik heelhuids langs hem laveren (zonder dat mijn motortje afslaat, wat ie graag doet op kritieke momenten) en langszij een andere deelnemer gaan liggen. Bijna maak ik nog een fatale fout door af te willen meren op een leeg stukje kade verderop, achter de brug. Die nog dicht is. Gelukkig realiseer ik me dat op tijd en wijzig het plan. Poeh.

Achter me is Bart met de Alca Torda komen liggen en na de sluis meren we even af aan een paal om thee te drinken. Jan Kees Lampe voegt zich al snel bij ons met de Little Sarah. Bart denkt dat het stuk tot Den Oever voor hem nog niet bezeild is en wil nog even wachten. Ik check met mijn tegenwindroos of ik niet wat te optimistisch was over de koers maar besluit dat het voor mij toch wel bezeild moet zijn en vaar tegen vieren weer verder. Mijn doel voor vandaag is Den Oever. De voorspelde buien met 45 knoop wind er in boezemen me wat angst in dus ik wil het liefst zo min mogelijk in het donker varen.
De wind is toegenomen tot kracht 6 dus ik steek een dubbel rif. Dat blijkt een goede keus en samen met mijn gewone fok vaar ik hoog aan de wind langs Enkhuizen naar het noordwesten.

Als snel komt Jan Kees mij voorbij. We maken foto’s van elkaar en hij belooft het bier vast koud te zetten. Het kost Bart (godzijdank) iets meer moeite om mij voorbij te lopen (in theorie ben ik sneller maar in de praktijk natuurlijk absoluut niet). De wind neemt verder toe en ik wissel met enige moeite de fok voor de stormfok. De boot loopt nu weer mooi en ik zie kans om een plas te doen en een boterham te smeren. Een mens kan zo tevreden worden van kleine dingen…

Het wordt langzaam donker en een hele meute deelnemers komt op tegenkoers langs, op weg naar Enkhuizen. Die schieten lekker op! De wind kakt wat in en na enig aarzelen haal ik er een rif uit en zet de gewone fok. Dat komt de snelheid zeer ten goede en zoals wel vaker, dat had ik eerder moeten doen. Maar voorlopig ben ik liever wat ondertuigd dan overtuigd. Met overtuiging!

Tegen 22.30 kom ik in Den Oever aan. Moe maar zeer tevreden. Wat een heerlijke zeildag! Jan Kees heeft inderdaad het bier koud staan en we kijken met z’n drieën wat de Windguru in petto heeft. Veel wind! Het zal noordwestelijk worden, wat gunstig is voor het rak naar Enkhuizen maar daarna naar Sport B niet zo prettig. Ik ben te moe om nog te koken en kruip dicht tegen Bart aan, aan boord van de Alca Torda. Hoezo solozeilen?

De volgende ochtend luisteren we naar het weerbericht van 6.15. Windwaarschuwing kracht 7! Verplicht uitslapen dus. Wat vervelend J Een uur later is de waarschuwing weer ingetrokken en staan we snel op. Bart is plots vertrokken. Ik vind de krachtige wind (6 tot 7) erg spannend wat mijn eetlust niet ten goede komt. Met moeite eet ik 1 boterham, maak een kan thee klaar en vertrek. Omdat het voor de wind is lijkt me 1 rif zonder fok wel een aardige zeilvoering. Voor de zekerheid zet ik de bulletalie want een klapgijp is niet heel fijn met deze wind. De golven rollen nogal en mijn stuurautomaat Harriët (Jetje voor intimi) is niet altijd even alert. Ik zet de bulletalie vast op de schootlier zodat ik hem snel los kan gooien als dat nodig is.

Het stuk naar Enkhuizen gaat uitstekend. Af en toe komt er een fikse bui over dus ik moet de luikjes van mijn kajuit dicht maken. Dat is onhandig want dan kan ik niet snel de kaart raadplegen. Maar ik weet dat ik het vogeleiland moet zien te ontwijken en dat er verder op dit stuk niet zoveel aan de hand is.
Regelmatig verschijnen er prachtige regenbogen aan de hemel, afgewisseld door indrukwekkende wolkenluchten. Erg mooi!

Na de EZ1/KG2 moet ik een aandewindse koers gaan varen en heb ik duidelijk veel te veel zeil op. Ik had vlak voor het ronden van de ton de fok gehesen maar ik had beter voor de stormfok kunnen kiezen. Met moeite steek ik een tweede rif en zet alsnog de stormfok. Ik overweeg het derde rif maar besluit het eerst zo te houden. Als snel blijkt dat de boot erg lijgierig is en dat de stuurautomaat het niet houdt.
Dat is vervelend vooral als we vlak daarna een enorme, pikzwarte bui met heel veel wind over ons geen krijgen. Ik kan nog steeds de kaart niet raadplegen maar weet dat het vrouwenzand niet ver weg is, aan lagerwal. Ik moet in ieder geval zien te voorkomen dat ik daar op terecht kom, dan is de ellende niet te overzien.
Als de bui over me heen giert weet ik op een gegeven moment niets beters te doen dan de boot te wenden en met halve wind weg te lopen. Iets verder op zie ik twee schepen aan de grond lopen.

Na de bui draai ik weer en wil de koers weer oppikken richting Sport-B. Als er een kwartier later weer een forse bui over ons heen komt en ik het niet voor elkaar krijg om het derde rif te steken besluit ik terug te keren naar Enkhuizen, daar rust te nemen en dan de tocht weer te vervolgen vanaf de EZ1/KG2.

Met flinke spierpijn en vol blauwe plekken de volgende ochtend om kwart voor vijf op.
Ik maak wat thee (onderweg kan ik niets koken, mijn gasstel is dwarsscheeps en niet cardanisch) en vertrek na het weerbericht van kwart over. Windkracht 4 tot 5, ZW ruimend W. Dat lijkt me een aangename wind. (Maar… waar heb ik dit bericht eerder gehoord? Zou dit een bandje zijn van 2 dagen geleden..?)

Op het moment van vertrek lijkt het eerder windkracht 2 en ik besluit te kiezen voor de genua. Op de tast de haven uit, lastig met al die verblindende lichtjes. Eenmaal buiten blijkt mijn GPS het voor gezien te houden. Gisteren is hij hard gevallen waardoor er een scheurtje in het glas is gekomen. Waarschijnlijk zit er nu vocht in. De KG2 is een iso 2s ton. Dus eenentwintig aan en eenentwintig uit. Ik zie hem al vlakbij. Een snelle blik op de kaart leert dat de koers ook wel ongeveer klopt. Hij blijkt nog verder weg dan gedacht maar om 6.40 klok ik hem dan toch. Toch? Een kwartier later dringt tot me door dat ik de verkeerde had!! Wat ontzettend stom! Dit was een iso 4s! Als je te langzaam eenentwintig doet… Shit! Met de huidige zwakke wind kost het me twee uur om de drie mijl terug en weer heen te varen. En zelfs zonder tegenwindroos is het niet bezeild.

Ik besluit door te gaan, dan maar strafpunten of diskwalificatie. De tijd dringt toch al na de terugtocht van gisteren. In de nacht doorzeilen, wat het plan was, wordt ook moeilijk zonder GPS.

De wind trekt gelukkig wat aan en met een prachtige zonsopgang zeil ik richting Sport-B. Kopje thee erbij, zelfs een uurtje lezen in mijn spannende boek, het leven is goed.

Tijdens het palaver werd al opgemerkt dat je onderweg toch niks te doen hebt dus ik mijmer wat over de dikke eend die over mijn zeil vliegt. Hij kijkt zo trots dat hij met zijn dikke lijf en korte vleugeltjes toch echt kan vliegen. Klaargemaakt als Canard à l’Orange smaakt hij vast ook heel erg goed…

Als later de wind nog wat verder aantrekt en ik het eerste rif gezet heb begin ik luidkeels te zingen. Het is maar goed dat alleen de canard het kan horen want zingen is niet een van mijn talenten. Het voelt wél lekker.

Om 10.10 rond ik Sport-B. Nu op naar Urk! De wind is inmiddels al aangewakkerd tot een stevige ZZW 6. De VZ8 is het eerste doel, om het vrouwenzand te omzeilen, maar is niet bezeild.
Het gaat flink tekeer en ik ploeter om het tweede rif te steken. Er slaan een paar flinke golven naar binnen, recht mijn kajuit in. Gelukkig heb ik de kussens bij de ingang in plastic gestoken maar het water staat wel onder de vloerborden. Ik merk dat ik echt veel te weinig gegeten heb de afgelopen dagen en heb bibberhanden en -benen. Ik word onhandig, moet steeds van voor naar achter omdat er een schoot nog vastzit of een val blijft steken.

Ineens weet ik dat het genoeg is geweest. Qua tijd kan ik het niet meer halen omdat ik niet de nacht wil doorvaren zonder GPS. Ik moet nog 116 mijl…
De wind neemt toe in plaats van af en het is voor mijn beperkte ervaring gewoon te veel. Ik heb het niet meer in de greep.

Bij Hindeloopen keer ik om en vaar terug naar Makkum. Het was een wijs besluit maar ik voel toch ook teleurstelling. Later hoor ik van Jan Kees Lampe dat hij die dag regelmatig 30 knopen wind op zijn windmeter registreerde dus het woei niet alleen om mijn vermoeide hoofd zo hard.

Foto links :Bart Boosman & Jurrien na afloop 200 myls ‘SOLO’ – 2005 en rechts: Jurrien en Eric Jan Wiebenga

Volgend jaar een nieuwe kans! Het komend jaar vooral flink oefenen op bijliggen en onder zware omstandigheden reven, zeilvoering beter inschatten, iets bedenken om met mijn luikjes dicht toch op de kaart te kunnen kijken, mijn GPS deugdelijk bevestigen, mezelf dwingen om beter te eten en vooral véél zeilen!!
Hoe dan ook, ik heb er van genoten. Die boot is echt fantastisch, die geeft geen krimp bij stevige wind. Ik heb de voetrails onder water gezeild en geen moment het gevoel gehad dat het te ver ging.

Dus nogmaals: Jan, bedankt dat ik mee mocht doen!

Jurrien Baretta.

‘Easy Going’ in de tiende 200 mijls solo 2005 door Frits Bartels

‘Easy Going’ in de tiende 200 mijls solo 2005
door Frits Bartels :’de Drietand’, oktober 2005, Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers
De tiende 200 myls solo was onstuimig.28 september tot en met 2 oktober 2005.Dinsdag ’s middags melden de schippers zich met hun schepen in de Stichtingshaven van Muiden bij de havenmeester de heer Derks, die er werkelijk alles aan doet, om alle schepen in de kleine haven een plekje te geven, zodanig, dat ook de Vecht nog bevaarbaar blijft.
Het is een gezellige drukte en er is al enige spanning voelbaar bij de elkaar ontmoetende deelnemers.
‘Easy Going’ krijgt een plekje langszij de motorvlet ‘Capella’ van gastvrije opname-schipper Peter Capel,die er ook dit jaar weer bij is.
Het weer is goed en een ieder lijkt er zin in te hebben. ’s Avonds is er het palaver in het welbekende café ‘Ome Ko’.
Omdat deze 200 mijls race de tiende is, wordt organisator Jan Luyendijk in het zonnetje gezet. Zo is er een shantykoor met een speciaal voor dit evenement geschreven lied.
De logboeken en de herinnerings caps worden uitgedeeld.De wedstrijd kent een noviteit. Iedere schipper krijgt op zijn schip een ‘X-trace’ mee, gebaseerd op GPS/GSM. Zo kan elk schip continu gevolgd worden, ook -zoals bij deze 200 myls- op internet. ‘X-trace’ is eigenlijk ontwikkeld als een mobiel alarmeringssysteem voor de bewaking van mobiele objecten, zoals ook zeilschepen.
Tijdens de race moet bij elke te passeren ton, sluis, rustplaats (haven) de ‘X-trace’ door een druk op de knop geactiveerd worden, waarbij de exacte positie van het schip met de GPS satelliet tijd automatisch mobiel worden doorgebeld naar een centrale. ‘X-trace’ werd ter beschikking gesteld door ‘X Mark B.V.’.
Woensdagochtend kan er tussen 7 en 10 uur gestart worden bij de M1 boei bij Muiden, waarbij de eigen race door een druk op de knop begint..
Gevaren wordt onder de s.w. handicap. De s.w. cijfers zijn via www.sailsupport.nl op te vragen. Hans Colenbrander, ook deelnemer -met een Waarschip kwart tonner- , gaat er over.
De baan, circa 200 mijl, zonder sluis en haven passages, dient geheel ‘solo’ volgens een van de vier te kiezen routes, gevaren te worden, in de beschreven volgorde.
In de achterstag wappert cijferwimpel 1 ten teken, dat er ‘solo’ gevaren wordt.
De omstandigheden met betrekking tot het weer waren goed. Alleen de donderdag was nogal onstuimig met een windwaarschuwing 6 Bf. Onder de vele buien uit kwam steeds veel wind en fikse regen. Met de nodige windschiftingen.
Het zou zo een snelle race kunnen worden voor diegenen, die uit waren op de ‘line honours’.Voorin werd die strijd geleverd door Ed Megens met ‘Lupa Maris’ (Dehler 34), door Eric Jan Hardonk met ‘Nescio’ (Etap 30) en door ondergetekende met ‘Easy Going’ (Contest 40S). Uiteindelijk werd het een heel spannend slot, net beslist in het voordeel van Eric Jan Hardonk, die vlak voor Ed Megens in de nacht van vrijdag op zaterdag rond middernacht de finish boei bij Muiden weer wist te passeren. Helaas moest ‘Easy Going’ de strijd staken, doordat de fokroller bij een fokwissel slechts 27 myl van de finish geheel naar de barrebiezen ging, zodat de fok niet meer gebruikt kon worden. Jammer.
In de voorlopige einduitslag, ook te zien op de voortreffelijke website www.200myls.nl, lijkt Bauke Yntema met ‘Catootje'(Winner 9,50) op s.w. handicap de winnaar.
Al met al was het een mooie race, waarin bij dit over het algemeen nogal onstuimige weer, veel van de deelnemers werd gevraagd.
We kunnen ons nu weer gaan voorbereiden op de 200 myls 2006!

Frits Bartels, ‘Easy Going’.

Verslag 200 mijls 2005 Wachten op het weer? Marjan van de Vrie

Verslag 200 mijls 2005 Wachten op het weer?Dit jaar is het de tweede keer dat ik meedoe aan de 200 mijls. Vorig jaar bewezen dat het bootje en ik het samen wel kunnen, dit keer eens kijken of de schipper iets intelligenter kan varen dan de vorige keer! Zondag komen we aan in de haven en mag Mathilde tussen de andere vroege vogels op de start gaan liggen wachten.
Na een verfrissende avondwandeling naar Weesp de trein terug om thuis nog wat te werken en de tocht voor te bereiden, de gps te programmeren en allerlei andere dingen te doen die ik een half jaar tevoren ook al had kunnen doen. Dinsdagmiddag zijn we, vriend Tiny en ik, weer terug in Muiden. Het stopcontactje voor de X mark wordt nog aangelegd, en ik drentel wat heen en weer aan boord onder het motto dat alles op zijn plaats moet liggen. Tijdens een droog moment worden zelfs de lieren nog een keer gesmeerd, want het oude liervet bleek niet goed bestand tegen het zeewater van het afgelopen seizoen. Ik heb eigenlijk het geduld niet meer om te klussen. Ik wil gewoon op pad.
Bij de chinees ontmoeten we een clubje medesolisten, waaronder een aantal PetitBateau zeilers.
Tijdens een gezellig etentje horen we waarom de een die race nooit meer wil zeilen en de andere beslist weer wil starten.

Aan mijn motivatie verandert het niets, ik wil hem gewoon een keer zeilen.
Afscheid van Tiny, die zich vanaf dan op het weerbericht gaat storten, en nauwelijks nog aan werken toekomt, en op naar het palaver. Bij Ome Ko is het lekker druk. Het shantykoor zingt nautische liedjes, en het is leuk weer bekende gezichten te zien. De waarschuwingen voor het weer zijn dit keer geen onbelangrijk onderdeel van het palaver, want er zou best wat wind kunnen komen. Alles beter dan weer een nacht dobberen naar Urk!
Op tijd vertrekt iedereen weer naar zijn boot. Ik leg alles alvast klaar voor de volgende morgen. De vorige keer was de start zo snel gegaan dat ik bij de M3 nog van alles onderuit de boot moest vissen. Dit jaar gaan we voorbereid op pad.

De wekker gaat vroeg. Het is nog donker wanneer ik het bovenste luik uit de opening pak. Orion staat helder aan de hemel. Rondom zijn al wat schippers met hun boten bezig.
De wind is nog niet zo krachtig als voorspeld, wanneer ik rond half acht de M1 passeer. Toch de spi nog halen? Ik besluit het niet te doen. Tegen de tijd dat die staat waait het vast weer te hard. Beter eerst een kopje thee, en de stuurautomaat klaarleggen. Het kriebelt wel wanneer je de boten voorbij ziet komen, maar bij het Paard van Marken begint het al wat meer te waaien. Vlak voor Hoorn zie ik heel wat gedoe met spinnakers en halfwinders om me heen en ben blij dat ik hem niet heb gezet. Tijd voor een eerste rifje.
Naar de sluis gaat het super. Surfend haal je leuke snelheden!

In de sluis liggen we naast de Bondi. De Vire kwam gevaarlijk aangedreven, die waait erg snel af door zijn hoge opbouw, ik was blij toen hij eenmaal zonder schade langszij lag. In de sluis het overleg welke baan. Wordt het 3 of 4? Voor allebei was wat te zeggen. Uiteindelijk hebben de Bondi en ik van route geruild. Gezien de windverwachtingen leek Makkum me niet echt leuk die avond, zoveel wind aan lagerwal.
Dan maar naar Enkhuizen. De WP 8 was prettig bezeild, en Mathilde had het naar haar zin.

Hogerwal een haven aanlopen is ook niet alles, bleek later die nacht. Ik was blij met de buiskap, want elke golf spetterde over de boeg. In de haven van Enkhuizen was ik nog niet eerder geweest. Op de kaart zag ik een stadshaven, en dat leek me wel wat. Voor me voer Gilles, bleek later. Die zag ik tijdens het strijken van het grootzeil en het voorbereiden van de touwtjes de jachthaven indraaien, en ik besloot ook maar niet verder te zoeken en die kant op te gaan.
De beroepsvaart werd een beetje nerveus van me, met hun zoeklampen. “Kun je het vinden?” riep iemand van een donkere steiger? Nou nee, eigenlijk niet, nergens een bordje ‘passanten’. Het bleek een soloschipper te zijn, die in Enkhuizen een vast ligplaats heeft. Hij riep hoe naar de passantenplek te varen, en daar aangekomen lagen er al wat meer solisten te slapen.

Die nacht heerlijk beschut gelegen tegen alle buien die overkwamen. De wekker stond op 6 uur. Het weerbericht van 6.15 op kanaal 1 gaf een windwaarschuwing windkracht 7, dus ik draaide me nog eens lekker om. 7.15 zat er nog geen verandering in, tijd voor douche en ontbijt. 8.15 was de windwaarschuwing een 6. Mooi, tijd om eens op pad te gaan. Zeilpak aan, zwemvest om, motor gestart, springetje los, Herman Tieman op de steiger om te waarschuwen voor een windwaarschuwing 7 van de kustwacht op kanaal 23. Die had ik dus niet gehoord, maar voor alle zekerheid toch maar even gewacht. Wind zat die dag, het was helemaal niet erg om even wat te praten met andere solisten. 9.15 nog altijd windwaarschuwing 6 op kanaal 1, en we gaan gewoon maar weer van start.

Op naar de sport B. Het was maar net bezeild, met gereefde zeilen loopt Mathilde niet zo hoog. Toch ging het aardig door ondanks de helling, en het lukte zonder een slag te maken bij de ton aan te komen. Er was onderweg nog een verfrissend buitje, met een paar stevige vlagen. Paul Peggs zag ik in de verte worstelen met zijn gecharterde boot. Bij de ton zelf was het droog. Onvoorstelbaar dat ik vorig jaar dacht dat de dijk zo dicht bij de ton zat. In het donker ziet alles er heel anders uit.

Terug naar het zuiden, naar Urk. Een mooie ruime koers, met een gemiddelde snelheid die we niet iedere dag halen. De donkerste wolken probeerde ik te ontwijken door wat hoger te sturen. Het zeilde als een speer.
In de haven van Urk waaide het net zo hard als daar buiten. Je moest snel zijn om de fenders op te hangen en je zeil te strijken. Er lagen onwaarschijnlijk veel ‘japanners’ in de haven. Ook voorin de haven was de wind nog erg krachtig, dus ik besloot weer terug te gaan en langszij te gaan bij Paul. Die was gelukkig buiten bezig, want het was zo goed als onmogelijk om hogerwal aan te leggen zonder boten te beschadigen. Er moest behoorlijk aan touwtjes gesleurd worden om Mathilde op haar plek te krijgen.
Voor de verandering weer even wat gekookt, een boekje gelezen en lekker aan boord gezeten. Wat kan het leven toch vervelend zijn!

De volgende dag weer op het gemakje vertrokken richting Makkum. Weer wind genoeg, wat een luxe. Naar de WV 14 was het een prettige koers. Halve wind. Daarna voor het lapje naar Makkum. Het tweede rif stond in het grootzeil en het voorzeil was nog helemaal uitgerold.

Na een gijpje was de vraag of de buiskap dit of volgend jaar vervangen ging worden voorgoed de wereld uit. De boot liep voor geen meter. Het ging wel goed vooruit, maar geen balans! Toen toch het voorzeil maar wat ingedraaid en met nauwelijks verlies aan snelheid liep het al een stuk beter.

Het ging allemaal erg snel. 142 mijlen gevaren, ongeveer hetzelfde op het log, en tijd zat. Het was nog maar het begin van de middag. Ik weet het, het is tactisch niet slim om een niet bezeilde koers te gaan varen wanneer de verwachtingen voor de dag erna wel goed zijn, maar het zeilde gewoon nog zo fijn. Na zoveel rusturen had ik het idee nog niet echt gewerkt te hebben en dat hoort er wel bij. Halfverwege de middag in een haven gaan liggen, of voor anker in Makkum wat daar waarschijnlijk wel zou kunnen, ik had er gewoon geen zin in. Ik was gekomen om te zeilen, toch? Op het schermpje thuis zag Tiny dus een stipje afdraaien richting Hindelopen…
Lekker een stukje bikkelen, zeilen al wat je geleerd hebt om zo hoog te gaan als kan met deze wind. Een heel klein beetje balen van de lagere snelheid, maar kicken omdat Mathilde het als lichte boot toch maar flikt bij deze puist wind, al is het gereefd niet haar sterkste hoek. De windvaan bakte er niets van, al deed hij het nog net goed genoeg om een handje te helpen bij het aandraaien van de genua na een overstag, dus ik heb niet op hem gemopperd. (Dat had ook niet gemogen, want terug in Muiden werd duidelijk dat de vaan beschadigd was door een aanvaring eerder dat jaar.) Het logboek lag ondertussen al ergens onderin de boot, samen met de kaart, en het aflezen van de gps was een hele kunst omdat die aan een touwtje in de buiskap hing te bungelen. En toch was het gewoon leuk. Dit is waarom je gaat!

Na de passage van de ton toch de kaart maar weer naar boven gehaald, en me verbaasd over de betonning van Hindelopen. Het Ijsselmeer is toch wel wat aparts al zit er uiteindelijk wel een soort logica achter.
De keuze viel op het haventje in het dorp. Daar lagen al wat solisten die ook doorgegaan waren naar Makkum. Ik maakte kennis met Cees de Wit van de Scampi 30, en samen met de schipper van Ellship en Arie Petrus zaten we gezellig even op het dek.
De havenmeester kwam langs, een echte. Pet, jas, snor. Zo zie je ze niet vaak. Grote meevaller was de supermarkt op een paar passen van de haven, die ook ’s avonds open was. Even wat verse dingen gehaald want oud brood ben je snel zat. Er lagen meer solisten die die middag ook nog doorgegaan waren, in de marina.

Het was wachten op de goede windrichting. Voorspeld was dat de volgende dag rond het middaguur de wind weer vanuit het zuiden naar het noordwesten zou gaan, maar toen ik ’s morgens wakker werd, was hij al gedraaid. Ik besloot na het klaarmaken van wat brood en thee maar meteen te vertrekken. Buiten was het prima zeilweer. Naar de VZ1 was het goed bezeild, en een rifje dat ik nog maar had laten staan, ging halfverwege het rak eruit. Fokke was een half uurtje daarvoor gestart, en vaarde met zijn stalen scheepje zijn eigen koers. Ook hij had waarschijnlijk wat zeil te weinig, want toen ik in de buurt kwam zat hij op het voordek te prutsen aan zijn voorzeil.

Het laatste stuk naar de sluis liep een groot aantal boten me weer voorbij. Dat was een van de weinige momenten dat ik toch liever een 150 dan een 135% genua had gehad. Maar goed, de gemiddelde snelheid was uiteindelijk toch niet zo slecht.

Bij de sluis was ik van plan mijn ankertijd te gaan nemen, daar wist ik nog van vorig jaar dat er goede ankerplekken waren. Maar onderweg hoorde ik het weerbericht. Er werden die avond en nacht buien afgegeven met onweer. Een beetje wind of buien is geen ramp, maar onweer, daar heb ik het niet op. Afgelopen zomer nog op het Grevelingen geankerd en ’s nachts in een onweersbui ankerop moeten gaan omdat de wind 180 graden draaide. Ik voelde er niets voor dat nog eens te doen, zeker niet op een water wat ik relatief slecht ken. Soms moet je leren van je leermomenten. Het was prachtig zeilweer, zon, wind, alles wat je wilt. En dan bij de sluis achter je anker gaan wachten op slecht weer of te weinig wind op zondagmorgen? Dat gaat bij mij tegen alles wat logisch is in. Dus ging ik door, al vind ik dat het ankeren er wel bij hoort. Na de sluis maar weer een rifje gezet. De boot helde teveel om aan de wind goed vooruit te komen. Het voorzeil ook maar wat ingerold. Nog een slagje moeten maken om uiteindelijk bij de NEK aan te komen.

Achter me werd het steeds leger op het meer. De Houtribsluizen waren gestremd, dus achtervolgers waren er niet meer. Voor Volendam zag ik de Kim varen, een Dehler 36 met tot mijn verbazing een dubbel gereefd grootzeil. Zat de schipper wat lekkers te koken? Ziek? Iets gebeurd? Ik vertrouwde het niet helemaal, want wie heeft nu zo weinig zeil staan als er zulke zwarte wolken achter je hangen, en stuurde zijn kant op. Er kwam een tegenligger aan, en gelukkig zag ik nu wel iemand aan boord zitten en zijn hand op steken. Niks aan de hand dus. Alleen een kapot zeil, bleek later.
Bij het Paard was er nog aardig wat wind, al was het ondertussen donker. Er kwamen wat sms’jes binnen van ‘supporters’ die thuis de stand volgden. Hardstikke leuk. En toen het laatste stuk. Het begon als halve wind, het ging naar aan de wind, en daarna was er aan de windrichting geen touw vast te knopen. Vreemde kruisrakken heb ik gemaakt, met wat flitsen van onweer die gelukkig in de verte bleven. Het laatste stukje duurde het langst. De regen kwam met bakken en ijskoud naar beneden. Achter me kwam een toplichtje, waar later een groot wit zeil onder zat. De Kim? Het bleek uiteindelijk Paul Peggs te zijn, die verbaasd was dat ik zijn krachttermen wegens de windshifts niet had gehoord. Hoe kon het ook met die regen?

Toen werd het toch weer droog. Tussen de wolken de sterren, voor me de laatste ton. Een laatste zachte bries, druk op het knopje, en Mathilde was weer aangekomen!

Deze 200 mijls was een supermooie tocht, en ik heb hem met veel plezier gezeild.
Mathilde heeft het volgens mij ook prima naar haar zin gehad. Naast het feit dat de wind prima was, de organisatie perfect, de steun van het thuisfront meer dan je mag wensen, vond ik het ook een bijzondere ervaring dat tijdens deze tocht de boten van andere deelnemers niet meer zomaar boten zijn gebleven, maar eigen karakters zijn geworden. Er werd in mijn ervaring erg vriendelijk gevaren. Geen gedoe bij tonnen, een beetje voor elkaar uitkijken als dat kan. Uiteindelijk vaar je deze wedstrijd voornamelijk tegen jezelf, maar je meet je ook een beetje aan anderen. Op deze manier is dat heel erg leuk. De tiende was voor mij één groot feest!

Marjan in Petit Bateau polo en Tiny op de steiger

Marjan van de Vrie,
‘Mathilde’

‘I did it again, at least’ door Eric-Jan Wiebenga

‘I did it again, at least’

Zondagavond, 2 oktober 20.30 uur loop ik half slaapwandelend van Amsterdam CS via het nog drukke Damrak en Rokin tussen struinend toeristen- en uitgaanspubliek naar huis in plaats van tram te nemen. Veel kilometers had ik de laatste paar dagen immers niet gelopen, evenmin overigens als uurtjes slaap gehad.… In mijn gedachten evalueer ik de laatste 4 dagen. Het CS nog maar nauwelijks verlaten, klonken de eerste sirenes me als bijna wereldvreemd in de oren en moest ik zowaar bewust opletten bij het oversteken van de eerste straat; wat een contrast met de laatste paar dagen !

De eerst (woens-)dag begon geweldig met zon en bescheiden ZW windje, zodat onder Spi het eerste rak van alweer de 4e editie van de ‘Indra’ aan de 200 myls solo, ook voor mij om 8.01 uur was begonnen. Een schitterend gezicht al die spin- en genakers groot en klein, op het verder nog erg lege Markermeer te zien varen.
Allemaal solo zeilers enerzijds (in ieder geval voor de komende paar dagen), anderzijds toch ook duidelijk één collectief! Met het passeren van ‘Het Paard’ waarmee de koers richting Volendam hoger aan de wind kwam te liggen, verdwenen niet alleen de spinakers maar ook de meeste genakers. Bovendien nam de wind toen al, al aardig toe…

Op weg naar de ruimbezeilde Nek ton gingen links en rechts weer een aantal de spin- en genakers omhoog, die overigens ook weer niet lang bleven staan; de wind nam nog meer toe… zou het dan toch windkracht 7 worden ? De diverse weersverwachtingen spraken elkaar steeds erg tegen, voor mij (met name) van belang, want ik had nu éénmaal m’n zinnen gezet op route 1!

Met het stuurboord uitgaan bij de OVD3 richting de P15 Amsterdam, was de route keuze definitief gemaakt. Vorig jaar had ik route 1 namelijk als een hele mooie route ervaren. Maar met een stevige ZW 5/6 was de P15 pal tegen en moest dit 15 mijl lange rak, wel erg duur worden betaald met een tijd van 4 uren en 12 minuten. Maakt niet uit !, begon ik mezelf al op de eerste dag moed in te praten, met het ‘uitgerekende’ stroomvoordeel over maar liefst 53 mijl van IJmuiden in één keer door naar Kornwerd, was de afspraak dat ik dit rak naar de P15 als een soort investering daarvoor zou zien.
Zoiets als een belegging, je weet wel met die verplichte waarschuwende teksten als ‘behaalde resultaten in het verleden, bieden geen garanties voor de….’, juist ja, die !!

Op het Noordzeekanaal richting IJmuiden werd in het weerbericht van 19.05 uur op kanaal 83 de gevreesde 7 dan toch genoemd ! De bedoeling rond de klok van 23.30 uur ook al de Baloeran ton te klokken, konden we dus wel vergeten, althans voor deze eerste dag. Ik schrijf inmiddels ‘we’, want ‘we’ waren niet helemaal alleen ( ). Namelijk ook Hans, Ron, Bert Jan en John van respectievelijk de ‘Francis’, ‘Serenity’, ‘Utopia’ en de ‘Happy’, hadden hun kaarten ingezet op route 1.
Na wat mobiel overleg op weg naar IJmuiden, besloten we de altijd bijna statig ‘uitgesproken weersverwachtingen voor de Nederlandse kustwateren’(zou die man thuis ook zo tegen z’n vrouw praten ?) , van 23.05 uur af te wachten.

Rond de klok van 22.00 uur lagen we in de ongezellige en onpersoonlijke ‘Sea Port Marina’, en hielden we (Ron, Hans en ik) ons eigen palaver in de kuip van de Francis.
Toen ook in het weerbericht van 23.05 uur de 7 (uiteraard) nog in de verwachtingen werd genoemd, ontzegelden we ons eerste biertje en deden we elkaar onze eerste sterke verhalen. Nauwelijks een slok genomen, brak de aangekondigde ZW 7 vergezeld met onweer los en verhuisden we van kuip naar kajuit, maar wat blij dat we niet op het water waren !

De eerstvolgende mogelijkheid de Baloeran te klokken was rond de klok van 11.00 uur de volgende (donder-) dagochtend. Maar de uitkomst van ons ochtend palaver was dat we zouden wachten tot ‘s avonds 23.00 uur en wel om reden dat het met een NW6 nog steeds erg hard waait, onze boten met een hoog aan de wind koers richting Den Helder eerder als duikboot dan als zeilboot zouden moeten fungeren en er zeer wel waarschijnlijk ook een slag zou moeten worden gemaakt. Bovendien zou de wind die avond krimpen naar het westen tot een meer bescheiden 4 tot 5. Met een verwachtte ETA van rond de klok van 8.00 uur vrijdagochtend in Kornwerd, zouden we ook dan nog mooi op schema liggen. Vier argumenten dus die we met goed fatsoen als excuus konden gebruiken ook de donderdagochtend niet uit te hoeven varen.

De vrijdag werd ingevuld met uitgebreid ontbijten, douchen, koffiedrinken, ouwehoeren en laatste klusjes aan boord die er altijd weer blijken te zijn. Inmiddels had ook Bert Jan van de ‘Utopia’ zich bij ons aan de steiger gevoegd, terwijl John van de ‘Happy’ er wél voor had gekozen ’s ochtends op weg te gaan naar Den Helder.

Om 22.00 uur (donder-) dagavond negeerden we zo veel als mogelijk onze zenuwen, en gooiden we onze touwtjes los, op weg naar de Baloeran. Nog tussen de pieren hezen we de zeilen waarbij ik meteen al (mijn eerste ?) ‘probleem’ het hoofd moest bieden: bij het doorzetten van het onderlijk en het zetten van het eerste rif, lag in één keer mijn lier hiervoor in onderdelen op het kajuitdak ! Shit !! Snel pakte ik de vette onderdelen bij elkaar en vluchtte naar de kuip. In het schijnsel van de zaklamp kon ik Goden-zij-dank, concluderen dat de 2 kleine palletjes plus bijbehorende veertjes, nog keurig op haar plek zaten en ik daar dus niet hopeloos in het donker naar op zoek hoefde. Vlug pakte ik de imbussleutels uit de gereedschapskist en kon de lier zonder problemen weer terug op de mast gemonteerd worden. Oefff, dat begon lekker!

Eénmaal op zee stond er nog behoorlijk deining van de afgelopen dagen harde wind, terwijl de wind hoe langer hoe minder werd en al snel afzwakte tot een ‘dikke’ W3. Het eerste rif kon er dus al snel weer uit, wat echter niet mocht helpen tegen de nog behoorlijke deining versus de te weinige wind. Een katterig gevoel was hiervan het resultaat, waartegen ook een handvol gemberpillen niet meer mocht baten. Het stuk naar Den Helder was dan ook niet prettig !

Om 5.46 uur inmiddels vrijdagochtend, kon de MH4 worden geklokt. Een mager resultaat waarmee we ons beoogde stroomvoordeel nauwelijks hadden uitgebuit, en het nog maar de vraag was of nog wel de volledige stroom naar Kornwerd mee zouden hebben. Doorgaan ‘moesten’ we echter toch ook wel, want ons tijdsschema begon toch ook te dringen.

Na het ronden van de T12 (Texel) ging de genaker omhoog die er eigenlijk al veel eerder op had gemoeten. Maar met katterig gevoel, een behoorlijke deining en in het donker, waren deze psychologische impacten klaarblijkelijk te groot de lust op te brengen de genaker laat staan de spinaker, eerder te zetten… Met een gemiddelde 5,5 knoop richting Kornwerd, klokten we dan ook teleurstellend de BO3 om 9.54 uur vrijdagochtend…

Moe maar weinig voldaan ging het ankertje Oost van de sluizen bij Kornwerd op het IJsselmeer overboord, voor de verplichte 6 anker uren.
Met een ZW 5/6 lag de ‘Indra’ onbeschut al na de eerste poging stevig achter haar anker. Zelfs zo stevig dat bij het anker op gaan, het anker muurvast bleek ! Aangezien mijn Delta anker dit wel vaker doet, is de oplossing nog altijd geweest er simpelweg overheen te varen, en had ik dat ook deze keer zo bedacht. Ongelofelijk maar helaas toch echt waar, brak mijn 10 millimeter dikke ketting !!! Kun je nagaan met wat voor een enorme (natuur-)krachten je op een boot te maken kunt hebben, en dan is het nog maar krachtje 6 ! Het kan niet anders dan er een zwakke schakel tussen heeft gezeten, maar wat als dit midden in een nacht gebeurt en je veronderstelt veilig achter je anker te liggen ? M.a.w., moet je nog blij zijn ook dat dit gebeurt bij het anker op gaan!? Hoe dan ook, weg duur Delta anker dus…

Goed, dan de zeilen maar omhoog op weg naar Medemblik, waarvoor de heren Luijendijk dit jaar de verlichte (!) WP8 hadden uitgezocht, hiervoor eeuwige dank ! Want donker was het deze nacht! Was het Nieuwe Maan ? Zo donker heb ik werkelijk ’s nachts nog nooit gezeild; ik kon mijn eigen voorzeil niet eens zien ! Géén mist, maar pure nacht !! Met mijn deklicht in het achterstag was ik dan ook erg gelukkig, en kon ik tenminste zien wat ik met al die lijnen in de kuip moest doen. Want werken was het ook dit rak ! Met een vette ZW6 was de WP8 pal tegen, voer ik dubbel rif, kotterfok en de genua een paar slagen weggedraaid.
Dit lijkt wellicht overdreven, maar een collega-concurrent met vergelijkbaar (Koopmans ?) schip, zag ik (toen het nog licht was) met alleen dubbel gereefd grootzeil en kotterfok zeilen, terwijl De Centrale Meldpost doodleuk een actuele wind Lelystad ZW5 durfde te meldden. Wanneer hebben ze die meter voor het laatst geijkt !? Toen ik in ten noorden van me dan ook een schip richting Kornwerd doodleuk onder Spi zag varen, dacht ik dat ik echt gek werd!

Tijdens deze nacht moest ik nog wel een paar keer denken aan de bemoedigende tekst die Bert Jan van de ‘Happy’ boven zijn kaartentafel had opgeplakt, en zich daarmee openlijk afvroeg “of het niet veel goedkoper is wanneer solo zeilers zich vanaf de wal door een psychiater laten redden”…

Onder het mom van binnen zie ik meer dan buiten (bovendien is het er warmer én droog !), zeilden we met neus op GPS en radarscherm geplakt, vervolgens met resp. een backstag- en halve wind met een bloedgang richting de H2 bij Hindeloopen en naar de Sport B bij Breezanddijk.
Het was inmiddels 01.00 uur ’s nachts en met het feit dat Stavoren met ZW niet bezeild was, vond ik het eigenlijk wel welletjes ook. Het oorspronkelijke idee bij Breezandijk een plekje te zoeken, liet ik met dit pikke donker snel voor wat het was, en besloot terug te varen naar daar waar ik eerder deze dag zo onfortuinlijk ankerop was gegaan..

Toen ik 8.00 uur ’s ochtends met veel bombarie door de sluismeester van Kornwerd werd wakker gemaakt omdat ik op een plek lag waar ik in zijn ogen op voorhand bijna ten dode zou zijn opgeschreven, gingen (moesten!) de touwtjes binnen het kwartier weer los, wederom naar de Sport B, richting Stavoren. Ach, lang genoeg geslapen het was weer hoog tijd een stukje te varen…

Het beloofde vandaag (de zaterdag) een schitterende zonnige zeildag te worden, die de donkere, koude en natte nacht van slechts een paar uren geleden, snel zouden vergeten. De wind was West 4 tot 5 en dus Stavoren nu wel bezeild. Met de genaker het eerste stuk er nog op, werd dit 11 mijl lange rak voorspoedig in 1 uur en 3 kwartier afgelegd, 6,2 knoop gemiddeld. Het rak naar Den Oever was hiermee net niet bezeild en moest er uiteindelijk een klein slagje worden gemaakt.

Met het ronden van de WV14 bij Den Oever, lag er een mooi lang rak van 23 mijl naar Lelystad in het vooruitzicht. Hoog tijd om de schade eens in te halen, en dus ging de genaker omhoog ! Met m’n kont tegen de helmstok en één been schrap zettend tegen de kuiprand, had ik 3,5 uur lang bij tijd en wijle mijn volledige gewicht tegen de helmstok nodig om de ‘Indra’ op koers te houden! Dikke hekgolven trekkend, soms minuten lang, meende ik dan ook regelmatig bewonderende blikken van mede watersporters te ontdekken. Dit was schitterend zeilen en maakte dit rak tot mijn absoluut hoogtepunt van deze 200 myls !!

Om 17.11 uur klokten we de HR-B bij Lelystad. Bij de sluizen aangekomen, kreeg ik te maken met een stroomstoring waardoor de brug niet kon worden gedraaid. Tijd genoeg dus voor een welverdiende warme prak en sterke bak koffie !

Om 20.05 uur werd de OVD3 geklokt voor de laatste loodjes richting de NEK ton, die tegen de verwachting in, keurig bezeild bleek. Volledig tegen de melding van de Centrale Meldpost in, nam de wind af in plaats van toe en kromp deze naar ZW in plaats van te ruimen naar NW! Halverwege het rak moest ik dus 20 graden afvallen en was Volendam daarmee maar nauwelijks bezeild ! Draait de Centrale Meldpost wel het juiste bandje af, begin ik me nu toch echt af te vragen !? Niet te geloven, zo vaak als men er naast zit met hun voorspellingen !

Met alsmaar afnemende wind (…), werden de laatste 9 mijlen naar de IJM17 ton afgelegd, die uiteindelijk om 01.40 uur zondag ochtend werd gepasseerd…. Qua klassering dit jaar waarschijnlijk niet een al te fraaie notering, maar goed ‘I did it again, at least’….!

Bob, Marco en Jan Luyendijk, ook dit jaar weer hartelijk dank voor dit geweldige zeilevenement !

Eric-Jan Wiebenga s.y. ‘Indra’

Mijn primeur in de 10e 200myls soloAge van der Bles

Mijn primeur in de 10e 200myls soloAge van der Bles a/b zs FoddeboskWaar begint een verslag? Twee jaar terug met het lezen en uitpluizen van de website?
Het drammen om erbij te komen? De teleurstelling dat het in januari is volgeboekt?
Of het moment, op maandagavond in februari, dat je vrouw roept: “Mailtje van Jan, je mag inschrijven!!”.
Ik denk het laatste. Dus een half jaar voorbereiden, boot klaarmaken, zeiltje erbij gekocht voor alle weersoorten. En na de vakantie alles nogmaals nalopen.
De boot is klaar, nu ik nog!
Helaas dat schiet erbij in. En dat knaagt eigenlijk het meest.

Dan is het zover, uiteraard ben ik al veertien dagen met “wind-guru” en vriend Paulusma in gevecht over het weer. Ik besluit om mijn eerste solomijlen op zaterdag richting Enkhuizen te maken.
Met een noordelijk windje 3 tot 4 Bft. moet dat lukken en slinger ik lekker in. Dat gaat goed en na de stress bij een volle sluis en alleen het zeil zetten zit ik bij de Steilebank met mijn eerste zelf gezette kop koffie met speculaas.
En dat is gelijk de reden waarom deze groot ingekocht wordt als krachtvoer.
Na een galgemaal in Enkuizen ga ik op zondag het echte werk tegemoed, zuid west 4 tot 5 Bft. Er tegen in naar Muiden.
Dat ik een andere Spirit 32 eruit zeil voor Volendam geeft moed. Aankomend in Muiden leg ik aan naast een kleine stalen sloep. Ik lig naast Bart Boosman! Nou en? Je kunt wel zien dat ik nieuw ben!
De haven is al half vol en maandag ligt hij vol.

‘s Avonds kennis gemaakt met de echte kerels die al langer solovaren, zelfs over veel grotere plassen dan het IJsselmeer.
Met een genie als havenmeester worden erop dinsdag nog dertig boten bij gelegd en past zelfs “Little Sarrah” van vijftien meter nog aan de steiger. Nu is het echt vol!

Na een gezellig palaver met de koffie en appeltaart komt een uitleg over de X-trace. Daarmee zend je jou positie door bij passage van de boeien. Dit moet binnen tien meter van de boei en vijf seconden lang. Weet je hoever je vaart in vijf seconden? En hoe dichtbij de boei je moet, in donker op lagerwal?

Woensdagmorgen zes uur is er al rumoer. Het regent en waait amper, eigelijk geen lekker weer.
Maar Bart wil weg want zijn sloep is wat traag dus hij heeft alle tijd nodig. Helaas, dat om 6.30u de motor aangaat maant niemand echt tot haast en dus klok ik pas om 7.56u bij de M1 mijn eerste positie. We zijn begonnen!
Gelijk breek ik met mijn eerste voornemen: “Ik ga niet spinnakeren”. Helaas, hij staat al, want er is heel weinig wind en in een heel veld met gekleurde lappen laat je je niet kennen. Dus naar het Paard van Marken gaat het vlot. Ik loop nog enkele eerder gestarte deelnemers voorbij en voel me een hele kerel. Niks geks doen, van Marken naar Volendam is hoger op, dus spi in de hoes en fok erop. Na de GZ2 weer ruimer, wel, niet, niet, wel dus weer de spi omhoog. Dat duurde nog geen 10 minuten dan gaan er voor mij een paar plat of lopen uit het roer, weg dat ding. En daar begint het te waaien (ik wist nog niet dat dit doorging tot zaterdagavond).

Met een mooie gang naar de Nek alwaar de eerste deelnemers stormrondjes draaien en vallen de mast invliegen. Spoorslags gaat het naar Lelystad. Joelend en gillend komen de deelnemers met planerende schepen langs suizen, of dit van angst is of van plezier is niet geheel duidelijk.
In de sluis gaat het goed, netjes twee aan twee. De eersten gaan voor anker de meesten gaan door. Snel soep en een broodje eten en een reef of twee in het zeil trekken. Het waait 5 en soms iets meer. Bij de EZ 29 op naar het Enkhuizerzand, stiekem een hoekje meenemen en dan onder Enkhuizen een oppertje. Boven het eiland “De Kreupel” langs naar WV 14. Hier rond ik net achter de “Nan”, Spirit 28, van Herman Tieman en vóór Jaap Homan met z’n Spirit 32.
Gezamenlijk varen de drie Spirits terug naar Enkhuizen. Daar heb ik een probleem: we varen met tien schepen in een rij, maar ik ben dwars en wil nog naar Breezand terwijl de rest bakboord uit gaat naar Enkhuizen. Ik vind een gaatje en ga voor de wind de nacht in. Het gaat lekker snel en het waait weer een stuk of zes. Onderweg bereikt mij het bericht dat er een foutmelding op de site is.
Geen probleem, we bellen even met Bob Luijendijk aan de wal. Niets aan de hand, meld Bob: “ik kijk wel even”. Hoezo kijk wel even?
Bob:”Nou als je op de lijst op je “naam” klikt dan kan ik direct zien waar je zit. Klopt, je vaart tussen Medenblik en Stavoren. Dit is ook leuk voor je thuis front die kan ook via de website op de X Trace button drukken en kijken waar je zit”. Age: “Dank je, dat is leuk”. Helaas dit zou nog een staartje krijgen.Met mij vaart nog een deelnemer, wie dat is, is niet te zien (blijkt later Gerrit Schuur te zijn geweest).

Bij de sport B haak ik af naar binnen. Shit, wat waait het hard!!. Met dikke golven het zeil neer en de fok opgerold, op de motor naar de haven. Haven??!! Er is alleen een tankstation met veel verkeerd licht en een velen rotlampen van een militaire oefening of zo! Maar een haven? Alleen grijze massa!
Ik laat de boot tegen de dijk aan drijven en weet dat ik dan recht vooruit een ingang moet vinden.
Een klein wit lichtje schuift voor me langs als dat de strekdam is??

De golfslag vermindert iets, gokken? Langzaam vooruit, de wind giert ondertussen in het wand. Dan ben ik binnen maar waar binnen? Er is geen verschil tussen water, basalt en lucht.
Als ik langs een baggerpontton vaar en deze in de schijnwerper zie, lijkt dit een stevige optie want verder zie ik geen steek.

Stootwillen vast, lijn voorop, aanvaren, voorzichtig het is staal, dan snel afstappen en gelijk je landvast meenemen. Dat gaat goed. Even kijken: ja dit kan, dus trek de kop er bij, shit lijn los!!! Ik kan nog net de preekstoel pakken en met mijn royale gewicht de op drift zijnde boot stoppen. Anders had ik haar van de keien kunnen plukken. Als alles is geklaard schuif ik om tien over twaalf het luik dicht en neem een biertje, dit om de adrenaline te blussen. Dan valt de eerste regen. Ik verbaas mij nog even dat mijn medezeiler niet komt en kruip in mijn slaapzak.
Om half vijf word ik wakker de wind joelt door het want. Hoor ik iets? Nee, kennelijk niet, ik kijk even op de klokken 7,5 Bft gemiddeld. Ik vind het best en kruip er weer in.
Om zeven uur word ik weer wakker een beetje katterig. Van één biertje? Nee, ik lig al zeker een half uur zwaar aan lagerwal.
Na aankleden zie ik dat Frits Bartels lekker in de andere hoek van de haven aan hogerwal heeft gelegen.

Ik maak ontbijt en warm mij op voor de spurt naar Urk. Ondertussen komt Frits langs en roept nog iets maar dat waait weg, een hand, een duim en dan is hij weg. Een half uur later ontworstel ik mij van lagerwal en een ijzeren roestbak, die wel magnetisch lijkt en volg ik Frits. Bij het uitvaren ligt er een waarschip alleen met zijn achter landvast aan een steigertje vast.
Ik herken Hans Colenbrander niet en denk dat die caravanbewoners hun eigen schepen maar moeten klaren. Zo leg je toch je schip niet vast?

Voor de wind gaat het hard vanaf de Sport B. Ik heb mij verkeken, de stuurautomaat trekt het niet. Dus eten en drinken pakken is uit den boze. Ik kom nog net bij de kaart en zie dat ik voor het Vrouwenzand iets om moet varen. Dat kan ook zuiniger en dus even binnendoor.
Maar straks in de wind naar Medenblik?? In buien meet ik weer 7 Bft. Het water slaat plat van de regen. Het lijkt op beelden uit de “Perfect storm”.

Ik zit stuk. Om half twee loop ik Urk binnen. Douchen en even eten en slapen helpen mij er weer bovenop. Bovendien belooft een dame uit Emmeloord mij een gezellig etentje voor twee die avond.De volgende morgen gaan we er weer tegenaan. Het liedje “The long way Home” van de Eagels speelt door m’n kop. Als ik vandaag nou eens via Makkum met een kort slagje naar Hindelopen kan komen en dan om Stavoren heen wip dan ben ik vanavond in Lelystad. Heb ik mijn off-day van gisteren weer goed gemaakt.
Naar Medemblik gaat soepel, dan plat voor het lapje naar VF3, da’s niet lekker.
Spi is bluffen, zelfs de boom in de fok is oorlog als je voor Kornwerd dat ding er weer uit moet halen.

 
 

Nee, krachten sparen en ruime wind via sport A naar de VF3. Het beetje tijdsverlies maak ik aan de wind weer goed. Oeps, bij de VF3 waait het weer als vanouds 6Bft. Geen gelul nu moet het gebeuren. De “Nan” gaat net voor mij uit. Het gaat goed, een slag langs de kust en dan omhoog zee in.
Ik loop tweehonderd meter voor Herman langs. En net als ik denk overstag te gaan: knal! De fok scheurt van achter naar voor finaal in tweeën. Einde verhaal?
Ik zie kans om de stukken om het voorstag op te rollen en zeil nu voor de wind richting Makkum.
Veel dingen spelen door mijn kop. Mag dit, ik was het rak al in gegaan. Kan ik morgen gewoon weer starten bij de VF3? Wat nu, krijg ik de stukken uit de rail? En welke fok nu, de Genua 2 is 10 m² groter als deze maar de storm fok is maar 6 m².
Guru! Help! Wat is morgen de wind? NW4, dan de genua2 maar. Ik kan nu het nuttige met het aangename verenigen. Al is dat wel een doekje voor het bloeden want mijn winst in de kruisrakken kan ik nu wel vergeten.
Voor anker in Makkum: eerst mijn poolankertje, maar na drie keer houdt die nog niet. Dan anker wisselen. Ik haal mijn nieuwe ploegschaaranker uit de bakskist en deze pakt meteen. Naast “Little Sarah” lig ik in Abrahams schoot.
Als slimme jongens hun anker ophalen in het Makkumer zool drijft er plots een waarschip los. Had ik dat al niet eerder gezien? Maar voor ik het weet loopt het vast op de Waard.
Na een stevig kwartier brullen en janken van een buitenboordmotor komt hij los.

Bij het langsvaren vraagt een ietwat verzeild heerschap of ik vast lig? Ja, dat denk ik wel. Of hij aan mag leggen?
Natuurlijk, solisten onder elkaar, toch.
Hans Colenbrander is de naam. Samen nuttigen wij een maaltijd en drinken een kop koffie. Het beetje meer ruimte is toch heel aangenaam.‘s Morgens verslaap ik mij, maar voordat Hans weg gaat klopt hij mij wakker. Als de gesmeerde bliksem ontbijten, brood en koffie klaarmaken (ja er komt enige routine) en dan nog even anker op.
Het lijkt wel of de hele Waard eraan hangt en stinken! Als Bertus dan ook al langs vaart, als laatste, voel ik mij echt hekkensluiter. Ja jongens, ik veeg de steiger wel schoon.

Maar bij de VF4 klokken we af en het weer lijkt niet verkeerd. NW 4/5 Bft en het lijkt op te klaren.

Ik zie Erik-Jan Wiebinga uit Kornwerd vertrekken en waag er een telefoontje aan. Hij blijkt zijn anker verspeelt te hebben, bij het anker op gaan zat het zo vast dat de 10mm schalm van de ketting het niet meer hield en spontaan knapte. Hij moet nog hoog aan de wind naar de Sport B en dan via VZ1 en WV14 naar Lelystad.
Ik ga ondertussen ruimschoots naar Hindelopen en vanaf daar aan de wind naar de VZ1 en ruimschoots naar de HR-B. Onderweg haal ik Bart weer in, hij kwam laat in Makkum tussen “Little Sarah” en mij in liggen. Volgens mij had hij damesgezelschap maar die had het opgegeven, beweerde ze. Wat precies werd opgegeven is echter niet duidelijk

Als ik hard motor kan ik misschien de sluis nog net halen. Helaas net voor Gilles van Delft met zijn 1010 en mij gaat de rechter sluis, met wel dertig solisten, dicht. Wij worden vriendelijk verzocht in de andere sluiskolk te gaan liggen wachten.
Waarop??? Als even later Bart weer binnen stoomt gaan de sluisdeuren dicht en de brug eindelijk open.
Nu doorzetten. Met een dikke 5 en zelfs 6 Bft gaat het los van lagerwal. Eerst nog een paar binnenvaarders voorbij en dan met een grote boog om de OVD 3 aan de wind. Genua 2 is nu toch erg veel. Of leer ik mijn schip beter kennen?

Hoog aan de wind, het gereefde grootzeil staat er voor spek en bonen bij. Ik loop hoog, zo’n 30° aan de schijnbare wind en 5,5 knts. Dit gaat goed! Het hele veld voor me zakt langzaam weg, op een enkeling na. Als ik twee uur later maar een halve mijl van de Nek af ben heb ik een heleboel collega’s achter me gelaten. Vlak achter Pamela van Vleuten ga ik om de boei, de laatste broodjes naar binnen en onder Volendam uit reven. Het blijft een mooi gezicht, een heel veld boten in de ondergaande zon richting Volendam.

Bij de GZ2 duiken er nog verschillende solisten richting Gouwzee. Ik mag door en achter “Little Sarah” aan, ga om het Paard van Marken nog een keer aan de wind richting IJM 17. Daar is het donker als ik om haf negen voor de laatste keer de knop in druk.

De aankomst is geweldig. De sfeer van “we hebben het weer geflikt” is heerlijk.
Jan is net je vader: “heb je het goed gehad, jongen?”.
En een ieder heeft zijn verhaal.
De hardzeilers hebben alleen oog voor tijden en snelheidsrecords, welke verwerkt in laptops, de mooiste resultaten geven. De doeners, zoals ik deze keer, zijn blij dat ze het hebben gehaald en een dag over hebben om het schip weer naar de thuishaven te varen.

Organisatie: het is super zoals jullie het neerzetten. De web-site is een groot succes en maakt het voor de thuisblijvers spannender als voor de deelnemers zelf. Het succes van X-Trace is gebleken ook al zit daar nog een financieel staartje aan zoals Jan zondagmorgen bekend maakte.

Jan Luijendijk, heel hartelijk dank voor het mogen meevaren. Ik heb genoten, verdroten en mezelf gezien. Toch is het mij meegevallen. En eigelijk kwam zaterdag het ritme er pas in. Wel weet ik dat bij een eventuele volgende keer een stage in een krachthonk geen overbodige luxe is. Want stuurautomaten zijn leuke speeltjes maar als het echt waait moeten het mannen met ballen zijn!

Age van der Bles a/b zs Foddebosk

200 myls ‘SOLO’ – 2005 door Pamela van der Vleuten

200 myls ‘SOLO’ – 2005

Maandag 26 september gaan we naar Lelystad. Het weekend daarvoor heb ik met een vriendin de boot naar Lelystad gevaren, omdat de werf (Schaap Shipcare uit Lelystad) een aantal dingen heeft laten liggen na de aanvaring vorig jaar.
Het blijkt echter dat ze nog niets aan de Lady gedaan hebben. Met een hoop moeite weten we te bereiken dat ze diezelfde dag nog actie ondernemen. Ik wil namelijk op tijd in Muiden zijn om zoveel mogelijk van de sfeer vooraf mee te krijgen. Om 4 uur zijn ze klaar en kunnen we weg. We moeten opkruisen tegen een ZW 5-6. Goede gelegenheid dus om alvast wat in te slingeren.

De volgende ochtend ga ik met het openbaar vervoer naar Lelystad om de auto op te halen. Jan heeft dit jaar toch al niet veel gevaren en ik vond dat hij maar mee moest varen. Ook zijn er nog een aantal dingen die aan de boot moeten gebeuren.
Na de aanvaring vorig jaar hebben we telkens problemen met de navigatieverlichting op de preekstoel (agv knullige reparatie werk van de werf). Nu blijkt alleen het lampje kapot te zijn, wat makkelijk te verhelpen is. Ook is de genoarail net iets te kort om de high aspect goed te trimmen en ik heb al een oplossing bedacht, maar deze moet nog gerealiseerd worden.

Ook bel ik nog met Wim Braun (man van Jacqueline van Amstel) die heeft aangeboden om te helpen met de tactische beslissingen. We komen tot de conclusie dat route 3 of 4 onder de gegeven omstandigheden de beste zijn. Dit vanwege de overwegend westelijke wind. De truck is om de route zo te plannen dat alles netjes bezeild is. Ook thuis heb ik al de nodige tijd achter de computer doorgebracht om een en ander voor te bereiden.

Jan doet boodschappen voor me en maakt een lekkere diner (27 september is onze trouwdag).

Die avond het palaver met de inmiddels bekende “toespraken” van de organisatoren. Vanwege het feit dat het de 10e 200 mijls is hebben ze een stel stoere zeebonken overgehaald liedjes te zingen. Dat slaagt wonderwel, maar helaas is het moeilijk te verstaan omdat sommigen menen door te moeten gaan met hun conversatie.
Na het palaver neem ik afscheid van Jan en loop ik naar de boot.

Na een onrustige nacht (een beetje spanning?) wordt ik om half zes wakker van de wekker. Vorig jaar was ik net aan de late kant en het haasten beviel me niet. Bovendien lig ik nu helemaal buitenop.

In het havenkanaal belt manlief me op om de laatste weerinformatie te geven (beetje laat), want ik heb inmiddels gezien dat het nog niet echt waait. Vandaar dat ik nog maar de boot induik om de halfwinder te voorschijn te toveren. Het lukt om deze netjes omhoog te krijgen voor de M1 die ik om 7:13 rond. Met een lekker maar niet spectaculair vaartje lopen we richting Paard van Marken. Heel langzaam wordt ik door de J-action ingehaald. Om dat echt voor elkaar te krijgen moet hij echter wel zijn grootste? spi hijsen. Mijn reden om vroeg te vertrekken was dat de wind zou ruimen. Het rak naar de GZ2 was dan met de halfwinder nog bezeild. Dat bleek ook goed te kloppen. Op het rak naar de NEK liep ik langzaam in op de Sun Dance Kid. Fred heeft een rating die net ietsjes hoger is, dus ik moet hem voorblijven. Vorig jaar hadden we op ditzelfde rak een wedstrijd in een wedstrijd. Terwijl ik hem voorbijliep verontschuldigde ik me daarvoor, en vertelde dat het alleen maar was om een foto van zijn voorkant te maken. Fred heeft een kleinere spinaker dus was op dat moment niet echt een partij. De wind was langzaam aan het ruimen, en ik was me aan het voorbereiden op het volgende rak.
De halfwinder stond op de boom en ik maakte hem op de punt vast om bij de NEK te kunnen gijpen. Aan het loefoog zit een touwtje dat ik hiervoor gebruik. Schijnbaar heb ik het niet goed vastgemaakt want een paar minuten later flapperde mijn halfwinder lekker ik de wind.
Inmiddels was het wat harder gaan waaien en het koste me veel moeite om hem weer terug aan boord te krijgen en de boot aan de gang te krijgen. Toen ik dat voor elkaar had was de wind nog verder toegenomen en kon hij er weer af. In de tussentijd zag Fred zijn kans schoon en ontglipte me weer. Hij heeft het tot de NEK volgehouden met zijn spi wat ik gezien de wind een behoorlijke prestatie vond. Ik hees de Genoa 1 en liep met een snelheid ruim boven de 6 knopen naar Lelystad.
Mogelijk was het echter beter geweest later te vertrekken omdat er dan meer wind was. Dit eerste stuk is altijd wennen. Je moet als het ware in het wedstrijdritme komen. Van vorig jaar weet ik nog dat ik heel gespannen was, en echt tot het uiterste ging om alles eruit te halen wat erin zit. Ook dit jaar was dat zo. Die combinatie kost nogal veel energie.

Na Lelystad moest ik een keuze maken tussen route 3 of route 4. Dat was moeilijk want mijns inziens waren ze wat windrichtingen betreft gelijkwaardig. In route 4 bood echter meer ruimte voor veranderingen ten opzichte van de voorspelde situatie. Als je bij de EZ29 (Lelystad) vertrekt hoef je nog niet echt een keuze te maken omdat de banen vrijwel met elkaar oplopen. Na een uurtje was echter te zien dat de meeste route 3 kozen. Omdat ik niet zo’n massa mens ben leek het me daarom beter voor route 4 te kiezen, ook al was dat deels een onderbuik beslissing.

De baan naar de WP8 was netjes bezeild. Een graad of 10 ruimer als aan de wind, en de Lady loopt dan als een trein. In de loop van de middag nam de wind wat af en ik besloot maar meteen te gaan ankeren. Dan heb je dat vast gehad. De volgende ochtend was meer wind voorspeld, en dan kun je dus meer snelheid maken. WP8 wordt Medemblik genoemd, maar de vluchthaven Oude Zeug is veel dichterbij. Dat scheelt zeker een uurtje slapen dacht ik. Ik besloot buiten de haven van Oude Zeug te ankeren en lag daar een beetje in de beschutting van de strekdam. In het donker kwam ook de Frequent Flyer de Lady gezelschap houden. Omdat het hard zou gaan waaien gaf ik veel ketting uit. In combinatie met een ploegschaaranker gaat dat perfect. In modder is mijn anker nog nooit uitgebroken. Eerst kon ik niet in slaap komen omdat de wedstrijd met al zijn beslissingen door mijn hoofd maalde. Later niet vanwege de golfslag. In de vroege ochtend was het dik 25 knopen wind.
Het weerbericht gaf niet meer dan 6 Bft aan en er was dus geen probleem om uit te varen. Naar de VF4 ging als een speer. Met grootzeil met rif en genoa2 was ik wel wat overtuigd maar kon met af en toe de nodige inspanning de boot toch goed op koers houden. De Lady is altijd goed op ruime rakken, en vandaag zouden er 4 zijn. Bij de VF4 aangekomen werd deze net voor mij gerond door de Bondi, Poespas en Passie.
Een goede gelegenheid om aan te haken en te proberen ze in te halen. Dat koste de nodige moeite.
Onderweg naar de KG2 zag ik een klein bootje met rode streep op de romp aan de wind varen. Ik vroeg me af of het Jurrien was en verlegde mijn koers om naar haar te zwaaien. Ze was het inderdaad en ze riep terug dat ze het naar haar zin had. Zelf heb ik ook in een 22 voeter solo gezeild, en met deze windhoek en golfslag is dat een hele onderneming. Jurrien: petje af!!!
Pas na 21 mijl lukte het me eindelijk om de Poespas in te halen. De Passie kon ik inhalen op het rak naar Urk. Dit lukte me echter alleen maar omdat hij in buien zijn Genua indraaide. In de tussentijd werd ik zelf nog ingehaald door de Cassiopeia, maar aangezien hij een rating van rond de 101 heeft, heeft het geen zin daar achter aan te jagen.

Het weer was ronduit slecht. In buien liep de wind op mijn teller op tot soms wel 34 knopen. Aangezien dat het weerbericht het bij 6 Bft hield, en ik mijn windmeter niet echt vertrouw kon ik netjes doorvaren, en gebruik maken van de gegeven wind. Mijn tactiek was om als het minder hard (21 knopen) woei iets hoger te sturen dan de gegeven koers en iets af te vallen als de wind toenam. Op die manier hoefde ik niet verder te reven. Soms hou je dat niet en loop je uit het roer.
Op zo’n 2e dag zit je in het wedstrijdritme, en stuur je zonder problemen uren achter elkaar. En ben je eigenlijk niet meer als een zeilmachine.

Aangezien het rak naar Den Oever (WV14) niet bezeild was stopte ik in Urk. De volgende dag bood weer gelegenheid om goed bezeild weer
een goede dagafstand te maken. Volgens planning kon je route 4 goed bezeild varen in stukjes van 50 mijl.
In Urk was het druk en gezellig. Zowel route 3 als route 4 komen hier, en ik heb dan ook een groot deel van de avond geborreld op de Nicky Deux.

De volgende ochtend weer weg toen de wind naar het zuiden draaide. Ook nu was het weer flinke wind (5- 6 Bft) en het liep geweldig. Ook nu voer ik weer achter het route 4 rijtje van gister aan. De Poespas kon ik net na het ronden van de WV14 inhalen omdat hij een rif stak, maar het koste me moeite mijn voorsprong te behouden. Vlak voor de VZ1 zat hij nog maar 15 meter achter me. Bijna ging het mis omdat ik net naast de boei uit het roer liep. Maar een echte X Babe kan tegelijkertijd schoten losgooien, sturen, op X track knopjes drukken, en ook nog de passagetijd en routeafstand opnemen en onthouden. (Een X-Babe is eigenlijk een soort verbeterde versie van Barbie!!!) Na de VZ1 in de richting Sport B. De windhoek was 150 graden bakboord, en het was bij deze harde wind en golfslag lastig om op koers te blijven. De truck was om niet teveel op te loeven, omdat je dan nog een extra slag naar de boei nodig hebt.
Op golven surfte de Lady tot 9,5 knoop gedurende
wel 20 seconden. Op dit rak haalde ze een gemiddelde van 6,8 knopen. Dit terwijl ze met normale harde wind niet boven de 6,6 uitkomt!!!
In Breezanddijk bleek het dan ook ruim 6 Bft te waaien.
Uiteindelijk haalde ik Sport B niet direct maar had een crosstrack error van 0,2 mijl naar bakboord. De Poespas zat aan stuurboord achter me.
Met een gijp zou ik zonodig over bakboordsboeg voor hem langs kunnen kruisen, maar dat leek me zo vlak voor de boei niet netjes. Door gebrek aan (korte afstand) wedstrijd ervaring gijpte ik veel te vroeg en moest voor de wind naar de boei, waarbij ik tussendoor ook nog een klapgijp kreeg. Met een flapperende Genua kon ik hoewel niet elegant maar toch wel eerder dan de Poespas de Sport B klokken.

Met ZZW wind was het volgende rak niet bezeild. De volgende ochtend zou de wind echter draaien, en in de loop van de dag op het Markermeer afnemen. Kunst dus om zo vroeg mogelijk te vertrekken. In die zin was route 4 gunstiger als route 3 omdat het rak naar Lelystad veel eerder bezeild was.

In Breezanddijk was het lastig om aan te meren vanwege de harde wind. Ik maakte een tactische vergissing door direct aan de wal te gaan liggen. Naast mij lagen de Poespas en de Obsession. S’middags nog wezen borrelen op de Bondi, en daar gebroederlijk mijn recente informatie over het weer gedeeld.

Het weerbericht beloofde winddraaiing voor 5 uur UTC, en ik stond dus om 4 uur op. De avond van te voren hadden we afgesproken vroeg te vertrekken. Om 5 uur stond er WNW wind van 15 knopen, maar de buren waren nog aan het opstaan. Al snel draaide de wind door zodat hij ons tegen het werkschip duwde. Ook werd hij harder. Uiteindelijk toen de wind afnam toch weg, maar wel bijna 2 uur later als gepland. Een beetje de balen had ik wel dat ik het niet beter geregeld had.
Buiten woei het dik 6 en ik voer weg met grootzeil en genoa 2. Voor me waren twee andere route-4ders maar ik kon niet onderscheiden wie het waren. Na een uurtje nam de wind iets af, en werd het tijd voor de halfwinder. Hiermee liepen we weer een behoorlijk vaartje.

Mijn 1 jaar oude kaart gaf aan dat ik net een stukje af kon snijden van het Vrouwezand, en met een piepende dieptemeter lukte dat ook. Onder de dijk werd de wind wat minder, en kromp hij. Met mijn halfwinder kan ik bijna aan de wind varen, maar haal dan niet meer snelheid als met de genoa 1. Het scheelde echter de tijd van een zeilwissel, en op die manier bereikte ik de HR-B net na de Fast Good.

Inmiddels was ik behoorlijk uitgeput. Vanwege de sluisstoring kon ik even rust nemen. Na het schutten wilde ik niet langer wachten omdat de wind nog minder zou worden. De wind was zo rond de 16 knopen, net zo’n grensgeval voor de high aspect. Maar omdat hij er soms ook onderzat en er redelijke golven stonden koos ik toch voor de genoa 2. Die bovendien al klaar lag.

Door vermoeidheid en concentratieproblemen kostte het me moeite de boot goed aan het lopen te krijgen. Op een gegeven moment leek het er zelfs op dat de Alca Torda me voorbij zou lopen. Achteraf bleek de schade nogal mee te vallen. Na de NEK was er een mooi bezeild rak, waarop ik filosofeerde over de uitdrukking “knik in de schoot”.
Naar de NEK toe was het een heel veld van boten, maar na de NEK werd dat meer een optocht. Bij Volendam werd de wind steeds minder, en daalde zelfs onder de 10 knopen. Ik meende te ver van de dijk af te zitten om daar nog last van te hebben, en haalde daarom de Genua 1 te voorschijn. Na het ronden van het Paard was er echter weer meer wind, en stond de Genua 1 (een hele oude) te klapperen en te flodderen.
Daarom toch maar weer de Genua 2 erop. Werd toen ook voorbij gelopen door Waarschip “’t Ware Hout”. In eerste instantie leek het erop dat de IJM17 niet helemaal bezeild was, maar de wind draaide genoeg om het wel te halen.
Uiteindelijk finish ik net een paar seconden voor de Lightning. Inmiddels was het net donker. Zeilen opruimen en rustig naar binnen tuffen.

Uit een telefoongesprek met Jan bij Volendam heb ik begrepen dat hij met Sandra (een vriendin) komen naar Muiden komt. Als ik in de haven aankom zijn ze er gelukkig nog niet. De kajuit ligt namelijk helemaal vol met 5 zeilen, en er is is maar een klein hoekje vrij om te zitten. Maar voor ik kan beginnen zijn ze er. Sandra is erg geïnteresseerd in hoe dat allemaal gaat. Ze heeft afgelopen voorjaar mijn oude boot gekocht, en is
druk doende het zeilen onder de knie te krijgen. Wie weet over een tijdje een nieuwe 200 mijls deelneemster??
Bij een kopje thee vul ik het logboek verder in, en na een uurtje gaan we naar de Capella om een en ander in te leveren. We blijven een beetje hangen en praten met de andere schippers. Na de nodige borrels en glaasjes wijn vertrekt Sandra naar huis en Jan en ik gaan lekker slapen.
Sandra probeert een weddenschap af te sluiten dat ik de volgende dag de Lady naar huis (Dintelmond) zal varen. Jan denkt van niet.
Jan en ik hebben het er die middag door de telefoon al over gehad; het weer op de Noordzee is goed, maar red ik het??

Als ik de volgende ochtend wakker wordt ben ik weer goed uitgerust, het zonnetje schijnt, en ik besluit om toch maar te gaan varen. Natuurlijk moet er eerst uitgebreid ontbeten worden, nog wat nagekletst. Eigenlijk duurt het me allemaal te lang, ik neem snel afscheid van Jan, gooi de land- vasten los en schakel weer naar X Babe mode. Naar de P15 heb ik lichte wind tegen en ik motor rustig. Ik kijk om me heen en geniet, denk terug aan de wedstrijd…. Maar toch voel ik me niet prettig: zou het weer op de Noordzee echt wel goed zijn?, ben ik toch niet te moe?; Zal ik wel op tijd terug zijn?; moet Jan weer in z’n eentje naar huis….

Ik besluit de Lady toch maar een weekje in Amsterdam neer te leggen, en bel Jan op of hij om wil draaien om me te komen halen. Ik zeg dat ik niet alleen naar Dintelmond wil varen, maar dat met hem wil doen. Dan komen de tranen en de spanning van de wedstrijd komt eruit. Na 4 dagen ben ik weer gewoon een mens in plaats van een zeilmachine.
We spreken af in de Sixhaven. Met een snelle brug- en sluisbediening komen we daar bijna tegelijkertijd aan.

Pamela van der Vleuten

De trofeeën van Wim Schreurs

Wim Schreurs had weer een nieuw idee en ontwierp speciaal voor deze tiende 200 myls ‘SOLO’ een schitterende eenmalige prijs, die zal worden uitgereikt op de prijsuitreiking op 12 oktober 2005 aan diegene die de meeste keren is gefinisht en daarbij de beste prestaties heeft neergezet !

Wim ontwierp verder en zijn vrouw Sonja boetseerde een nieuwe vrouwentrophee de ‘Ellen Mac Arthur Trophee’.
Wim stelt deze in het brons gegoten vrouwentrohee voor elk jaar, zolang de 200 myls ‘SOLO’ zal bestaan, voor een jaar aan de desbetreffende winnares van de 200 myls ‘SOLO’ beschikbaar.
De nieuwe vrouwentrophee zal dus het eigendom blijven van de familie Schreurs.

Clubracer verslag 200 myls ‘SOLO’ 08-10-05 200 myls ‘SOLO’

verslag 200 myls ‘SOLO’ 08-10-05 200 myls ‘SOLO’

De tiende 200 myls ‘SOLO’ was er weer een om van te smullen. Niet alleen voor de solo schippers zelf, maar nu ook voor het thuisfront en belangstellenden, die vanwege de meldingen met de gesponsorde gps/gsm-units, de X-Trace, elke passage van de wedstrijdboeien en de eventuele rusthavens konden volgen op de 200 MYLS website. Op deze website onder de button ‘verslag’ zijn al heel wat enthousiaste verhalen van de deelnemers gepubliceerd.

Ongemeen spannend en goed te volgen was de nachtelijke strijd om de line honeurs, die werd gewonnen door Eric Jan Hardonk met de Nescio. Ed Megens met de Lupa Maris, een Dehler 34 , die deze strijd met Erik Jan aanging had de pech om na de GZ2 passage bij Volendam voor de wind met ruim 6 knopen, rakelings een van de MN staken te passeren. Het ijzeren MN plaatje bleef in zijn grootschoot hangen en sneed deze tegelijkertijd door. De reparatie had tot gevolg, dat de passage van de finishboei de IJM 17op luttele seconden niet genoeg was voor het verdienen van de line honeurs-prijs ‘het bootsmanfluitje’.

De wind varieerde van Zuid tot Noordwest, af en toe zeven Bft met stoten van acht Bft in felle buien. Van de 84 ingeschreven schippers, trokken er zich 17 terug, wegens materiaalpech, gescheurde zeilen, aan barrels gezeilde rolgenua-voorstag profielen, roerproblemen en zelfs 2 jachten met lekkage, vanwegen de klappen op de gemeen steile golven van het IJsselmeer. 5 schippers, waaronder de organisator Jan Luyendijk, meniscus, startten er niet. Het overgrote deel van de vloot verkoos door de windverwachting de zekerheid van een IJsselmeerroute. 2 schippers, die de waddenroute 2 kozen, kwamen van de koude kermis thuis. Zij konden door de harde wind Vlieland niet meer op tijd verlaten.

Schippers met de Noordzeeroute kwamen in diverse kruisrakken terecht, die het voordeel van de getijden met stroom mee, niet meer goed konden maken. Bauke Yntema uit Workum met zijn Catootje, een winner 950 won de tiende editie van deze race. Tweede werd Gerben Bos met een FF 95, de Frequent Flyer en derde Egbert van der Waal met een Waarschip 1010, Fast Good uit Workum. Verleden jaar kwamen de winnaars uit route 1.

Dit jaar blijkt het had route 4 zijn duidelijke voordeel. De nieuwe vrouwentrofee, de Ellen Mac Arthur trophee, gegoten in het brons en ontworpen door Sonja en Wim Schreurs, is met overmacht, 5e plek door Pamela van der Vleuten, ook route 4, met haar jacht de ‘Lady Blanche’ gewonnen. Vanaf palaver tot en met de finish, qua weer, qua zeilen en resultaten van de schippers, qua techniek met de directe sms/gps meldingen naar internet, qua belangstelling en enthousiasme was deze tiende editie van de 200 myls ‘SOLO’ een totaal zeilend feest en een genot om mee te mogen maken.

foto © www.200myls.nl

De derde 200 myls van de Rocinant door Ids Witteveen

De derde 200 myls van de Rocinant.Door: Ids Witteveen

Op weg naar Muiden:Na zondag avond laat uit Brabant gekomen te zijn haalden we (mijn vrouw Renée en ik) maandag ochtend, nog niet geheel uitgerust, een ex collega op, die het wel leuk leek om mee te varen naar Muiden. Nadat Renée ons in Makkum had uitgezwaaid, gingen we op weg naar Enkhuizen. Nog niet zo lang weg, of we hadden water in de boot tot boven de vloer!. Wat was het geval? Het weekend er voor had ik nog een extra accu geplaatst. Om de draden goed te kunnen trekken had ik het opstapje (aanrechtblad) iets opgetild om er goed bij te kunnen. Door die handeling is de afvoer van het wasbakje los geraakt en wat naar beneden gezakt, zodat aan de wind zeilend er regelmatig een klots water door naar binnen liep. Simpel gevalletje maar je bent toch weer even bezig om de boot droog te maken.
Omdat de wind ook de volgende dag tegen zou zitten en ik niet te laat in Muiden wilde zijn, lagen we dinsdag ochtend om 7.30 uur al in de sluis van het naviduct. Voor mijn opstapper was het daarna wel even schrikken! Lagerwal Markermeer bij wind 5-6 is toch wat anders dan de lagerwal van het Snekermeer bij diezelfde wind. Hoewel mijn opstapper normaal gesproken het hoogste woord heeft, was het die overtocht beduidend stiller aan boord dan gisteren. Hij hield zich echter goed (vast aan de lier).Om 15.00 uur liepen we Muiden binnen. Helaas mocht ik niet buitenop de Lady Blanche blijven liggen omdat m/s Capella er nog tussen moest. Dan maar buitenop bij de andere boten voor het Slot. Wel lag ik gelukkig zo dat ik slechts één buurman had die voor mij weg moest zijn. Een zeilvriend van mij, André Rijnbeek deed dit jaar voor het eerst mee. Hij lag met de Onrust helemaal ingebouwd. Ik had er op gerekend met hem te eten, maar omdat zijn vrouw ook op vakantie ging, gingen ze nog even samen uit eten. Ik nam eerst maar een douche, was dat vast maar gebeurt.
Brood had ik maandag al ingeslagen. Oud brood is oud brood, dan maakt een dag ook niet meer uit. Voorlopig voor de laatste keer verse groente gegeten en wat restjes van de chinees uit Enkhuizen opgebakken. Daarna mij even officieel melden bij de Capella. Dit jaar was er, vanwege het lustrum, voor iedere deelnemer die zich melde een fraaie polo.
Daarna met André naar het palaver met het gebruikelijke appelgebak en de uitreiking van het logboek, de fotocamera, de X-trace en de cap. Vanwege de 10e 200myls werd deze bijeenkomst dit jaar opgevrolijkt door de stemmen van een chantykoor. Die avond vroeg te kooi om er morgenvroeg weer fit uit te kunnen. De race.Woensdag
’s Morgens was ik dermate op tijd weg dat ik heel rustig aan moest doen om niet te vroeg te starten. Om 07.03 naar ik meen als vierde schip bij de M 1. Met de geleende halfwinder op liep het lekker maar niet spectaculair. Omdat mijn spinnaker er eentje is van eigenlijk een maatje te groot (van een Dufour arpege) en een leeftijd heeft van meer dan 30 jaar durfde ik die niet te zetten omdat er aan de horizon toch behoorlijke buiige luchten waren. De stuurautomaat aangesloten op het stopcontact van de nieuw geplaatste accu werd meteen al geen succes. Het had geen goed contact. Dus de stuurautomaat op de normale lichtaccu gezet en binnen 3 mijl na de start al weer aan de gang met de striptang e.d. om er een wel werkend stopcontact van te maken. Even later flapperden er in een bui verscheidene spinnakers.
Ik blij met mijn keuze om die niet te zetten! Samen met Easy Going om het paard. Om zijn halfwinder van tig vierkante meter aan te trekken hoeft Frits slechts met geringe kracht een knopje in te drukken, zodat er een electrisch circuit wordt gesloten. De meeste schepen konden hun gekleurde zeiltjes er met wat moeite op houden naar Volendam.
Een mijltje na Volendam, weer een ruim bezeild rak, begon ik toch wel erg te twijfelen. Moest ik echt niet de spinnaker zetten?. Ja dus. Maar niet voor lang. Hij stond nog maar net of de wind nam behoorlijk toe zodat de overbemeten spinnaker Rocinant finaal uit het roer deed lopen. Dus er maar weer af. Dat er meer met voorzeilen hadden geworsteld bleek wel uit het feit dat één van ons met een aantal vallen in de knoop halverwege de mast, na de Nek ton eerst wat te klaren had alvorens richting Lelystad te kunnen koersen.
Met een windje 5 surfde Rocinant regelmatig met 8 knopend richting Lelystad. De vaart zat er goed in. Om 12.20 uur mocht de motor al weer aan na het ronden van de OVD 3. Het schutten in de Houtribsluis ging nu nog vlot. Op het IJsselmeer met één rifje en standaard fok aan de wind naar de met groen/witte staken afgebakende ondiepte. Onderweg nog een tweede rifje gezet zodat de boot goed in balans is.Daarna hoog aan de wind naar Den Oever. Met behulp van twee stukjes shock-koord aan de helmstok stuurt Rocinant zich dan zelf. De eerste SMS-jes met goede wensen komen binnen. Ik ontreef weer eens veel te laat en verlies dus tijd op mijn concurenten. Vlak voor de WV 14 komt Fred Avezaath mij al weer tegemoet. Omdat de Sun Dance Kid bijna dezelfde handicap heeft als Rocinant, denk ik dat hij voor ligt, ook al weet ik niet precies zijn starttijd in Lelystad. Op de terugweg naar Enkhuizen in het donker langs het vogeleiland. Dan opeens een vreemd toplicht, even verwarring en dan zie ik het, het is een vliegtuig. Enkhuizen lijkt mij voor vandaag een prima eindpunt. Gezien de stevige wind die voor vannacht voorspeld wordt, lokte het mij niet om door te gaan naar Brezandijk.
Om 20.58 rond ik de KG 2. Varend naar een ligplaats realiseer ik mij bij het zien van de geankerde schepen voor het museum dat als ik nu ga ankeren dat maar vast achter de rug is. Die eis uit het regelement kan dan geen belemmering meer zijn om later door te zeilen. Ik weet dat de ankergrond bij het museum niet geweldig is, maar de kom ligt redelijk beschut. Ik ga het proberen. Regelmatig peilend durf ik mij om 22.30 uur neer te geven met de wekker op 0.30 uur voor een extra ankerpeiling. Volgens mij lagen we toen in een dikke wind nog steeds op dezelfde plaats. Rond 01.00 was het echter “boem” en zat Rocinant tegen de Luppa Maris aan. Snel de jollenbroek en een jas aan en op blote voeten naar buiten. Motor aan en anker op. Toch maar opnieuw proberen daar de nacht al zo ver gevorderd was dat ik deze rustperiode toch voor anker af wilde maken. Het anker viel 3 meter achter de spiegel van een in zijn box liggende boot. Extra lijn gestoken, motor nog even in zijn achteruit en peilen maar weer.
Na een uur durfde ik mij weer neer te geven. Wel een aantal keren de wekker gezet. Het ging goed, maar een rustige nacht was het niet. Bij daglicht bleek dat ik de jollenbroek binnenste buiten had aangetrokken. Zo hing hij aan het haakje om wat te luchten. De modder van het anker zat zodoende op de voering.Donderdag:
Om 08.05 werd voor het IJsselmeer windkracht 7 voorspeld op VHF 23/83. Daar dit om 08.15 niet werd herhaald op VHF 1, toch maar weer vertrokken. Op dat moment had de wind even rust genomen. Ik haalde het rif uit het grootzeil en verving de kleine fok voor de standaard fok. Toen ik bij de KG 2 aan kwam werd al snelduidelijk dat dit geen goede keuze was. Voor het starten de oude zeilvoering in ere hersteld. Onderweg naar de net bezeilde SPORT B zelfs het 3e rif gezet. Dan waait het 6 a 7!

Een extra grote golf liep zo onder mijn schuifluik en buiskap door (ik heb geen garage) en deed ± 3 liter water op mijn kooi belanden. Als solozeiler heb je gelukkig altijd keuze uit meerdere kooien zodat er toch droog geslapen kan worden. Met geweldige buien, waarin de wind toenam tot kracht 8, op Urk af. Regelmatig 9 knoop op het log en één keer zelfs 10 knoop in een surf geklokt. Kicken, maar wel vereist het opperste stuurconcentratie.
Ik verbaas me er over dat het schip het allemaal goed vindt. In de buien wordt het schuim van de golven weggeslagen zodat er een soort heuvelachtig landschap met een soort nevel er tussen ontstaat. Erg jammer dat je op zulke momenten echt geen tijd hebt om foto’s te maken. Na het ronden van de UK 16 kwam het watervliegtuig nog even laag overscheren. Altijd een leuk gezicht. Om 17.05 In Urk afgemeerd achter de Scarlet van Arie Nauta. Mijn GSM, een vooroorlogse koelkast die ik echter bijna uitsluitend aan boord gebruik, is stuk.
Als iemand belt, hoor ik hem/haar wel, maar hij/zij mij niet. Contact met het thuisfront gaat dan ook via SMS. (Ik dacht dat het aan de antenne lag. Later, na de wedstrijd, bleek dat er slechts een minuscuul schroefje los zat. Even aandraaien en iedereen kan mij weer horen). Via Arie’s GSM heb ik even gesproken met het thuisfront.
Lekker alle tijd. Voorgaande keren liep ik hier rond middernacht binnen. Nu tijd om even lekker te douchen. Dat was wel nodig. Even na het Vrouwezand had ik met veel moeite een plas in de puts gedaan (waarom niet gewoon in de kuip?) die ik vervolgens zou legen. Ik stootte tegen de zeerailingdraad, er kwam een golfje boven de rand van de puts uit en de wind deed het vocht in mijn gezicht belanden. Ik moest er wel om lachen. Spoelen met IJsselmeer water maakte al een hoop goed, maar die douche was dus echt wel nodig.

Vrijdag:
’s morgens tegen zevenen mijn buurman gevraagd of ik zo weg mocht. Die was zo weg zodat ik al om 07.05 weer aan het varen was. Nog in de haven de zeilen omhoog. Buiten was het zo rustig dat ik voor de start bij de UK 16 de halfwinder er op zette en het grootzeil volledig ontreefde. Windje SSW 3/4. Na twee uurtjes begon het door te waaien en werd de halfwinder vervangen door de standaard fok. Na de WP 8 was het bijna pal voor het lapje.

Hoewel de stuurautomaat er veel moeite mee had, moest hij het toch even alleen doen toen ik naar voren moest om de boom in de fok te loevert te zetten. Bijna het hele stuk met de hand gestuurd.
Daar het vanaf Makkum naar Hindelopen niet bezeild was en Rocinant met deze windkracht hoog aan de wind toch twee reefjes nodig had, ging ik die net voor de VF 04 zetten.

Niet er na, daar ik dan hoogte zou verliezen. Beter iets langzamer varen dan hoogte verliezen zo redeneerde ik. Nog net voor een vrachtschip langs kon ik over de zelfde boeg naar de ton toe. Ergens in mij zat een drang om mijlen te maken. Gezien het vroege tijdstip van 13.19 uur kwam het nog niet bij mij op dat het tactisch beter zou zijn om hier te stoppen en morgen met een ruimende wind en dus waarschijnlijk een bezeilde koers op Hindelopen en Lelystad af te gaan. Kruisend naar Hindelopen nog een kleine fok gezet, zodat ik naast de extra mijlen nog wat extra tijd verspilde. Dat Hindelopen voor vandaag het eindstation zou zijn werd snel duidelijk. Bij het strijken van de zeilen ging het nog bijna mis. Aan de wind varend gooi ik de grootschoot los en laat de boot dan koers houden. Als het zeil bij de mast naar beneden is loop ik terug naar de kuip om de schoot door te zetten en vervolgens doek ik de zeilen op, nog steeds op een aandewindse koers.
Terwijl ik naar voren ging om de zeilen bij de mast naar beneden te trekken ging de boot echter overstag. Ik dus om de mast heen naar de nieuwe hoge kant. Omdat de fok bak stond draaide de boot erg snel door naar voor de wind, waarbij de giek dus als gevolg van een losse grootschoot dwarsuit kwam te staan. Door het geklapper is de haak van het voetblok van de grootschoot los geraakt. Omdat de boot verder doordraaide was een gijp onvermijdelijk. De giek met het gestreken maar nog los liggende zeil kwam bijna 180° over. Ik kon nog net op tijd bukken in het gangboord!
De oude haven wordt op dit moment teruggebracht in de ouderwetse staat. Het aanleggen daar gaat met de nu aanwezige palen niet meer zo gemakkelijk. Dan maar de marina in, waar een maat van mij woont en werkt. Op internet daar eens gekeken hoe het er voor staat. In de namiddag een borrel gedronken bij Gert Vink van de Gambiet en bij Herman Tieman van de NAN. Gelukkig zijn er meer die niet al te tactisch varen. Weer op tijd op één oor om morgen bij daglicht, zodra de wind zou zijn geruimd, weer op weg te kunnen gaan.

Zaterdag:
Dit zou een belangrijke dag worden. In het vooruitzicht slechts een niet bezeilde koers van Lelystad naar de Nek. Toen ik om 04.00 uur even wakker was bleek dat de wind nog niet was gedraaid. Lekker verder slapen dus. Om 06.10 liep de wekker af. De wind zat in de goede hoek.
Alles klaargemaakt en tegen daglicht weer op pad. Achter mij aan kwam Gert Vink. Enkele solisten waren al veel eerder in het donker vertrokken. Omdat ik als (te) behouden toerzeiler weer te weinig zeil op had, dat voor de start nog maar even aangepast. Gert ging daardoor vòòr mij om de ton. Even na de start ook het laatste rif er uit.

Tot voorbij de VZ 1 met de halfwinder gevaren. Achterom kijkend zag ik allemaal gekleurde zeiltjes zodat ik vond dat het tijd werd voor de spinnaker. Zo hard woei het niet. Helaas, na een paar minuten waaide die uit de lijken. Gezien de windsterkte moet de spinnaker echt totaal gaar zijn geweest. Na van de spinnaker met gigantische ventilatiegleuf een fotootje geschoten te hebben de zaak geklaard en de halfwinder er weer op. Een gegeven paard (spinnaker) mag je niet in de bek kijken (hij gaf ook wel wat weg!). Het houdt je bezig zulke acties, maar voor het klassement is het niet goed.
Dat ik mijn plaats van vorig jaar niet zou verbeteren was mij ondertussen wel duidelijk geworden. Mijn grootste rivaal; de Sun Dance Kid van Fred Avezaath, welke ik vorig jaar net voor ben gebleven, zou waar maken wat hij mij de woensdag ochtend van vertrek nog toeschreeuwde. “Dit jaar blijf ik je voor” Bij het weer hijsen van de halfwinder viel ik op de stuurautomaat. Het pennetje dat in het busje op het schip moet, brak uit het omhulsel. Niet meer te gebruiken dus (wel thuis te maken denk ik). Gelukkig had ik een tweede bij me. Met de centrale op de achtergrond op de HR-B aan.
Daar ik voer op een min of meer bijgewerkte kaart van 3 jaar oud, moest ik nog iets bijsturen om om 11:54 de laatste groenwitte staak te ronden. Ondertussen werd het gezellig druk om mij heen met meeliggende solisten (Vagebond, Scarlet, Lady Blanche) en andere zeilers op tegenkoers. Na de HR-B op de motor richting sluis. Ondertussen wat opgeruimd en wat warms genuttigd. De sluis was redelijk vol toen ik er in voer. “Doe maar rustig aan” zei Gert Vink waar ik bij langszij ging. “Er is een stroomstoring, de brug wil niet omhoog”. Hij was nauwelijks uitgesproken of de bruglichten vertoonden rood en groen.
Voor degene die als eersten de sluis invoeren was dat misschien enig oponthoud, voor mij nauwelijks. Met een stevige bries op de OVD 3 aan. Ik pakte de noordelijke uitgang waardoor ik naar de ton nog een paar mijl tegen de wind in op ruig water moest varen. Anderen gingen binnendoor naar het zuiden. Het werd heerlijk aan de wind zeilen. Een eindje voor de Nek haalde Gert Vink mij in. We schoten een paar foto’s van elkaar. Ik zat heerlijk op de hoge kant in het gangboord terwijl shockkoord het schip op koers hield.
Het viel erg mee wat we te kort kwamen om de NEK te bezeilen. Het werd al duidelijk dat ik vanavond zou gaan finishen. Had ik mooi de hele zondag om weer in Makkum te komen. Op VHF 1 werd twee uur lang gemeld dat de brug van de Houtribsluis niet werd bedient vanwege een stroomstoring. Pech voor de laatkomers. (was dit een paar jaar geleden ook al niet eens gebeurt met het rondje Noord-Holland? Moet RWS toch eens beter naar kijken!).
Na Volendam zwakt de wind af tot een drietje. Het loopt lekker met de halfwinder op, maar niet spectaculair. Tactisch of niet, ik wil finishen. Zodra het donker wordt blijkt mijn toplicht het niet te doen. Omdat ik daar onlangs eerder mee geconfronteerd was en geen oorzaak had kunnen vinden moest het bovenin wel ergens een slecht contact zijn.
Een trap onder tegen de mast bracht bovenin weer licht in de duisternis. Met vele solisten voor en achter mij finishte ik tenslotte om 20.15 uur bij een windje WSW 3. Het zat er weer op. Dit keer erg weinig in het donker gevaren . Hoge gemiddelden gehaald (5,3 knoop over de race en over de gezeilde afstand 5,5). Records gebroken (op het log 10 mijl geklokt in een surf).
Die avond mijn spullen bij Tine en Peter gebracht en daarvoor als dank een borrel gekregen. Al met al was het weer een fantastische 200 myls. Toen ik zondag in de namiddag in Makkum aankwam bleek dat mijn afstandteller van het log er één mijl na de finish mee op was gehouden. (tandwieltje stuk).

Ids Witteveen
S/Y Rocinant

Kort verslag met aanvullende informatie t.b.v. het logboek. door Peter van der Driesche

Kort verslag met aanvullende informatie t.b.v. het logboek. door Peter van der DriescheEindelijk ben ik in staat om de 200 myls te varen. Tot voor kort was ik met mijn vrije dagen gehouden aan de schoolvakanties.

Palaver heb ik gemist omdat mij echtgenote ( sponsor) jarig is. Zeilvriend Jan Smienk van de Nicky Deux zal voor mij waarnemen. Nadat de verjaardagsvisite weg is brengt mijn zoon me naar Muiden. Met Jan alles wat verteld nog even doorgenomen en hij geeft me mijn logboek en mij x-trace.

’s Morgens om 8 uur maak ik de Vagebond (een Dufour 35 van 1973) klaar. Ik heb geen haast want ik verwacht dat er straks meer wind komt.

Bij het vertrek uit de haven van Muiden wordt de lucht achter ons pik zwart. Ik besluit de kleine spi erop te zetten en ga onder vol tuig langs de M1. De x-trace 3 seconden ingedrukt en mijn positie. Jan Smienk start nagenoeg gelijk met mij. Zijn “nieuwe Dufour heeft een sw faktor van 98. De Vagebond 99. Dat betekend dat ik mijn uiterste best moet doen om bij hem te kunnen blijven. De Vagebond loopt erg goed.

Vele schepen loop ik voorbij. Nico Benink van de Brandaen maakte bovenstaande foto van de Vagebond. Zelf maak ik ook een aantal mooie foto’s.

Ik loop zelfs Bertus Buis voorbij. Zijn Stanfast 40 moet wel veel harder kunnen.
Misschien heeft hij te weinig wind. Bij de GZ2 waait het al aardig. Ik haal mijn spi weg en leg de halfwinder klaar. Naast mij Hijst Harry Immink met de Banzare de spinnaker. Hij krijgt zijn boot niet onder controle en verliest heel veel hoogte. Ik besluit de halfwinder op het voordek te laten. Hij is toch al zeiknat. De wind trekt verder aan. Ik zie dat bij de Nek niemand een spi of halfwinder zet. Het verbaast me. Als ik zelf de Nek passeer begin ik te twijfelen. Waarom de halfwinder niet hijzen.
Waarom doet niemand het. Ik besluit hem te zetten. Hij zit in een slurf en ik kan hem als het te veel is weer eenvoudig weghalen. Als ik hem omhoog heb en de wind zet hem vol loop ik een paar keer uit het roer. Waarschijnlijk een spectaculair gezicht en een reden voor de andere deelnemers er maar niet aan te beginnen. Maar!!!! Ik krijg de Vagebond met de halfwinder onder controle en vaar dwars door het hele veld. Erik Hardonk ziet met lede ogen dat ik hem voorbij vaar.
Aan eten en drinken kom ik niet toe omdat ik continu aan het sturen ben. Soms staat het roer er dwars onder maar ik houd de controle.

De knop van de x-trace ligt op de grond in de kajuit. Het is een beetje tricky om de helmstok even te verlaten maar het lukt toch om de knop bij de OVD 3 paraat te hebben.

Het weghalen van de halfwinder kan ik na de OVD 3 doen. Geeft geen tijdsverlies. Wel kruist er een Bavaria 30 van een andere deelnemer vlak voor me langs zodat ik met een noodgang naar achteren moet om een aanvaring te voorkomen.

We varen naar de Flevomarina en nemen daar uitgebreid de tijd om een uitsmijten te verorberen.
Ook gaan we naar de Heiner zeilacademie om op internet het weer te analiseren. Er zit een bekende en we krijgen alle gelegenheid om de weersites te bekijken en discussieerden over de prognose.
We besluiten nog wat rond te lummelen tot we merken dat de wind ging krimpen. Paul Peggs lag er ook. Hij had ook internet aan boord.

Het werd naar de WV14 een voortreffelijke tocht, goed bezeild maar wel veel blinde boeien. De wind was zo gekrompen dat het naar de KG2 weer goed bezeild was.

We besluiten in de oude haven van Enkhuizen te overnachten. Het is daar erg luuw maar ‘s morgens liggen er toch veel takken en bladeren op het dek. Om 7.05 hoor ik de kustwacht 7 BF voor het IJsselmeer waarschuwen. Dan moet je blijven liggen en dat is niet echt de bedoeling. Gelukkig waarschuwt om 7.15 post IJsselmeer voor 6 BF. Ik trommel Jan Smienk op om onmiddellijk los te gooien. Je kan maar onderweg zijn voordat de post IJsselmeer zich bedenkt. Opweg naar de Sport B. Een rif in het grootzeil en de grote genua er op. Hoog aan de wind maar het is bezeild. Ik vaar de Joly J een J 92 voorbij. Voorwaar een prestatie van de Vagebond. De Joly J heeft maar een rif in het grootzeil zodat hij duidelijk overtuigt aan het Zeilen is.

Ik word voorbijgevaren door de Connector van Rob Jaspers. Hij vaart vlak boven me langs en ik vervloek hem. Als je zo hard kan kan je ook wel wat meer ruimte houden. Wel krijgt hij nu mooie foto’s van me, van heel dichtbij gemaakt.

Na de sport B naar Urk. Het is ruime wind en we varen hard. Ik vaar al een tijdje gelijk op met de Pion van Gert Vink. Hij heeft de zelfde SW factor als ik. Na het Enkhuizer Zand Probeer ik de Harfwinder weer. Ik zie wel een dikke bui achter me maar verwacht dat die naar Friesland wegtrekt. Helaas, met heel veel wind sla ik plat en moet de halfwinder weghalen. Het lukt niet de slurf er omheen te krijgen en na veel geploeter op het voordek heb ik mijn dagelijkse fittness inclusief douchen weer achter de rug. De tijdverlies door het gestunt is goed op de elektronische kaart te zien.

Gert Vink heeft een mooi schouwspel gehad en ligt weer voor me. Gelukkig loop ik weer langzaam in en finish bij de UK 16 een meter voor hem.

In Urk voegt vriend Harry Vogel zich met de Cayenne bij ons. Hij heeft in Lelystad een lange tussenstop gemaakt om op de muziekschool vioolles te geven. Dat is nog eens een manier van je rusttijd besteden.

’s Morgens vertrekken we weer op tijd maar ik activeer de x-track bij de verkeerde boei. Daarna ook nog bij de UK16. Ik hoop maar dat dat niet per ongeluk als starttijd gekozen wordt. Op weg naar de WP8. Niet zo gek veel wind zodat ik de halfwinder weer eens kan zetten. Het gaat goed maar later neemt de wind toe en moet hij weg. Ik vaar samen met de Vire naar de WP8. Daar activeer ik de x-trace maar hij doet het niet.
Ik bel naar de organisatie om dit te vermelden. De passagetijd is 11.32.

De Vire maakt een klapgijp en vaart me bijna aan.
Dat is al de 2 de keer deze trip!
Ik heb het niet zo op Bavaria’s maar dat ze me op deze manier willen elimineren lijkt me ook niet nodig.

Het waait hard en het is plat voor de wind naar VF04 bij Makkum. De spi kan ik niet zetten omdat de bevestiging van de boom aan de mast afgebroken is. Wel zet ik de lichtweergenua tegenover de gewone genua. Ik loop weer als de brandweer. Na de passage van de VF04 overnachten we in Kornwerderzand omdat het naar Hindelopen niet bezeild zal zijn.

Bij de herstart bij de VF04 gaat meteen de halfwinder er op. Tot Hindelopen kan hij blijven staan. De snelle schepen zoals de Cayenne van Harry Vogel en de X362 en de IMX 38 Mango zetten geen bol voorzeil. Ze lopen niet echt uit. De Nicky Deux (Dufour 4800) gaat gelijk rond de boei. Onder halfwinder naar Lelystad. Daar blijkt mijn motor niet te starten. de brandstofmeter is stuk en ik vul bij uit een jerrycan. De sluits geeft nogal wat oponthoud wat niet goed uit komt. De Nek was namelijk bezeild. Tot mijn verbazing zie ik harry Vogel voor anker liggen. Ik bel hem en wijs hem er op dat de Nek nog steeds bijna bezeild is.

Hoog aan de wind met een goede snelheid vaar ik naar de Nek. Ik moest slechts een slag van zo’n 2 mijl maken.
Met Harry Vogel en Jan Smienk spreken we af dat we de nacht voor anker gaan in de Gouwzee. Daarna moeten we nog 9 mijl. Dus als we ’s morgens om 10 uur vertrekken zijn we ruim voor sluitingstijd (12 uur) bij de finish. Na een gezellige avond word ik rond 7 uur wakker in een complete windstilte. Wachten tot de wind aantrekt en dan vertrekken. Bijna een misrekening. Om 9.30 staat er nog steeds bijna geen wind. Snel anker op en dan hebben we 2.5 uur om de 9 mijl te overbruggen. Het lukt en ik houd bij de finish 20 minuten over.

Niet eens zo moe maar wel voldaan en met zeker wetend dat ik volgend jaar weer meedoe vaar ik naar Muiden.

Peter van den Driesche
VAGEBOND

Clubracer verslag 200 myls ‘SOLO’ 08-10-05 200 myls ‘SOLO’

verslag 200 myls ‘SOLO’ 08-10-05 200 myls ‘SOLO’

De 64 jarige Huizer Jan Luyendijk organiseert wederom voor de tiende maal de 200 myls ‘SOLO’, vanaf 28 september t/m 02 oktober 2005. Deze bijzondere, loodzware singlehanded zeilwedstrijd wordt in en om de Nederlandse wateren verzeild.

De 85 uitverkoren schippers (ruim 400 aanmeldingen) dienen geheel solo, in hun kajuitzeiljachten, binnen 5 dagen, in weer en wind, een wedstrijdbaan van 200 mijl vol te maken.

De solisten kunnen zelf hun taktiek bepalen door te kiezen uit een van de 4 routes van elk exact 200 mijl over het Marker-, IJsselmeer, Wad en/of Noordzee.
In elk der 4 banen zijn er 17 boeien die moeten worden gerond. Het deelnemersveld bestaat uit een schakering van vele soorten jachten, mannelijke en vrouwelijke schippers, uit alle delen van het land, waaronder heel wat oceaanveteranen vanuit Ostar, Petit Bateau, Mini Transat, etc. die strijden, volgens het SW handicap-systeem voor de hoogste klassering.

Dienden deze merktekens in vorige wedstrijden nog te worden gefotografeerd en de passages per gsm te worden gemeld aan het Regattabureau van de 200 myls ‘SOLO’ als bewijslast van deze passage, nu krijgen de deelnemers een gps/gsm-unit, de X-Trace gesponsord door XMark BV, mee.

Bij een druk op de meldingsknop van de X-Trace wordt de gps-positie, lengte- en breedtegraden ogenblikkelijk, alsook de wedstrijdstanden , door middel van het door organisator Jan Luyendijk, ook deelnemer, zelf geschreven computerprogramma, aan het Regattabureau doorgezonden en op internet kenbaar gemaakt.

De toch al zo populaire 200 myls ‘SOLO’ www.200myls.nl is weer bijzonder trots op deze nieuwste ontwikkeling en is de enige Nederlandse zeilrace, met de X-Trace, die de spanning en verslaggeving van de 200 myls ‘SOLO’ binnen de huiskamers brengt !

©Copyright Clubracer

Bert | ip: 213.10.71.180 21-09-05
Het is inderdaad weer zover, het hele jaar hebben wij uitgekeken naar deze prachtige race.

De mooiste solorace als afsluiter van het zeilseizoen, dit jaar volgen we alles vanuit het warme zuiden via internet. De online standen en het ‘live’ verslag zijn iedere jaar weer bijzonder spannend.

Bert

85 solozeilers aan de start van 200 myls solo

85 solozeilers aan de start van 200 myls solo

   

Jan Luyendijk organiseert voor de tiende maal de 200 myls ‘SOLO’, vanaf 28 september t/m 02 oktober 2005. Deze bijzondere, zware singlehanded zeilwedstrijd wordt in en om de Nederlandse wateren verzeild. 85 Schippers dienen geheel solo, in hun kajuitzeiljachten, binnen 5 dagen, in weer en wind, een wedstrijdbaan van 200 mijl vol te maken.

De solisten kunnen zelf hun tactiek bepalen door te kiezen uit een van de 4 routes van elk exact 200 mijl over het Marker-, IJsselmeer, Wad en/of Noordzee. In elk van de 4 banen zijn er 17 boeien die moeten worden gerond. Het deelnemersveld bestaat uit een schakering van vele soorten jachten, mannelijke en vrouwelijke schippers, uit alle delen van het land, waaronder heel wat oceaanveteranen vanuit de Ostar, Petit Bateau, Mini Transat en dergelijke.

Ze strijden volgens het SW-handicap-systeem voor de hoogste klassering. Dienden deze merktekens in vorige wedstrijden nog te worden gefotografeerd en de passages per gsm te worden gemeld aan het Regattabureau van de 200 myls ‘SOLO’ als bewijs van passage, nu krijgen de deelnemers een gps/gsm-unit mee, de X-Trace gesponsord door XMark.

Bij een druk op de meldingsknop van de X-Trace wordt de gps-positie, lengte- en breedtegraden, alsook de wedstrijdstanden, door middel van het door de organisator zelf geschreven computerprogramma aan het Regattabureau doorgezonden en op internet kenbaar gemaakt.

Waterkampioen

200 MYLS SOLO RACE 2004 Frans Hoving

VERSLAG VAN DE 200 MYLS SOLO RACE 2004Frans Hoving v/b Zeebeer

Dit jaar hebben we aan boord van de Layam gegeten in plaats van bij Graaf Floris. De Layam is Barends verlangen naar de zee. Barend had een prima Mediterrane pot gekookt, om ons nog even het naderende herfstweer te laten vergeten. Albert de Brouwer van het Waere Hout, een enthousiast verteller, en Hans Pietersma van de Francis aten ook mee.
Dit keer aten we in alle rust en kwamen we mooi op tijd bij Ome Ko.

Behalve de gebruikelijke goede adviezen, het logboek en de pet kregen we dit keer niet alleen een fotocamera mee, maar ook een GSM/GPS-unit met een rood en een groen knopje.
Door op het groene knopje te drukken, zend je tijd en positie door naar een centrale en wordt deze direct op Internet weergegeven. Druk nooooiiit op het rode knopje, maar waarom toch niet? Dat is een van de vragen die mij de komende vijf dagen zal bezig houden. Vele malen heb ik op het punt gestaan het rode knopje toch in te drukken, maar de angst voor diskwalificatie weerhield mij. En als het donker was, pakte ik eerst de zaklantaarn om te controleren of ik wel op de juiste kleur drukte.
Ook mocht je niet zomaar het rode en groene knopje tegelijk indrukken, maar daar kregen we wel een uitleg bij. Dat zou nl. de verkeerspolitie in Driebergen alarmeren. Een beetje onhandig dacht ik nog, je hebt meer aan Den Helder Rescue, maar toen ik weer thuis was, snapte ik de logica. Onze doorgegeven posities werden namelijk getoond op een wegenkaart van Nederland! En daar weten ze in Driebergen alles van.
Ook kregen we een pakket doping mee, bestaande uit poeders en pillen, waarvan ik me direct voornam deze niet tot mij te nemen, voordat ik het wedstrijdreglement opnieuw bestudeerd had. Het zou wel eens een list kunnen zijn van de organisatie om de wankelmoedigen onder ons te verleiden tot diskwalificatie.

Tot slot droeg Jan Luyendijk ons op om vooral weer leuke anekdotes in het logboek te noteren. Daar sloeg de schrik mij om het hart. Ik weet niet hoe dat voor de andere deelnemers ligt, maar ik maak nooit wat mee onder het zeilen! Ik zit vier en een halve dag aan het roer, kijk een beetje naar de zeilen, zwaai naar andere deelnemers, luister naar de radio, lees een boek, overdenk mijn leven en dat is het wel. En als ik wel iets meemaak, is het nooit leuk, dan loopt het schip uit het roer, vaar ik op een onverlichte ton of stoot ik mijn hoofd.

Met een bezwaard gemoed zocht ik die avond mijn kooi op en viel al snel in een onrustige slaap. Ik droomde dat we tijdens de prijsuitreiking om de beurt naar voren werden geroepen om een leuke anekdote te vertellen en dat de zaal stemmen uitbracht met de GSM-units. Woensdag Aan de wind zeilen is een kunst Ik word wakker van de schippers om mij heen, die hun schepen in gereedheid brengen. Ik besluit eerst te douchen en te ontbijten. Onder de douche hoor ik Barend: “Ben jij dat Frans? Ik herkende je schoenen.” We wensen elkaar succes voor de komende dagen. Het loopt al tegen achten als ik mijn ontbijt achter de kiezen heb.
Dit is de tweede keer dat ik mee doe. Vorig jaar met een Waarschip Kwartton, zonder stuurautomaat, dit keer met een Waarschip 900+, mét automaat (en wat voor één, een Autohelm 4000). Ik heb dit schip dus nog maar net, maar lang genoeg om te ontdekken dat het héél anders zeilt dan mijn oude trouwe Iguana Iguana.

Ik maak los en wurm mezelf de box uit. Aan het eind van de Vecht komt Peter van de Schaaf me tegemoet. “Even voorzeil wisselen”, antwoordt hij op mijn verbaasde blik. Ik besluit om ook maar te reven, er komen flinke buien over. Om 8.30 ben ik gestart.
Erg hard gaat het niet, ik heb eigenlijk te weinig zeil op. Ik heb een high aspectfok van 20 m2 en een hoog opgesneden stormfok van 4,5 m2. Dat verschil is te groot.
Bovendien hang ik de theorie aan dat een Waarschip 900+ rechtop gezeild dient te worden. Ik ga in de loop van de wedstrijd steeds meer aan mijn theorie twijfelen, want op deze manier aan de wind zeilen is geen succes. Voor mij uit vaart de Batavus, een zeer zwaar rond schip, maar zelfs die haal ik niet in. Vertwijfeld grijp ik naar mijn ANWB boekje over zeiltrim, dat helpt iets, maar niet voldoende. Mijn gemiddelde snelheid ligt rond de 3,5 knoop. Dat is toch beneden alle peil. Als ik het later vergelijk met de snelheid op hetzelfde traject (M1 – NEK) van het Waere Hout, ook een 900, maar dan zonder +, dringt pas goed tot me door hoeveel beter het moet kunnen. Hij vaart twee knopen sneller!

Enfin, de lucht klaart langzaam op en het wordt een genoeglijke tocht. Jas en zeilbroek gaan uit en ik zit bij een voordewindse koers vanaf NEK heerlijk in het zonnetje. Bij de OVD 3 aangekomen besluit ik route 1 te laten vallen. Hoewel voor morgen de wind uit de goede hoek voorspeld is (ZW) voor een tochtje over de Noordzee, lijkt er zo weinig wind te zullen staan, dat een spi absoluut vereist is. Die heb ik nog niet op dit schip en ik wil niet net als vorig jaar bij Zuiderhaaks moeten ankeren omdat het tij tegenloopt. Dus zeilen omlaag en meteen de motor aan, dat heb ik ook geleerd van vorig jaar, zorg dat je accu’s op peil blijven. Dat is dubbel zo belangrijk nu ik zo een stroomvretende stuurautomaat aan boord heb.
In de sluis praat ik met Henk van de Batavus. Naast mij maakt een Duits jacht vast, met vijf stormvast ingepakte en gezekerde opvarenden, die geïnteresseerd vragen aan welke wedstrijd ik heb meegedaan. Als ik vertel dat die net begonnen is, kijken ze wat bevreemd naar mijn outfit van katoenen broek en lamswollen trui, die in hun ogen geschikter is om te tuinieren dan om mee te zeilen.

Even denk ik dat ik hekkesluiter ben, maar later volgen nog een paar deelnemers. Route 2 laat ik nu ook vallen, het volgende rak is nu niet bezeild en morgenavond boven de eilanden langs naar Texel lijkt me geen optie bij een zwakke ZW. Ik doe als de rest en ga voor anker onder de dijk. Ik kook een heerlijke maaltijd, verse groenten, sla, een stukje thuis gebraden lamsbout en rijst. Vandaag heb ik geen enkele afstand van betekenis afgelegd, maar ik ben zo moe als een hond. Ik hijs de olielamp onder de zaling en kruip in mijn slaapzak. Om acht uur ’s avonds ben ik in diepe slaap. Donderdag I need spi(ed) Om 02.00 ’s nachts steek ik mij hoofd uit het luik, de maan schijnt en het is een prachtige nacht. Helaas is de wind nog steeds NW, dus weer slapen. Om een uur of 7 word ik weer wakker. De zon komt prachtig op, dit wordt een zomerse dag! De wind is inmiddels gedraaid naar ZO, maar wat is ie zwak. Ik sta geamuseerd naar de schipper van de Cygnus te kijken, die onder het ophalen van het anker de ketting schoonborstelt. Hoe ver kan een mens gaan in zijn liefde voor het schip, denk ik. Dan haal ik mijn eigen anker op en zit de kortste keren onder de zwarte pikzwarte smurrie. De schipper van de Cygnus stijgt weer in mijn aanzien…

Direct na de EZ 29 spuit de Magic mij voorbij, een Waarschip Kwartton getooid met een spi en een gennaker, terwijl ik zuur naar mijn slaphangende genua zit te kijken. Dan maar insmeren met zonnebrand en mijn boek gepakt. Ik lees In Europa van Geert Mak, bij uitstek geschikt om te lezen onder het zeilen, omdat het uit allemaal korte stukjes bestaat. De hele dag kijk ik naar de halfwinder van de Cygnus, die een paar mijl voor mij uitvaart.
Urenlang ligt de snelheid rond de 1,5 à 2 knopen. Pas bij de Kreupel trekt het iets aan en als ik keer voor het rak naar Urk gaat de boot zowaar een beetje hellen. Ik stuur maar achter de Cygnus aan en ga een potje koken. Het zomerweer is inmiddels verwaaid en het gaat regenen. Langzaam wordt het donker terwijl ik me voor de variatie op de pasta met gehaktballen stort. Urk is niet bezeild en ik maak in het donker een paar lange slagen. Vlak bij mij zitten twee andere deelnemers, waaronder de Cygnus. Het is lastig oriënteren bij Urk in het donker, er liggen veel te veel tonnen daar. Het valt nog niet mee om de goede boei er tussen uit te halen. Wat ook niet meevalt is dat ik tegenwoordig een leesbril nodig heb, om in het donker kaart te kunnen lezen.
Ik ben al een paar keer in de schijnwerpers gezet door oplopende binnenvaarders, die mij steeds op ruime afstand inhalen. Een ander vaart dwars voor mij langs richting Urk. Plotseling wordt ik weer in een fel licht gezet, maar nu van voren. Die binnenvaarder die voor me langs voer is gedraaid en komt nu recht op me af! Als de hazen val ik 90 graden af en blijf in de wedstrijd. Helaas kost me dit weer een extra slag om bij de boei te komen.
Inmiddels heb ik uitgepuzzeld hoe ik het beste de haven kan binnenlopen zonder op een van de tientallen onverlichte staken te varen. Ik heb het niet op Urker vissers en niet op Urk en mijn vooroordeel wordt hier weer bevestigd. Dit lijkt het verkeerspark in Assen wel! Mijn ligplaats is ook al niet je dat, ik lig te rijen aan de passantenkade in de havenmond. De wind stuwt de golven recht de haven in. Ik zet het roer vast, klem vier stootwillen tussen het schip en de zanderige kade en hoop er het beste van. Ik maak nog een praatje met de schipper van de Cygnus en bel mijn vriendin, die prompt vraagt wanneer ik nou op hou met die onzin. Zij respecteert mijn hobby, maar dit vindt ze zwaar overdreven. Na deze peptalk maak ik maar een biertje open. Ik ben nog steeds niet tevreden over mijn zeilprestaties, na twee dagen heb ik 63 mijl afgelegd. Vrijdag Hoop doet leven Het is een beetje heiig, maar wel droog als ik vertrek. Vlak voor mij uit vaart de Cygnus en deze loopt langzaam van mij weg. Ik baal ervan dat ik geen groter zeil dan mijn genua kan zetten. En er staat wat meer wind dan gisterenochtend. Het hele rak naar de Sport B is voor de wind, dus ik zet de genua ver uit met de spiboom. Erg hard gaat het allemaal niet.
Ik luister naar de radio. Eerst gaat het over de kwalen die je kunt oplopen van pijnstillers. Een vrouw belt op met de mededeling dat zij veel baat heeft bij de bandjes van het RIAGG. De presentatrice heeft geduld en langzaam wordt duidelijk dat het gaat om geluidscassettes met ontspanningsoefeningen. Daar laat ze graag iets van horen over de telefoon, dus ze start het bandje en houdt de hoorn voor de speaker. Ze is blijkbaar vastbesloten ons het hele bandje te laten horen, want ze komt zelf niet meer aan de telefoon. De presentatrice draait een plaatje en probeert het nog eens. Nog steeds die kalme stem die ons tot rust maant. En zo gaat het nog een hele tijd door, totdat het nieuws gelezen wordt en een nieuw programma begint. Nu gaat het over de manifestatie van zaterdag aanstaande tegen het afschaffen van VUT en pre-pensioen.
Vroeger protesteerde men tegen honger en kinderarbeid, nu tegen een jaartje langer doorwerken. Aangezien ik nu al voorzie dat ik tot mijn 75e moet doorwerken om de 55-plussers van vandaag te laten tuinieren, vind ik het allemaal maar flauwekul. Tussendoor doemen steeds schepen op uit mist en lossen dan weer op. Ik bel met Barend en zeg dat ik er mee stop, als het niet wat meer opschiet. Daar houdt Barend niet van, ik moet niet zo snel opgeven vindt hij. En gelijk heeft ie. Maar een mens mag wel eens zeuren.
Na de Sport B doemt er een soort van perspectief. Ik kan in een paar lange slagen tot onder Stavoren komen, het stuk naar Lemmer is exact bezeild en de verwachte draaiing van de wind naar ZW blijft uit. Dat betekent dat Enkhuizen vanaf de SB 10 ook bezeild is!
Onderweg naar de SB10 valt het duister in. Ik zie aldoor een vage vlek voor me uit die ik houdt voor een beginnende staar. De dokter maar eens bellen als ik terug ben. Pas als ik er vlak bij ben, zie ik een platbodem die net ten noorden van de tonnenlijn voor anker ligt. Zijn ankerlicht brandt wel, maar dat is niet te zien vanaf de kant waar ik vandaan kom. Volgens mij hangt zijn wimpel er overheen. Sukkels! Bij de SB 10 doet de GSM-unit het niet, dus ik maak een extra rondje voor een foto en besluit de passagetijd door te bellen. Prompt wordt me gevraagd alle tijden vanaf de M1 door te geven, omdat de units niet goed werken.

Nu vaar ik in het pikkedonker met halve wind naar Enkhuizen. De boot loopt lekker door en ik zit in de opening met mijn benen op het trappetje. Onderweg passeer ik twee zeilschepen, maar kan niet schatten hoe groot ze zijn. Achter mij zie ook nog een zeiljacht, dat langzaam oploopt. Vlakbij de shipping lane Enkhuizen – Urk valt de wind even weg. Gaat ie dan nu draaien, nu ik er bijna ben? Nee, met wat vertraging kom ik toch nog bij de boei. Terwijl ik naar de Compagnieshaven motor, doek ik de zeilen op.
Op een gegeven moment besluit ik toch maar wat op te sturen en 5 seconden later glij ik vlak langs een onverlichte ton. Is dat nu instinct, voorzienigheid of is het gewoon het geluk dat met de dommen is? Ik hou het op het laatste.
Het jacht dat achter me voer, heeft me bij het kruisen van de shipping lane ingehaald.
De volgende ochtend weet ik wie het was, inderdaad, de Cygnus. Dat stemt mij weer tevreden, blijkbaar ben ik bij deze zwakke wind op de aandewindse rakken sneller. In de haven maak ik vast aan een houten kotter en ben tevreden. Ik zie iets dat ik vanmorgen nog niet zag, nl. dat ik binnen de tijd ga finishen. Ik heb nog ruim 24 uur voor 66 mijl, het zou gek zijn als dat niet gaat lukken.

Zaterdag De langste dagHet waait lekker door als ik samen met de Cygnus bij de KG2 vertrek naar de H2. Met een harde ruime wind zijn we in een wip bij Hindeloopen. Als we Stavoren naderen, kom ik er achter dat je wel een rechte lijn kunt trekken tussen de KG2 en de H2, maar dat nog geen vaarbare koers is. Handig zo’n GPS!
Als ik gekeerd ben bij de H2 loopt de Cygnus voorgoed van me weg, hij heeft minder last van de holle golfslag dan ik, bij deze aandewindse koers. Ik vaar met te weinig zeil om hard te gaan, maar voel er niets voor om te ontreven. In de buien is de zeilvoering precies goed, daartussendoor is het duidelijk te weinig. Het is helder weer, ik kan sturen op de Flevocentrale. Onderweg kruis ik een jacht waarvan de driekoppige bemanning lekker achter de genua zit weggedoken. Ik vaar zo dicht onder ze langs dat ik hun koffie kan ruiken en roep dan heel hard BAKBOORD. Dat vinden ze niet grappig. Ik wel.

Naarmate ik Lelystad nader zakt de wind steeds meer in. Nu ontreef ik wel. Bij de Sport wordt ik voorbijgelopen door de Fast Good. Zulke mooie zeilen, daar kan ik alleen maar van dromen. Na de EZ 29 loop ik nog even een jachthaven binnen voor vers drinkwater, ik heb niet veel meer over. Tijdens het schutten kook ik een potje en maak een fraaie foto van Dik Geurts op het voordek van de Bandos.

Nu komen de laatste loodjes. Met een paar lange slagen geraak ik in het invallend duister bij de PH boei. Op de marifoon hoor ik een waarschuwing voor een onverlicht jacht, dat gezien is bij de OVD 3. Ik denk dat het hetzelfde jacht is, dat ik onverlicht heb zien varen bij de BVK. Vlak voor het ronden van de PH kom ik in een heel veld van niet meer zo geconcentreerde solozeilers terecht, die allemaal richting finish zeilen. Eerst wordt ik bijna overvaren door een over stuurboord varende deelnemer, die op het laatste moment uitwijkt. Daarna trekt het gebruis achter me de aandacht van een oploper die van geen wijken weet. Ik sta al achterop met een stootwil in mijn linkerhand en wil net de schipper met de schijnwerper van mijn aanwezigheid op de hoogte stellen, als hij het zelf doorkrijgt. Na het ronden van de PH komt er een derde jacht op me af, maar deze schipper heeft me wel gezien en wil alleen even gedag zeggen.
Ik vaar nu plat voor de wind naar NEK. De maan schijnt, de boot loopt als een tierelier. Wel voel ik steeds vaker een koude windvlaag in mijn nek, wat er op wijst dat de wind weer toeneemt. Als ik dan een keer naar voren reik om de thermoskan te pakken gaat het fout. De boot loopt totaal uit het roer en loeft met een rotgang op. Nu race ik op de kust af. Ik gooi de fok omlaag en breng de boot weer tot rust. Verder naar NEK, nog steeds met ruim 6 knopen. Na de boei zet ik de stormfok er weer op en wil ik eigenlijk eerst een slag maken naar een punt ten zuiden van Hoorn om uit de deining te raken, maar ik verlijer te veel. Dan maar richting Lelystad. Het gaat wel hard, maar ik houd onvoldoende hoogte. Wat ik aan efficiëntie verlies, win ik aan rust. Ik zet de radio aan, kijk naar het maanlicht op de golven, maak soep en vermaak me weer prima.
Dan maar wat later finishen, een wereldtijd zit er toch niet in. Ik ben helemaal alleen op het water, hoe ik ook rondkijk, er is geen andere solozeiler te bekennen.

Van Volendam naar de Blok van Kuffeler gaat weer lekker snel. Wat ze daar aan het doen zijn weet ik niet, maar de hele hemel is oranje gekleurd van het natriumlicht. Over vervuiling gesproken! Dan mag ik eindelijk het laatste rak varen, terwijl het langzaam licht wordt. Het is net niet bezeild met deze zeilvoering en hoewel de wind weer wat is afgenomen, heb ik geen zin meer in een zeilwissel. Ik geloof het wel.

In Muiden aangekomen neemt Al- bert een lijntje aan. Ik ga op zoek maar Barend maar die is gisteren avond al gefinished en slaapt thuis in zijn eigen bed. Na een douche en koffie vertrek ik weer voor het tochtje naar Amsterdam. Voor de Schellingwoude brug geef ik de ruimte aan twee zwervers in een roestige Domp. Met een knallende motor lopen ze op me in en sturen gevaarlijk dicht langs mij. Ze lijken me niet te zien. Staal gaat voor hout!
Bij de sluis wordt ik nog aangesproken door een stel op een Colin Archer. Ik heb de solovlag nog niet gestreken en ze kennen de wedstrijd. Vol trots wijzen ze op hun eigen schip, daar gaan ze volgend jaar een wereldreis mee maken. Tja, baas boven baas!

Na het schutten ga ik naar Aeolus. Ik krijg een box toegewezen en ruim wat op. Als ik ga zitten om een broodje te smeren, zak ik onderuit en wordt een uur later weer wakker van de telefoon. De laatsten zullen de laatsten zijnWelgemoed stap ik 13 oktober in de auto voor een ritje van 20 kilometer. Wat ik gemist heb, is dat er op de rondweg een totale verkeerschaos is ontstaan door een gekantelde tankwagen. Doorijden ho maar. Als ik dan om 21.00 binnenloop, zie ik de toepasselijkheid er wel van in. Als een van de laatsten gefinished, als een van de laatsten in het clubhuis. Gelukkig nog net op tijd voor het officiële gedeelte. En in 2005? Ik denk niet alleen met positieve gevoelens terug aan deze 200 mijls. Ik heb nl. een staatje gemaakt net daarin de prestaties van een aantal deelnemers met dezelfde rating die ook route 4 gezeild heeft. De cijfers spreken voor zich. Mijn gemiddelde snelheid over het gemeenschappelijke traject (M1 – OVD3) bedroeg 3,65 knopen, die van de vergelijkingsgroep hele traject bedroeg 3,52 knoop, die van de controlegroep 5,45. Dat is treurig. Gelukkig deed ik het op route 4 iets beter, mijn gemiddelde snelheid bedroeg daar 3,91, terwijl de controlegroep daar met een gemiddelde van 4,45 iets minder presteerde ten opzichte van het eerste deel.
Mijn voornemen voor 2005 is helder, het gat moet dicht!Frans Hoving
S/Y Zeebeer

Tweehonderd mijl solo door Anjo Veerman

W at drijft een zeiler om in
october 200 mijl wedstrijd
te willen zeilen, solo, singel-

handed, op zijn eentje? Ik weet het
niet, maar ik wilde het.

De inschrijving was het eerste pro-
bleem. Die start op I maart om 00.00.
Dezelfde vrijdagavond is op de website
het inschrijf formulier al weg met de
tekst: “Sorry, het maximum aantal deel-
nemers is bereikt”. Nu had ik het for-
mulier al eerder gedownload en
geprint. Dus fluks electronisch betalen,
en het ingevulde papier en formulier
op de post, en ik mocht zowaar nog
meedoen. Als nummer 61 van de 68.
Aantal aanmeldingen meer dan 120!
Uiteindelijk startten er 62 deelnemers
op woensdag 3 october 2002.
Op de zondag daarvoor was ik al, in
mijn eentje, vertrokken van onze
haven, de Nieuwe Meer. Maandag
ankerdag bij Durgerdam, na een proef-
rondje op het Ijsselmeer. Probleem:
sinds de nachtelijk passage door
Amsterdam bokt de motor, vooral bij
achteruit slaan. Hoewel de motor
tijdens de wedstrijd niet nodig is, toch
maar onder het schip gedoken. Flippers
stuk, dus met tape aan voeten vastgezet.
Zwaar gewicht aan veiligheidsgordel
om te zinken en life-line aan dek
om weer boven te komen. Want ja, er
is verder niemand aan boord. Niet
alleen eng, maar ook koud, het water is
14 graden. Onder water (helaas zonder
duikbril, die ligt al thuis) wordt het
probleem direkt duidelijk: er zit een
stuk landbouwplastic in de klapschroef,
die daardoor niet goed opent, en hele-

maal niet meer sluit. Na drie keer dui-
ken is de troep er uit. Gelukkig schijnt
de zon en na een warme douche voel
ik me weer prima. En het scheelt ruim
een halve knoop in snelheid straks.
Dinsdagavond is in Muiden het palaver.
We krijgen het logboek, een instant
camera en de 200-mijls-solo-cap uitge-
reikt.Keuze uit vier routes
Woensdagochtend mag je starten tus-
sen 07.00 en 10.00 uur. Als je met de
wegwerpcamera de boei MI hebt gefo-
tografeerd en de exacte tijd genoteerd
ben je gestart. Daarna moet je kiezen
tussen vier routes. Nummer 1 gaat
eerst over het IJsselmeer, op de motor
van Durgerdam naar Ijmuiden, over
Noordzee en Waddenzee naar Kornwerd
en zo verder naar de finish in
Muiden. Dat is me te link, dus die
neem ik niet. Route 2: IJsselmeer en
Waddenzee. Ook te gecompliceerd.
Routes 3 en 4 blijven beide op het
Ijsselmeer. Ik kies route 3, want 4 gaat
bij Lemmer de hoek in en dat is een
kwaad stuk water bij harde westenwind.
En dat zit in de weersvoorspelling.
De eerste dag nog geen West 6
maar Oost 1-2. Ik zeil zover ik kan, en
dat is tot Lelystad. Dertig mijl. Zo
komen we er nooit voor sluitingstijd.
De echte slimmeriken zijn al bij Volen-
dam hun rusttijd gaan opmaken. In
totaal moet je namelijk 27 rusturen
nemen, in minstens drie perioden van
elk minstens 6 uur. Zo niet, dan dreigen
strafpunten. Het weerbericht voorspelt
voor de volgende dagen toenemende
wind uit westelijke richting.
Dus bij licht weer loont het om te sla-
pen. Ik deed 5 uur over het stuk van
Hoorn naar Lelystad. Snelheid soms
0,5 kn, alleen op het laatst kwam er
een vlaagje en liep ik 6 knopen. Dege-
nen die op wind wachtten, deden er 3
kwartier over. Tja. Maar de bonus was
dat na 24 uur de Aurum op nummer 4
naar rating staat. Ankeren voor de
Houtribhaven. Het reglement stelt ook
een ankerperiode verplicht. Dus die
hebben we alvast. Huisgemaakte Chili
als diner, glaasje wijn er bij, ankerlicht
aan en slapen.Bijna tegen blinde ton
Donderdag om 02.00 op, met de
bedoeling om om 03.00 te vertrekken.
Maar het zit dicht van de mist. Te link
met onverlichte tonnen en beroepsvaart.
Ik gebruik de tijd goed om de
rits van de grootzeilshuik los te maken.
Dat kost in het donker een uur, hij is
vastgelopen. Intussen is het nat en
koud. Uiteindelijk klaart het een klein
beetje op en om 04.30 haal ik het
anker op. Na een close encounter met,
inderdaad, een blinde ton (de EZI5) en
een tweetal vrachtvaarders ben ik bij de
start van het volgende rak: de EZ 21.
De vrachtvaarders zagen mij geen van
beiden op de radar: reden 1: ik had
alleen de kleine radarreflector op. Zo’n
pijpje van 50 cm hoog. Dat doet dus
echt niks. Daarna de grote reflector
gehesen. Dat hielp aanvankelijk ook
niet vanwege reden 2: ik zat vlak bij
een boei met radarreflector en dan zien
ze maar een blip op het scherm. Even
later ziet de vrachtvaarder me prima,
maar dan ben ik al buiten het vaarwater
van de beroepsvaart. Het waait
intussen SW2, ik loop 6 knopen met
de High Aspect fok. Beetje klein voorzeil
met weinig wind, maar ik wil
onderweg geen gedonder met voorzeil
wisselen. Dat is namelijk erg lastig op je eentje met een voorzeil in een gleuf op voorstag. Leuvers zijn handiger. Maar ja, die zitten niet op mijn snelle zeilen. Op weg naar Den Oever komt de zon op. Wind neemt wat toe. Maar toch, wat een ontzettend eind.Genua vliegend aan loef
Dan naar Enkhuizen en vandaar terug naar de afsluitdijk (Sport B-boei bij Breezanddijk) en dan nog naar Stavoren en verder naar Urk. Al met al 92 mijl. Laatste stuk ruimwinds. Nu ik op mijn gsm hoor dat ik op het internet als vierde sta genoteerd, word ik nog fanatiek: de genua gaat er vliegend aan loef bij op de spi-boom. Dat gaat bijna even hard als met een echte spinnaker. Naar Urk toe worden de golven hoger en de wind harder. Het bergen van de genua
en de spiboom wordt nog een zware en
niet ongevaarlijke klus. Dus aan de life
line. Ik doe er zowat een uur over. Nu
moet ik onder zeil de boei bij Urk nog
fotograferen. Maar ik zie hem niet
meer. En de GPS heeft de route al
gewist (we waren er immers al voorbij).
Dus moet Eduard (de Autohelm stuur-
automaat hoor, dat mag) het stuur
overnemen, terug op westelijke koers
want op de Vormt vastlopen aan lager-
wal, brrr. Ik aan de kaartentafel. OK,
koers naar boei gevonden, foto, Urk.
Naast me komt een zusterschip, de
Dehler 36DB Kim, die ook de solorace
doet. Een racer met Kevlar zeilen, een
kaartcomputer en wat niet al. Hij komt
een glaasje bij me drinken. Hij legt me
ook uit dat die vierde plaats niets zegt,
hooguit dat ik gewoon ben doorgezeild
(inderdaad, ik eindig later als 33e).
Daarna hutspot (home-made, door
mijn lieve echtgenote). Heerlijk. En
nog 8 uur slapen daarna (ook solo, ja,
je moet er wat voor over hebben).Op het enige zandbankje
Vrijdagochtend. Bewolkt. Snel ontbijt
en bij het eerste licht weer op weg. Bui-
ten staat er een stevige 5 Beaufort. Dus
rif er in. Na een half uur zakt de wind
weer in, dus rif er uit. Helaas als je van
Urk naar Medemblik moet (en dat
moet ik), en de wind is WNW, dan
staat die vrijwel recht op kop. Dat
wordt dus opkruisen. Maar daar is de
Aurum erg goed in. Eduard is daar niet
zo goed in want er zit een draadje los
in de windrichtingverbinding. Dus het
hele stuk aan het stuurwiel. Voor
Medemblik voel ik plotseling grond.
Jawel, ik zit op het enige bankje in het
hele IJsselmeer zowat, waar ik niet
overheen kan: De Hop. Normaal 1,60
meter, waar ik met 1,55 m net over
heen zou moeten kunnen, maar op 1
october is het Ijsselmeer winterpeil
ingegaan, en dat is 2dm lager. Gelukkig
kan ik me gewoon terug weer los zei-
len, en daarna op de diepte meter er
omheen. Honderd meter verder is het 6
meter diep. Meer wind. Met ruime
wind van Medemblik naar Stavoren.
Rif in het grootzeil en aan de wind nog
te veel zeil. Maar ja, over een half uur
moet ik ruimwinds terug dus ik ga niet
nog een rif zetten. Dan het grootzeil
maar wat lozen in de vlagen. Kan
gemakkelijk want ik heb speciaal daarvoor
een extra drielopertje op de groot-
schoot gezet.
In de nacht naar Hoorn
Bij Makkum rechtsomkeert. Ik kom een
paar andere solozeilers tegen, te her-
kennen aan de nr. 1 wimpel in de ach-
terstag. Lig dus kennelijk voor. En
inderdaad, ik lig nu tweede volgens de
website. Weer langs Stavoren en voor
de wind kruisend naar Lelystad. Snel-
heid loopt op tot 9,4 kn met kleine fok
en een rif in het grootzeil. Tegen de
avond ben ik dan tenslotte bij Lelystad,
benoorden de Houtribsluizen. Ankeren,
met het zware anker met ketting, want
nu waait het stijf. Tijdens het diner
hoor ik Jan Visser het weerbericht voor
morgen geven. Noordwest 6-7, met
regen. En nu is het droog en de wind is
afgezwakt tot NNW 4. Beter vannacht
maar naar Hoorn: minder wind en
bijna bezeild. Vanaf de lage wal met
7Bf opkruisen in de regen is niet aan-
trekkelijk. Anker op lukt niet op de
hand, dus de Central Winch moet er
aan te pas komen. In het stikkeduister
te middernacht door de sluis, met vlak
achter mij een gigantisch binnenschip.
In het Oostvaardersdiep zeil hijsen,
langs de OVD3 boei, foto, aan de wind
naar Hoorn. Vlak achter me kruist de
binnenvaarder de OVD3, dat schip had
ik dus even niet gezien tegen de achter-
grond van de lichten van Lelystad,
brrrr…Licht van vallende sterren
Daarna prachtige zeiltocht. De Aurum
zeilt zichzelf aan de wind met het roer
vast. Rif er nog in. Nieuwe maan. Ik
kijk naar de sterren, probeer de sterren-
beelden te herkennen. Lekker warm in
mijn nieuwe Ocean zeiljack onder de
buiskap. Geen schip te zien, wel veel
lichtboeien. We varen met 5 a 6 kn aan
de wind. Dan plotseling een vallende
ster. Even later staat de hele kuip in het
licht van nog een vallende ster. Later
lees ik dat de aarde de Tauriden, een
meteoren zwerm, is gepasseerd in die
nacht. De boei bij de Nek is nog best
lastig te vinden. Die heeft maar een
slap groen lichtje. Foto met flits, en
door naar Hoorn voor nachtrust. Om
03.00uur lig ik weer achter anker in de
Buitenhaven.Camera om weg te gooien
Zaterdag. Om 07.15 het anker weer op.
Het regent en het waait een dikke vijf.
Met halve wind kan Eduard het prima
aan, dus ik schuil onder de buiskap,
maak koffie, houd het log bij enzo-
voort.
Meer regen, meer windvlagen.
Bij de een na laatste boei weigert de
camera verdere dienst. Ik overweeg
hem een zeemansgraf te geven, het is
tenslotte een wegwerpcamera, maar laat
hem toch maar blijven. Had te veel
strafpunten gekost. Iedere gemiste boei
telt voor 3 mijl zeilen. Wind neemt toe,
we zeilen magistraal. Om 11.17 uur
passeer ik de finishboei. Inderdaad,
dezelfde MI van de start. Totaal
gezeild 200 mijl, totale afstand 263
mijl, dat is inclusief havens, sluizen en
kruisen. Gezeilde tijd 39 uur en 35
minuten. Totale rusttijd 35 uur en 40
minuten (dat is inclusief haven en sluis-
passage). Mooi op tijd, er zijn nog
maar twee schepen binnen. Van de 68
inschrijvers finishen er slechts 44 regle-
mentair.Wat drijft een zeiler om 200 mijl wed-
strijd te willen zeilen in october, solo?
Ik weet het nog steeds niet, maar het
was een fantastische ervaring.

Anjo Veerman – S/Y Aurum

PS. Voor wie het allemaal in detail wil
nazien is er een hele mooie website: www.200myls.nl, met alle routes, stan-
den, anecdotes, foto’s en wat niet al.


(Er blijkt o.m. uit de website (Deel-
nemers) dat Anjo met het kleine fotoo-
tje hierboven de prijs won voor de bes-
tefoto-zelfopname.
Red.)

Gepubliceerd in
Nieuwe Meer Nieuws, 2005

Zeven AVOH deelnemers in de tiende 200 myls ‘SOLO’

Reünie bij wsv Hoorn

Reüni, 06 februari 2005

Te gast bij de watersportvereniging Hoorn.

Veel solo-schippers, al dan niet met vrienden/partners wilden de reüni bijwonen.
Helaas was Bart Boosman geveld door een zware griep-aanval en kon zijn geplande lezing over zijn rondje IJsland 2004 en z’n aankomende Ostar niet geven. Neem maar aan dat niet alleen wij als schippers waren teleurgesteld, maar zeker ook Bart zelf had er danig de smoor in.

Organisator Theo Hin had vliegensvlug zijn alternatief klaar en vond in Jan Dekker een enthousiast plaatsvervanger. Zijn verhaal en film over de reis op een vrachtboot, visa versa Rouen, ingevroren in het ijs in het koude Noorden met hout en daarna met papier geladen, was indrukwekkend.

Daarna hield Henk Bulthuis van de ChillOut! een betoog over de Petit Bateau 2005, een race die de rechtgeaarde shorthand zeiler eigenlijk niet mag missen.

De erwtensoep, de borrel, de verhalen, de plannen, de kontakten. Echt een heel bijzondere middag ….
Theo nogmaals, namens ons allen, bedankt !

 

Twee brieven van Herman Tieman

De 200 myls ‘SOLO’ – 2004/05

Twee brieven van Herman Tieman

november 2004Ha JanHet is nu de derde week na de 200 myls en ik heb pas sinds gisteren het gevoel dat ik ervan uitgerust ben.
Deze 200 myls vond ik de zwaarste van die ik gedaan heb. Het was de zevende alweer. Maar het was eigenlijk de eerste waar ikzelf het meest tevreden over ben.
Dat had alles met mijn instelling te maken. Ik had mij niet vantevoren gespitst op een goede classering maar als doel het uitvaren van de tocht binnen de bepaalde tijd gesteld.
Mijn tegenstanders betrof dan ook niet mijn medezeilers maar het weer en bovenal mijzelf. Ik heb van beide gewonnen en dat stemt mij tevree.

Naar mijn gevoel zijn er 2 soorten deelnemers in de 200 myls. Degene die gaan voor een classering en degene die hem willen uitvaren. Wat beide kampen delen is de spanning. Vooral voor het vertrek. Met name de ochtend van het vertrek.
Ik was blij dat ik niet in die volle kom lag en mij met ellebogen en schouders er tussen uit hoefde te wringen.

Eigenlijk schandalig dat medezeilers zonder overleg hun bootje losgooien en er als een blinde van door gaan.
Zeilen is niet zo moeilijk. Kwestie van die lappen hijsen en dan ga je wel.
Het manoeuvreren en rekening houden met andere vereist daarentegen nogal wat inzicht. Degene die dat niet beheersen zouden niet eens mee mogen doen of achteraf alsnog gediskwalificeerd moeten worden .

Ook een merkwaardige opvatting vind ik (en dat hoor je steeds meer ),dat je dapper gevonden wordt en zelfs bejubeld als je na een aanvaring alsnog de 200 myls uitvaart . Ik zou weleens willen weten hoe het mogelijk is dat iemand zijn boot tegen een ander zet. Voorrangsregels niet kennen ? Oververmoeid ? Niet goed opgelet ?
Ikzelf moest onderweg wijken voor een medezeiler die geen voorrang had op mij. Er was echter niemand aan dek om mij waar te nemen, terwijl het zicht slecht was.
Ik vind dit alles getuige van slecht zeemanschap.
Of wat te denken als iemand in het holst van de nacht in de fuiken vaart, overboord springt, zich lossnijd en vervolgens doorvaart. Is dit dapper? Bedenk dat je met het doorsnijden van fuiken iemands broodwinning naar de klote helpt. Laat in ieder geval je kaartje achter en vergoed de schade.

Ik ken mensen die de 200 myls een kamikaze noemen.
Ik ben het niet met hen eens. Het is een fantastische tocht waarbij je je grenzen kunt verkennen en verleggen (soms moet je een stap terug doen).

Man\Vrouw, weer en boot. Dat is waar het omgaat. Misschien kun je daar wel nummer 1 in worden of bij de eerste 80 eindigen.

Jan, je organiseert die tocht fantastisch. Waak ervoor dat het geen kamikaze tocht wordt.

Ik groet je,

Herman

februari 2005Ha Jan,Wat een succes die 200 myls van jou.
Nog even en je kan het naar de beurs brengen.
Ik lees dat je andere startplaatsen overweegt en dat vind ik een beetje (erg )jammer.
De 200 myls is, ondanks de 70 a 75 deelnemers, een kleinschalig en intiem gebeuren.
Het is ook elitair omdat het voor belangstellende heel moeilijk is om er tussen te komen.
Maar wat geeft dat.

Het is niet alleen de wedstrijd die de deelnemers zo aantrekt. Ook het hele gedoe eromheen. De dagen voor de start, dat de deelnemers binnendruppelen weer de (h)erkenning van elkaar. De groepjes die zich vormen. Het warme welkom als je Muiden binnenvaart. Het uit eten met deze of gene bij Floris of de Chinees. Het speculeren over de routes.
Denken dat je een geheim plan hebt, en dan afluisterend op je buurtboot, die toevallig een betere zeiler is en die jij zeer bewondert, te horen krijgt, dat dat een heel slecht plan is.
Moet je weer opnieuw beginnen. En het is nog maar 10 uur tot de start.

Ook dat is de 200 myls solo. Ik heb iets met die mensen, met de koorts die er heerst.
Je zit er middenin en beleeft het met volle teugen. Dat hele voorgebeuren is een enorme steun bij de uiteindelijke wedstrijd.

De deelnemers worden je vrienden. Niet altijd persoonlijk, maar je weet dat elke deelnemer in dezelfde sfeer is ondergedompeld als jijzelf.
Dat is waarom ik een verbondenheid voel als ik tijdens de race een boot tegenkom met de solovlag in het achterstag. Ook al heb ik vaak geen idee wie er op die boot zit, dan weet en voel ik; “Daar is een maatje, die is er ook bij”. Als ik dan mijn hand opsteek om hem te begroeten en we foto’s van elkaar nemen, beleef ik het ultieme 200 myls gevoel.
En ook het buitengewone heerlijke elitaire gevoel dat ik tot de weinige behoor die hier aan mee mag doen.
Dat is de kwaliteit van de 200 myls.

Voor al die mensen die (nog) niet aan bod gekomen zijn. Er is hoop. Ik doe nog maar een stuk of 20 keer mee. Dus in 2025 is er weer een plek vrij.

Verder, er zijn nog andere mooie zeilevenementen.
Wat dacht je van Petit Bateau. Ik ben er lid van geworden en als ik het kan organiseren doe ik mee.
Het is een mooie organisatie en ze willen er nog best wat boten bij.

Ik groet je Jan,

Herman.

Mailtje Nico Benink

Mailtje Nico Benink
Hoi Jan,Ik werd in een lichte paniek gebeld door mijn vrouw of ik me maar meteen voor de 200 myls wilde opgeven want anders was er de kans achter het net te vissen (daar moeten ze toch treiler netten mee bedoeld hebben, want er zijn best wel netten waar je heel goed achter kunt vissen).Wat een schat van een mens is het toch, want als ik me straks weer opperbest zit te vermaken in stikdonkere nachten met een fris windje, dan zit ze toch weer thuis met een knoop in haar maag. Ga je toch nog een groot evenement maken van de 200 myls ? ik weet dat je daar al een paar jaar over loopt te denken, en een 10e editie zou een mooie gelegenheid zijn, maar aan de andere kant………Blij dat ik er niet over hoef na te denken. Ik heb vandaag ingeschreven en hoop dat er nog niet meer dan 70 me voor zijn geweest

Hoe het ook zal gaan, we zien elkaar in Hoorn op de 6e februari!

Ik heb nog een paar sfeerbeeldjes bijgevoegd, waarbij het aardig is te weten dat de betonnen poten 24,5 meter hoog zijn
Het beeldscherm toont het KNMI weerstation met “officiele”cijfers. zeetje
stormpje

Nico Benink
Offshore coordinator F3-FB-1
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.