Title Image

Verslag 2002 (7)

Verslag 2002 (7)

Oude koeien van 2002

  • Ik ben nog steeds bezig met de 200-mijls ‘SOLO’, in mijn slaap kruip ik mijn bed uit omdat ik denk dat mijn logboek nog ingeleverd moet worden. Ik zoek naar de lichtschakelaar. Ik kan de lichtschakelaar niet vinden. Ik stoot niet mijn hoofd (!) maar wel mijn teen tegen een drempel. Ik begin te dromen dat ik thuis ben; als ik wakker wordt blijkt mijn droom waar te zijn (uniek!) ik bén thuis en begin te piekeren: Hoe zat het ook al weer? Loop ik nu met de wallen onder mijn ogen rond. Zegt iedereen: Je kunt aan die kop van hem wel zien dat die 200 myls een zware tocht is geweest……
  • In de eerste plaats graag de complimenten voor de organisatie van de 7e 200myls solo. Ik vaar veel (team)wedstrijden en ken dus het verschil tussen een goede en een slechte organisatie. Ik heb genoten van de afgelopen wedstrijd en de organisatie eromheen.
    Ik zou graag mee doen aan de 8ste editie van de 200 myls ‘SOLO’ wedstrijd. Ik maak graag gebruik van de mogelijkheid een uitnodiging te ontvangen voor deze wedstrijd (zoals nu op de website staat). Eens kijken of ik er met de ervaringen van dit jaar een beter resultaat uit kan persen.
  • ‘Dat voelt fantastisch, ik ga finishen !’
  • Mijn stemming wisselt tussen :’Wat ben ik toch in hemelsnaam aan het doen?’ en ’ Wie krijgt er zomaar de kans met zo’n zooitje te pielen op het IJsselmeer, terwijl heel Nederland aan het werk is !’
  • Ik merk, dat ik moe word door m’n onvriendelijke dialogen met mijn stuur – automaat, zelfs als die uitstaat.
  • Bij de KG 2 neem ik de foto van m’n leven. Van een blauwe Contessa 32 met een blauwogige blonde kapiteinse, daarna 3x uit het roer gelopen; ’n jaloerse Scampi ?
  • Om 23.15 kan ik hem dan eindelijk fotograferen, althans ik hoop dat het de goede is, want als het groene licht 2 seconden aan is, zie ik niks en als het vervolgens 2 seconden uit is, ben ik nog verblind.
  • Ik heb 2 nieuwe varianten gezien van spinaker strijken.
    De vissersmethode : val los, de spi doorweken en dan opvissen
    De vliegermethode : je maakt ergens iets los en dan nog iets, en plotseling waait de spi aan het topje van de mast.
  • Eet bij Urk tagliatelle met spek en oesterzwanschen in een port en roomkaassaus ?
  • M’n GPS doet ’t niet meer, wel avontuurlijk. ’s-nachts breek ik me daar ‘t hoofd over of er een inter-instrumentale relatie kan bestaan tussen de GPS en de stuurautomaat, misschien kunnen die elkaar niet met elkaar overweg
  • ‘Overweeg de camera een zeemansgraf te geven, nadat die met nog 9 plaatjes erop weigert verder te transporteren.’
  • Voor Pampus valt de wind weg.(natuurlijk, anders kun je er ook niet liggen.)
  • Surf regelmatig in de 10 knopen, max 12. Af en toe voordek onder water.’ ‘Harder kon ik echt niet !’
  • Heerlijk gezeild. Weinig krachten verspild, door rechtop te zeilen, op tijd te reven, de genua in te rollen en de juiste tactische beslissingen te nemen.
  • ‘Wat gaat het schip tekeer………. Ik hoor van alles binnen knallen.’ De knipperende H2 is al een half uur te zien. Ik neem het draaiboek nog eens door. 10 minuten ervoor windgenerator uitzetten. Cap en bril af. Flitser aanzetten. 5 minuten ervoor grootzeil omlaag halen en 3 minuter ervoor de stuurautomaat uitschakelen en op de hand gaan sturen. Jezus, wat dwangmatig allemaal. Doe ik dit echt voor de lol ?
  • Ik fiets in de stromende regen in Medemblik naar het Yachtcenter en moet wachten op een Duitser met een hoog IQ ?
  • De e-mails die u mij vanaf deze zonsopkomst zendt, zullen helaas niet meer gelezen worden. Ik heb namelijk geen e-mail aan boord. Dit klinkt weliswaar wat ouderwets, maar het zich op windkracht voorbewegen is dat ook!
  • Spi gijpen in je eentje bij de LC 9 … Ook een heel aparte beleving … belevenis. En natuurlijk ook een foto van de boei. Je wordt steeds handiger.
    Vraagje : ‘Wat ontbreekt er dan nog aan geluk ?’
  • ‘Zeil zo strak langs het paard, dat de schilders op de trap, die daar bezig waren, opzij moesten springen’
  • Quote: “Dit is geen zeilwedstrijd, maar een zenboedistische zwemwedstrijd in nederigheid”.
  • In het nachtelijk duister ruim een uur naar de V 15 gezocht. Van mij mogen ze hem ‘ V(ucking) 15 ‘ noemen.
  • Bijzonderheden : Ben buitengewoon agressief en soms ook zo gezellig.
    Spinaker graag bij 25 knopen, maar hou ook van een kabbelend zeetje.
  • De eerste dag heeft een hoog gin-palace-gehalte.
  • Na diversen pogingen is het per e-mail gedaan en om ongeveer 06:00 uur hoogstpersoonlijk bij Jan in de brievenbus gestopt. En ja hoor ‘s morgens om 8 uur stond ik tussen de deelnemers! Ik mocht meedoen met de 200-myls solo!
  • Wat is nou een 200 myls zonder kanongebulder op de dijk? Het was inmiddels traditie geworden. Alstublieft generaal: Al is het maar één schot!!!

Ingeschreven solo-schippers – 2002

 

 

Nr Jaar
dln
Plt
wed
Aant.
maal

Schipper
Type
jacht
Naam
jacht
Thuishaven
jacht
SZ
Factor
1 2002 1 6 Dik Geurts FF 110 Bandos Herkingen 86.50
2 2002 2 5 Kees Corts First 305 *1.35 Jean Dix Huizen 103.0
3 2002 3 5 Albert Broshuis Winner 950 Scheerling Ketelhaven 97.50
4 2002 4 3 Bauke Yntema Winner 950 *1.35 Catootje Workum 99.60
5 2002 5 1 Egbert v.d. Waal Waarschip 1010 Fast Good Workum 94.60
6 2002 6 3 Erik Jan Hardonk Etap 30 Nescio Lemmer 104.0
7 2002 7 2 Bart Boosman Boosman JB De Franschman Bergen 95.00
8 2002 8 4 Clemens Sanders Dehler 31 Maran Huizen 101.0
9 2002 9 1 Henk Steltenpool First 305*1.35 Little One Spakenburg 103.0
10 2002 10 3 Lex Sablerolles First 31.7 Friske Huizen 93.20
11 2002 11 2 Frits Bartels Contest 40S Easy Going Hindeloopen 95.00
12 2002 12 7 Jan Luyendijk Sun Light 30*1.45 Tam Tam Huizen 103.0
13 2002 13 2 Rob Jaspers Impact 37 Connector Schokkerhaven 87.00
14 2002 14 3 Martin Selles Dehler 36 DB Kim Block.v.Kuff. 87.00
15 2002 15 4 Hans Pietersma Carena 36 Francis Kampen 103.0
16 2002 16 4 Rodney Clark Dehler 31 Sundancer Huizen 101.0
17 2002 17 4 Gert Vink Pion Gambiet Almere-Haven 100.0
18 2002 18 3 Guus Milani Impala 33 Wigulida II Kampen 95.40
19 2002 19 3 Jaap Homan Spirit 32 Almare Het Y 98.00
20 2002 20 1 Jan Smink Dufour 4800 Nicky Deux Muiden 96.50
21 2002 21 1 Frits Brattinga Maxi 999 Lady A Sneek 97.80
22 2002 22 5 Ed Megens Dehler 34 Lupa Maris Monnickendam 93.50
23 2002 23 1 Jacqueline van Amstel Contessa 32 Wandering Moon Dintelsas 102.0
24 2002 24 4 Michel Capel Freedom 35 Tumlare Makkum 102.0
25 2002 25 2 Paul Heijmerink Etap 26i Rapaz Naarden 105.4
26 2002 26 1 Jos Valkering Waarschip 725 Magic Akersloot 112.0
27 2002 27 5 Herman Tieman Spirit 28 Nan Blocq v.Kuff. 104.0
28 2002 28 2 Barend Peters Jaquar 22 True Blue Naarden 121.0
29 2002 29 1 Jon v.d. Weide Pion Holle Bolle Harlingen 100.0
30 2002 30 1 Menko Poen Bries Laughing Gull II Naarden 112.0
31 2002 31 3 Joep Dirkx Waarschip 1/2T *1.65 Razende Bol Lelystad 104.6
32 2002 32 5 Henk Van Breda Van Breda 38 Batavus Blocq v.Kuff. 107.0
33 2002 33 4 Jeroen Groenendijk Contessa 32 Swan of Tuonela Warmond 102.0
34 2002 34 1 Anjo Veerman Dehler 39 CWS*vk155 Aurum Amstelveen 92.00
35 2002 35 4 Kees Riemer Gib’sea 84 Poespas Huizen 105.0
36 2002 36 1 Hinse Koning Marieholm 26 Tawhiri Balk 110.0
37 2002 37 7 Cees de Wit Scampi 30 Foetsie Baarn 98.50
38 2002 38 1 Otto Maitimu Contrast 362 Content Lelystad 91.00
39 2002 39 3 Henjo Ruiter Meridian Cras fuctum est Medemblik 110.0
40 2002 40 1 EricJan Wiebenga Vanwiele 11.10 Indra Zaandam 101.2
41 2002 41 5 Bauke Jager Ocean 25*1.00 Mira Balk 109.0
42 2002 42 1 Nico Benink Kroes Brandaan Hasselt 103.3
43 2002 43 1 Ruud Kapteyn IMX 38 Mango Muiden 85.00
44 2002 AFK 7 Piet Bakker Maxi 77 *1.45 Balder Huizen 110.0
44 2002 AFK 3 Wim Schreurs Cormoran Mon Ami De Kaag 108.0
46 2002 DNF 5 Arie Petrus Egythene 24*1.40 Fighter Almere-Haven 108.0
46 2002 RET 4 Klaas Kreuze Friendship 28 *1.20 Mon ami Huizen 107.0
48 2002 RET 2 Kees Lampe Koopmans 39 Copain Lelystad 97.40
49 2002 RET 3 Jan Smeele Waarschip 1/4 Sybarite Medemblik 112.0
50 2002 RET 3 Peter v.d. Schaaf Waarschip 725 Jonas Medemblik 112.0
51 2002 RET 5 Jaap Verkerk Comet 910*1.40 Stella Filante Ketelhaven 104.0
52 2002 RET 6 Paul Schrier Fellowship 33 Ellship Naarden 110.0
53 2002 RET 3 Fred Avezaat Wibo 830 Wilfred Strand Horst 130.0
54 2002 RET 5 Harm Veenstra Friendship 28 *1.60 J.Leeuwerik Ketelhaven 104.6
55 2002 RET 3 Adriaan van Berkel Sabina 11.00 Mallemok Medemblik 103.3
56 2002 RET 3 Roderik Bijlard Mini Transat Arcahambault Coco Huizen 96.30
56 2002 RET 3 Adrie Jansen Contest 33*1.65 Jade Ossenzijl 107.5
58 2002 RET 1 Nico Budel First 40.7 Hayai Scheveningen 87.00
58 2002 RET 2 Gio Schouten Freedom 44 Airborne Marken 92.00
60 2002 RET 5 Ad Beringen Ohlson 29 Skua 4 Enkhuizen 106.0
60 2002 RET 4 Gert Kuik V.d.Stadt 34*staal Denethor Blocq v.Kuff. 102.0
62 2002 DNS 7 Han Beijersbergen Bavaria 37 Anne Sophie Lelystad 95.10
62 2002 DNS 2 Thom Bierenbroodspot Great Dane 12.70 De Anders Blocq v.Kuff. 103.0
62 2002 DNS 2 Gerben Bos FF 95 Frequent Flyer Medemblik 91.00
62 2002 DNS 1 Henk Bulthuis J 109 ChillOut! Lelystad 84.00
62 2002 DNS 3 Arie Nauta Grinde Scarlet Warns 101.0
62 2002 DNS 2 Govert Ramselaar Mariholm IF Knackebod Muiderzand 110.0
62 2002 DNS 4 Govert Riksen Friendship 33*vl.k Rubato Makkum 102.0

 

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 2002

Banen – 200 myls ‘SOLO’ – 2002

Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0 Muiden M 1 0
Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10 Volendam GZ 2 10
Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17 Hoorn NEK 17
Lelystad-Z OVD3 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 27 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 21 28 S/Lelystad-Z OVD 3/EZ 21 28
S/N.zeekanaal P 15/B’RAN 43 Stavoren VZ 1 44 Den Oever WV14 50 Medemblik V 15 45
S/Kornwerderz. VF 4/BO 12 58 Enkhuizen KG 2 64 Urk UK 16 63
Den Helder MH 4 75 Harlingen BO 44 63 Breezanddijk SPORT B 81 Breezanddijk SPORT B 88
Oude Schild T 14 79 W. Terschellin VL 6 78 Urk UK 16 106 Stavoren LC 9 100
S/Den Oever VG 17/WV 14 88 Oost Vlieland ZS 13 81 Medemblik V 15 124 Lemmer SB 10 109
Urk UK 16 110 Den Helder T 5 112 Stavoren VZ 1 130 Enkhuizen KG 2 120
Breezanddijk SPORT B 135 S/Den Oever VG 17/WV 14 120 Makkum VF04 143 Hindelopen H 2 134
Hindelopen H 2 131 Hindelopen H 2 150 S/Lelystad-N EZ 27/OVD 3 158
Enkhuizen KG 2 153 Medemblik V 15 144 S/Lelystad-N EZ 21/OVD 3 172 Pampushaven PH 169
Stavoren LC 9 159 Lemmer SB 10 159 Hoorn NEK 183 Hoorn NEK 180
S/Lelystad-N EZ 21/OVD 3 173 S/Lelystad-N EZ 27/OVD 3 173 Volendam GZ 2 189 Volendam GZ 2 187
Hoorn NEK 184 Hoorn NEK 184 Pampushaven PH 195 Blocq V.Kuff. BVK 193
Muiden M 1 200 Muiden M 1 200 Muiden M 1 200 Muiden M 1 200

 

 

Verslag 2002 > DE ZEVENDE

Woensdag, 16 oktober 2002 22:00 uur

 
3e. prijs                 Vrouwentrofee      1e. prijs             2e. prijs
Albert                       Jacqueline              Dik                  Jan Kees
Broshuis                   van Amstel          Geurts                 Corts

Na het welkomswoord tot de deelnemers, die van heinde en verre gekomen, aanwezig waren, veelal met hun partners en het bedanken van de sponsors werd er een overzicht gegeven van de race, het weer en de routekeuze.

Er werd gesproken over de weersomstandigheden tijdens de race. De schitterende start met een lange rits spinakers tot aan de horizon. De langzaam aan toenemende wind op de dagen erna tot een dikke 6 a 7 Bft. op de finishdag. Het grote voordeel voor de solo-schippers was dat de wind op woensdag zuidelijk was en daarna draaide naar de Noordwesthoek.

Het was de eerste maal, dat alle de 4 routes werden bezeild, 2 schippers besloten voor, buitenom, dus route 1, te verzeilen. 4 namen de wadden-route 2, via Harlingen, Stortemelk en om de eilanden Vlieland en Texel heen. 23 solisten bleven op de IJsselmeer-route 3, terwijl de route 4, welke eigenlijk was bedoeld als reservebaan, om in het uiterste geval het schietoefeningengebied op ’t Noordelijk IJsselmeer te omzeilen, door 26 schippers werd verzeild.
Wat de gevolgen van hun tactische (route)keuzes waren, was duidelijk te bemerken uit de uitslag.

Verder, ondanks de prachtige fotosessies, zowel van de gepasseerde boeien, alsook van de deelnemers onderling, werd de wens uitgeproken om voor bewijsvoering, dus kloktijd van de gepasseerde merktekens, zoals in het internationale vrachtverkeer tegenwoordig gebruikelijk is, ook ooit een dergelijk systeem bij de 200 myls te kunnen toepassen.

Er waren talloze positieve en ….. vooral sportieve reakties vanuit het deelnemersveld en het ook thuisfront, getuige de vele bezoeken (in 3 weken ruim 21.000) op deze website. Veel van deze bezoekers hielden de wedstrijdstanden van hun favorieten nauwlettend in de gaten :

Ook werden er wat logboeken behandeld met daarin de diverse humoristische annekdotes van deelnemers. Heel wat verhalen hoorden we. Veel foto’s werden getoond en onderling weggegeven.

2002

Iedere deelnemer kreeg zijn her-
inneringsplaatje,    alsook  ’t log-
boek met het  foto-printje  terug.
Daarna de prijsuitreiking,   waarin
de  tinnen borden aan de 3 prijs-
winnaars werden uitgereikt.
Ook Jacqueline kreeg haar trofee.

De Kodak  Flash Fun  foto-printjes gaven deze
keer wat onduidelijke nachtfoto’s weer, vooral
in de pittige buien.  De dagfoto’s daarintegen
waren weer van  uitzonlijke kwaliteit   (zie ver-
slag) en werden uitgebreid gecontroleerd met
loops  en de  echte voorbeelden   bij de hand
door Gerda en Piet    Bakker.

 

Barend Peters   kreeg van Stichting
Schildpad  een setje  van 3 handge-
schilderde  drinkmokken,    vanwege
zijn enorm  positieve  instelling,  als
doorzettersprijs.      Voor hem  geen
tactische  wachttijden of  terugkeren
naar een rustboei.  Voor Barend was
dit zijn 2e. 200 myls SOLO’.

Alle boeien van de 4 verzeilde banen werden
in groter formaat  afgedrukt en opgehangen
Piet Bakker   had een speciale benaderings-
theorie :      ‘Je legt er dan maar bij aan om
’n goede foto van het merkteken te nemen.’

UITREIKING
DAMESWISSELTROFEE

Wim Schreurs ontwierp en maakte speciaal
voor de dames een wisseltrofee, die het
aan zouden durven de 200 myls ‘SOLO’ –
2002 mee te verzeilen.
Het kreeg zijn gevolg ! Vanavond werd
deze damestrofee uitgereikt.

Jacqueline van Amstel zeilde niet alleen
de wedstrijd uit, maar bewees zich zelfs
als ’n geduchte tegenstandster.
Zij bereikte de 23e. plaats.

 

 

   

Ook diegenen , die tijdens de wedstrijd veel werk hadden verzet, kregen een fles en/of bloemen.

Uitgebreid bedankt werden :
wsv AVOH voor de voorlopige adoptie van de 200 myls ‘SOLO’ – 2002 en het vertrouwen, dat het hierin stelde.
Bob Luyendijk voor de kontakten/passagemeldingen met de schippers en de uitslagverwerking.
Marco Luyendijk, die een groot gedeelte van onderstaand ‘Nieuws tijdens de race’ en foto’s voor z’n rekening nam, alsmede met scripts en internet-ondersteuning/supervisie de webmaster van de 200 myls ‘SOLO’ is.
Piet Bakker, vanwege de algemene werkzaamheden, zoals kontrole foto’s etc., etc.
Peter Capel, de start- en opnameschipper, alsook de schipperse voor hun gastvrijheid en ontvangst voor de uitgezeilde solisten op de M/Y Capella.
Jan Luyendijk als organisator, kreeg ook nog een flesje, dat al op de tafel stond. Deze heeft hij echter toch maar aan de plaatsvervangend havenmeester Wim Dercksen van de Stichtingshaven Muiden geschonken, vanwege z’n extra inzet om de maximale in- en uitstroom van jachten voor en na de 200 myls ‘SOLO’ in goede banen te leiden.

 

 Bob vertelt over de telefonische meldingen,

Herman Tieman geeft Harmen Veenstra z’n prijs
   
   

De barbediening van de wsv AVOH te Huizen was weer het toonbeeld van gastvrijheid en zorgde ervoor dat iedereen het prima naar de zin had. Al met al een heerlijke avond, waar alle kontakten weer eens stevig werden aangehaald.

Jan Luyendijk, Huizen,
16 oktober 2002

door : Marco Luyendijk

Zondag 06 oktober 2002 12:00 uur Einde wedstrijd !

Ondanks de harde wind en pittige buien zijn alle solo-schippers gefinished of hebben zich afgemeld. Dus pure enthousiasme en teleurstelling, ’t hoort er allemaal bij. De mening van de meeste schippers was, dat ze deze zevende 200 myls ‘SOLO’ een pittige, tactisch lastige wedstrijd vonden, vooral door de windschiftingen gedurende de gehele wedstrijd. De wind heeft werkelijk vanuit elke hoek gewaaid en er zaten stukken bij van 0 tot een dikke 7 bft.

In totaal kwamen er 45 schippers over de finish, 2 deelnemers konden op zondag de finish niet meer halen, 15 vielen er uit en zijn er 6 niet gestart.

De haven van Muiden ligt alweer vol met gefinishde schepen.

Zondag 06 oktober 2002 07:00 uur

 

     
Rob Jaspers en z’n Connector Dik Geurts en z’n Bandos Martin Selles en z’n Kim

Vroege zondagochtend. Veel schippers moeten nog finishen. Foto’s : Jaap Homan
Foto van Jaap als achtergrond van de achtste 200 myls ‘SOLO’
 

De meldpost IJsselmeer geeft aan, dat er een windkracht 7 staat. Er dient nog gefinisht te worden door nog 18 schippers. Gelukkig komt de wind uit het Noord-westen, zodat de zeilers met een beetje geluk de haven van Muiden in komen waaien, want 12:00:00 is het einde van de wedstrijd en dienen al de logboeken, fotocamera’s bij het opnameschip te worden afgegeven.

De Nek is weer een van de te fotograferen merktekens op de terugweg

 

De verslagen van Otto Maitimu (06 oktober 09:50) vind je onder de button ‘oude koeien – 2002’,
alsook de verslagen van Erik Jan Hardonk en Jaap Homan

Zaterdag 05 oktober 2002 20:30 uur

Er zijn nu nog heel wat schippers onderweg. Het is al pikkedonker. Veel dikke buien met vlagen van een windkracht 6 a 7 Bft. De doorzetters, koud tot in het bot in hun natte regenpakken, trotseren dit weer en lopen tot midden in deze barre nacht Muiden binnen.

Zaterdag 05 oktober 2002 15:30 uur

Piet Bakker in z’n Balder Bauke Jager met z’n Mira

Zaterdag 05 oktober 2002 11:40 uur

Paul Heijmerink voer de sluis in en had zijn niet altijd even betrouwbare stuurautomaat aanstaan. Hij was zijn stootwillen vergeten uit te gooien, dus moest dat nog snel even gebeuren. Terwijl Paul op zijn dek staat, besluit z’n stuurautomaat naar stuurboord te gaan. Zijn Etap 26 komt tegen de sluiswand aan en zijn boegspriet is daardoor kapot. Gelukkig is er verder geen schade.
Vannacht is even voor half 3 Frits Brattinga gefinished. Anjo Veerman is met z’n Aurum rond kwart over elf vanmorgen gefinished en in de Stichtingshaven gearriveerd.

foto: Cees de Wit – Jacqueline van Amstel met haar Contessa 32 ‘Wandering Moon’ – Kodak Flash Fun

Vrijdag 04 oktober 2002 23:40 uur

De eerste zeiler is over de finish en heeft de zevende 200 myls ‘SOLO’ volbracht. Ruud Kapteyn heeft met zijn Mango, de IMX 38 zijn 200 mijlen erop zitten en z’n camera, alsook ’t logboek afgegeven bij opname-schipper Peter Capel.

Vrijdag 04 oktober 2002 22:00 uur

De sneltste 200 mijlers worden tussen 22:00 uur en 01:00 uur verwacht bij de finish!! Hierover zullen wij gelijk, als het mogelijk is, berichten via deze website!
Een prachtige dag, mooie luchten en een lekker windje, de schippers hebben geen klagen over het weer.

Bij het ochtendkrieken rondt de ‘Poespas’ van Kees Riemer het merkteken Sport B nabij Breezanddijk

Vrijdag 04 oktober 2002 07:30 uur

Het blijkt nu, dat alle 4 de routes worden bezeild. Dat betekent, dat alle merktekens dit jaar worden/zijn gefotografeerd. Wil je het weten klik dan op : Alle merktekens van de 200 myls ‘SOLO’ – 2002

De VL 6 nabij Vlieland/Terschelling in beeld. foto: Egbert v.d. Waal met Kodak Flash Fun

 De Baloeran voor IJmuiden in beeld. foto : Dik Geurts met Kodak Flash Fun

 De T 5 in het Marsdiep in beeld. foto: Menko Poen met Kodak Flash Fun

Via onze email hebben we weer een verslag gekregen:

  • Otto Maitimu (03 oktober 23:13)

Donderdag 03 oktober 2002 23:10 uur

Anjo Veerman met z’n Aurum heeft zichzelf nog op de tweede plaats weten te zetten, hij heeft 06 mijl gevaren en daardoor is Henk Steltenpool naar de derde plaats gegaan. Tot nu toe hebben 5 solisten zich afgemeld bij het regattabureau en zijn de wedstrijd gestopt, totaal doen er nog 57 zeilers mee. Gert Kuik is gestopt vanwege te weinig wind en kwam niet meer vooruit, hij probeerde Den Oever te bereiken wat helaas niet is gelukt en heeft aan het einde van de middag opgegeven.

Donderdag 03 oktober 2002 23:00 uur

Ruud Kapteyn uit Muiden wil snel weer over de finish vlak bij zijn thuishaven, hij staat na de tweede dag zeilen aan kop. Tot nu toe heeft hij de meeste mijlen van iedereen gezeild en zit op 2/3e van de race met een totaal van 130 mijl. Henk Steltenpool met z’n ‘Little One’ is hierdoor naar de tweede plaats verwezen.

Donderdag 03 oktober 2002 21:00 uur

Het weer was vandaag een winkrachtje 3 a 4. Vele schippers hebben alweer een haven opgezocht om de nacht door te brengen. diverse zeilers zijn bezig een gat in de nacht varen!

Via onze e-mail hebben we verslagen gekregen van de zeilers :

  • Erik Jan Hardonk (02 oktober 09:04)
  • Otto Maitimu (03 oktober 13:16)

Enkele plaatjes van:

Frits Bartels

 
Cees de Wit spinakert in de Foetsi, z’n Scampi 30′
De witte spinaker van Herman Tieman met z’n Nan Foto’s : Harm Veenstra
 

 

   
Dik Geurts
Bandos
 Foto’s en de spi van Albert Broshuis
Scheerling
Egbert v/d Waal
Fast Good
Foto: Gio Schouten. Heeft iets met tweemasters. Is dit solo ?
Frits Brattinga’s Lady A & de Tam Tam van Jan Luyendijk
 
Gio Schouten met z’n Freedom 44, Airborne De Gib’sea 84 van Kees Riemer met halfwinder
 
 Wim Schreurs met z’n Mon ami en Bauke Jager met z’n Mira onder spinaker
 
 Bouke Yntema op zijn ‘Catootje’ weer vol in de strijd met z’n opnieuw verstaagde mast
en neemt op het rak naar de NEK de ‘Tam Tam’ 2 maal op de kiek

Woensdag 02 oktober 2002 23:00 uur

De eerste plaats wordt na een dag zeilen aangevoerd door Henk Steltenpool in een First 305. Hij is eerst naar de Nek gevaren en heeft rond het middaguur een rustpauze genomen om in de avond weer verder te varen. De eerste dag van de 200 myls’SOLO’ was er weinig wind en zelfs een tijdelijke totale windstilte. 17 schippers brengen de eerste nacht door in Lelystad, waarschijnlijk wordt het daar weer zeer erg gezellig!
Woensdag 02 oktober 2002 7:00 uur

  De haven in Muiden is vol,  overvol.  7 dik lig-
gen de schippers klaar om te vertrekken voor
de 7e editie van de 200 myls ‘SOLO’. Ze heb-
ben er allemaal erg veel zin in.   Enkele minu-
ten voor zeven gaat  de eerste solist al in de
richting van de eerste boei,  het startmerkte-
ken de M 1,  alwaar hij zeilend met de motor
uit, een foto van moet maken  als bewijsvoe-
ring, dat hij is gestart.   De passagetijd dient
de schipper dan exact in z’n logboek te note-
ren. Iedereen heeft zijn eigen taktiek en  dat
is belangrijk,  vooral  nu er  bijna  geen wind
staat  en dit ook niet  is voorspeld  voor van-
daag.
Ook Jacqueline spinakert naar de start-
passage, de M1, de haven van Muiden uit.
   

Onder het voeren van een spinaker of

bolle jan vertrokken de meeste deelnemers
   

Dinsdag 01 oktober 2002 20:30 uur

Het palaver wordt weer gehouden in cafe Ome Ko te Muiden. Jan Luyendijk brengt de sfeer er weer in. Volgens de voorspellingen van Frits Bartels (met microfoon op foto links onder) gaat het tot morgen met een zuidelijk windje niet echt hard waaien, maar komt er vrijdag een behoorlijk guur front aan met een stevige noordelijke wind. Verder legt Piet Bakker (zittend op foto links onder) de werking van de Flash Fun van Kodak uit.
Foto rechtsonder : Opnameschipper Peter Capel houdt de presentielijst nauwkeurig bij.

Dinsdag 01 oktober 2002 15:00 uur

Peter Capel, de oud voorzitter van het KNMC, en echtgenote assisteren, blijkt later, op een bijzonder
gastvrije wijze de 200 myls ‘SOLO’ als opnameschipper op hun Valkvlet ‘Cappella’.Maandag 30 september 2002

 
De gastvrijheid van Albert Broshuis van de Scheerling kent geen grenzen

Het is al gezellig in Muiden. Dik Geurts maakt ook het onderwaterschip van Albert Broshuis schoon !

De 200 myls ‘SOLO’ – 2002

Door :Jacqueline van Amstel, PZV Zeezeilen – December 2002

Onze PZV-‘ster’ Jacqueline zeil-de de 200-mijls wedstrijd SOLO-2002 en won de damestrofee. En dat niet alleen, zij bleek ook voor de mannen een geduchte tegenstander, door te eindigen op de drieëntwintigste plaats in een veld van achtenzestig.Lees hier haar verslag en kijk ook op www.200myls.nl hoe mooi het was.Welkom bij
de ex-mannenclub…

“Neem je volgend jaar vijftig vriendinnen mee?”
“Als er één schaap over de dam is….”
“Jij bent al zeker van de beker (een beetje jaloers misschien?).”
“Veel vrouwen trekken wel eens aan de touwtjes…”
“Vrouwen krijgen vaak de boot niet mee van hun man!”
Dat hoor ik zoal om me heen als ik voor de start van de zevende “200-mijl solo” met de overige deelnemers kennis maak. Na een oproep in het blad Zeilen, waarin vrouwen worden gezocht voor de race, vaar ik dit jaar als eerste en enige vrouw mee in een race waarbij in vier en een halve dag tweehonderd mijlen afgelegd moeten worden. Hierbij heb je de keuze uit vier banen.
Eenmaal de keuze gemaakt, vaar je de overige dagen die baan ook uit. Niet het eerste finishen is van belang, maar de 200 mijlen zo snel en tactisch mogelijk afleggen, is waar het om draait. Dus zo weinig mogelijk proberen te laveren en zo veel mogelijk wind om veel snelheid te maken, is wat je wilt.

Er zijn deelnemers die tevoren voor alle vier de banen een schema gemaakt hebben met de te zeilen koersen in percentages en mijlen om zo, op grond van de meest recente weerberichten, een baankeuze te kunnen maken. ‘s Avonds laat voor de start ga ik dat ook uit zitten werken. Helaas is juist het weer altijd de meest onvoorspelbare en onbeïnvloedbare factor.2 oktober, de startdag

06.00 uur
De wekker loopt af, een beetje overbodig, want ik ben al klaar wakker en aan het leven op de steiger te horen niet als enige. Eerst even door het luik naar buiten kijken. Hoe is het weer en nog belangrijker: de wind? Helaas klopt de voorspelling van ZO 2 en naar meer ziet het er ook echt niet uit.
De tactiek voor dag 1: zo laat mogelijk starten, de wind neemt als het goed is iets toe en na het eerste rak meteen een rustpauze nemen.

12.00 uur:
Frustratie. De wind valt volkomen weg. Was ik maar een uurtje eerder gestart, flitst het door me heen. Die negatieve gedachte helpt me niet. Het verandert niets aan deze situatie. Positief blijven en zorgen dat de boot vooruit gaat. Ik lig hier tenslotte ook niet alléén te dobberen, al is dat een schrale troost. Dit zijn superslechte mijlen!
Van mijn streven om geen mijl

onder de vijf knopen te maken, komt zo niets terecht. Vier uur varen
over tien mijlen. Wat een slecht begin. Bij het eerste merkteken bij Volendam ga ik dus meteen gebruik maken van m’n eerste rustperiode.
Mooi en perfect weer om te ankeren, en – veel belangrijker – om weer anker op te gaan. Dat is met weinig wind een stuk makkelijker.

Tijdens de race moet je verplicht minimaal zevenentwintig uur rusten. Er dienen minimaal drie verplichte rustperiodes van tenminste zes uur te worden genomen, waarin er één periode geankerd moet worden. Op het palaver, de avond voor de start, krijgen alle deelnemers een wegwerpcamera mee en een logboek. Met de camera moeten alle verplichte boeien van de baan gefotografeerd worden. Tevens noteer je zelf de tijd en bijzonderheden over omstandigheden, weer en andere deelnemers in je logboek. Bij elk van die verplichte merktekens kun je besluiten de wedstrijd tijdelijk te verlaten voor een rustperiode. Na zo’n rust neem je opnieuw een foto van die boei.

15.00 uur
Olieglad is het IJsselmeer. Een dun laagje mist vormt zich over het water met op de achtergrond het silhouet van Volendam er doorheen. Vredig ligt de helft van de deelnemers hier voor anker. De interne spanning is te groot om er echt van te genieten, helemaal opgeladen om zo snel mogelijke mijlen te zeilen, niet om hier te liggen wachten. Ook geduld is blijkbaar een onderdeel van het racen. Voor mij een persoonlijke uitdaging. Geduld… om te wachten op de juiste wind.

3 oktober

06.30 uur
Het is schemerdonker. Het olielampje aan de giek is net gedoofd, lichte rimpels op het water, gelukkig weer een beetje wind.


Zeventien uren verstreken zonder mijlen te maken. Nu moet ik wel gaan zeilen, anders kom ik nooit op tijd bij de finish.
Razendsnel aankleden en het anker lichten. Zo snel mogelijk naar de boei Nek bij Hoorn. Zo snel mogelijk betekent dus de spi erop en reachen. Dit heb ik alleen met heel licht weer (2 Bft) geoefend. Ik laat me natuurlijk niet kennen. Achter me gaat overal de spi erop. Ik kan niet achterblijven. Hoe ik straks moet gijpen en hoe ik de spi er in m’n eentje weer af krijg, is een zorg van later.

09.00 uur
De Nek is in zicht. Nu wordt het even stressen. Eén: binnen vier meter langs de boei zeilen. Twee: tegelijkertijd een foto van de boei maken. Drie: tijd en logstand noteren. Vier: vooral niet te ver doorvaren. Vijf: spi gijpen (het gehannes op het voordek met die zware boom verdient niet de schoonheidsprijs). Zes: boot op nieuwe koers leggen. Zeven: spi trimmen. Acht: alles controleren. En negen: zweet afwissen van m’n voorhoofd.
Ik doe iets niet goed, de achtervolgers halen me in. Goed kijken hoe zij de spi getrimd hebben en meteen proberen. De nieuwe trim scheelt een halve knoop snelheid. 6,5 knoop op de log. Dit voelt goed.
Na het ronden en fotograferen van de OVD3 gaat de spi er keurig af. Een opluchting!
De wedstrijd op zich is al spannend genoeg, maar er is nog een extra handicap. De keerkoppeling van de motor slipt.
Vooruitzicht: op elk moment kan de keerkoppeling ophouden met werken! De wil en vastberadenheid om deze wedstrijd te varen is echter zo groot, dat dit me niet kan stoppen. Ik kan tenslotte altijd nog achter uit een haven of sluis in. Hoewel ik er uiterlijk luchtig over doe, voelt het niet echt goed en is het een extra bron van spanning. Heel rustig varen en schakelen op de motor is het advies. De sluispassage – dit is officiële rusttijd – kost me hierdoor veel extra tijd.
Kostbare tijd, want de wind draait door van W naar NW en staat nu tegen op het volgende rak naar Medemblik. Dat betekent extra mijlen zeilen. De foto van de V15 levert vast strafpunten op. Eerst is deze slecht te vinden tegen de laag staande zon in kijkend en vervolgens staat het opschrift net niet aan de kant waar ik langs zeil. Een overhaaste overstagmanoeuvre en nu ga ik te ver weg langs de boei. Die wordt een onherkenbaar
klein geel streepje in de verte.18.00 uur
Voor de wind terug naar Urk en de spi er weer op. Ik ga er handigheid in krijgen. De wind neemt langzaam, ongemerkt haast, toe. Het wordt donker. Een prachtige zonsondergang. 7,5 knoop op de log.
Het sturen wordt zwaarder. Hoe kan ik in het donker voor Urk aan lagerwal de spi eraf krijgen?
Misschien flauw, maar dat durf ik niet aan en het laatste beetje avondschemering benut ik om de spi eraf te halen. Had ik nu maar even vier armen in plaats van twee.

4 oktober
Zes uurtjes geslapen. Weerbericht uitluisteren, eitje bakken, en vertrekken. Nu iets meer ruimte geven aan de twee onverlichte staakboeien waar ik gisterenavond in het pikdonker rakelings langs schoot. Een prachtige dag. Zon, wind NW 4, later 5. Nadat ik alle hoeken van het IJsselmeer gezien heb, leg ik om middernacht in Lelystad aan, met in totaal 106 mijlen op de log. Nu is het een nadeel dat ik hier niet erg bekend ben. ‘s Nachts een onbekende donkere haven aanlopen is niet eenvoudig.

5 oktober
De wekker haalt me ruw uit de slaap. Nog ruim veertig mijl zeilen. Ik ben moe, niet erg fit, het regent, en er staat een harde zuid westenwind met kracht vijf tot zes. Nog even doorbijten. Meldpost Lelystad waarschuwt voor toenemende wind, in de avond mogelijk windkracht zeven. Dan wil ik graag terug zijn. Zo stoer, dat ik met zoveel wind nog in de race wil zijn, ben ik niet. Ik wacht niet op een gunstiger windrichting, maar kies voor “vroeg” binnen zijn. Hierbij verlies ik het wedstrijdbelang misschien wel even een beetje uit het oog.
Bah, wat doe ik hier onder deze omstandigheden. Wat een lange natte dag. Van een afstandje en in de regen, zijn de boeien slecht

te zien tegen de grauwe achtergrond. Alles is nat. Buiten, maar ook binnen. Passagetijden en logstanden worden met doorweekte handen op natte blaadjes gekriebeld en gauw weer in een tupperware bakje gepropt. Het aftellen kan beginnen. Nog vijftien mijl, tien, vijf, twee. Dan: piep, piep, piep, het alarm van de dieptemeter. Twee meter water. Wat gaat er fout, met de eindboei al in zicht? Opsturen, en – opluchting – ineens weer in vijf meter water.18.41 uur, de finish
De laatste foto, de M1 voor Muiden. Yés, yés, het is gelukt.
Glunderend vaar ik de haven binnen, waar ik door Wim word opgewacht met mooie rode rozen. Een warm welkom. Daar kan menig man jaloers op zijn.

Tenslotte
Man of vrouw, voor ieder zijn de omstandigheden hetzelfde. Je moet je boot kennen, beslissingen kunnen en durven nemen, allround alle taken aan boord beheersen en net iets verder durven gaan voor een goede klassering, maar ook je grenzen kennen. Lichamelijk zwaardere taken, zoals de trim van de spiboom, zijn met behulp van extra lijntjes en takels en wat creativiteit ook te klaren. Ik zeil en schipper mijn boot nu voor het zesde seizoen, toch heb ik er al doende weer veel bijgeleerd en m’n grenzen weer een stukje verlegd. Een prachtige ervaring.

Voor belangstellenden was de race op internet te volgen. Elke avond moest telefonisch onze positie doorgegeven worden. Deze verscheen dan op de website. De tussenstanden gaven echter een heel erg vertekend beeld omdat die gebaseerd waren op het aantal gevaren mijlen tot op dat moment.
Uiteindelijk gaat het echter om de snelste mijlen en degenen die ervoor gekozen hebben de laatste dag (met windkracht 7) binnen te

komen, hebben in het algemeen snellere mijlen gemaakt en dus een betere eindklassering gehaald.Van de 68 deelnemers zijn er uiteindelijk vijf niet gestart en achttien niet gefinisht. Op handicap( SW) ben ik op de drieëntwintigste plaats geëindigd, met een totale gezeilde tijd van 40,44 uur en een gemiddelde snelheid van 4,9 knoop.

 

Solo in de 200 myls – 2002 door Jos Valkering

Gepubliceerd bij De vereeniging van Waarschippers en bij de A.R.Z.V.
Solo in de 200 myls – 2002door : Jos Valkering, MAGIC

In 1995 werd ik besmet met het zeilvirus. Hiervoor deed ik niets aan watersport, wel een keer meegevaren op een motorboot maar dat domweg slaapverwekkende rondjes varen (sorry motorboot eigenaren) vond ik maar niets.
Totdat ik op een zeilbootje terechtkwam en ontdekte dat hier toch even meer te doen was dan alleen sturen. Na wat informatie bij collega’s en kennissen opgehaald te hebben kocht ik mijn eerste zeilboot, een Kolibrie 560 en al snel deed ik ook met de SW-wedstrijden mee van de ARZV. Twee jaar later schafte ik een Waarschip 725 aan, een ware ¼ tonner, sterk verwaarloosd maar gaaf. Na een wintertje klussen was het weer een juweeltje. Het schip ging vanaf dat moment onder de naam Magic. Om mijn horizon te verbreden ging ik mee doen aan de 24-uurs van Medemblik, de 16-uurs van ABN AMRO en de Nacht van Spakenburg. Hier heb ik diversen trofeeën mee binnengesleept, ook bij de ARZV viel ik met regelmaat in de prijzen, het ging me zogezegd voor de wind.
Tijdens een Waarschippers-evenement zat ik tijdens de maaltijd naast Harris Visser, natuurlijk werd er over zeilen gesproken. Harris vertelde over de 200-myls solo en dat noemde hij pas een echte uitdaging. Daar had ik ook wel oren naar: een nieuwe uitdaging kon ik wel gebruiken. Inschrijven voor 2000 ging niet meer – die was al vol – dus moest ik nog een jaartje wachten.
Ik wachtte te lang want binnen een week was de lijst met deelnemers weer vol dus moest ik weer een jaartje wachten. Nu zat ik er bovenop. Ik heb regelmatig op de website van 200myls.nl gekeken, maar er was iets vreemds met de aanmeldingsformulieren en ik belde de organisator Jan Luyendijk op om opheldering over hetgeen wat ik gevonden had. Na wat over en weer gepraat te hebben en vertelde ik hem dat ik een Waarschip had, waarop hij vertelde dat er al een heel nest Waarschepen meededen. Dat was in 2002 zeker het geval, meer dan 10% van de deelnemers voer met een Waarschip. Jan gaf nog een tip om een geslaagde aanmelding te doen dus zat ik op 1 maart op 0.00 uur met mijn vinger bij de knop om het aanmeldingsformulier te verzenden, maar dat deden op dat moment waarschijnlijk meer mensen want het ging fout aan de andere kant: het werd niet ontvangen. Na diversen pogingen is het per e-mail gedaan en om ongeveer 6 uur hoogstpersoonlijk bij Jan in de brievenbus gestopt. En ja hoor ‘s morgens om 8 uur stond ik tussen de deelnemers! Ik mocht meedoen met de 200-myls solo!
Voor diegenen die niet helemaal weten wat de opzet is, hier een kleine uitleg. Solo: dus alleen 4 ½ dag zeilen: woensdagmorgen starten en zondagmorgen voor 12.00 uur de finish. 27 uur verplicht rusten en daarin zitten 3 periodes van 6 uur en 1 daarvan moet je voor anker. Je hebt keuze uit 4 routes, 2 op het IJselmeer, 1 via de Noordzee en 1 over het Wad..

Maandag 30 september
Na enige voorbereidingen zoals het aanvullen van de watervoorraad, accu’s laden en diversen dingen nog even nalopen vertrek ik met mijn vrouw Marian met de Magic via de Zaan richting Muiden en na de Schellingwoudebrug hijsen we de zeilen. Er stond niet veel wind maar met een gangetje van 4 knopen was het toch aangenaam vertoeven zo op het eind van het seizoen. Na nog een rondje om Pampus heen gezeild te hebben zijn we richting Muiden gegaan. Daar in de Stichtingshaven aangemeld, kregen we een plaatsje toegewezen waar ik me letterlijk in moest persen, na de boot te hebben afgemeerd zijn we opgehaald en naar huis gegaan.

Dinsdag 1 Oktober.
Rond een uur of drie laat ik me door Marian naar Muiden brengen, bij aankomst zijn de meeste deelnemers aanwezig en is het in de haven overvol. Na de laatste spullen aan boord gestouwd te hebben en alles nog even te hebben nagelopen op de hoop dat ik toch maar niets zal vergeten, ga ik een ommetje maken om hier en daar kennis te maken. Even later kom ik terecht bij de afdeling hout. Met totaal 5 waarschippers (jammer genoeg zijn er 2 afgehaakt) zitten we bij Egbert v/d Waal op zíjn Waarschip 1010 aan de koffie en hebben het – hoe kan het ook anders – over de routes en tactiek. In de avond is er palaver in het café van Ome Co en daar krijgen we nog het een en ander uitgelegd onder het genot van koffie met gebak.
Tevens krijgen we het logboek uitgereikt; daar moeten alle gegevens in genoteerd worden. Daarnaast ook een fototoestel van Kodak waarmee elke gepasseerde boei op de foto gezet moet worden en ook de felbegeerde 200-myls cap om het hoofd warm te houden. Wat later ga ik terug naar de boot, zet de wekker en ga de kooi in.

Woensdag 2 oktober
Om 6 uur gaat de voor dit evenementaangeschafte bellenwekker af en zit door die teringherrie rechtop in mijn bed. Na het in de kleren hijsen maak ik een lekker ontbijtje klaar en ga daarna de boel voorbereiden. Er is in de haven bijzonder weinig wind en ik besluit maar om op het meer te gaan kijken of daar wat meer wind is. Ik wring mij uit de te krappe ligplaats en vaar de haven uit. Het is zover, nog even en we gaan starten.
Er zijn ondanks windkracht 2 toch al diverse boten gestart en het is een fleurig gezicht zo met die gekleurde spinakers. Ik zelf zet een halfwinder, neem een foto van de boei M1 en ben daarmee gestart.De vaart zit er aardig in want met ruim 4 knopen ga ik richting het Paard van Marken. Ik word al snel opgelopen door Jan v/d Weide maar daarna is het dan mijn beurt en “pak” ik ook een paar deelnemers. Naar Volendam is het plat voor het laken.Aangezien er geen restricties zijn wat zeilvoering of hulpmiddelen betreft haal ik een geheim wapen voor de dag en heb daardoor de mogelijkheid er ook nog een spinaker bij te zetten samen goed voor 70 m² felgekleurd spinakerdoek en dat op een ¼ tonner.
Nu naar Hoorn, weer loop ik een paar boten op terwijl ze op handicap sneller zouden moeten zijn dan mijn Magic. Dit is echt genieten! Tegelijk met de Poespas van Kees Riemer kom ik bij NEK. Het wordt hoog tijd voor zeilwissel en verbaas me er over zo snel als ik de halfwinder strijk en de Genua weer heb staan. Ik ben net op tijd om samen met Kees de boei te ronden. We binden de strijd aan maar ik loop net iets hoger dan Kees en na een paar uur ligt Kees een aardig stuk onder mij. Maar dan wordt het compleet windstil, alsof ik voor anker lig. Na ±45 minuten komt de wind terug maar wel uit een totaal andere hoek. We liggen nu beiden over de andere boeg en omdat ik voor de windstilte lekker hoog kon zeilen moest ik nu nog een extra slag maken. Nu is voor Kees de boei bezeild en is er daarom ook 10 minuten eerder dan ondergetekende. Het is 17:41 als ik voor deze dag de laatste foto maak. Nadat we geschut zijn in de sluis van Lelystad zoeken we een plaatsje aan de noordkant en gaan voor anker. Op de wind na was dit een schitterende dag en tot nu toe was de praktijk makkelijker dan de inschrijving voor de 200-Myls.

Donderdag 3 oktober
De wekker gaat zo rond een uur of 6, ik verwen mezelf met een eenvoudig doch voedzaam ontbijt en nadat ik alles weer aan kant heb, wordt het tijd om de boot zeilklaar te maken. Het is nog schemerig als ik de motor start en naar de EZ21 vaar. Het is 9 over 8 als de tijd weer loopt, er is gelukkig iets meer wind dan gisteren maar wel heiig en verre van warm. Het is een klein wereldje om me heen, de instrumenten moeten mij de weg wijzen dus geef ik het roer over aan m’n “maatje”; die houdt beter de koes aan dan ik. Om half tien komt de zon er doorheen maar warmte zit er niet in. De route gaat naar Medemblik en vlak voor de V15 komt Gert Vink in het zicht. Maar hij zal toch na mij de boei op de gevoelige plaat zetten. We hijsen beide de spinaker en gaan naar Urk.
Gert is natuurlijk ruim voordat we bij Urk zijn al uit het zicht verdwenen. Het is 15:12 als ik er aankom, ik heb dit rak gezeild met een gemiddelde van ruim 5 knopen. Ik ben dan ook dik tevreden met dit resultaat en ga nu op naar Breezanddijk. De boot ligt op koers, vol tuig, een knik in de schoot en schitterend weer, wat wil een mens nog meer?

Jammer was deze situatie maar van korte duur, na 20 minuten ruimt de wind naar het NW en is het een kruisrak geworden. De wind trekt aan tot 5Bft en veel te laat wissel ik de Genua voor de Fok dit kost me denk ik een mijl. Het begint langzaam donker te worden en ik doe de navigatie verlichting aan. Het is echt donker als ik Sport B zie oplichten, je denk – nog even en dan zijn we er – maar dat even duurt heel lang. Als het licht is vind je die boeien slecht maar bij nacht zie je ze van mijlen ver, tenminste als het achter de boei donker is. Het is 22:15 als het rak ten einde is. Voor de veiligheid strijk ik eerst de zeilen want dat scherpe witte licht verblind je en als het uit is zie je de boei niet meer, het is veel te link met deze wind en onder zeil op 4 meter afstand die foto te moeten maken, vaar terug op de motor en vereeuwig Sport B. Ik ga naar de Afsluitdijk en ontdek het seinlicht van de vluchthaven. Het is er pikdonker; als je hier naar toe moet vluchten door zwaar weer en je ziet geen hand voor ogen is het toch raar binnenlopen. Ik meer af aan de Tawhiri van Hinse Koning waardoor ik dan ook wordt geholpen met het afmeren. Als nieuweling kon ik Hinse niet en dat bleef op dit moment ook zo want het lampje op zijn hoofd verblinde mij totaal. Na de inwendige mens versterkt te hebben met een flinke hoeveelheid snert vul ik het logboek in, neem nog een paar berenburgers en ga plat.

Vrijdag 4 oktober
Het is 4 uur als ik wakker word en ook niet meer kan slapen, als alle nodige dingen gedaan zijn is het 5 uur, wat nu? Het meer maar op en starten, dus maak ik de boot los start voorzichtig de motor en vertrek met stille trom. Het is tegen zessen als ik een foto neem van Sport B en ik ga richting Stavoren, er staat een windje 4 die half binnen komt. De Genua wil ik verwisselen voor de halfwinder om er nog een ½ mijltje meer uit te persen – je bent tenslotte met een wedstrijd bezig – maar het is nog stikdonker. Na veel wikke en wegen gaat hij er dan toch op en alles verloopt voorspoedig. Bij het krieken van de dag zijn er twee watervogels die me stomverbaasd aanstaren. Ik zie ze denken: “goeiemorgen, idioot” en misschien hebben ze gelijk. Van Stavoren naar Lemmer, dan naar Enkhuizen. Er komt halverwege dit rak een donkere lucht aanzetten en ik besluit te reven. Dit gebeurd op tijd want er zit een bult wind in die ook nog ruimt naar het NW, dus met een knik in de schoot ga ik met hoge snelheid naar de KG2. Daar aangekomen heb ik er 120 mijl opzitten, zet de boei op de foto noteer de gegevens voor in het logboek en groet ondertussen een Duitse schipper met zijn vrouw. Daarna ga ik overstag en dit alles wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de Duitsers. Als ik dan de zeilen trim komt er snelheid in de boot en als ik nog even achterom kijk staan die mensen me uit te zwaaien, een heel grappig gebeuren. Op het rak naar Hindelopen moet er flink geknepen worden maar is bezeild, voordat ik bij de H2 ben word ik opgelopen door Frits Bartels, een snelle jongen met zijn Contest 40S. Na het ronde van de H2 nog een rak van maar liefs 24 mijl naar Lelystad. Met de stevige wind van 5 Bft moet dat lukken voor het donker wordt. Na het Vrouwenzand geef ik het roer over aan mijn “maatje”, wissel de fok voor de Genua en ga met vol tuig surfend naar de EZ27. De laatste paar mijl zwakte de wind wat af en had ik mooi even de kans om mijn stijven spieren wat los te maken. Met een gemiddelde van exact 6 knopen maak ik om 19:20 de laatste foto voor die dag. Vandaag 70 mijl afgelegd en met een schitterende zonsondergang word het langzaam donker. Na het strijken van de zeilen ga ik op de motor naar de sluis, het duurt even voor de sluiswachter aan de gang gaat maar als dit gebeurd is vind ik een steiger om de nacht door te brengen.

Zaterdag 4 oktober Pluk de dag, dus de wekker gaat om half zeven, dan weer het bekende ochtendritueel en voor je het weet leg ik onder vol tuig op het Markermeer klaar om van start te gaan. Het is een kruisrak naar Pampushaven, er staat een bries van tegen de 5 Bft. Ik verwissel toch maar de Genua voor de werkfok. Het is me nog te gek en moet uiteindelijk ook nog een rif zetten; om 8:10 gaat de tijd weer in. Ben samen gestart met Henjo Ruiter, moest flink mijn best doen maar liep dan ook wel bij Henjo vandaan. Het mooie weer van de laatste dagen is overgegaan in smerig nat weer. Soms regent het flink hard, maar het zeilt fantastisch, alleen moet er door het kleine wereldje wel constant op de instrumenten gestuurd worden. Buiswater en regen water het houd niet op totdat het wat lichter wordt en het zo goed als stopt met regenen.
Dit is een rak van 10 mijl en om 11:12 kom ik aan bij de PH, na 3uur lang gebokst te hebben tegen de golven en dat heeft toch wel wat. Zeker als je later aan de weet komt dat je het 48 minuten sneller hebt gedaan dan Henjo die zelfs een iets gunstiger handicap heeft dan de Magic. Dan op naar Hoorn, met een bakstag windje van dik 5 Bft haal ik omgerekend gemiddeld toch weer 6 knopen. Na Hoorn terug naar Blok van Kuffellen, daarna nog 7 mijl naar de finish bij Muiden. De windmeter geeft een totaal verkeerde richting aan, zal vocht de oorzaak zijn? Voordat ik bij de finish ben word ik nog even getrakteerd op een plensbui.

Maar als de M1 op de foto gaat, is de wedstrijd gestreden. Een tevreden gevoel gaat door me heen, afwachten wat de uitslag is, zit ik bij de eerste helft ja of de nee? Ik strijk de zeilen voor de laatste keer, alleen is alles zeiknat dat belooft dus een vochtig nachtje te worden. Als achtste kom ik de haven binnenlopen en daar staat tot mijn grote verbazing Marian op de steiger te wachten. Dat wordt thuis lekker douchen en in een droog bed. De Magic meerden we af aan het startfinish-schip van Peter Capel. Ik moet nu nog even de laatste gegevens in het logboek noteren en na het inleveren bij Peter Capel,
konden we huiswaarts gaan.Al met al is de wedstrijd bijzonder meegevallen want lees je voorgaande verhalen dan hebben de schrijvers het over “bekaf zijn” of er is er een in slaap gevallen achter het roer en komt tegen de dijk tot stilstand, weer een ander word net optijd wakker om de boei te ronden.Daar heeft ondergetekende totaal geen last van gehad en bedankt bij deze de organisatie voor dit mooie zeilevenement.

Zondag morgen zijn we weer in Muiden om de Magic op te halen. Als we de haven uitgaan en het meer opvaren staat er windkracht 7 en of ik de afgelopen 4 dagen nog niet genoeg gezeild heb zet ik de zeilen en gaan we boksend tegen de golven in naar huis!

Jos Valkering ,
S/Y MAGIC

 

200 myls ‘SOLO’ – 2002 door Hinse Koning

2003, het clubblad van de Nederlandse Marieholm Vereniging door : Hinse Koning  200 myls ‘SOLO’ – 2002.

Vorig jaar las ik in het blad “Zeilen” een artikel over de “Single handed”, een solo race/prestatietocht over een afstand van 200 mijl, op het IJsselmeer, de Wadden- en Noordzee. Dit leek mij wel een uitdaging, maar op dat moment maakte ik daar geen werk van. Je kent het wel, veel woorden, maar geen daden.
Zo’n half jaar later vroeg een vriend van me of ik hem kon helpen een boot met motorproblemen naar Workum te varen. Deze boot was van zijn vader die met een defecte motor was uitgevallen tijdens de “200 myls solo”, ongeveer net zo’n race als de “Singlehanded”. Zo begon het balletje weer te rollen wat resulteerde in deelname met mijn Marieholm 26 “Tawhiri” aan de “200 myls solo 2002”.

Wat is de 200 myls?
De naam zegt het al, het is een wedstrijd voor solozeilers over een afstand van 200 mijl. Door de organisatie zijn er 4 routes uitgezet van elk 200 mijl, met start en finish in Muiden. De eerste 28 mijl van de 4 routes zijn identiek, daarna moet er een keuze gemaakt worden uit één route. Route 3 en 4 beperken zich tot het Marker- en IJsselmeer, route 1 en 2 gaan ook over de Wadden- en Noordzee. Tijdens de race moet je minimaal 27 rusturen kunnen aantonen, waarvan tenminste 3 maal, 6 uur aaneengesloten, waarvan tenminste één van deze periodes ten anker. Kom je hier niet aan dan worden er strafpunten in rekening gebracht. De start is woensdagochtend tussen 07:00 en 10:00 uur. De wedstrijd sluit zondag om 12:00 uur. Om het verloop van de wedstrijd te kunnen controleren en registreren wordt iedere deelnemer uitgerust met een wegwerpfotocamera en een logboek. Met de camera moet ieder waypoint (boei) van de route worden gefotografeerd. In het logboek moet bij elk waypoint de datum, tijd, logstand, windkracht en -richting, barometerstand en zeilvoering worden genoteerd. Eveneens moet je iedere deelnemer die je gedurende de race tegen-komt noteren. De deelnemers zijn te herkennen aan de seinvlag nummer 1 in het achterstag, in plaats van de nationale vlag.
Elke avond moet tussen 18:00 en 22:00 uur het laatstgepas-seerde waypoint en tijd worden doorgegeven aan de wedstrijd leiding. Dit wordt verwerkt in een tussenstand die via internet te bekijken is op www.200myls.nl, leuk voor de thuisblijvers.

Woensdag, 2 oktober 2002.

06:30 Opgestaan, ontbeten en koffie gezet.
Tussen 07:00 en 10:00 uur kan er door de 68 deelnemers gestart worden. Door dit aantal schepen, variërend van een Jaquar 22 tot een Freedom 44, ligt de Stichting Haven van Muiden, bij het Muiderslot, bomvol. Dit heeft tot gevolg dat ik behoorlijk ingesloten lig en pas laat kan starten. Ondanks dat ik graag vroeg had willen vertrekken is het geen straf, het is een leuk gezicht om druppelsgewijs de deelnemers te zien vertekken voor hun tocht.
09:39 Een beetje nerveus maak ik mijn eerste wedstrijdfoto, van de M1, mijn 200 myls is gestart. Het eerste waypoint is de GZ2 bij Volendam. De wind is ZO 2, een beetje weinig, maar zeer geschikt om de spinnaker te zetten. Van Muiden tot Marken is het één lint van bont gekleurde spinnakers, je moet dus wel wil je een beetje mee komen. Ik ben nog maar nauwelijks onderweg en het eerste probleem dient zich al aan. De windex boven in de mast blijft maar in één positie staan en dat komt niet door de wind. Ik vermoed dat een spin zich afgelopen nacht uit de naad heeft gewerkt in dienst van de concurrentie en mijn windex in zijn web heeft gevangen. Het zuchtje wind dat er op het moment staat is te weinig om hier verandering in te brengen, het is geen onoverkoombaar probleem, maar toch wel een handicap.
10:38 De “Bandos”, een FF110, loopt me op en passeert me zo dichtbij dat z’n spinnaker mijn zaling toucheerd. Hij heeft geluk dat ik de uiteinden van de zalingen heb beschermd en afgetaped. Had ik dat niet dan was de kans groot dat hij zijn spi aan flarden had getrokken.

13:00 Net het Paard van Marken gerond. Het beetje wind dat er stond is in de loop van de ochtend helemaal verdwenen, het Markermeer ligt er rimpelloos bij en zelfs de spinnaker hangt moedeloos slap naar beneden. Afgezien van de wind is het weer heerlijk, geen wolkje aan de lucht, zo’n 23 graden en ik zit in alleen m’n zwemshort in de kuip, en dat begin oktober! Een paar honderd meter aan bakboord van me dobbert de “De Franschman”, de winnaar van vorig jaar. Zo te zien is hij deze drijfpartij zat, hij springt overboord en gaat z’n boot onder slap hangend grootzeil en spinnaker zwemmend voort trekken. Tot mijn grote verbazing houdt hij dit wel een half uur vol en zwemt hij langzaam bij me weg.

13:57 GZ2. Een groot aantal schepen voor me besluit hier te wachten op meer wind. Dat was ik ook van plan, maar op het moment dat ik de boei rond neemt de wind toe en loop ik weer meer dan 3 knopen, ik besluit door te varen naar de NEK, Hoorn. Een half uur later zakt de wind weer helemaal in en baal ik behoorlijk.
17:10 NEK. Aangezien het nog steeds zeuren is met de wind, windkracht 0 tot 2 ga ik hier de eerste rust nemen en wachten op wind. Achteraf gezien had ik al in Volendam moeten blijven, over het stuk GZ2 – Nek, van 7 mijl heb ik 3 uur en 13 minuten gedaan. Bij de NEK boei liggen 4 medestrijders ten anker. Ik voel er echter weinig voor om hier, midden op het Markermeer, te ankeren. Regelmatig denderen hier grote binnenvaarders voorbij en die verwachten natuurlijk geen ten anker liggende jachten midden op het Markermeer. Ik vaar 3 mijl door en anker in de buitenhaven van Hoorn. Ik ben niet de enige, er liggen nog drie deelnemers. Nu ik hier ten anker lig heb ik alle tijd om mezelf eens culinair te verwennen. Hier steek ik echter niet veel tijd in, daarvoor heb ik mevrouw Struik meegenomen. Zo in de pan, zelfs zonder boter, even opwarmen en klaar is de jachtschotel. Ideaal als je aan het zeilen bent en niet veel tijd hebt, en ik moet eerlijk toegeven dat het nog redelijk smaakt ook. Vandaag heb ik 17 mijl gevaren, in 7 uur en 31 minuten, dat is een gemiddelde van 2.3 knopen. Ik hoop van harte dat het de komende dagen wat harder gaat waaien anders ga ik de 200 mijl niet eens halen.

Donderdag, 3 oktober 2002.

03:00 Opgestaan.
03:40 Anker op.
04:22 NEK gefotografeerd, weer in de race. De eerste foto van een boei in het donker. Ik moet zeggen dat het niet mee valt om met een wegwerpfotocamera solozeilend onder vol tuig in het donker een herkenbare foto van een boei te maken. Het flitsbereik van zo’n onding is ongeveer 4 meter, dat is knap dichtbij als het een beetje waait. De wind is gelukkig wat sterker dan gisteren, zuid 3, 4 knopen op het log. De handicap van gisteren heeft zichzelf opgelost, de windex doet het weer, hoera! Het is wel heiig. In het 04:00 radiojournaal waarschuwden ze het autoverkeer voor mist. Hier, boven het relatief warme Makermeer water valt dat dus mee.

06:51 OVD3, Lelystad Zuid. De dag is goed begonnen, behoorlijke winst gepakt op schepen die gisteren in het lichte weer zijn doorgevaren naar Lelystad. Met het fotograferen van de OVD3 is mijn wedstrijdtijd gestopt. Deze gaat weer lopen als de EZ21, ten noorden van Lelystad, op de gevoelige plaat wordt vastgelegd. Lelystad is de plek waar een keuze gemaakt moet worden uit de vier verschillende routes. Route 1 valt bij mij als eerste af. Ik heb geen zin om m’n tijd te verdoen op het Noordzeekanaal (Achteraf bleek dit de meest gunstige route). Route 2 laat ik ook schieten. Ik mag graag op stromend water varen, maar omdat dit m’n eerste 200 myls is wil ik dat “rustig” aan doen, ook om de thuisblijvers gerust te stellen.
De keuze tussen route 3 en 4 is niet gemakkelijk, Medemblik of Den Oever? De meerdaagse windverwachting helpt me ook niet echt verder. Ik besluit de keuze aan de wind over te laten. Op het moment is deze zuid/zuidwest en de voorspelling is dat die later op de dag gaat ruimen naar het noordwesten. Als Den Oever nog te bezeilen is als ik ter hoogte van Medemblik ben dan kies ik voor route 3 en vaar door naar Den Oever. Zit de wind al in het noordwesten als ik ter hoogte van Medemblik ben dan wordt het route 4.

De OVD3 was nog redelijk te vinden in de heiige duisternis, maar als ik dichter in de buurt van land (Lelystad) kom gaat de heiigheid over in echte mist. Vanaf de OVD3 is het volgende boeienpaar niet te zien, laat staan de havenhoofden. In deze situatie is de GPS, naast het kompas, een zeer welkome bron van informatie.
Ik heb geluk met de sluis, als ik ter hoogte van de Bataviawerf vaar zie ik dat de deuren van de westelijke sluiskolk nog open staan. Het lijkt wel als of ze op me gewacht hebben. Zodra ik binnenvaar gaan de deuren achter me dicht en meer ik af achter de “Sybarite”, een ¼ tonner Waarschip, een medestrijder in deze 200 myls. Na de sluis start de race weer bij de EZ21, dit is 7 mijl ten noorden van de sluis, dik een uur varen, wat een takke stuk. De mist begint gelukkig wat op te lossen, het zicht is alweer een mijl en ondertussen is het ook licht geworden.
09:15 EZ21, wind, zuidwest 4, de “Tawhiri” loopt lekker, ruim 5 knopen, iets hoger dan halve wind. Nu maar hopen dat de wind de komende uren nog in die hoek blijft zitten, mede omdat ik toch een lichte voorkeur heb voor route 3.
12:00 De wind draait langzaam naar het westen met als gevolg dat het nu aan de wind is richting Medemblik.
Ter hoogte van Medemblik zit de wind nog niet in het noordwesten en is Den Oever nog te bezeilen.
Hier besluit ik definitief voor route 3 te kiezen, door naar Den Oever. Al het hele rak word ik langzaam opgelopen door twee concurrenten, deze gaan beide overstag richting de V15, Medemblik, en kiezen dus voor route 4.
14:10 WV14, Den Oever. De wind zit nog steeds in het westen maar is wel iets toegenomen tot kracht 5 en het is beginnen te regenen. Het volgende waypoint is de KG2 bij Enkhuizen. Dit is wel een leuk rak omdat het zo ongeveer 180 graden tegengesteld is aan het vorige en ik zo verscheidene deelnemers ontmoet die op tegenkoers liggen, o.a. het Waarschip waarmee ik in de sluis lag, hij rondt de boei een paar minuten na mij evenals een Contrast 362. Ook kon ik nog even zwaaien naar een Contessa 32 met de enige deelnemende vrouw aan boord. Ondertussen zit de wind in het noordwesten kracht 5. Na de KG2 moet koers worden gezet naar de SPORTB bij Breezanddijk. Aangezien dit rak niet te bezeilen is, en de “Tawhiri” onder fok iets hoger loopt dan onder de genua, voer ik vlak voor de KG2 een voorzeilwissel uit. Ruime wind varend op de stuurautomaat is dit, ondanks het rolfokprofiel goed te doen.
17:05 KG2, met nog steeds het Waarschip en de Contrast vlak achter me. Op weg naar Breezanddijk wat niet te bezeilen is. Het waait nog steeds NW 5 en ik heb er nu al spijt van dat ik de genua voor de fok heb verwisseld. Op vlak water was het waarschijnlijk wel een goede keus geweest, maar in de korte steile golfslag van het IJsselmeer kom ik voortstuwingskracht te kort. Het Waarschip loopt bij me weg.
Ik begin zo langzamerhand trek te krijgen en ga eerst maar even kokkerellen. Ondertussen laat ik het sturen over aan Ela. Dit is een stuk elastiek die ik als “stuurautomaat” gebruik op koersen van halve wind tot hoog aan de wind. Als de boot goed is getrimd doet het elastiek niets onder voor een electrische stuurautomaat. En het grote voordeel is dat Ela geen aanslag doet op de accu capaciteit, dat is wel zo praktisch als je nog veel in het donker moet varen, licht moet voeren, en je niet weet of er zich een gelegenheid voordoet om de accu’s te laden. Op de rakken ruimer dan halve wind doet Ela niet zo haar best en vervang ik haar door de electrische stuurautomaat.
Ondertussen begint het te schemeren en wordt het tijd om het driekleurenlicht aan te zetten. Als ik weer in de kuip zit en naar boven kijk is het nog steeds donker in het topje van de mast. Ik weer naar binnen en de schakelaar een paar keer aan- en uitgezet, dit mag niet baten, het blijft donker. De binnenverlichting geprobeerd, die doet het wel. Multimeter opgezocht en accuspanning gemeten, 12.6 volt, oké. Schakelaar doorgemeten (wat niet mee valt, op een aan de wind stampend schip met hoofd vooruit de hondekooi in te kruipen), deze werkt goed. Het probleem kan nog in de stekker aan dek zitten, of verder in de mast. De mast kan ik alleen sowieso niet in en er komt teveel water over om de stekker aan dek door te meten, dat moet morgen dan maar.
Dit is even een tegenvaller. Vanochtend deed ie het nog. Ik besluit door te varen zonder licht en als ik andere schepen zie naderen dan doe ik de stoomlichten wel aan. Ik heb nog even geprobeerd om continu onder stoomlicht te varen. Dit was geen succes omdat ik enigszins wordt verblind. Het zicht vooruit wordt minder door de straling van de boordlichten die op de preekstoel gemonteerd zijn, hierdoor zie je de onverlichte boeien niet meer op tijd. Eveneens is het een aanslag op de accu’s, er branden dan 4 lampen in plaats van 1. Door de wind is de hemel schoongeblazen van wolken en het is vrij helder. Breezanddijk is niet te bezeilen, ik kan net Kornwerderzand halen. Dat is een tegenvaller, dit leed wordt enigszins verzacht door het plaatje rond om me heen. Ik vaar ter hoogte van Hindelopen en kan de “zwaai” van de vuurtorens van Texel, Vlieland en Terschelling zien, onder een heldere sterrenhemel.
22:13 Na een pittig aan de winds rak de foto van de SPORTB. Ik heb het wel een beetje gehad en vind het wel mooi geweest voor vandaag. 81 Mijl afgelegd van de 200, dat is weer te overzien, na de slechts 17 mijl van gisteren. Ik wend de steven richting het haventje van Breezanddijk. Hier ben ik nog nooit geweest, en er is weer die gezonde spanning van een nieuwe haven aanlopen in het donker. Als ik met m’n handschijnwerper het “haventje” rond schijn zie ik dat ik hier niet alleen ben, er liggen een stuk of 12 medestrijders en om 22:45 uur meer ik als 4e in de rij af langszij de “Razendebol”, een ½ ton’s Waarschip.
Na het logboek te hebben bijgewerkt is het tijd om de inwendige mens te verzorgen. Ik ga onder de bakboordsbank opzoek naar mevrouw Struik, die tref ik daar al zwemmend aan. Ik schrik er zelfs van hoeveel water daar staat en pieker me suf via welke weg dat daar kan zijn gekomen. Ik heb mijn Marieholm 26 nu voor het 3e seizoen en denk haar al aardig te kennen, maar dit water blijft voorlopig een raadsel.

Vrijdag 4 oktober 2002.

05:45 Gewekt door de concurrentie die willen gaan vertrekken. Dit is een goede stok achter de deur om ook weer op tijd te gaan varen.

07:20 SPORTB, de wind is west 4, voor vertrek de fok weer gewisseld voor de genua en onder genua en grootzeil op weg naar Urk.
De stekker van het driekleurenlicht aan dek plus de kabel in de mast doorgemeten, stekker is goed maar de kabel in de mast geeft een oneindige weerstand, daar zit dus ergens het probleem en daar ga ik alleen niet bij komen, einde verhaal wat het driekleuren licht betreft.
09:40 Rond het Vrouwenzand, van hier is het ruime wind richting Urk. Het waait nog steeds west 4 en er is nauwelijks een wolkje aan de lucht, strak blauw, vol op zon en een graad of 15, heerlijk zeilweer. Ik besluit de Spinnaker te zetten wat wederom flitsend gaat. Voordat ik aan de 200 myls begon was ik wat huiverig om solo zeilend te spinnakeren. Het zetten en strijken is voor één persoon een heel gedoe, maar als je alles goed voorbereid is het goed te doen.
10:00 Net een sociaal praatje gemaakt met de “Balder”, een Maxi 77, ik liep hem voorbij op praai afstand, hij was nog bezig zijn spi op te tuigen.

12:10 UK16. Het volgend waypoint is de V15, ten noorden van Medemblik. Dit gaat een pittig rak worden, recht in de wind die is toegenomen tot 5 à 6. Ik vaar onder grootzeil en genua en dat gaat super, net even meer power om door/over de golven te gaan dan gisteren onder grootzeil en fok. Ik weet al dat het een lang kruisrak gaat worden, maar het belangrijkste is dat ik de V15 nog bij daglicht bereik. De V15 is namelijk één van de twee onverlichte boeien, nou ja boei, stok op een drijvertje. Ik had al ../fotoos/foto2002/ gehoord en gelezen dat er in het verleden al meerdere deelnemers zijn geweest die deze boei in het donker niet hebben gevonden. En ook dit jaar waren er weer een paar.
Terwijl ik even binnen zit om een positie in de kaart te zetten en de tactiek in dit kruisrak te bepalen, over bakboord zeilend, windkracht 5 à 6, aan de wind stevig stampend, zie ik af en toe water uit de kraan komen. Het lijkt er op dat dit wordt veroorzaakt door de stampende beweging van de boot.
Aangezien ik zeilende altijd de afsluiter van de afvoer van het wasbakje dicht zet kan dit water niet weg met als gevolg dat de wasbak vol loopt en als de boot een haal maakt loopt dit water via het “aanrechtblad” naar bakboord waar het onder een plint verdwijnt en via de binnenkant van de romp in de kastjes onder de bank belandt. Gisteren in het donker viel dit natuurlijk niet op,……. Hoera !!!, bij deze het waterprobleem achterhaald. Helaas ook weer een punt op de altijd groeiende werkzaamhedenlijst, namelijk een kogelkraantje in de waterleiding plaatsen.
17:52 V15 “Ik ben helemaal blij” dit is de letterlijke tekst van mijn dictafoon. Bijna 6 uur hakken aan de wind op het IJsselmeer waar met het fotograferen van de V15 een einde aan komt. Op de finishboei na was dit de meest voldane foto. Op naar de VZ1, Stavoren, heerlijk ruime wind, een uurtje relaxen en even tijd om wat te eten.
19:07 VZ1, wind west/noordwest 5 à 6, op naar de VF4 bij Makkum, die ruim te bezeilen is. Tot nu toe gaf het varen in het donker geen moeilijkheden. Bij Makkum (VF4) is het wel flink oppassen, hier liggen namelijk een behoorlijk aantal boeien waarvan maar een klein deel verlicht is, de VF4 moet worden gevonden en af en toe komt er een groot schip uit de sluis van Kornwerderzand die je pas ziet als het de havenhoofden verlaat. Daar bij komt dat het nog steeds stevig waait en het ondertussen bewolkt is geworden, dus ook geen hulpverlichting in de vorm van de maan, maar echt donker. Ook moet er nog een herkenbare foto van de VF4 worden gemaakt zonder deze te raken. Ik krijg het dus weer druk.
21:35 VF4, hij staat er op. Na dit “getob” zie ik het niet zitten om met dit weer Hindelopen aan te lopen (volgend waypoint). Lager wal, een slecht verlichte smalle aanloop en een aanzienlijk aantal onverlichte tonnen weerhoud me hiervan. Ik ga rust pakken in de Verenigingshaven van Makkum.
22:15 Gemeerd, 143 mijl van de 200 mijl zijn al onder de kiel doorgespoeld. Wederom lig ik hier niet alleen. Ik spreek nog even met de schipper van de “Foetsie”, een Scampi 30. Hij vertelde dat hij vlak voor de haven een aanvaring met een onverlicht drijfbaken heeft gehad, gelukkig zonder al te veel schade.
Eenmaal gemeerd neem ik het er van, ik verwen mezelf met een warme douche, dit is de eerste gelegenheid hiervoor in drie dagen, en nodig ook.

Zaterdag 5 oktober 2002.

De wind is in de nacht nog wat toegenomen, er staat nu een dikke 6 uit het west/zuidwesten. Het lijkt me verstandig om de genua te vervangen voor de fok, dit doe ik dan ook voor vertrek.
06:06 Ontmeerd.
06:47 VF4, na enig gekloot in verband met lagerwal, wind, golven en duisternis, toch weer de VF4 weten te fotograferen. Onder fok en grootzeil gaat de “Tawhiri” als een speer en ik krijg het gevoel dat ik vandaag kan gaan finishen.

07:48 H2, 7 mijl afgelegd in 1 uur en 1 minuut, yeah, ik wist dat het hard ging maar een gemiddelde van bijna 7 knopen heb ik nog niet eerder meegemaakt. Op naar de EZ21, het laatste waypoint op het noordelijk deel van het IJsselmeer. Maar zover is het nog niet, eerst nog rond Stavoren. Dit is hoog aan de wind en het zal er omhangen of ik dat zonder overstag te moeten ga halen. Het weer wordt er niet beter op, het is stevig beginnen te regenen. Eén ding is echter wel leuk, het is net licht geworden en vlak achter me ligt de “Foetsie”. Ik geloof dat we elkaar qua snelheid niet veel ontlopen en het gaat weer echt een wedstrijd worden.
08:54 Met hangen en wurgen rond de havenhoofden van Stavoren gekomen. Dit stuk, van Hindelopen naar Stavoren, aan de wind aan lagerwal is een anti climax na de geweldige start van de dag. Nog steeds gaat het gelijk op met de “Foetsie”, hij is op het aan de windse rak iets ingelopen. We kunnen nu iets afvallen richting het Vrouwenzand. Mijn concurrent ligt zo’n 100 meter aan lij van me en ik kan hem dus goed in de gaten houden. Op een gegeven moment begint hij sterk af te vallen en is er niemand in de kuip te zien. De boot blijft maar afvallen totdat de wind van de andere kant in het grootzeil komt wat een rare klapgijp tot gevolg heeft. Ik blijf die boot voor de zekerheid in de gaten houden en zie de schipper uit de kajuit komen, overstag gaan en z’n oorspronlijke koers vervolgen. Hij steekt nog even z’n hand omhoog als bevestiging van alles oké. Na het Vrouwenzand kunnen we nog wat afvallen en gaat het iets ruimer dan halvewind richting Lelystad. Het waait nog steeds een stevige 6 uit west/zuidwestelijke richting met zo nu en dan een regenbui. Dit heeft windvlagen tot gevolg en in die vlagen begin ik me toch een beetje zorgen te maken of ik niet te veel zeil heb staan. De wijzer van het log bevindt zich continu in het gebied tussen de 6 en 9 knopen.
Onder deze omstandigheden doen zich ook een aantal praktische problemen voor. Probeer maar eens een kop koffie in te schenken, of te plassen in een kermisattractie. Met Ela op de helmstok houdt “Tawhiri” wel koers, maar de koffie blijft door het geslinger niet vrijwillig in de mok en het kost behoorlijk wat moeite om je evenwicht te bewaren, puts vast te houden en de inhoud van je blaas in de puts te doen belanden, ook nog gehinderd door een volledige zeiloutfit. Dit ging dus ook wel eens mis, maar daar zal ik niet verder over uitweiden. Ik vraag me af hoe de vrouwelijke schipper dit doet als het een man met hulpstuk al zoveel moeite kost. Halverwege het Vrouwenzand en de EZ21 liggen er zomaar 3 schepen ten anker, midden op het IJsselmeer! Ik begin me af te vragen wat daar aan de hand kan zijn tot het moment dat ik daar ook een wedstrijdboei zie liggen en aan mijn stuurboordzijde uit de regen een hele armada platbodems zie opdoemen, de Bolkoppenrace. Het is maar goed dat ik daar niet een kwartiertje later was, dan was ik namelijk midden in het veld terecht gekomen. Alhoewel ik over bakboord lig vraag ik me af of ik ook het recht van de weg zou hebben gekregen. Niet veel later ligt er een zeiljacht op tegenkoers die me wel heel bekend voorkomt, niet het schip maar wel het ontwerp. Het is een Marieholm 26 met zeilnummer 16, die onder fok en dubbel gereefd grootzeil aan de wind vaart. Altijd leuk om een “soortgenoot” tegen te komen ook al doet die niet mee aan de race.
11:52 EZ21, mijn directe concurrent was daar een paar minuten eerder, maar op handicap maak ik dat ruim goed. Wat een heerlijk rak. Nu op weg naar de sluis, het Markermeer op voor de laatste 28 mijl. Op weg naar de sluis zet ik het eerste rif in het grootzeil, dit lijkt me geen overbodige luxe voor het aan de windse rak richting de NEK boei bij Hoorn. In de sluis kom ik weer een deelnemer tegen, het is de “Tumlare”, een Freedom 35, wel een aparte verschijning, een tweemaster zonder voorzeilen maar met een soort windsurfgiek en zeilen. Hij vaart route 4 en moet na de sluis richting Pampus haven.

14:30 OVD3, ik start ongeveer gelijktijdig met de “Catootje”, een Winner 950, die de zuid in gaat en dus ook route 4 vaart. De wind is zuidwest 6 met zo af en toe een bui. De NEK is helaas niet te bezeilen. De foto van de OVD3 was een behoorlijke klus. Wederom aan lagerwal wat met deze wind weer een aanzienlijke golfhoogte oplevert, weer flink stampen. Het gaat zelfs zo te keer dat de fluitketel uit de borgklemmen van het kooktoesel vliegt en met inhoud en al door de kajuit gaat. Zo wordt het nog een grotere puinhoop dan dat het al was. In het weerbericht wordt gemeld dat de wind in de loop van de dag naar het noordwesten gaat ruimen. Dat doet hij ook, maar niet zomaar. Onder invloed van een grote bui neemt de wind eerst af tot 3 à 4. Na een half uur draait de wind 40 graden en neemt toe tot 5, waarna die inzakt tot kracht 2 als ik de NEK nader. Eerste rif er maar weer uit.
18:06 NEK gerond samen met de “Rapaz”, een Etap 26 en een niet te identificeren concurrent. De wind neemt weer toe tot een stevige 5 en nestelt zich eindelijk in het noordwesten, ruime wind richting Volendam.

19:17 GZ2, nog 11 mijl en 2 foto’s te gaan, op naar Pampus haven. Ter hoogte van het Paard van Marken wordt het voor de laatste keer deze race donker. Dit wordt in eerste instantie veroorzaakt doordat de avond valt, maar het wordt versneld door een dikke bui. De Rapaz zet onder spinnaker koers naar het Blocq van Kuffeler (route 4), ik wens hem er veel succes mee in het donker en de dreigende bui ik hoop voor hem dat er niet teveel wind uit komt. Ondanks dat het regent en donker is geworden is m’n stemming super. Ik weet dat ik binnen 2 uur ga finishen.
20:19 PH, het laatste rak naar Muiden is ingezet, nog 5 mijl te gaan. De laatste foto zal niet eenvoudig worden. De M1 is namelijk de tweede onverlichte boei. Voor Muiden liggen 4 onverlichte boeien en wederom is het bewolkt, dus goed donker, ik hoop dat ik niets ga raken. Ondanks het getuur in het donker en af en toe een flits met de handschijnwerper, schrik ik me rot als er op een paar meter aan bakboord de M2 voorbij schuift. Het heeft echter ook een voordeel, ik weet waar ik ben, ik lig op koers en nog zo’n 200 meter te gaan. Met de schijnwerper speur ik de duisternis voor me af, volgens het gevoel moet de M1 in het zicht komen en heb ik al lang 200 meter afgelegt, maar die boei komt maar niet, totdat ik hem recht voor de boeg in de schijnwerper vang en zie dat ik er nog 50 meter van verwijderd ben. Voor de laatste keer cameracheck, doordraaien, flits aan en ….. klik.

21:07 M1, wat een voldaan gevoel, mijn eerste 200 myls zit erop. Deze 200 wedstrijd mijlen leverde als gevolg van kruisen op niet te bezeilen rakken, sluizen en havens aanlopen, 240 mijl op het log op. Na het controleren van de logboeken, het ontwikkelen van de wegwerpcamara’s en het toepassen van de SW factoren ben ik 36e geworden in de einduitslag. Ik vond het een geweldige ervaring om de 200 myls te zeilen, organisatie bedankt, volgend jaar ben ik er weer bij.

Hinse Koning,
S/Y “Tawhiri”.
Balk

 

De Tweehonderd Mijls Solo
Gepubliceerd in Kaagnieuws – 2003

door : Jeroen Groenendijk, “Swan of Tuonela”

Het is woensdag 2 oktober 2002.
Terwijl ik me afvraag waarom zoveel andere deelnemers na de GZ-2, bij de ingang van de Gouwzee, voor anker gaan, maak ik mijn eerste en grootste strategische fout van deze wedstrijd. De oostenwind is zwak en haalt nauwelijks de twee Beaufort, maar ondanks die geringe wind zit er nog net voortgang in de boot. Ik zeil dus door, halfwinds onder spinnaker naar de NEK-boei bij Hoorn en vervolgens met een lang aandewinds rak naar Lelystad, waar ik halverwege de avond in het duister arriveer. Pas later, in een helder moment, daagt het besef: de rest wacht op meer wind, haalt daardoor een hogere gemiddelde snelheid, en zal dus hoger op rating eindigen dan ik. OK; het leven is één leerproces.

Terwijl heel de Leidse regio zich in de draaimolens en de suikerspinnen werpt doe ik mee aan de Tweehonderd Mijls Solo, een zeilwedstrijd waarvan de naam al voldoende zegt. Tweehonderd mijl zeilen in je eentje, via een route die naar keuze over het IJsselmeer, IJsselmeer en Wad, of IJsselmeer, Wad en Noordzee loopt. Iedere route ligt tevoren vast, en je krijgt een wegwerp-camera mee om de geronde boeien vast te leggen – als bewijsmateriaal achteraf. Je hebt vier en een halve dag de tijd. In totaal moet minimaal 27 uur rust worden genomen; sluis- en brugpassagetijden en de vaartijd tussen boei en ligplaats gelden ook als rusttijd. Het is een eenvoudige formule die aanslaat. De race kent een gestaag groeiend aantal deelnemers.
Ditmaal verzamelen zich zo’n zestig schepen voor de start in Muiden – drie jaar geleden was dat nog de helft. Het varieert van relatief kleine maar degelijke toerschepen als een 26-voets Wibo uit 1972, tot een gracieuze Koopmans van 12 meter en een hitsige IMX-38. De opvarenden verschillen al evenzeer als de schepen: van baardige scheepsbonken met pijp tot nerveuze epoxyfanaten, en zelfs een elegante Zeeuwse schone die haar “mannetje” staat. Het is overigens voor het eerst dat een vrouwelijke deelnemer zich heeft aangemeld. . Van onze vereniging neemt ook Wim Schreurs met zijn “Mon Ami” weer deel. Jammer genoeg komt hij nèt voor de finish nog onzacht in aanraking met de PH-boei voor Pampushaven. Het is gewoon pech, en het kan de beste overkomen. Kop op, Wim!

De eerste dag heeft een hoog gin-palace-gehalte: een vriendelijk zonnetje, een vlak Markermeer en zoals gezegd weinig wind.

Voor alle deelnemers loopt het begin van de tocht van Muiden via het Paard naar de ingang van de Gouwzee, dan de NEK-boei en door naar Lelystad. Daar maak je effectief pas de keus voor de route die je verder wilt zeilen. Omdat de windverwachting ook voor de volgende dag gering is, wagen de meeste deelnemers zich niet aan de routes over stromend water. Bij Beaufort-2 maak je tegen het tij immers absoluut geen voortgang met een relatief zwaar schip – zoals de “Swan of Tuonela” bijvoorbeeld. Later blijkt de wind nog alleszins mee te vallen, en uiteindelijk zijn degenen die wel over zee of het Wad zijn gegaan vooraan in het veld te vinden (dat zijn niet toevallig ook de lichtere en snellere schepen). In het donker laat ik na de sluis bij Lelystad tegen de dijk het anker vallen, om de volgende ochtend vroeg wakker te worden in de mist.
Er is weinig wind. In de loop van de dag wordt het zicht beter en neemt de wind toe tot een mooie westnoordwestelijke Beaufort 4-5. Het wordt buiig weer en af en toe valt wat regen. Maar het is ruim genieten. Ik maak een pannetje soep en eet er het restant pasta bij, probeer het logboek nauwgezet bij te houden. Het aardige van solozeilen is, dat je overal zelf verantwoordelijk voor bent – van de navigatie en de zeilvoering tot het maken van een maaltijd en de communicatie. Elke beslissing ligt helemaal bij jezelf.
Echt moeilijk is het niet; met enkele basisvoorzieningen kom je een heel eind. Lastig is soms het aanleggen in sluizen of havens en de spinnaker-handling – vooral als het stevig waait. Het is een kwestie van zo goed mogelijk voorbereiden en vooruitdenken bij alle handelingen die zich aandienen. “Prepare for the worst, expect the best”, zeggen de Engelsen.

Lelystad, Medemblik, Urk, Vrouwenzand, Stavoren – het gaat kris-kras het IJsselmeer over en het loopt lekker. De Navik stuurt de boot, het is bewolkt en prima zeilweer. De deelnemers die elkaar soms tegenkomen begroeten elkaar uitbundig zwaaiend. Ze zijn allen herkenbaar aan de “1”-wimpel in het achterstag – officieus signaal dat het gaat om een solozeiler. De mijlen stapelen zich geduldig op.
Gelukkig kan ik de exuberante betonning van het Vrouwenzand nog net ronden bij het laatste stukje licht. De zon verdwijnt met veel lawaai van oranje, geel en rood bij Medemblik achter de kim. Wanneer ik daarna in het duister noordwaarts ga, schiet het voorlijk van de genua uit het rolfokprofiel. Mijn eigen stommiteit – het profiel is al lang aan vervanging toe maar ja… één van de klusjes die al te lang op het lijstje staan. Zonder voorlijk maak ik onvoldoende hoogte voor het aandewindse rak naar Breezanddijk, en ik besluit daarom in Stavoren binnen te lopen voor reparatie, en daar maar gelijk mijn rustperiode te nemen. Ik ben niet bekend met de zuidelijke haven en verlies bij de aanloop het zicht op de havenhoofden tegen de achtergrond van de honderden lichtjes op de wal. Als ik dicht bij de ingang ook nog bijna in de netten verstrikt raak is mijn humeur tot een nederig niveau gedaald. Dat wordt er niet beter op als ik, in de inmiddels stevige wind, op zoek ga naar het steigertje dat op de kaart staat aangegeven. Midden in de havenkom ligt een onverlicht schip voor anker, dat de doorgang flink belemmert. En iets verder blijken allerlei onverlichte palen in het vaarwater te staan. Na veel rondjes draaien en gehannes met de schijnwerper vind ik de ligplaats en kan ik de boot weer ship-shape maken.
De volgende ochtend, tegen de schemering, vaar ik weer weg en constateer dat ik veel meer manoeuvreerruimte had dan ik dacht. Weer wat geleerd. De zon komt met evenveel geweld op als-ie de avond daarvoor was ondergegaan.

Bij Breezanddijk trekt vanaf het Wad een enorme bui over – zo’n laaghangende wolk die zich als een loodgrijze deken langzaam over je heen spreidt. Net na het ronden van de boei valt de wind eerst helemaal weg, om even later met een vlaag uit een 90° andere richting terug te komen. De spi, die ik net gezet heb, draait zich met nog veel meer graden om het voorstag. Gelukkig krijg ik hem weer los, en daarna gaat het met een bakstagwind kracht 5 zuidwaarts. Onderweg grote groepen aalscholvers, die zo laag vliegen dat het lijkt of de horizon beweegt. Bij het Vrouwenzand moet ik gijpen en opsteken richting Lemmer. Vanwege de golfslag kan ik de manoeuvre niet goed voorbereiden, en de gijp gaat jammerlijk de mist in. Alle lijnen zijn verward, de spi zit in de knoop en trekt de boot halfwinds scheef, de Navik heeft er op deze koers al he-le-máál geen zin in, en juist hier en nu lijkt zich de halve scheepvaart van het IJsselmeer te verzamelen. Het publiek kijkt ongetwijfeld meewarig toe. Bij het strijken belandt de spi in het water en liggen we stil als een huis. Omdat de wind toch ook noordelijker blijkt in te vallen dan ik dacht gaan we verder op genua en grootzeil en maken alsnog een heel acceptabele knoop of zes.

Van Lemmer door naar Enkhuizen – ook bezeild – en daarna aandewinds weer naar het noorden om de boei bij Hindeloopen te ronden. Ik kom de andere Contessa 32 tegen, de “Wandering Moon” van Jacqueline van Amstel. Zij ligt op ongeveer twee uur achter mij omdat zij tijdens de windstilte, gisteren, heeft afgewacht. Heeft daardoor wel een hogere gemiddelde snelheid – zoiets blijft natuurlijk knagen.

Na Hindeloopen valt het donker weer in, en pal voor de wind zeil ik het lange rak naar Lelystad. Het zicht is goed en boven mij ontvouwt zich zelfs een sprankelende sterrenhemel. In de verte zie ik de horizon oplichten boven Lemmer, Enkhuizen en Stavoren. Het is een fantastisch gezicht. In de verte wenkt de vuurtoren van Urk. De boeien zijn goed te zien, net als meer naar het zuiden de twee enorme schoorstenen van de centrale bij Lelystad – bijna mooi van lelijkheid. Af en toe kruist een ander schip mijn koers; ik kan niet zien of het een deelnemer is. Het is knap lastig in het donker de verplichte boeien te fotograferen. De wegwerp-camera heeft een flitsbereik van vier meter, en dat is verrassend weinig op een hobbelend schip met de helmstok tussen je knieën en één hand om je camera vast te houden.
Tegen middernacht maak ik vast in de jachthaven ten noorden van de sluis. Ik ben bekaf.

Bijtijds de volgende ochtend vaar ik tegelijk met een andere deelnemer de haven uit. De wind is toegenomen tot een WSW-5/6 en het zicht is beroerd. In de sluis worden we gemaand snel door te varen tot helemaal vooraan; de brug die over de sluiskolk ligt staat al open. Een visserschip volgt ons op maar een paar meter afstand. Na de sluis zetten we zeil in het vlakke water achter het dijkje, om daarna flink stampend naar buiten te gaan.
Er volgt een lang kruisrak, de trechter in richting Pampushaven. Het zijn lange slagen langs de Oostvaardersdijk en korte naar het westnoordwesten. Op de dijk trekken de auto’s lange waaiers stuifwater achter zich aan. Gelukkig kan ik – zeker aandewinds – het sturen prima overlaten aan de Navik. Regenbuien trekken als gordijnen over. Na de PH-boei volgt een lang halfwinds rak langs het Paard naar de NEK-boei. Boterhammen en gebakken eieren, een pak melk erbij. Het is zaterdagochtend en er is nog aardig wat scheepvaart. Van de andere deelnemers zie ik niemand meer. In de buien is de NEK-boei niet te vinden. De GPS meldt stellig dat hij op een halve mijl moet liggen. Mijn verrekijker wordt voortdurend nat en biedt geen soelaas. Maar zoals gebruikelijk valt het oog ook nu pas op de boei als je er vlak náást kijkt. Vlak voor het ronden neemt de wind verder toe. Ik zet een rif, dat er een uur later weer uit kan. Het houdt je aardig van de straat, dit gedoe.

Na wederom de Gouwzee-boei, de Blocq van Kuffeler- en de Pampushaven-boei te hebben gerond ben ik eind van de zaterdagmiddag, tegen half zes, bij Muiden. Als bewijs van de finish fotografeer ik de aanloopboei, de M-1, en strijk de zeilen.

Na het logboek en de camera te hebben ingeleverd bij de organisatie maak ik de boot in orde. Ik blijk als negende binnen te zijn. Uiteindelijk halen 43 van de 60 starters reglementair de finish. Mijn plaats op SW-rating, die een paar dagen later volgt, is tamelijk ontnuchterend: een 33e. Een schrale troost is dat de IMX-38 op rating nog tien plaatsen lager staat…

Gekheid natuurlijk. De Tweehonderd Mijls zeil je niet voor de knikkers maar voor het spel. Het geeft je de motivatie het water op te gaan als je dat normaal misschien niet zou doen, en te zien hoe je schip en jijzelf het er vanaf brengen als er eens wat andere eisen worden gesteld. En laten we wel zijn: solozeilen doe je niet in de eerste plaats voor de gezelligheid – al heerst er voor de start en na de finish een heel bijzondere sfeer van saamhorigheid. De uitdaging zit ‘m in het feit dat je er gewoon helemaal alléén voorstaat. Zo af en toe is dat best leuk. Als het fout gaat valt niemand anders iets te verwijten, als het goed gaat mag je daarvoor ook alle credits nemen. En verder is het gewoon een kwestie van simpelweg genieten – en daar gaat het natuurlijk om.

Jeroen Groenendijk,
S/Y Swan of Tuonela

 

Hans Pietersma strijdt met de elementen

Waterwederwaardigheden

Hans Pietersma strijdt met de elementen

Wie via de e-mail aankondigt dat hij meedoet aan een grote zeilwedstrijd vraagt erom dat we dan ook willen weten hoe het hem vergaan is. Hans Pietersma deed mee aan de 200 myls race en bracht het tot de vijftiende van de zestig deelnemers.

De 200 myls is een solo zeilrace, je zeilt dus alleen. Als schipper heb je keuze uit vier routes, twee blijven op het Marker- en IJsselmeer en twee routes gaan ook nog over het Wad en Noordzee. De routes lopen langs een aantal tonnen, die tonnen moet je fotograferen en tevens de tijd noteren. De foto’s de tijdnotering en je logboek vormen het bewijs dat je de route ook werkelijk gevaren hebt. Even voor het beeld, 200 zeemijl is gelijk aan de afstand retourtje Nederland – Engeland over de Noordzee.
Omdat de deelnemende boten erg van elkaar verschillen, wordt de zeiltijd middels een handicap verrekend en zo vergelijkbaar gemaakt.

Twee oktober om 9.55 uur fotografeer ik de
eerste ton, de M1 en daarmee start mijn race.
Je mocht tot 10 uur starten, en ik heb zo lang
mogelijk gewacht in de hoop dat het zou gaan
waaien. De eerste 10 mijl voert naar Volen-
dam langs het paard van Marken, de meest
gefotografeerde vuurtoren van de wereld.
Mijn boot heeft er ruim een uur stil gelegen,
het waaide absoluut niet en ik heb hem
heel goed kunnen bekijken.
Na vijf en een half uur “varen” ben ik bij
Volendam voor anker gegaan, om een aantal
verplichte rusturen op te nemen.

Hoog aan de wind

De donderdag start ik vroeg, ik wil de route
varen over het Wad en moet in verband met

het getij s’avonds in Harlingen zijn.
Gelukkig waait het een windkracht
4 en vaar ik s’avonds om 8 uur in
het donker het Wad op voor de
laatste 5 mijlen tot Harlingen.
Ondertussen waait het 5 beaufort,
hoog aan de wind varend in het
donker tussen deels onverlichte
tonnen is mijn hartslag hoger dan
normaal. Later blijkt dat ik iets
geraakt heb, bij de boeg heb ik
lakschade en een deuk ter grootte
van een A4tje. Er ligt nu ergens
een ton met een deuk of er zwemt
een zeehond rond met hoofdpijn.
De vrijdag vroeg gestart in verband
met het getij, ik heb berekend dat
ik met afgaand water de stroom
mee moet hebben tot voorbij
Vlieland. Ongeveer tussen Vlieland
en Texel op de Noordzee zal het tij
kenteren, en moet ik met
opkomend water het Wad weer
opspoelen tot Den Oever. Het komt
allemaal uit, alleen de wind is hard
ca. 5 á 6 beaufort en moet ik boven
Vlieland in 3 meter hoge golven de
Noordzee opkruisen. Hierna gaat
het geweldig met ruime wind
helemaal tot Den Oever.Snacken en plassen

Vervelend is alleen dat ik de boot
continu met de hand moet sturen.
De stuurautomaat is namelijk
kapot, eten wordt snacken en
plassen doe ik in de gelukkig
zelflozende kuip. In Den Oever na
de sluis eet ik moeiteloos een
driepersoons instant maaltijd op
en ik vind het nog lekker ook.

Opnieuw in het donker vaar ik
het IJselmeer op en loop om
drie uur s’nachts Medemblik
binnen. In de nacht zeilen blijft
een hele aparte ervaring.
Zonder maan en omgevingslicht
zie je de hele melkweg. Ik zag
zelfs een komeet in een rechte
lijn tot op het water, het licht
verlichtte de zeilen van de boot.Hondsmoe

Na slecht en kort geslapen te
hebben start ik zaterdag voor de
laatste 56 mijl. Met windkracht 5
a 6 vaar ik onder bijna vol tuig
richting Muiden. Ik wil persé
zaterdag finishen want zondag
moet ik de boot weer naar mijn
thuishaven Kampen varen. En
dat lukt, om half één s’nachts
fotografeer ik de aanloopton van
Muiden de M1 en daarmee ben
ik gefinisht

Resultaat : hondsmoe, alle eelt
van mijn handen, zweetvoeten
en een voldaan gevoel.
Bovendien heb ik het nog lang
niet slecht gedaan. Van de 60
boten hebben er 14 opgegeven,
2 hebben te weinig mijlen
gevaren en ik heb op handicap
een 15 de plaats behaald.

Volgend jaar bij de eerste
tien !.

Intercom – Veenendaal,
Jaargang 4, december 2002
Hans Pietersma –S/Y Francis

 

 

200 myls ‘SOLO’ – 2002 door Joep Homan

200 myls ‘SOLO’ – 2002Dinsdagavond 1 oktober.Het is nu 21.30 uur. Terug aan boord na een
druk bezocht palaver.      We  hebben na het
tigen  van   koffie met   gebak een  logboek,
een cap en wegwerpcamera  meegekregen.
De   cap  is  van  windkracht  acht  kwaliteit.
Afgelopen  middag  van mijn  thuishaven  in
Durgerdam  naar Muiden gemoterd. Echt te
weinig wind.     In Muiden het weerzien met
vele bekenden.          Later  een uitstekende
maaltijd genuttigd bij Graaf Floris,  of beter
gezegd    wat  hij  als   restaurant  heeft ge-
schonken aan zijn nageslacht.

Tactiek:   Het weerbericht geeft aan dat het
morgen Z tot ZO weinig is.    Later,  donder-
dag ruimende wind naar ZW  en vrijdag ste-
vig doorwaaien uit NW.     Er zijn vier moge-
lijke banen.  De banen één en twee  hebben
de voorkeur.    Baan één stuurt mij na Lely-
stad  door  via  IJmuiden  naar  Oudeschild.
Terug via Den Oever naar Urk en naar Bree-
zanddijk. Dit laatste rak is koers NW en heel
erg lang als de wind dan NW staat.   Daarna
fluitend richting finish.   Baan twee vaart na
Lelystad  naar  Harlingen.   Daarna via een
boei op de Stortemelk naar de T5. De vraag
wordt dan via het wad of buitenom.    Moet
dit nog uitzoeken.    Hangt van het weer af.

Ook de stroomatlas  moet bestudeerd wor-
om het juiste tijdvenster vast te stellen.

Woensdag:  En dan nu de praktijk:   Rond half
acht onder spi op weg.    Geen enkel probleem.
Tot de NEK boei een redelijke snelheid.  Onder-
weg naar de  OVD3  in een absolute windstilte
terechtgekomen.   Snelheid echt nulkommanul.
Terug op motor naar  de NEKboei.    Daar voor
anker en wachten op WIND.Pas rond 15.45 uur
weer op weg.  Er is zowaar wel 7 knopen wind
maar niet voor lang!!!    De sprookjes van Lely-
stad kwart  over  ieder  hele  uur  op  kanaal 1
worden al lang  niet meer geloofd.    Zelfs niet
door Lelystad zelf. Bij iedere voorspelling geven
ze de juiste (?) huidige windrichting en sterkte.
Heeft dit iets te maken met die windmolens? Na
het ronden van de  OVD3 met de duizelingwek-
kende snelheid van wel  3 hele knopen door de
sluis en voor anker.    Trakteer  mijzelf  op een
originele Irish coffee.  Het ankeralarm wekt mij
midden in de nacht. Door een forse winddraaing
werd het anker los getrokken.    In mijn nacht-
vacht aan dek en opnieuw voor anker.

Donderdag: De dag van de waarheid. Het on-
stabiele weer schakelde baan 1 en 2 uit.     De
timing met tij en wind lijkt erg moeilijk. Na lang
wikken en wegen gekozen voor baan 3.   Aan-
vankelijk weinig wind . De WV14 is riant bezeild.
Onder Spi daarna naar Enkhuizen. De wind trekt
aan naar meer dan 20 knopen als ik op weg ga
naar de B boei.   Houd 20 graden extra hoogte
om de te verwachten NW wind goed op te van-
gen.   Blijkt heel juist te zijn.

Joep Homan – S/Y Almare – Het Y
WV de Schinkel – 2002

Daarna met een bakstagwind naar Urk.    Een
beroerde slingerkoers. Om 22.28 passeer ik de
UK12. Voorzichtig met binnenvaren van Urk bij
nacht.    Een hele stapel blinde tonnen liggen
daar voor de deur. Het beste is om vanuit ZO
de haven aan te lopen. Er liggen hier verschei-
dene andere deelnemers. Onder meer Lupa Ma-
ris, Aurum, Wandering Moon, Nescio.

Vrijdag: Tegelijk met enige andere schepen de
haven uit en richting UK16. De wind is tot mijn
genoegen iets gekrompen  tot een  14 knopen
uit  WNW  waardoor in eerste instantie ik  10
graden  te laag  moet sturen  op weg naar de
V15. Later zet de wind door en gaat naar NW5.
Het weer is in  tegenstelling  tot gisteren heel
mooi en helder. Later zie ik in het noorden een
schuit met zure appels aankomen. Precies zuid
van  de bui  schuif ik  over bakboord  naar de
V15. Een moeilijk te verkennen boei die waar-
schijnlijk  10 jaar geleden   voor het laatst is
geschilderd. Op weg naar de VZ1 vervang ik de
genua 2 door de werkfok voor het rak naar
Makkum. Het lijkt op dat moment onnodig. Een
39 voet boot loopt mij daarna langzaam op. Hij
meldt zich via kanaal 10 om dat te bevestigen.
Hij is inderdaad veel sneller en is circa 15 mi-
nuten eerder bij de EZ21 48 mijl verder. Op
weg naar Makkum blijkt de wind iets meer wes-
telijk maar neemt ook toe tot 23 knopen in de
windbuien. Blij dat de werkfok staat. Na Hinde-
loopen en na het passeren van de vrouwen-
zand uitgeboomd met G2 naar de EZ21. Guur
weer en een lastige deining. Bob Luyendijk ver-
telde mij ’s avonds bij het doorgeven van de
tijden dat menige stuurautomaat het heeft be-
geven….. Afgemeerd bij de vereniging in Lely-
stad. De avond nuttig besteed aan uitgebreid
douchen. Daarna “diner aan boord”. Ook de
accus hun portie voer gegeven. De autohelm
stuurautomaat had namelijk overuren gemaakt
en was gelijk een dracula voor de accus. De
avond wordt weer besloten met een Irish cof-
fee.

Zaterdag: Eerst een compliment naar Jan Luy-
endijk. Hij heeft onmiddellijk gereageerd op het
gebrek aan wind van woensdag. Hij heeft een
prima compensatieregeling weten te bedingen
bij het KNMI. Alleen min of meer een overcom-
pensatie. Het is nu ook echt herfstweer.
Regenbuien en vooral te veel wind. Redelijk
vroeg weg en door de sluis samen met de
Nescio. Het rak naar de NEK blijkt gelukkig
bezeild. Daarna met stevige windbuien naar de
finish. Vlak voor de PH boei rondt de Wandering
Moon de boei. Ik hoop dat de foto gelukt is. Zij
is net bezig een rif uit het grootzeil te halen.

Om 14.06 uur als zesde boot binnen. Nu om vijf
uur is het nog steeds wel erg rustig. Ben blij
dat het er op zit. Kan nu lekker uitrusten. De
uitslag? Rustig afwachten.

 

Een Bries in de 200 myls ‘SOLO’ – 2002 door Menko Poen

Een Bries in de 200 myls ‘SOLO’ – 2002
gepubliceerd in Bries Brief februari 2003Vorig jaar deed ik met de Laughing Gull II mee met de 200 myls ‘SOLO’ van Jan Luyendijk, die werd verzeild van 2 tot en met 6 oktober. De schippers kunnen kiezen uit vier routes, waarvan 2 op zout water.
Met het oog op de veiligheid gelden er strenge veiligheidseisen. Er zijn geen restricties wat betreft zeilvoering, navigatieapparatuur, stuurautomaten en andere hulpmiddelen. Er geldt een verplicht minimum aantal rusturen.

Van de 68 inschrijvingen finishten slechts 44 schepen. De Laughing Gull II werd 30e. en was een van de slechts vijf schepen, die voor een route over zee hadden gekozen : dit waren allemaal schepen van 10 meter en langer !

In vier dagen tijd legde ik totaal 267 mijl af en sliep ik slechts iets meer dan 20 uur.
Na de start vanuit Muiden was de eerste haven, die ik aanliep Vlieland, na 30 uur en 96 mijl zeilen in meest licht weer. Gaandeweg de wedstrijd nam de wind toe en de laatste dag hadden we Noord dikke 7. De finish bij Muiden was lagerwal ! Mijn gemiddelde snelheid over de hele afstand van 267 mijl was 4,2 knoop i.t.t. ‘normaal’ ruim 4,5 knoop: dit werd veroorzaakt door het lichte weer in het begin van de race.

Van doorslaggevend belang is de eigen interpretatie van de weersverwachting voor de komende vier dagen; die speelt immers een grote rol bij de keuze van een Route. Ik vertrok met wind uit zuidelijke richtingen tussen nul en 2 Bft en moest in die namiddag een (definitieve) route kiezen. Ik ging er daarbij vanuit dat die nacht de wind zou toenemen, zodat ik op tijd Kornwerderzand kon bereiken om nog met de vloedstroom richting Harlingen te zeilen. Hoewel ik op tijd bij de sluis was, dreigde het toch nog mis te gaan, omdat de sluis i.v.m. dichte mist niet schutte. Een halfuur voordat mijn tij verliep was ik pas buiten ! Net op tijd ! Eenmaal buiten had ik ZW wind nodig om de tocht over het wad naar Vlieland bezeild te hebben: ook dat kwam uit ! Na ruim 30 uur zeilen meerde ik af op Vlieland.

De volgende dag vertrok ik buitenom richting Den Oever (en verder) met -zoals gehoopt- een frisse bries kracht vijf uit NW richting: als de wind minder ruim was geweest. had ik het niet bezeild gehad en kruisen had de gemiddelde snelheid flink gedrukt.
Mijn verwachting kwam gelukkig uit ! Bij Den Oever ging ik weer het IJsselmeer op om met inmiddels flink toegenomen wind de race te vervolgen.
Na korte stops in Medemblik en Hoorn finishte ik te Muiden, terwijl de wind was toegenomen tot een dikke zeven!

Het was een fantastische race geweest en ik werd ingehaald door mijn gezinsleden, die op de dijk op me stonden te wachten.
Voor de 200 myls 2003 heb ik me alweer ingeschreven.
Een echte aanrader!

Menko Poen SY Laughing Gull II
oktober 2002

 

 

Dik Geurts wint solowedstrijd over 200 mijl

Dik Geurts wint solowedstrijd over 200 mijl

MUIDEN – Dik Geurts uit Valburg heeft met zijn boot Bandos (een FF110) de zevende editie van de ‘200 mijls solo’ op handicap gewonnen. Bij de zeiltocht van 2 tot en met 6 oktober, die een echt wedstrijdkarakter heeft, stond met name op de laatste dag een harde wind. Van de 62 gestarte schepen kwamen er 45 reglementair over de finish.

Jan Kees Corts uit Huizen eindigde met zijn Jean Dix (First 305) als tweede en Albert Broshuis werd met Scheerling (Winner 950) derde. Evenals Dik Geurts voer Broshuis een zeer tactische wedstrijd in een route buitenom via IJmuiden en Den Oever.

Enkele maanden voor de race had organisator Jan Luyendijk een oproep aan vrouwen gedaan om zich als soloschipper in te schrijven. Daarop reageerde Jacqueline van Amstel uit Dintelsas die de tocht met een Contessa-32 maakte. Zij werd voor haar 23ste plaats in het eindklassement beloond met een speciale damestrofee. Op donderdag voer Ruud Kapteyn uit Muiden met zijn jacht Mango (IMX-38) na twee dagen zeilen aan kop. Hij lag met 130 mijl al op tweederde van de race en verwees de snelste zeiler op de eerste dag, Henk Steltenpool met zijn Little One (First 305) uit Spakenburg, naar de tweede plaats. Anjo Veerman uit Amstelveen wist zich met Aurum (Dehler 39 CWS) in de avond voor Steltenpool te nestelen. Veerman lag 6 mijl voor op Steltenpool, die nu op plaats drie voer. Donderdagnacht hadden vijf zeilers de wedstrijd gestaakt, waardoor er nog 57 zeilers op het water waren.Het was al weer de zevende keer dat de wedstrijd voor solozeilers over 200 mijl op het IJsselmeer en de Waddenzee plaatsvond. De race startte op 2 oktober met het fotograferen van de M1-boei voor de haven van Muiden. Er waren dit jaar weer vier routes waaruit de zeiler kon kiezen. Twee waren uitgezet op het IJsselmeer, één route had een uitwijkmogelijkheid op de Wadden en het laatste traject liep via het Noordzeekanaal naar Den Helder en dan verder over het IJsselmeer kruisend naar Muiden. Elke soloschipper kreeg een wegwerpcamera mee om geronde boeien of andere merktekens te fotograferen en moest een logboek bijhouden. Iedereen kreeg 27 rusturen waarbij verplicht was om minstens drie keer zes uur achtereen te slapen. Bij een windwaarschuwing van 7 Beaufort of meer of tijdens mist met een zicht minder dan 1000 meter mag niet verder worden gevaren en moet een haven worden opgezocht. Meerdere schippers gebruikten bij voordewindse rakken de spi om zo snel mogelijk te gaan. De solotocht kent geen enkele beperking met betrekking tot de zeilvoering, navigatieapparatuur, stuurautomaten of andere hulpmiddelen. De uitslag wordt berekend aan de hand van de SW-handicapformule.

De line honours waren voor Ruud Kapteyn, die vrijdagavond om 21.44 uur met zijn IMX-38 als eerste zeiler over de finishlijn bij de M1-boei voor de kust van Muiden kwam. Op plaats drie lag op dat moment Jaap Homan met Almare (Spirit 32) met nog 28 mijl te gaan. Hij meldt op zaterdag: Het is echt herfstweer. Regenbuien en vooral te veel wind. Het rak naar de NEK blijkt gelukkig bezeild. Daarna met stevige windbuien naar de finish. Om 14.06 uur als zesde boot binnen”. De deelnemers zijn verplicht om zich voor zondag 13.00 uur te melden in de haven van Muiden. De meeste zeilers druppelden echter in de loop van de zaterdag binnen. Jan Kees Corts arriveerde om 09.36 uur en organisator Luyendijk finishte met zijn Tam Tam (Sun Light 30) om 22.30 uur en kwam uit op plaats 12. De winnaar van vorig jaar, Bart Boosman, kwam zondag om 10.57 uur aan en steeg naar 7 in het klassement. Om 13.00 uur kon de balans worden opgemaakt. Door de steeds meer oplopende windkracht, met op zondag tot 7 Beaufort aanzwellende wind en stevige buien, waren er dit jaar in totaal 17 uitvallers. De prijzen werden na controle van de logboeken en foto-opnames op 16 oktober in het clubgebouw van de watersportvereniging AVOH aan de oude haven van Huizen uitgereikt.

Icif Koeling

 

Zwakke tot harde wind in de 200 myls ‘SOLO’

Zwakke tot harde wind
in de  200 myls  ‘SOLO’
Dik Geurts heeft met zijn FF 110 Bandos
de 200 myls  ‘SOLO’ gewonnen. Na con-
trole  van de  logboeken  en  de  foto’s
van de  gepasseerde  boeien  bleek hij
op handicap de snelste van de  61 zei-
lers te zijn.  De 200 myls  ‘SOLO’  werd
van  2 tot en met 6 oktober op het IJs-
selmeer,  de Waddenzee en  de Noord-
zee verzeild.
Deelnemers  kunnen kiezen uit  4 rou-
tes die elk  200 mijl lang zijn.  De wed-
strijd begon   met een  zwakke zuiden-
wind,  waardoor  de  solozeilers  op de
eerste dag  niet veel mijlen  in het log-
boek konden aantekenen. Gaandeweg
de week  begon  het  echter  harder te
waaien, op de slotdag kregen de deel-
nemers zelfs een  noordoost 7  te ver-
duren.  Ruud Kapteyn,  de winnaar  op
line honours  was al ruim  voor die tijd
binnen.
Met zijn  IMX 38  Mango  finishte hij op
vrijdag  4 oktober  om 21:44 uur.  Een
solozeiler was een dag kwijt.  Toen de
organisatie  hem op  zondag om 12:00
uur belde  met de  vraag  waar hij bleef,
antwoordde hij:   “Maar het is  vandaag
toch zaterdag?”  Van de  61  schippers
kwamen er 45 over de finish. De enige
vrouwelijke deelnemer eindigde op han-
dicap op de 23ste plaats.

Zeilen 11, november 2002

WinnaarDik Geurts
met z’n
FF 110
de Bandos

op de heen-
en terugweg

in zijn 6e.
200 myls
‘SOLO’

 

 

Dik Geurts wint 200 mijls solotocht door Icif Coelingh

de Uitkijk – Nieuwskrant van de Waterkampioen – 25 oktober 2002 Dik Geurts wint 200 mijls solotocht

Muiden – Dik Geurts uit Valburg won begin deze maand met zijn boot Bandos (een FF 110) de zevende
editie van de 200 myls ‘SOLO’ op handicap. Bij de solotocht op het IJsselmeer, die vier dagen eerder op
het IJsselmeer was gestart, stond met name op de laatste dag een tot 7 beaufort aanzwellende wind.
Van de 62 gestarte schepen in
de 200 myls ‘SOLO’ kwamen er
45 reglementair over de finish.
Jan Kees Corts uit Huizen met
zijn Jean Dix (First 305) eindig-
de in het eindklassement als
tweede. en Albert Broshuis
werd met de Scheerling (Winner
950) derde. Evenals Dik Geurts
voer Broshuis een zeer tacti-
sche race in een route buiten-
om via IJmuiden en Den
Oever.
Het was alweer de zevende
keer dat de wedstrijd voor solo-
zeilers over 200 mijl op het
IJsselmeer en de Waddenzee
plaatsvond. Er waren dit jaar
weer vier routes waaruit de
zeiler kon kiezen. Enkele
maanden voor de race had
organisator Jan Luyendijk een
oproep aan vrouwen gedaan
om zich als soloschipper in te
schrijven. Daarop reageerde
Jeaqueline van Amstel uit
Dintelsas die de tocht met een
Contessa 32 maakte. Zij werd
voor haar drieentwintigste
plaats beloond met een specia-
le damesbeker. Op donderdag
voer Ruud Kapteyn uit Muiden
met zijn jacht Mango (IMX-38)
na twee dagen zeilen aan kop.
Hij lag met 130 mijl al op twee-
derde van de race en verwees
de snelste zeiler van de eerste
dag, Henk Steltenpool met zijn
Little One (First 305) uit
Spakenburg, naar de tweede
plaats. Donderdagnacht staak-
te vijf zeilers de wedstrijd,
waardoor er nog 57 zeilers op
het water waren. Elke solo-
schippers kreeg een wegwerpca-
mera mee om geronde boeien
of andere merktekens te foto-
graferen en moest een logboek
bijhouden. Iedereen kreeg 27
rusturen waarbij het verplicht
was om minstens 3 keer zes
uur achtereen te slapen. De
tocht kent geen enkele beper-
king met betrekking tot de
zeilvoering, navigatieappara-
tuur, stuurautomaten of ande-
re hulpmiddelen. De einduit-
slag wordt berekend aan de
hand van de SW-handicapfor-
mule. De line honours waren
voor Ruud Kapteyn (die in het
klassement plaats 38 noteerde
door zijn hoge handicap). Vrij-
dagavond 4 oktober kwam hij
om 21:44 uur met zijn IMX-38
als eerste zeiler over de finish-
lijn bij de M 1-boei voor de kust van Muiden. De meeste zeilers druppelden in de loop van de zaterdag binnen. Jan Kees Corts arriveerde om 9:36 uur. Organisator Luyendijk finishte met zijn Tam Tam (Sun Light 30) om 22:30 uur en kwam uit op plaats 12.
De winnaar van vorig jaar Bart Boosman kwam zondag om 10:57 uur aan en steeg naar een zevende plaats in het klassement. Door de elke dag steeds meer oplopende wind en niet goed werkende stuurautomaten kende de race dit jaar in totaal zeventien uitvallers.(Icif Coelingh)

 

 

De zevende 200 myls SOLO door Barend Peters

Van 0 tot 7 B04

Verslag van de 200 mijls Solo wedstrijd van 2 t/m 6 oktober:
Route : 4 / Scrip : “True Blue” en Jaguar 22 / Schipper : Barend Peters
Start : woensdag 2 oktober, Finish uiterlijk zondag 6 oktober 12:00

Een paar dagen voor de 200 mijls wedstrijd ga ik naar mijn boot om alles nog even op te ruimen, accu’s te laden en nog een paar dingen aan het tuig te doen. O.a. plaats ik een achterstagspanner om tijdens het zeilen me mast toch wat makkekijker te kunnen kromtrekken. Kan handig zijn als het per ongeluk wat meer zou gaan waaien. Gezien het hele grote hogedrukgebied wat er nu boven Europa hangt is het niet te verwachten. Maar ja, je weet het ‘tuurlijk nooit met het Nederlandse weer. OK, het schip is opgeruimd, schoonschip gemaakt en alles wat ik niet nodig zal hebben is goed opgeborgen of vastgezet en voor de rest werkt alles zo te zien. Hoef alleen nog maar boodschappen te doen en die op te ruimen en ben dan klaar. Een keer niet eens alles op het allerlaatste moment!

Dinsdag 1 oktober 2002
S’ middag ga ik nog even shoppen bij AH en op m’n gemak naar Muiden. Het is mooi weer en weinig wind. Heb geen zin om de zeilen te hijsen en laat ze netjes ingepakt zitten. In Muiden staat Jan Luyendijk, de organisator van de wedstrijd op de steiger een plaatsje aan te wijzen. Ga langszij Arie Petrus z’n boot liggen die ik nog van vorig jaar herkende. Het is passen en meten om iedereen een plekje te geven maar het lukt toch allemaal. Een drukte op de steiger van mensen die elkaar blijkbaar goed kennen. Even later bestuiten we met enkele andere zeilers om bij Graaf Floris te gaan eten. Er zit al een grote groep aan een lange tafel en hebben gelukkig nog een paar plekken over. Gezellig en lekker eten met natuurlijk het gebruikelijke praatonderwerp, zeilen en boot. Tegen achten gaan we gezamenlijk naar Ome Ko waar het gebruikelijke palaver zal plaats vinden. Uitleg en bijzonderheden van de wedstrijd en de uitreiking van logboek, de pet en de Kodakfotocamera. Koffie en gebak van het 200 mijls “huis” is mede de bijdragen van sponsors weer prima geregeld. Nog even bijpraten met oude bekende w.o. mijn zeilmaatje van vorig jaar, Iddo en enkele zeilers die ook uit Naarden komen en die ik herken van de woensdagavond wedstrijden. S´avonds na het palaver ben ik gaan slapen om voldoende uit te rusten

Woensdag 2 oktober 2002 te Muiden: Schip in het weiland?
S‘morgens werd ik wakker en blijkt mijn boot in het weiland tussen de bomen achter de dijk te liggen! Hoe kan dit nu, ik heb toch de hele nacht aan boord geslapen en er helemaal niets van gemerkt. Toen ik van boord stapte stond ik helemaal verbaasd in het gras. Wat was dit een geintje van de wedstrijdleiding? Kon de humor er niet van inzien, ik was hier om een zeilwedstrijdje te varen, ver. . . . . . brr!ç!&”èbr@@è’(éé@é‘à§à(@§”é&§.. Piep piep piep piep piep Piep piep piep piep piep piep; het wekkertje van mijn mobiel wekt me. Verbaasd word ik wakker en sta op. Gelukkig voel ik mijn boot bewegen en ligt gelukkig gewoon in het water. Wat een rara droom, zou deze een betekenis hebben en wat zou de boodschap zijn? Terug naar de orde van de dag. Mijn hoofd boven het luik uitstekend blijkt er helemaal geen wind te zijn. Buren besluiten al om nog niet te vetrekken. Enkele vroege starters zijn teruggekomen. Na de broodnodige koffie besluit ik dan toch maar zeilklaar te maken en rond 9 te vertrekken. Tijdens het naar buiten varen een harde gil van mijn BB kant en het blijkt Iddo Schenk te zijn. Iddo is mijn zeilmaatje van vorig jaar die toen ook met een Jaguar 22 de 200 mijls voer. Hij lag met zijn nieuwe boot ( een Contest 30 ) bij de Koninklijke te liggen. Schiet even langszij om zijn schip te bewonderen en te feliciteren met zijn nieuwe aanwinst. Na een kort praatje ga ik richting de startboei M1. Het waait iets maar houd niet over, de wind in SE kracht 2. Om 09:20 maak ik een foto van de M1 boei en dan is mijn wedstrijd begonnen. Bijna 95 procent van het veld vaart net als ik met een spi. Een leuk gezicht en waag er een paar foto’s. Tussen het Paard van Marken en de GZ2 boei valt de wind helemaal weg en zie meerdere solozeilers nabij de GZ2 ten anker gaan. Ook besef ik dat doorgaan een negatieve invloed heeft op de wedstrijdtijd. Een voordeel is dat ik met deze “op de windwachtperiode” ik/we de in de wedstrijdbepalingen opgenomen verplichte ankerperiode al hebben gehad. Tegen 20:00 gaan enkele na 6 uur ten anker te hebben gelegen varen maar er staat nog steeds (te?) weinig wind. Wat is wijsheid??? Gaan varen of niet? Uiteindelijk besluit ik het nog af te wachten en later in de avond/nacht te kijken of er meer wind zou komen. Later besefte ik dat dit een foute beslissing zou zijn. Want heb nog maar 10 mijl gevaren en al 23 uur onderweg. Gedurende de nacht heb ik meerdere keren de wekker gezet om even het weer te checken. Elke keer als ik uit het luik kijk nog steeds bijna geen wind.

Donderdag 3 oktober:
In de ochtend rond 08:15 als ik zeker 4 a 5 keer wakker ben geweest zie ik dat iedereen al weg is. Ik heb me verslapen dus en ga als een gek het anker lichten en de spi hijsen en snel richting de Nek boei die ik rond 10:35 ( 17 mijl gevaren) en ga richting Lelystad. De wind is nu WSW 3. Onderweg naar Lelystad moest ik gaan nadenken over de route die ik zou gaan volgen. Voor het begin van de wedstrijd had ik rekening gehouden om via IJmuiden buitenom te gaan. Deze route 3tijdens een rondje Noord Holland meerdere malen gevaren ook solo zelfs. Daar IJmuiden mijn thuiswater is het geen probleem dit zelfs s’nachts te doen. Maar met de windstilteperiode bij Volendam heeft zoveel tijd gekost dat de optie via IJmuiden niet meer interessant is. De wind gaat al van SW naar NW draaien en toenemen. Zou nooit meer op een gunstig tijdstip qua stroom betreft in IJmuiden zijn en daar wachten op de stroom mee heb ik geen tijd meer voor. OK, dan maar een IJsselmeer route. Gezien de Noordelijke wind die verwacht kies ik voor route 4. Deze heeft een rak richting Lemmer wat dan gunstiger wou zijn met de N op NW wind. Baan 3 heeft is m.i. meer kruisrakken. Om 13:06 passeer ik de OVD3 boei ( 28 mijl gevaren) en neem de beslissing om naar het IJsselmeer te gaan.

Ga nu richting sluis en ga langszij een medesolozeiler liggen, de “Indra” een stoer stalen 11mtr. van Wiele schip. Na een snelle schutting gaan we beide op de motor richting de EZ27 waar de wedstrijd weer begint om 15:27. De wind is NWtelijk wat een lang kruisrak zou worden richting de V15 nabij Medemblik. Het is wel redelijk rustig zeilen wen kan dus nog varend koken. Tgv de lange anker periode bij Volendam moest ik wat tijd inhalen en zeker vanavond lang doorvaren. Wind is inmiddels NW 4/5 en bewolkt met af en toe een bui. Om 21:08 fotografeer ik de V15 ( 45 mijl gevaren) en noteer de tijd. Ga op weg naar de UK16 nabij Urk wat dus een voordewinds rak is. Gezien de windkracht en de duisternis besluit ik maar geen spi te zetten en vaar met de genua uitgeboomd. Heb nog niet zo heel veel meer wind spi-ervaring dus neem maar geen risico maar de snelheid is goed. Mooi zeilweer in een donkere nacht, laat de automaat soms sturen en schijf het logboek bij. Nog een beetje bellen met vrienden en het thuisfront en ‘tuurlijk niet vergeten de tijden aan het regattabureau door te geven. Besef dat ik pas laat in Urk zal zijn en is het dan nog de moeite om even te rusten in Urk? Het duurt zeker een uur na de UK16 voordat ik in Urk vast lig en uiteindelijk in bed. Dus 4 uur slapen en dan weer vroeg op? Als avondmens na 4 uur opstaan en weer voor dag en dauw vertrekken lukt me nooit. Nachtje doorvaren naar de Breezanddijk en daar ff slapen?

Vrijdag 4 oktober:
Om 01:24 passeer ik de UK16 ( 63 mijl gevaren), wind nog steeds NW 4/5 en stuur de True Blue richting Sport B nabij Breezanddijk. Gezien mijn onregelmatige werktijden ben ik ook wel gewend om een nachtje door te staan. Bij Breezanddijk kan ik altijd nog een paar uur slapen. Richting de Spoort B boei is het een aan de winds rak en maar eerst een lange slag richting de Rotterdamse hoek en dan een kortere slag tot aan de Enkhuizerzand boeienroute. Het gaat goed en de snelheid aan de wind is niet verkeerd, ong. 5 knopen. S’morgens dwars van Stavoren krijg ik toch wel slaap en ga een beetje dommelen in de kuip terwijl de automaat aanstaat, met een stootwil als kussen. Volgens het GPS schermpje zouden er voorlopig geen boeien komen. Dus die gok maar wagen;-0..

Na 2 uurtjes “rust” voel ik me weer fit en heb eigenlijk niet eens behoefte om bij Breezanddijk te gaan slapen. Om 10:03 keer ik de boeg bij de Sport B boei ( pas 88 mijl gevaren) ga weer richting LC9 wat de volgende boei is. Wind bij Breezanddijk is NW 4 en het is mooi zonnig zeilweer met hoge stapelwolken aan de horizon. Besluit even later toch om de spi te hijsen. Let even niet op en de spi-val schiet los en de mast in, shit… shit… straks weer de mast strijken. OK, de fokkeval heb ik nog. Ze in de verte ook een collega-zeiler met zijn spi klungelen want het duurt wel heel erg lang daar op het voordek. Nadeel van solozeilen dus. Dwars van Stavoren trekt de wind aan naar NW 5 en is mijn spi eigelijk te veel. Een paar keer oploeven met water in de kuip omdat ik d’r niet meer kan houden is het gevolg. Noemen ze dit nu een Chinese gijp? Ga de spi binnenhalen en hijs de genua. Een rif is nog niet nodig op het volgende rak. Om 12:37 passeer ik de LC9. Bij deze boei heb 100 mijl gevaren en dus precies halverwege de wedstrijd berekend volgens de wedstrijd baan, de log geeft 133 mijl aan. Het rak naar de SB 10 boei is een mooie ruime koers en ga als een speer, een dikke 6,5 – 7 knoop gaaf zeilweer “Cool-vet” als ik mijn dochters taal gebruik. Door het vlakke onderwaterschip van mijn boot is ze op deze ruime en voor de windse rakken wel snel. Op de aan de windse rakken lever ik daar weer dik op in ;-((… Haal zelfs enkele andere grotere schepen wat wel leuk is. Na 14:32 als de SB10 gefotografeerd ( 109 mijl gevaren) en gerond is ga ik even bijliggen een rif zetten met deze aantrekkende wind. Het wordt een aan de winds rak richting de EZ1KG2 ( 120 mijl gevaren) bij Enkhuizen. Strak aan de wind zeilend kom ik daar precies uit om 16:49. Wind nog steeds NW 5. Zet nu koers naar de H2W1 ( 134 mijl gevaren) bij Hindelopen wat weer strak aan de wind zeilen naar Stavoren en dan iets ruimer naar Hindelopen. Kom de Contessa 32 met de mooie naam “Wandering Moon” van Jacqueline van Amstel nog tegen, onze enigste vrouw in het wedstrijdveld Besluit eigenlijk om in Hindelopen te gaan rusten maar luister het weerbericht op VHF kanaal 83 om 19:05 en hoor de voorspelling voor de volgende dag; NW 7!!. He, balen want heb niet zo’n zin in een lagerwal met NW7. Doorzeilen naar Lelystad heb ik eigelijk niet zo’n zin meer ik maar er is eigelijk geen optie over als Hindelopen afvalt. Wordt wel weer nachtwerk dus. Passeer om 19:33 de H2 en ga direct de zuid in en bij de Trintelhavendroogte draai ik de kiel omhoog en ga er maar gewoon overheen. Dit scheelt weer iets tijd.

Zaterdag 5 oktober
Het is een donkere nacht, zware bewolking maar lekker zeilweer als ik de EZ27 om 00:27 ( 158 mijl gevaren) fotografeer en log. Vermoeidheid valt mee ondanks dat ik een nacht heb gemist maar een goede nachtrust zou wel wenselijk zijn al is dit nog zwak uitgedrukt. Zeil snel richting Houtribsluis en wil eigelijk aan de zuidkant van de sluis gaan slapen. S’nachts schutten gaat snel dacht ik nog… Fout, fout, fout dus. Roep ze even op over de VHF maar krijg geen antwoord. De westelijke kolk staat open en vaar de sluis binnen en een paar minuten later gaat de deur achter me dicht. Ga even binnen opruimen, m’n verstopte toiletje even openmaken en klaren. Na een 30 – 40 minuten is er nog geen beweging in de brug of sluisdeur. Roep de Houtrib op CH 20 en krijg een chagrijnig antwoord van ze “Wie zit er met de marifoon te spelen”. Ben een beetje pissig om deze opmerking daar ik in mijn dagelijkse werkzaamheden al ruim 20 jaar de VHF gebruik en zou dan niet fatsoenlijk kunnen aanroepen??? Vaak maak ik mee dat ik als jachtschipper aanroep en de sluis of brugmensen en zeggen ze; “we zien u niet, waar zit u dan? Ohhh, u bent een jacht!” Ze moeten me nog schutten en vraag vriendelijk of ze nog “ergens op wachten” omdat het zolang duurt. Verbaast zeggen ze me niet te zien, terwijl overal camera’s hangen. Geïrriteerd en kortaf geef ik antwoord dat ik al meer dan een half uur in de westelijke kolk lig en graag verder de zuid in wil. De sluiswachters hebben geen zin om te schutten midden in de nacht, dat is wel duidelijk. Denk even om as maandag even met hun leidinggevende te bellen over deze manier van werken. Doorgaans hebben deze mensen min of meer een hekel aan jachten weet ik uit ervaring van mijn eigen werkomgeving in IJmuiden. Dit is niet klantvriendelijk werken zo. Later in de week vergeet ik om over deze klacht te bellen en vergeet het voorval maar. Na de “snelle“ schutting (45 minuten ;-) ga ik naar de passantensteiger waar meerdere solozeilers liggen en zet om 02:15 de motor af. Ben wel moei maar voldaan duik ik snel m’n kooi in voor m’n verdiende nachtrust. Volgende ochtend slaap ik redelijk languit omdat ik niet zo’n ochtendmens ben en sta om 11:00 pas op. Na de koffie en het ontbijt even een babbeltje met medesolozeilers die er ook nog liggen leg ik een rif in het grootzeil. Ga even wat kopen bij de bootwinkel en vertrek rond 13:30 richting de OVD3 boei. Wind is WSW 4/5 en zal later NW 5/6 worden volgens de voorspelling. Heb nu nog zo’n 42 mijl te gaan en nog 23 uur voor het einde van de wedstrijd te gaan. Tijd genoeg dus maar moet nog een rustperiode van minimaal 6 uur houden volgens de reglementen, zonde om hier strafpunten voor te krijgen. Ff kijken hoe het loopt maar het zal wel de laatst mogelijke rusthaven Block van Kuffelen worden. Passeer de OVD3 boei om 14:14 en ga richting de PH boei. Helaas is dit net niet bezeild en moet een paar korte slagen maken richting de dijk van Lelystad. Enkele andere solozeilers met grotere schepen varen sneller en hoger aan de wind dan ik. Verder op schift de wind blijkbaar iets en is het bijna bezeild volgens de GPS track. Uiteindelijk kom ik net iets beneden de PH boei uit en ga overstag en passeer ‘m om 17:01 ( 169 mijl gevaren).

Lig nu gelijk op koers naar de Nek boei wat gelukkig net bezeild is en ga strak aan de wind varen. Snelheid is goed zo’n 5 – 5,5 knopen. Het is een zwaar bewolkte lucht met regelmatig buien en dus beetje triest weer maar het gaat lekker. Om 19:24 de Nek boei gerond ( 180 mijl gevaren) en zet koers naar de GZ2 boei bij Volendam. Tijdens dit stuk valt stuurautomaat en later mijn GPS uit en baal een beetje.. OK, zonder lukt ook maar het is gewoon handig. Tijdens het bijwerken van mijn logboek binnen zie ik dat de accuspanning sterk is gedaald en sluit een reserve accu aan. Lampjes branden weer fel en GPS en automaat doet het gelukkig weer. Word nog opgelopen door een groter schip die een schijnwerper op me zet en brullend vraagt wie ik ben. Ik kan zijn scheepsnaam niet lezen en zijn naam niet goed verstaan en groet schreeuwend terug. Later bleek dit Jan Luyendijk met zijn Tam Tam te zijn. Bij de GZ2 boei gaat Jan richting Muiden wat dus betekend dat ie route 3 vaart. De GZ2 passeer ik om 20:46 en zet koers richting de BVK boei die ik om 21:55 passeer. Wind is NW kracht 5/6 maar op ruime koersen is dit geen probleem. Bel nog even met het regattabureau om de passagetijden van de merktekens door te geven en spreek deze in op het antwoordapparaat van Bob. Dan kunnen ze mijn wedstrijdverloop op internet bijwerken voor het thuisfront. Ga nu richting de Block van Kuffelen waar ik mijn laatste rustperiode zal houden. In de haven schuif ik aan op het passantensteigertje in het begin van de haven. Eindelijk eens op een redelijke fatsoenlijke tijd langszij ;-).. Even wat eten en een flinke borrel voor het slapen gaan.

“Rusthaven” in de Block van Kuffelen;
Om 23:05 het weerbericht geluisterd op ch 83 en deze geeft ; N – NW 5/6 mogelijk 7 ruimend N – NO later afnemend 3/4. Ik heb alleen een probleempje wat mijn nachtrust aardig zou verstoren. Tijdens het zeilen in mijn mobiele telefoon blijkbaar nat geworden en het belletje werkt niet meer. Nu werkt ook de wekker die ik voorheen gebruikte niet meer. Nu moet ik morgenochtend wel op tijd wakker worden!. Tijdens het luisteren naar het VHF weerbericht van 23:05 bedacht ik opeens iets “slims”. Ik laat de VHF aanstaan op ch 83 en dan word ik morgenochtend om 08:05 gewoon wakker van het volgende weerbericht. OK, ik ga heerlijk slapen en rond tweeën schalmt een stormwaarschuwing door de VHF luidspreker even later gevolgd door een navigatiewaarschuwing wat me alweer wekt.

Zondag 6 oktober
Tegen vieren voel ik het schip nogal rijen langs de steiger maar hij hangt in de trossen en bonkt niet tegen de steiger. Dit betekend dus dat de wind naar het NO is gedraaid. Het schip begint meer en meer te rijden en komt er zelfs buiswater over en dit terwijl ik gemeerd lig. Tegen zessen en na verschillende storm en navigatiewaarschuwingen sta ik op, trek iets warm aan en ga aan dek. Blij dat ik s´avonds aan deze kant van de steiger ben gaan liggen want aan de andere kant zou ik toch een probleempje hebben gehad. Het is misschien slecht zeemansschap op met dit weerbeeld in het begin van de haven te gaan liggen maar daar heb ik s´avonds niet bij stilgestaan.. De wind is inmiddels naar het NNO gedraaid en is een dikke 6 begin 7 volgend meldpost Lelystad en de golven staan recht in de havenopening. Op de enkele andere scheepjes die langszij de steiger liggen zijn ze druk bezig om meer trosjes te zetten. Enkele lopen zelfs met houtjes-touwtjes knopen over de hele steiger heen. Mijn boot ligt prima en trossen zijn dik genoeg, leg alleen de lus om de hele paal ipv alleen door de ring voor de zekerheid. Ga nog even naar m’n kooi maar van slapen kot niets meer. Gelukkig lag ik er gisteravond op tijd in want na vieren niet meer geslapen. Voel me een beetje gebroken.. Een “rusthaven” noemt de wedstrijdleiding dat, niks rusten dus!!… Tegen zevenen sta ik maar op en ga even ontbijten en koffie zetten. Ga aan dek en de genua en fok opruimen want die heb ik niet meer nodig denk ikJ.. Voor de eerste keer in jaren gebruik ik de stormfok en zet het tweede rif. Wil eigenlijk aan de steiger al zeilzetten want de stuurautomaat houdt mijn scheepje nooit op koers… Ga opkorten en maak een lange lus om de paal vanaf de voordekkikker. Heb mensen van een andere boot gevraagd of ze even willen helpen met losgooien.

Mensen kijken verbaasd op en zeggen iets van “onverantwoord om te gaan zeilen”, “moeilijkheden opzoeken” enz.. Mensen zien je als een gewone “huis-tuin-en keuken zeiler” wat ik ´tuurlijk ook ben. In mijn vorige baan (als kapitein op zeeschepen) kwam ik wel eens na een zeereis met veel zwaar weer op kantoor terug met de melding “Wel slecht weer gehad daar en daar, zus en zo” dan kreeg ik steevast het antwoord “daarom hebben we jouw ook naar dat schip gestuurd”J. Ben dus niet echt bang van wat meer wind en zeegang. Maar dit staat gelukkig niet op mijn voorhoofd geschreven. “Bescheidenheid siert de mens” zegt men wel eens en zou het hier eigenlijk ook niet moeten schijven, haha..

Als de zeiltjes (want er blijft weinig zeiloppervlak over) staan en alles is opgeruimd en vastgezet houdt ik de stormfok bak om zeker te zijn dat de kop de goede kant opwaait. Mensen gooien los en gooien deze aan dek en zwaaien vriendelijk. Ik zie geen vinger naar hun voorhoofd wijzen maar dit denken ze waarschijnlijk alleen.. Met enkele slagen en killend grootzeil ga ik gewoon de haven uit en het geeft wel een goed gevoel om zo zelfverzekerd te zeilen met dit wee. Motor uit en uit het water en op naar de BVK boei die ik dan om 0855 fotografeer en log en ga aan mijn laatste 9 mijl beginnen. 193 wedstrijdmijlen en 243 mijlen volgens de GPS log. De golven schat ik op 1 tot 1,5 mtr want zittend in de kuip (ooghoogte 1 mtr) kijk ik soms tegen de bergjes op. Voor de wind richting Muiden en snelheid valt een beetje tegen moet ik zeggen voor een NNO 7, zo´n 5,5 – 6 mijl. Weken geleden deed op dit stuk met NNO 4 en onder voltuig met een spi halve wind het hele stuk Lelystad – Naarden 6,5 – 7 mijl. Binnen no time ben ik nabij Muiden en fotografeer de M1 boei om 10:16.. Einde wedstrijd, ik heb het weer volbracht!..

Een fikse bui komt over en besluit maar om niet af te tuigen maar direct naar mijn thuishaven Naarden te gaan, met deze wind een 3/4 uur varen.. En wil dan op de terugweg met de auto even afmelden en het logboek afgeven.. Ik bel het regattabureau en krijg Bob aan de lijn die dan zegt dat ik voor 12 uur het logboek moet inleveren.. Shit, daar heb ik niet aan gedacht, en ging er van uit dat de M1 tijd de sluitingstijd was. Dus snel naar Naarden, boot vooraan in de haven meren en in de auto springen dan maar. Onder de Hollandse brug maakte ik nog even een vreemd fenomeen mee, en lag daar opeens stil met een ruime windse koers onder de brug door met 6 tot 7. Kijkend naar de brugpeilers zie ik een noordgaande stroom lopen.. Het “hele” Gooimeer loopt leeg en ze zijn waarschijnlijk flink aan het spuien waarschijnlijk om het Gooi-, en Markermeer op winterpeil te brengen. Met deze wind en dan niet tegen de stroom in kunnen lijkt toch beetje vreemd over tekomen. OK, de wind schift natuurlijk tussen de pijlers maar ben toch verbaasd. Snel start ik de motor en ga op de autopilot sturend volgas naar de haven en strijk ondertussen de zeilen. Met een noodgang “gooi” ik de boot tegen de kant, spring met logboek, fototoestel en zeilpak en al in de auto richting Muiden. Na 10 min. – 15 min loop ik de steiger op waar alle soloschepen liggen en begeef me naar het schip van Peter Capel die de start en opname schipper is. Nog even de laatste gegevens in het logboek schrijven en lever het in.. Een gezellig praatje met de wedstrijdleiding en collega-zeilers en heelrijke koffie en cake maakt dat ik de 200 mijls met een goed gevoel afsluit.. Ga terug naar de boot om allens op te ruimen en leg d´r in de box.. Moe maar voldaan ga ik huiswaarts..

7 oktober 2002 prijsuitreiking in Huizen
Woensdagavond 7 okt is de prijsuitreiking in het clubgebouw van wsv AVOH in Huizen. Deze vereniging heeft de 200 mijls solo “geadopteerd”. Jan Luyendijk verwelkomt iedereen en alle medewerkers die voor, tijdens en na de wedstrijd veel werk hebben verricht hebben hun bevindingen even verwoordt. De bijzonderheden waaronder het weerbeeld en de opmerkingen uit de logboeken werd besproken en de logboeken en herdenkingsplaatsjes werden aan ieder uitgereikt. De derde, tweede en eerste prijs werden respectieverlijk uitgereikt aan Albert Broshuis, Jan Kees Corts en Dik Geurts. De jaren geleden in het leven geroepen Dameswissel trofee werd aan Jacqueline van Amstel uitgereikt die met haar mooie Contassa 32 “Wandering Moon” als eerste schipperse de wedstrijd voer. Ze heeft zelfs nog een hele mooie wedstrijd gevaren gezien de eindstand. Zelf werd ik ook nog even vernoemd en kreeg de doorzetters prijs uitgereikt omdat men vond dat ik een enorme positieve insteling had en lang moest doorvaren. Dat heb je met eenmaal met een kleiner scheepje, dan “mis” je een klein stukje waterlijn

De prijs bestond uit drie handgeschilderde mokken met afbeeldingen van schildpadden. Later begreep ik dat dit Bob Luyendijk zijn grote passie is. Opmerkelijk was te horen dat Bob die toch zoveel werk voor de 200 mijls verzette zelf helemaal geen zeiler is. En dit terwijl ie uit een door en door gewinterde zeilersfamilie komt.. Zijn organisatie is te zien op www.schildpad.nl .. en www.turtleinfo.com.

Ben niet ontevreden met de behaalde 28ste plaats, een middenmoot dus.. Vorig jaar eindigde in op een 38ste plaats en had toen zoiets van “als ik de wedstrijd uitvaar ben ik al tevreden”.. Mede door het varen met een spinaker waarschijnlijk toch iets meer snelheid of ben ik misschien iets meer tactisch gaan denken..

Bij deze wil ik iedereen van het regattabureau, fam. Luyendijk, Piet Bakker en Peter Capel bedanken voor hun inzet en de professionele begeleiding van deze wedstrijd.. Hou me aanbevolen voor de 200 mijls 2003. Jan, mag ik dan weer een inschrijfformulier?

Barend Peters S/y “True Blue” Inschrijfnummer 39

Gemelde posities route 4
Barend Peters
True Blue – Naarden
02/10 – 09:20 – M 1 – Muiden – 0
02/10 – 13:29 – GZ 2 – Volendam – 10
03/10 – 09:02 – GZ 2 – Volendam – 10
03/10 – 10:35 – NEK – Hoorn – 17
03/10 – 13:06 – OVD 3 – S/Lelystad-Z – 28
03/10 – 15:22 – EZ 21 – S/Lelystad-Z – 28
03/10 – 21:08 – V 15 – Medemblik – 45
04/10 – 01:24 – UK 16 – Urk – 63
04/10 – 10:03 – SPORT B – Breezanddijk – 88
04/10 – 12:37 – LC 9 – Stavoren – 100
04/10 – 14:32 – SB 10 – Lemmer – 109
04/10 – 16:41 – KG 2 – Enkhuizen – 120
04/10 – 19:33 – H 2 – Hindelopen – 134
05/10 – 00:27 – EZ 27 – S/Lelystad-N – 158
05/10 – 14:14 – OVD 3 – S/Lelystad-N – 158
05/10 – 17:01 – PH – Pampushaven – 169
05/10 – 19:24 – NEK – Hoorn – 180
05/10 – 20:46 – GZ 2 – Volendam – 187
05/10 – 21:55 – BVK – Blocq V.Kuff. – 193
06/10 – 08:55 – BVK – Blocq V.Kuff. – 193
06/10 – 10:16 – M 1 – Muiden – 200Wedstrijdstand
28

Barend Peters,
S/Y True Blue

200 mijls solo race – woensdag 2 oktober 2002 – door : Otto Maitimu

Vanochtend om 08.51 gestart met de 200 mijls solo race vanaf de ton M1 bij Muiden. Na het palaver gisteravond in het café van Ome Ko werd al snel duidelijk dat een groot deel van de 68 deelnemers zou kiezen voor route 3 uit de voorgeschreven routes.

Route 1, bij IJmuiden naar buiten en via Den Helder weer terug, heeft het risico dat je door het lichte weer niet met één tij Den Helder kunt aanlopen. Route 2 gaat via Harlingen en Oost-Vlieland buitenom Vlieland en Texel naar Den Helder. De wind is nu nog zuidoost, maar zal naar verwachting in de komende dagen naar zuidwest tot west draaien en dan heb je het risico dat je naar Den Helder moet kruisen. Route 4 tenslotte, oogt niet aantrekkelijk door het heen en weer jojo-en over het Markermeer aan het einde van de race. Voor mij dus route 3.

Het deelnemersveld is verder in tactisch opzicht gesplitst in twee kampen. Een deel wil zo vroeg mogelijk vertrekken (reglementair mag er tussen 07.00u en 10.00u gestart worden) om te proberen vanavond in Den Oever te liggen.
Dit was ook mijn eerste plan. Maar de verwachting is dat het vandaag niet veel gaat waaien en dus kun je beter weinig mijlen maken deze eerste dag en dat goed maken verderop in de week als het harder waait. De andere deelnemers zullen dus later vertrekken en ik sluit me daarbij aan door de wekker op 07.45u te zetten.

Bij de start blijkt het eerste deel starters al uit het zicht te zijn en de rest is kennelijk van plan om zo laat mogelijk te starten, want ik zie maar éen boot voor me en één achter me bij de M1.

Nog geen 10 minuten na de start begint het een beetje te waaien. Met halve wind staat er al snel 10 knopen op de windmeter en onder genua en grootzeil loopt het scheepje bijna 6 mijl per uur. Dat schiet lekker op. Helaas zakt de wind na een uur weer in en even later is de wind helemaal op.

Om 12.32 kom ik langszij de GZ2, de rood/groene scheidingston voor Volendam, die gefotografeerd moet worden als bewijs van de gevolgde route. De gezeilde tijd is 3 uur en 41 minuten over een afstand van 10,2 mijl; een gemiddelde snelheid van 2,78 knoop. Dat is te weinig en ik besluit om voor Volendam voor anker te gaan. In de 2 uren daarna komen de latere starters langs en praktisch iedereen houdt het na de GZ2 voor gezien en gooit het anker uit. We liggen met zo’n 20 boten voor anker en boven de dijk naar Marken zie ik nog ca. 10 masten uitsteken. Als die er ook bij horen, ligt het halve deelnemersveld hier.

Ik lig wel lekker, maar het zit me niet lekker. We hebben op de eerste dag maar 5% van de totale route afgelegd en donderdagmiddag draait de wind misschien al naar NW. Dan moeten we vanaf Lelystad kruisen en dan gaat de tijd erg dringen. Tegen 16.45 besloten om ankerop te gaan en toch nog in Lelystad zien te komen. Eerst moet de “Nek” nog gerond worden bij Hoorn en daarna kruisen naar de OVD3. Na de Nek gaat het lekker; 4 soms 5 knopen bij nog steeds een lichte tot matige wind.

Onderweg warm ik de meegenomen ” chili con carne” op, met echte Taco kruiden en kikkererwten. Het glaasje wijn sla ik maar over en ik neem een blikje koude Spa blauw.

Bij de OVD3 ton aangekomen kom ik helaas niet goed uit met mijn slag en moet nog een extra slag maken; dat scheelt gauw 15 minuten. Een passerende binnenvaartschipper begrijpt niets van de manoeuvre en zet me vanaf 200 meter in het daglicht met 2 enorme zoeklichten. Om 23.15 kan ik hem dan eindelijk fotograferen, althans ik hoop dat het de goede is, want als het groene licht 2 seconden aan is, zie ik niks en als het vervolgens 2 seconden uit is, ben ik nog verblind.

Het schutten in de sluis bij Lelystad gaat vlot en om 00.30u laat ik het anker vallen even ten noorden van de Deko Marina.

200 mijls solo race – donderdag 3 oktober

Omdat het de avond ervoor nogal laat geworden is, zet ik de wekker om 08.30u. Hoewel ik af en toe wakker wordt door de golfslag van passerende vrachtschepen, slaap ik als een blok. Na een goed ontbijt en het wassen van de vaat van gisteren, gaat om 09.15u het anker omhoog en tuf ik op de motor naar de EZ21.

Het is rustig weer, WZW 3Bft, soms niet meer dan 500 meter zicht, maar toch ook af en toe een zonnetje.

Vlakbij de EZ27 zie ik Adriaan van Berkel met zijn gele tweemaster op een bijna haakse koers. Die is kennelijk vanaf de EZ27 vertrokken voor route 2. Het lijkt erop dat hij ca 315 graden voorligt en ik probeer me voor te stellen wat zijn vaarplan is. Zo te zien gaat hij uitkomen bij de Trintelhaven, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? Voor route 2 moet hij na de EZ27 naar Stavoren en dat is bij deze wind prachtig bezeild, dus geen reden om te kruisen. Uiteindelijk kom ik tot de conclusie dat Adriaan helemaal niet route 2 zeilt, maar route 3 en dat hij zich vergist heeft tussen de EZ27 en de EZ21. Als ik hem een halve mijl voorbij ben, zie ik dat hij van koers verandert en mij achterna komt.

De voorspelling is dat in de middag de wind naar NW draait. En daar ligt ook Den Oever waar ik de WV14 moet vereeuwigen. Omdat de wind nu nog steeds WZW is, besluit ik om na de ondiepte van het Enkhuizer Zand zo hoog mogelijk aan de wind te zeilen om wat reserve te hebben voor het geval de wind al gaat ruimen voordat ik bij de WV14 ben. Het loopt lekker bij deze wind met genua en grootzeil; er is nog weinig golfslag en we varen regelmatig meer dan 6 knopen bij 11 tot 14 knopen schijnbare wind.

Aan het begin van de middag ziet het ernaar uit dat we het niet langer droog houden. Zeilpak aan, laarzen aan en reddingsvest om. Nog snel even wat eten, want het gaat nu ook harder waaien.

Als ik nog 3 mijl van de WV14 ben, moet ik uitwijken voor een charterschip, daarna kan ik de koers weer vervolgen, maar tot mijn schrik merk ik dat de koppeling van de stuurautomaat niet pakt. Dat is lelijk, want de stuurautomaat is onontbeerlijk in het solo zeilen. Tot overmaat van ramp blijkt de stuurwiel blokkering niet echt te blokkeren. Het stuurwiel kan wel wat stroever gezet worden, maar van vastzetten is geen sprake. Omdat de genua het schip tamelijk loefgierig maakt (meestal varen we met de high aspect fok) kun je met maximaal vastgedraaide stuurwiel blokkering niet langer dan 20 seconden bij het stuur weg.

Voorlopig zit er niets anders op dan op deze aandewindse koers met de hand te sturen tot de WV14 en daarna kunnen we met ruime wind richting Enkhuizen nadenken over de situatie.

Het ronden van de WV14 moet nauwkeurig gepland worden. De camera had ik binnen neergelegd in verband met de regen. Roer vastzetten, luik open, naar binnen storten, camera grissen, omhoog, luik dicht en weer bij het roer. Het regent nog steeds, dus de camera gaat in de jaszak. Vlakbij de boei pak ik de camera weer en zit er allemaal troep uit mijn jaszak op de lens. Met natte vingers probeer ik zo goed mogelijk de lens een beetje schoon en doorzichtig te krijgen. Ondertussen lopen we een kleine 7 knopen en ligt het lijboord bijna onder water.

De WV14 ligt voor mij aan de stuurboordskant van de vaargeul en na het ronden van de boei moet ik zien zo snel mogelijk de vaargeul over te steken om aan de andere kant weer terug te varen. Een tegemoetkomend schip van de bruine vloot, de vaargeul aanhoudend, moet ik dan nog net voor kunnen blijven bij die manoeuvre.

Nu moeten er veel dingen in kort tijdsbestek gebeuren: de boei fotograferen, tijd en log aflezen en onthouden, overstag, stuurboord genuaschoot los, grootschoot uitvieren, bakboord genuaschoot aan, tegemoetkomend schip in de gaten houden, daartussendoor steeds het roer corrigeren en tot slot de passagetijd en de logstand noteren in het logboek. Dit is leuk voor een keer, maar een kruisend rak wordt niets.

In de 2,5 uur tot Enkhuizen heb ik telefonisch contact met het thuisfront en overleg ik de opties. Er moet gerepareerd worden, maar waar? Den Oever had ik al overgeslagen, want het winkeltje van de havenmeester lijkt mij absoluut ontoereikend. Enkhuizen is de eerste optie, gevolgd door Stavoren als tweede optie en Medemblik als laatste in volgorde van plaatsen langs de route. Na een half uur belt Inge weer terug. In Enkhuizen is wel een Yacht Service, maar geen onderdelen voor een Autohelm ST4000. Ook niet in Stavoren, maar wel in Medemblik waar een dealer zit van Autohelm. Dat schiet dus niet echt op. Eigenlijk voel ik er weinig voor om door te zeilen naar de VZ3 bij Stavoren – mijn doelstelling voor vandaag – omdat ik daar in het donker ga aankomen en er een rijtje onverlichte tonnen op mijn route liggen. Dat is normaal geen probleem, de radar pikt ze wel op, maar daar heb ik nu niets aan, want die is binnen en ik ben buiten.

Ik besluit om even voorbij de KG2 bij Enkhuizen voor anker te gaan en te proberen of ik de zaak zelf kan repareren. Al snel is het probleem duidelijk. De koppeling bestaat uit een excenter dat een getande riem strak trekt rond een krans die bevestigt is op het stuurwiel. Door het excenter loopt een asje dat vastgezet is met 2 minuscule pennetjes. De pennetjes zijn versleten en daardoor draait het excenter over het asje en is er geen koppeling.

Na 2 uur heb ik alles weer gemonteerd met omgedraaide pennetjes. Hoera, het werkt. Inmiddels is het 19.00u en het lijkt me verstandig om eerst maar wat te eten. De ankerplek is niet ideaal. De wind is inmiddels NW en regelmatig 5 Bft. De golven lopen vanaf Den Oever op tegen het Enkhuizer Zand waar ik nu voor lig. Het is net of je in de branding voor anker ligt en ik zie vanuit de kajuit dat het stuurwiel enorme slagen maakt en soms hoor ik het roer slaan. Ik zet het stuurwiel in de middenstand en zet hem vast met de koppeling van de stuurautomaat. Althans, dat was het plan want de pennetjes in het excenter houden het weer niet en de bedieningshandle draait zonder weerstand in mijn hand (%$#@!!)

Dat wordt dus niks meer vanavond. Ik kan nog kiezen tussen 10 mijl tegen de wind in motoren naar Medemblik in de wetenschap dat ik morgenochtend om 8 uur geholpen kan worden door de dealer, waarna ik weer 2 uur terug moet varen naar de KG2 om de draad weer op te pakken, of Enkhuizen binnenlopen en hopen dat de klus hier morgenochtend geklaard kan worden. Eigenlijk heb ik het helemaal gehad voor vandaag en ik kies voor het laatste. Voor mijn part lassen ze dat asje aan het excenter; ik heb nooit om pennetjes gevraagd.

200 mijls solo race – vrijdag 4 oktober

Om 08.15 ben ik gedouched en geschoren en hang ik aan de lijn met Yachtservice Medemblik. Na uitleg van het probleem blijkt het gevraagde onderdeel niet in de revisiekit te zitten, maar wel aanwezig te zijn bij de Yachtservice in Enkhuizen. Dat is geluk hebben! Ze blijken zelfs gevestigd te zijn op de Compagnieshaven waar ik nu lig.

Om 10.00 uur is alles weer gefixed en als ik om 10.38u de KG2 weer gefotografeerd heb, ben ik weer in de race. Na een uur zijn er toch weer problemen met de stuurautomaat, want de bedieningshandle wil niet in gekoppelde toestand blijven. Met een elastieken zeilbandje is dat opgelost, maar het is nu dubbel opletten op schepen op een kruisende koers omdat je het stuurwiel nu niet snel kunt ontgrendelen.

Het eerste rak gaat naar Breezanddijk en is krap aan bezeild. Onderweg komen diverse andere deelnemers me op enige afstand tegemoet, die het keerpunt bij de Sport B ton al gemaakt hebben. Om 14.09u rond ik de Sport B en vliegen we ruime wind richting Urk, soms meer dab 8 knopen over de grond. De wind is aangetrokken tot een dikke 5 en inmiddels is er wat zeegang opgebouwd voor de kust van Friesland zodat de stuurautomaat hard moet werken om het schip op koers te houden in de achterop lopende golven.

Om 18.01u rond ik de UK16 en begint het kruisrak naar Medemblik, mijn volgende bestemming. Ineens merk ik dat het nu goed mis is met de stuurautomaat want ik zie het stuurwiel grote zwaaien maken in de golven. Ondanks dat de handle in de vergrendeling staat, kan ik het stuurwiel met gemak heen en weer bewegen; kennelijk slipt de tandriem over de krans. Dit is goed waardeloos.

Bij het doormelden van mijn positie aan het regattabureau hoor ik dat ieder jaar 5 tot 10 deelnemers uitvallen door problemen met de stuurautomaat.

Aangezien de Yachtservice Medemblik dealer is van ” Autohelm” besluit ik door te varen naar Medemblik. Met een rif in het grootzeil draai ik de genua zover in totdat het schip goed in balans is en praktisch zichzelf vaart op een aandewindse koers. Er zijn wel groter dan normale koersuitslagen, maar in de wind draaien is er nauwelijks bij.

Tegen twaalven ben ik in de buurt van de V15 ton bij Medemblik; de ton is onverlicht en het is knap donker door een boven ons hangende wolk. Ik probeer zo aan te sturen dat ik de lichtjes van Medemblik op de achtergrond heb in de hoop dat ik de ton zal zien.

Dat gaat niet lukken, ik denk dat ik de ton pas zie als ik ernaast lig. Ik laat het roer het roer en ga binnen op de radar kijken of ik wat zie. In totaal zie ik 4 stippen, 3 van andere zoekende deelnemers en de laatste moet dan de ton zijn. Maar wat is wat? Als ik inzoom op 0,5 mijl zie ik dat 1 stip kleiner is dan de andere en heb ik de ton snel gevonden. Gelukkig is de wind afgenomen tot een kleine 3 wat het zoeken en manoeuvreren vergemakkelijkt. Vlak voordat ik de foto met flits neem, roep ik heel hard in de richting van de andere boten: HIER-IS-T-IE.

Om 00.45 meer ik af in een box in de buitenhaven van Medemblik. Morgen weer een dag.

200 mijls solo race – zaterdag 5 oktober 2002

Om 09.15 sta ik in het havenkantoor op het Regatta Center in Medemblik om te informeren wanneer de Medemblik Yacht Service (MYS) opengaat. Op zaterdagen is dat hier om 14.00 uur, maar misschien dat er in de hoofdvestiging elders in Medemblik iemand vanaf 10.00u aanwezig is. Shoot! De havenmeester belooft te bellen en te komen melden indien ik er terecht kan. Omdat het regent, verwacht ik niet dat de havenmeester op de steiger komt en om 10.15u ben ik weer op het havenkantoor; hij was vergeten te bellen, maar doet het nu onmiddellijk. Er is een juffrouw die de telefoon aanneemt en die meldt dat om 10.30u een directeur aanwezig is. De havenmeester biedt mij een fiets aan en in de stromende regen fiets ik zo hard ik kan in mijn zeilpak naar de andere kant van Medemblik. Onderweg bedenk ik me dat als iemand mij zal vragen of ik veel regen gehad heb onderweg, ik moet antwoorden: alleen op de fiets; dat gelooft toch niemand! Bij aankomst ben ik binnen mijn zeilpak net zo nat als er buiten, maar het zal blijken dat ik tijd genoeg heb om op te drogen.

De directeur, Bouwe Hiemstra, is in gesprek met een Duitser die –overigens op beschaafde toon- vrij omstandig zijn ongenoegen komt uiten over een rekening en de kwaliteit van de uitgevoerde reparaties. Gedurende 20 minuten ben ik getuige van het gesprek en zit ik op een bankje geduldig te wachten. Hiemstra schat ik in als een man met hoog EQ, die goed meebeweegt met de klager, hem niet tegenspreekt maar belooft de zaak te zullen onderzoeken. Zijn aanpak heeft duidelijk een de-escalerend effect, maar wanneer de twee als goede vrienden beginnen te spreken over het voorbije vaarseizoen en de dingen des levens, interrumpeer ik met: ” Heren, ik wil niet onbeleefd zijn ….”.

Om 12.30u heb ik de meegenomen onderdelen weer gemonteerd en kan ik weg. Eerst wil ik nog even mijn inktzwarte handen wassen met garagezeep. Echt schoon worden ze niet, maar ik wil er niet teveel tijd aan besteden; de rest gaat er wel af in bed.

Om 13.38u passeer ik opnieuw de V15 en ben ik op weg naar Stavoren. Na passage van de VZ1 gaat de tocht naar Makkum. De wind zit in de NW hoek en ik moet opboksen tegen een dikke 6 Bft; gelukkig is het net bezeild. Na Makkum gaat de tocht naar Hindelopen en met de ruime wind en achterop lopende golven wordt dit de ultieme test voor de gereviseerde stuurautomaat: hij houdt het prima. Na Hindelopen moet ik om het Vrouwezand bij Stavoren en vaar ik weer richting Lelystad. Inmiddels is het donker geworden en ik geniet met volle teugen van de wind, het zeilen en de snelheid die tegen de rompsnelheid van het schip ligt. Ik maak een warme maaltijd klaar en denk aan het liedje van Henk Wijngaard: “met de vlam in de pijp”. Dit is dan wel niet de Brenner, maar het IJsselmeer en geen 30-tonner diesel, maar een zeilboot, maar ik scheur wel en voel me ook in m’n sas.

Even na 21.00u fotografeer ik de EZ21 en begin ik aan de sluispassage. In totaal is dat zo’n 10 mijl dus dat duurt nog wel even. Vanaf de EZ21 ligt er een aantal onverlichte tonnen precies op mijn koerslijn, maar die moet ik met de radar kunnen omzeilen.

Terwijl ik binnen op de radar zit te kijken valt ineens alles uit: accu’s leeg. Dat is natuurlijk ook stom. Ik ben onderweg sinds woensdagochtend, heb nauwelijks gemotord, nergens aan de walstroom gelegen, heb geen windgenerator of zonnepanelen, maar wel 24 uur per dag de koeling aan, de stuurautomaat gebruikt als die het deed, de radar zeer frequent gebruikt, nacht- en ankerverlichting gevoerd, etc. Ik storm naar buiten en laat het schip eerst afvallen zodat ik uit de tonnenlijn kom. Omdat ik nu eigenlijk voor deze koers en wind teveel zeil voer, rol ik de genua in en start de motor zodat de service accu’s weer bijgeladen worden.

Om 23.00u laat ik het anker vallen ten zuiden van de sluis bij Lelystad en bel ik nog even naar het thuisfront.

200 mijls solo race – zondag 6 oktober 2002

Om 05.00u gaat de wekker voor de laatste etappe. Ik houd er rekening mee dat de wind nog steeds NW zal zijn, zodat ik het eerste stuk naar de Nek bij Hoorn moet kruisen.

De Centrale Meldpost IJsselmeergebied meldt een actuele wind in Lelystad van 7 Bft. Hoewel ik goed geslapen heb, heb ik inderdaad wel gemerkt dat de wind fors door het want floot. De harde wind heeft het CQR anker diep ingegraven; inderdaad very secure, maar hoe krijg ik het er nu weer uit? Ik heb geen ankerlier dus er zit niets anders op dan het anker met handkracht proberen te lichten. In het donker is vanaf de stuurstand niet te zien waar de ankerlijn loopt, dus op goed geluk vaar ik op de motor een stukje vooruit in de hoop dat ik zo wat loos in de ankerlijn krijg. Het laatste stuk van de lijn is een voorloop van 10 meter ketting en die moet toch echt met de hand naar binnen gesleurd worden. Het valt echter niet mee om een schip van 6.000 kg tegen windkracht 7 naar voren te trekken. Na een worsteling van 20 minuten is de klus geklaard en zijn we onderweg. Om 05.55u passeer ik de OVD3 en start mijn volgende etappe.

De Nek is niet helemaal bezeild, maar volgens de verwachting zou de wind naar NO draaien, wat inderdaad om ca. 07.00u gebeurt, zodat ik de Nek alsnog kan aanlopen.
Wanneer ik onderweg op de windmeter 37 knopen zie staan, denk ik dat ik niet goed zie; maar het is toch echt zo. De schijnbare wind, de wind over het dek, is een dikke 8 Bft. Het wordt me nu toch een beetje te gortig en met dubbel gereefd grootzeil en weggedraaide fok loop ik nog steeds een ruime 6,5 knoop aan de wind.

Omdat ik niet zeker weet of de draaiing van de wind tijdelijk is of permanent besluit ik om over te gaan op handbesturing om zodoende maximaal hoogte te winnen. Het nadeel daarvan is wel dat ik achter het stuurwiel sta en bij tijd en wijle buiswater in mijn gezicht krijg. Overigens is het prachtig om de dageraad te zien aanbreken boven het Markermeer.

Na de passage van de Nek gaat het ruime wind langs Volendam en het Paard van Marken richting Muiden, alwaar ik na het aanlopen van de M1 ton om 10.36u finish en de 200 mijls solo is volbracht.
Uiteraard ben ik benieuwd naar mijn classering, maar toch overheerst de voldoening van het uitzeilen van deze prestatietocht. Jan Luyendijk, bedankt dat ik mee mocht doen en als het even kan, ben ik volgend jaar weer van de partij!

Otto Maitimu
o.b. S/Y Content

 

Online verslag door Erik Jan Hardonk

Dit jaar doe ik weer eens mee aan de 200 myls Solo. Deze start op woensdag 2 oktober vanuit Muiden. Omdat onze boot, de Nescio, in Lemmer ligt, ga ik dinsdag al op pad om de boot naar Muiden te varen.
Na het bowlen op maandagavond (waarbij ons team heeft gewonnen van CSS) meteen naar Lemmer gereden om op de boot te overnachten. Kan ik vroeg vertrekken. Om 6 uur gaat de wekker. Koffie zetten, ontbijtje maken. In de kajuit is het fris (12 graden), buiten is het nog donker en koud.
Om kwart voor zeven de motor gestart. Het waait nauwelijks, dus het eerste stuk wordt motoren. Lemmer ligt er donker en verlaten bij als ik uitvaar. Na de Friese Hoek gaat de steven naar het zuidwesten. Er steekt een mooi windje op, dus de zeilen kunnen omhoog. Uiteindelijk loopt de boot nog 6 knopen. Intussen is de zon al weer een tijdje op. Het lijkt een prachtige dag te worden.

Ter hoogte van Urk draait de wind verder naar het zuiden en neemt weer af. Uiteindelijk moet ik toch de motor maar weer starten. Lelystad komt langzaamaan in zicht.
Bij Lelystad heb ik een vlotte sluispassage, de sluisdeuren stonden al open. Ruim tien minuten later vaar ik op het Markermeer, richting Pampushaven. Het is inmiddels rond 12 uur ’s middags en inderdaad een prachtige dag.
De wind laat het afweten, dus vaar ik nog steeds op de motor. Nu kan dat nog, morgen mag dat niet meer. Rond 14 uur vaar ik langs Pampus, nog een paar mijl naar Muiden. Eenmaal in Muiden blijkt de haven al behoorlijk vol te liggen met deelnemers. Een handje schudden, bijpraten (veel van de deelnemers kennen elkaar nog van vorige edities of van andere wedstrijden). Er wordt druk gespeculeerd over het weer, de te volgen route.
’s Avonds palaver in het Café van Ome Ko. We krijgen allemaal een kop koffie, appelgebak en natuurlijk een camera, logboek en pet uitgereikt.

Woensdagochtend, 6:00 uur.Iedereen is druk in de weer. Vanaf 7 uur mag er gestart worden. Ik moet even ruimte maken voor mijn buurman, die al vertrekt. Achter hem aan vaar ik naar de start, om even te kijken hoeveel wind er op het water staat. Niet veel (een kleine Bf 2). Omdat ik tot 10:00 uur mag starten, ga ik weer terug naar de haven. Wachten op iets meer wind.
Anderen kunnen niet wachten en starten toch. Wie weet haal ik ze later nog in.
Woensdag 2 oktober
VERVOLG Ik vaar mee naar de start, om te kijken naar de mensen die wel starten en of er wat wind staat. Die staat er niet, dus ik ga weer terug naar de haven (je mag starten tot 10:00 uur). Uiteindelijk ben ik om 9:45 uur gestart.
Dit lijkt een goede keuze, er staat iets meer wind dan ’s morgens vroeg. Meteen de spinaker gehesen, de boot loopt toch nog zo’n 4,5 knopen bij 7 knopen wind.

Naarmate het Paard van Marken dichterbij komt, neemt de wind steeds verder af. Na het Paard van Marken afvallen richting Volendam. Meteen is de vaart uit de boot, er staat erg weinig wind hier. Over de laatste 2,5 mijl doe ik ruim een uur. Na de GZ2 haal ik de spi naar beneden. Ik ga bij Volendam alvast mijn verplichte ankerrust nemen. Hopelijk trekt de wind in de tussentijd wat aan. Er zijn meer deelnemers die dit van plan zijn, we liggen intotaal met tien schepen voor anker.
Bij Ed aan boord van de Lupa Maris eet ik een deel van zijn voorraad op. Hij heeft nog Lapskaus uit het ruim opgeduikeld, die maken we soldaat. De rest van de dag steekt er geen wind op, dus we brengen ook de nacht door achter het anker. Vandaag slechts 10 van de 200 mijlen gemaakt. Dat wordt doorvaren de komende dagen.

Donderdag 4 oktober
Vanmorgen om 6 uur even buiten gekeken naar de wind. Nog steeds niks. In overleg met Ed besloten om om 8 uur te vertrekken. Eerst een kop koffie, eieren met spek etc.
Om 8 uur waait het dan toch een beetje. Spinaker weer omhoog, MN1/GZ2 op de foto en op naar de NEK. Ook richting Lelystad kan de spi erop blijven. Bij Lelystad moet de eerste keuze gemaakt worden. Amsterdam is niet bezeild, dus route 1 (over de Noordzee) valt af. Wie weet is route 2 aantrekkelijk. Moet je wel vanavond bij Kornwerderzand zijjn. We zullen zien. In de sluis een weerberichtje beluisterd. Ook route 2 valt af (ongunstige wind op het Wad).
Dan blijven 3 en 4 over. Vanwege de voorspelde NW wind en het geringe aantal NW rakken in route 4 kiezen we (Ed en ik) voor 4. Jammer van de Wadden, die bewaren we voor een volgende keer.
Vanaf Lelystad richting Medemblik. Krap over het Enkhuizerzand (je hoeft er niet helemaal omheen). Het laatste stuk naar Medemblik moet er toch gekruist worden. De wind is inmiddels toegenomen tot 5 Bf.Na de V15 gaan we richting Urk. De spi kan er weer op. De stuurautomaat doet het prima, dus ik kan de kajuit in om eten klaar te maken. Na de afwas zijn we alweer bij Urk. In het donker de spi naar beneden gehaald, ging niet helemaal vlekkeloos.
Uiteindelijk zit de spi dan toch in de zak. In Urk liggen nogal wat deelnemers, ik leg aan naast de Tumlare. Na schoon schip gemaakt te hebben, komt Ed nog wat drinken. Daarna te kooi, morgen weer vroeg op. Vandaag ruim 60 mijl afgelegd.

Vrijdag 5 oktoberOm 6 uur gaat de wekker. Na het ontbijt en de koffie de zeilen aanslaan, trossen los en varen. Na de foto van de UK16 op naar de Sport B (bij Breezanddijk, halverwege de Afsluitdijk). 25 mijl aan de wind, met het Vrouwenzand bij Stavoren ertussen. Ik heb geen zin om daar een grote omweg voor te maken. Met flink opletten en danzij de GPS kan ik er vlak langs, met slechts 20 cm water onder de kiel.
Vanaf de Sport B naar Stavoren. Hoewel het inmiddels hard waait, probeer ik toch te spinakeren. Als je wilt winnen moet zoiets wel. Dit keer gaat het niet goed. De combinatie van harde wind en flinke golven is de stuurautomaat teveel. Als ik op het voordek bezig ben de genua te ruimen, loeft de boot op en gaat behoorlijk schuin. Is dit nou een zogenaamde broach?
Snel naar achteren, stuurautomaat uit en loefschoot los. Daar wappert de spi aan de mast. Vrij makkelijk krijg ik hem uiteindelijk naar beneden. Dan maar weer de genua erop. De Nicky Deux en de Jean Dix hebben weer een mooi schouwspel gehad.
Van Stavoren naar Lemmer en daarvandaan naar Enkhuizen. Ed is uit het zicht verdwenen.
Later belt hij op met de melding dat hij wat schade heeft en voor reparatie in Enkhuizen blijft. Ik ga door naar Hindeloopen. In het donker rond ik de boei en besluit door te gaan naar Lelystad. Daar kom ik uiteindelijk om 00:15 bij de verplichte boei. Een uur later lig ik in de Houtribhaven. Vandaag ruim 90 mijl gevaren. Morgen naar de finish.
200 mylsSolo, deel 3

Zaterdag 5 oktober
Vanmorgen iets na 8 uur vertrokken uit de Houtribhaven (Lelystad). Gelijk met de Almare van Jaap Homan door de sluis. Jaap heeft route 3 gekozen en kan vanaf Lelystad zo naar de NEK zeilen. Omdat ik route 4 heb, moet ik eerst naar Pampushaven. Dat blijkt recht tegen de wind in te zijn, dus ga ik bij Lelystad Haven weer naar binnen. Kan ik meteen kijken of ze daar een stekkertje voor mijn GPS hebben. Tegen het eind van de ochtend heb ik even contact met Ed. Hij blijkt vannacht om 1 uur vanuit Enkhuizen te zijn vertrokken en is nu bij de sluis van Lelystad. Als hij aankomt is er koffie, soep en suikerbrood.
Zo mooi als het gisteren was,
Zo grijs is het vandaag

Uiteindelijk is het een uur of twee ’s middags voordat de wind ver genoeg gedraaid is. Met vliegende vaart (het waait W 5 à 6 Bf) gaan we op Pampushaven af. Dan blijkt dat er meer mensen hebbe gewacht, overal zijn zeiltjes te zien die dezelfde kant op gaan en bij dezelfde boeien keren.
Vanaf Pampushaven naar de NEK. Er komen af en toe zware buien over drijven. In de regen die daarbij hoort is er weinig zicht. Soms wordt het water helemaal vlak geslagen door de regen. Heeft ook wel wat, maar op een gegeven moment is het wel genoeg met die regen. De wind zakt wat in dus het tweede rif kan eruit. Even later volgt het eerste rif en vaar ik weer onder vol grootzeil. Vanaf de NEK naar de boei bij Volendam gaat in een uurtje. Voor mij zitten een stuk of drie schepen, achter volgen er een stuk of zes. De vaart zit er goed in en de boot loopt als een trein. Nauwelijks druk op het roer, dus de zeilen staan goed getrimd.
Vanaf Volendam plat voor de wind naar de Blocq van Kuffeler. Daarvandaan de laatste etappe naar Muiden. Net op dat moment geeft de GPS er helemaal de brui aan. Lekker als je net die ene onverlichte ton moet vinden (het is inmiddels een uur of negen ’s avonds. Vlak voor ik er moet zijn, slaat de GPS weer aan. Het was echter al wel duidelijk waar de boei moest liggen, want af en toe ging er een flitslicht af van weer een foto die ervan gemaakt werd.
Om iets voor tien uur maak ook ik mijn laatste foto.
De wedstrijd zit erop. In de haven is het gezellig druk, je kan overal aan boord voor een kop koffie of een drankje. Nita komt aan boord om morgen het stuk terug naar Lemmer te varen.

Zondag 6 oktober
Niet al te vroeg opgestaan. In de haven is het druk. Ik krijg het nieuws dat ik op een voorlopige tweede plaats sta, Ed op acht. Dat stemt tot tevredenheid!

Erik Jan Hardonk
o.b. S/Y Nescio

In feite door Marjolein Brandt

   – IN FEITE

De 200 myls ‘SOLO’ en de Singlehanded

In oktober gaan  2 befaamde solotochten van start :   de  200 myls  ‘SOLO’
en de Singlehanded.    De eerste wordt voor  de zevende keer verzeild, de
tweede voor de 26ste maal.   Beide zijn solotochten op het IJsselmeer, de
Waddenzee en de Noordzee. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?

Wat – Grootste verschil: de 200 myls ‘SOLO’
is  een wedstrijd  en  de Singlehanded  een
prestatietocht.    Voor de  200 myls  ‘SOLO’
moeten de schippers elk gepasseerd merk-
teken fotograferen: geen foto levert straf-
punten op. Het gaat om deze wedstrijd om
de best gezeilde tijd (berekend via de SW
handicap) en de minste strafpunten. Bij de
Singlehanded  mag er ook  gejaagd,  ge-
boomd, gewrikt of geroeid worden. Volgens
de traditie moeten er zo min mogelijk mo-
torminuten gemaakt worden. Bij deze tocht
zijn er punten te verdienen voor het best
bijgehouden logboek.   Het beste reisjour-
naal,  de kortste motortijd,  vaartijd en ge-
zeilde tijd.    Ook de geschatte zeiltijd telt
mee.    De schippers moeten in de eerste
haven een brief op de bus doen, waarin zij
voorspellen  hoe lang zij  over het  totale
traject gaan doen.Historie – De  200 myls  ‘SOLO’  is bedacht
door Jan Luyendijk. Hij had meegedaan aan
de Singlehanded  en wilde  een solo  tocht
met meer wedstrijdelement. De Singlehan-
ded is bedacht door architect Reid uit Wor-
kum.   Hij wilde oorspronkelijk zeilers in re-
latief goedkope schepen zee-ervaring laten
opdoen.Start en Finish De 200 myls ‘SOLO’ start en
finisht in Muiden.    De schippers zeilen tot
aan Lelystad dezelfde route, daarna kunnen
ze kiezen uit 4 trajecten, die elk exact even
lang zijn. De Singlehanded start en finisht in
Lelystad.    De vaarroute is elk jaar anders,
rond de 200 mijlen.    De schippers moeten
stempels halen in een aantal havens.
De volgorde mogen ze zelf bepalen.  Voor
beide tochten  geldt  een  verplicht aantal
rusturen. Minder slaap levert strafpunten op.Deelnemers – Beide tochten zijn populair.
Voor de 200 myls ‘SOLO’ meldden zich 121
schippers aan.    Om practische redenen
kunnen er 68 meedoen, Hoeveel deelne-
mers er voor de Singlehanded zijn, is nog
een verrassing.    Vorig jaar deden er 58
schippers mee. Het zijn mannen-tochten.
Voor het eerst doet een vrouw mee aan de
200 myls ‘SOLO’. Bij de Singlehanded heeft
een paar keer een vrouw meegedaan. maar
ze zijn niet reglementair gefinisht.Prijs – Voor de 200 myls ‘SOLO’ zijn er voor
de plaatsen 1 – 2 – en 3 tinnen gegraveerde
borden. De Overall winnaar krijgt een wissel-
prijs, een zeilboot op een blok hout. Zeven
jaar geleden was er nog geen geld voor een
dure beker, Voor het eerst dit jaar is er een
wisselprijs voor vrouwen. De prijs bij de Sing-
lehanded is een zilveren Brijlepel.

Wanneer – De 200 myls ‘SOLO’ is van 2 tot
en met 6 oktober. De Singlehanded van 19
tot en met 23 oktober. Dat beide tochten in
oktober plaatsvinden is niet toevallig, Dan is
het rustiger op het water. Aan de Singlehan-
ded doen veel onderwijzers mee. De organi-
satie laat de tocht dan ook altijd samenval-
len met de herfstvakantie.
Meer info :   www.200myls.nl   en voor de
Singlehanded:   Henry Steneker,   e-mail
h.steneker@tiscali.nl
(geen site).

Marjolein Brandt
Zeilen nr 10
oktober 2002

 

Nog één keer knallen door Henriëtte Kuipers

 

Nog één keer knallen


door
Henriëtte
Kuipers
MUIDEN     –     “Op
mijn         uitslagen-
blaadje passen pre-
cies 68 namen.   En
dus beperkt de 200
myls ‘SOLO’ zich tot
dat aantal”,       laat
Jan  Luijendijk    we-
ten.   Volgens de or-
ganisator van de 5-
daagse solozeilwed-
strijd op het IJssel-
meer,   Wadden en
de Noordzee, is de
belangstelling voor
de race in de afgelo-
pen jaren enorm ge-

Jan Luyenijk, organisator van
de populaire 200 myls ‘SOLO’

Een van de
deelnemen-
de schepen
de Balder.
  groeid. Een paar honderd schippers staan te trap-
pelen om mee te zeilen,  maar Luijendijk is onver-
murwbaar. Vol is vol.  Want anders loopt het eve-
nement uit de hand.
“Veel schippers willen graag
even knallen,   voordat hun
hun schip naar de winterstal-
ling gaat. De vrouwen zijn in
het najaar toch uitgezeild en
dus  ruiken de mannen  hun
kans om er nog een weekje
alleen  op  uit  te  trekken.
Sinds de stoere zeilverhalen
van  de  deelnemers aan de
200 mijls ook op internet ver-
schijnen en nauwkeurig door
de familie en vriendenkring
kunnen   worden   gevolgd,
spreekt de wedstrijd gewel-
dig tot de verbeelding”, al-
dus de initiatiefnemer van
de 200 myls ‘SOLO’Logboek
De  zevende  editie van deze zeilwedstrijd die jaarlijks
wordt georganiseerd, gaat op 2 oktober nabij Muiden van
start. De deelnemers kunnen kiezen uit 3 routes. Twee van
de routes zijn uitgezet op het IJsselmeer. Wie liever op zee
zeilt heeft daartoe alle gelegenheid. Want de andere 2 routes
gaan via de Noordzee en de Wadden. Aan elke schipper
wordt vooraf een logboek en een fototoestel uitgereikt om
de passagetijden te noteren en de verplichte merktekens te
fotograferen. De zeilprestaties moeten dagelijks tussen 19:00
en 22:00 telefonisch worden doorgegeven aan het regattabu-
reau, m’n zoons Bob en Marco. “Solozeilers hebben altijd
meer te melden dan alleen hun positie”, zegt Luijendijk la-
chend. “Zodra er gebeld mag worden heeft Bob het razend
druk. De schippers moeten tijdens de wedstrijd verplicht
drie keer een rustperiode van
zes uur naleven. Omdat Bob
aan de wal ’t meeste werk
verricht, komt hij beslist slaap
tekort. Maar Bob heeft ’t er erg
graag voor over. Marco schrijft
voor de internetsite ‘Nieuws
tijdens de race’. Als ik na af-
loop van de race de logboeken
doorlees, dan is het toch lang
nagenieten. Want de deelnemers
beleven veel zaken, die door-
gaans met enige fantasie worden
beschreven.Formule
De uitslag van de 200 mijls
wordt berekend aan de hand
van de zogenaamde SW han-
dicapformule. Dit omdat de
deelnemende kajuitzeiljach-
ten enorm van elkaar verschil-
len qua grootte en gewicht.
Met het oog op veiligheid
moeten de schippers zich zorg-
vuldig houden aan allerlei
strenge veiligheidseisen en
geldende wedstrijdreglemen-
ten. Er zijn geen restricties
wat betreft zeilvoering, na-
vigatieapparatuur, stuurauto-
maten en andere hulpmidde
len.

“In voorafgaande jaren mocht
onder bepaalde omstandighe-
den de motor worden ge-
bruikt. Die regel werd echter
door elke schipper anders be-
oordeeld. Daarom mag de mo-
tor nu alleen nog maar ge-
bruikt worden als de veilig-
heid van het schip in gevaar
komt. Verder is het ook verbo-
den om tijdens de wedstrijd de
nationale driekleur te voeren.
Dat is immers niet gebruike-
lijk tijdens een zeilwedstrijd.

De vaarkrant, Telegraaf
dd. 28 september 2002


door
Henriëtte
Kuipers

 

 

Eenzaam maar niet alleen door Willem Melching

Eenzaam maar niet alleen

Het is weer zover : de 200 myls ‘SOLO’. De
24-uursrace is natuurlijk reuze stoer, maar
echte mannen doen het solo. Dat wil zeggen,
ze varen groepsgewijs, maar zijn alleen op
hun bootje. Van 2 tot en met 6 oktober is de
krachtmeting en alles is goed te volgen op de
eigen website. De bedoeling is om zo snel
mogelijk 200 mijl af te leggen. Tussentijdse
rust is verplicht en aan veiligheid worden
hoge eisen gesteld. De lijst met veiligheids-
eisen is zeer leerzaam voor iedereen die wel
eens op het IJsselmeer of ruimer water bevaart.
Wxtide.
Gebruikers van
Apple-computers
kunnen ook heel
goed aan hun trek
ken komen op het
internet. Een leu-
ke site met veel
programma’s en
nog wat zinvolle

links naar andere Apple- sites.
Ook nautische spelletjes zijn er volop te vinden.

Ondanks het al laat in het seizoen is, kan het weer zich
van alle kanten laten zien. Op de leuke site veel nieuwtjes,
tussenstanden en niet te vergeten berichten uit voorgaande
jaren.
De deelnemers kunnen kiezen uit vier trajecten, dus inzicht
in het weer en strategie zijn nodig. Twee gaan over het
IJsselmeer, de twee anderen nemen Noordzee en Wadden-
zee mee. Start en finish zijn in Muiden.
Op veel plaatsen op internet kun je program-
ma’s downloaden. Demo’s, betaalde programma’s
of gratis freeware. Het is verbazingwekkend wat er
allemaal tussen zit. In elk geval kun je stellen dat
veel van het (bijna) gratis aanbod helemaal niet
slecht is. Op de site van Yoroen vind je na een
taalkeuze een doorschakeling naar Downloads.
Hier kun je alleraardigste programma’s ophalen.
Sommige zijn demo’s, andere complete, werkende
programma’s. Voor de gebruikers van antieke lap-
tops aan boord: er zitten ook een paar prima DOS-
programma’s bij. Aanraders zijn in elk geval : ra-
darsimulatie (ook in het Russisch), nautische
berekeningen in een gewoon spreadsheet (Exel) en
het onvolprezen Navrules om te oefenen met het
herkennen van verlichting. Heel bijzonder is een
Linux-versie van het bekende getijdenprogramma
Wat te denken van het meespelen van zeeslagen
uit de Eerste Wereldoorlog met Battle Fleet
Commander ? Of het besturen van een heuse
driemaster ? Klassiek zijn inmiddels de talloze
programma’s om waypoints van en naar je gps te
sturen. In veel navigatieprogramma’s is deze func-
tie ingebouwd, maar werkt ze vaak omslachtig.
Meestal zijn specialistische programma’s beter en
ook veel sneller. Een greep van twee uit een groot
aanbod zijn gpsdb voor Garmins en het grotere
gpsu. Dit laatste kan veel meer, maar in de gratis
versie kun je in elk geval zeer eenvoudig verschil-
lende sets van Waypoints bijhouden en uitwisse-
len met de gps. Groot voordeel is dat het vrijwel
alle gangbare merken kent.
(Willem Melching, willem.melching@hum.uva.nl)
De adressen

200 myls ‘SOLO’ www.200myls.nl/index.htm
Software www.leen.demon.nl/nl/index.html
Apple
http://members.aol.com/mikdadog/MacPrograms.html
Battle http://bfc-online.com/
Fregat http://home.wxs.nl/index.html
gpsd www.gpsdb.com/index.html
gpsu www.gpsu.co.uk/download.html

de UitkijkNieuwskrant van de Waterkampioen
Nummer 18, 27 september 2002